Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nederlek

Verordening sport- en cultuurfonds

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nederlek
Officiële naam regelingVerordening sport- en cultuurfonds
CiteertitelVerordening sport- en cultuurfonds
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsport en cultuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

-

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-199702-05-2013Onbekend

27-05-1997

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING SPORT- EN CULTUURFONDS

R.356C

De raad van de gemeente Nederlek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Nederlek;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening regelende de bevordering van aktief deelnemen aan culturele en sportieve aktiviteiten (sport- en cultuurfonds).

Artikel 1 Beqripsomschrijvingen;

A.burgemeester en wethoudersHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nederlek.
B.sport- en cultuurfondseen door de raad ingesteld fonds waaruit bijdragen kunnen worden toegekend.
C.deelnemer (kind) een eigen-, pleeg- of stiefkind, niet ouder dan 18 jaar op het moment dat de kosten worden gemaakt, dat in de gemeente Nederlek in gezins- c.q. samenlevingsverband leeft met de aanvrager én voor wie de aanvrager aanspraak op kinderbijslag kan maken.
 deelnemer (volwassene)een persoon ouder dan 18 jaar op het moment dat de kosten worden gemaakt.
D.de kosten het in artikel 2 lid 3 onder a, b genoemde.
E.de aanvragerde ouder resp. de als zodanig aangewezen c.q. optredende verantwoordelijke persoon.
F.partnerde echtgenoot of echtgenote dan wel degene met wie de aanvrager een gezamenlijke huishouding voert.
G.Inkomeneen inkomen als bedoeld in artikel 5 lid 2 sub a.
H.Vermogeneen vermogen als bedoeld in artikel 5 lid 2, sub c.

Artikel 2

  • 1. In dit sport- en cultuurfonds wordt jaarlijks een door de raad vastgesteld bedrag gestort.

  • 2. Uit dit fonds kunnen burgemeester en wethouders bijdragen toekennen tot in totaal ten hoogste het in het fonds gestorte bedrag.

  • 3. De in het vorige lid bedoelde bijdragen worden ten behoeve van een kind alleen verstrekt ter bestrijding van de kosten van:

    • a.

      lidmaatschap in het jaar van aanvraag van een sport- en culturele, rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of stichting;

    • b.

      (persoonlijk) abonnement zwembadbezoek in Nederlek (geen meer-badenkaart zijnde).

    • c.

      abonnement en bezoek losse voorstellingen in theaters en bioscopen;

    • d.

      entreebewijs museum danwel museumjaarkaart.

    De in het vorige lid bedoelde bijdragen worden t.b.v. een volwassene alleen verstrekt ter bestrijding van de kosten van:

    Alle recreatieve en educatieve aktiviteiten.

    Dit kunnen o.a. zijn :

    • a)

      het lidmaatschap in het jaar van aanvraag van een sport- of culturele vereniging of stichting;

    • b)

      (persoonlijk) abonnement zwembezoek in Nederlek(geen meerbadenkaart);

    • c)

      abonnement en bezoek losse voorstellingen in theaters en bioscopen;

    • d)

      abonnementskosten dagblad, weekbladmaandblad;

    • e)

      abonnementskosten telefoon;

    • f)

      entreebewijzen voor grootschalige evenementen op het gebied van sport- cultuur en recreatie;

    • g)

      entreebewijs museum danwel museumjaarkaart;

    • h)

      lidmaatschap bejaardenverenigingen ;

    • ij

      kosten t.b.v. deelname aan cursussen.

  • 4. De bijdragen worden toegekend met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3, 4 en 5.

artikel 3

  • 1. Een aanvraag om een bijdrage wordt ingediend bij burgemeester en wethouders op een van gemeentewege verstrekt aanvraagformulier; zij kan worden ingediend voorafgaande aan het besluit tot deelname aan enige in deze verordening bedoelde aktiviteit, danwel uiterlijk binnen drie maanden nadat de kosten zijn gemaakt.

  • 2. Na ontvangst wordt op het aanvraagformulier de datum van ontvangst en een volgnummer vermeld.

  • 3. De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld, Een aanvraagformulier wordt slechts in behandeling genomen als dit volledig is ingevuld en de informatie --voor zoveel nodig--bevat, als bedoeld in artikel 5 lid 2a, b en c, lid 3 en lid 4 a en b.

  • 4. Wanneer naar het oordeel van burgemeester en wethouders een aanvraag niet in behandeling kan worden genomen, wordt de aanvrager hiervan binnen 14 dagen na ontvangst van het formulier in kennis gesteld onder vermelding van de reden,

  • 5. Op een in behandeling genomen aanvraag wordt daar burgemeester en wethouders binnen vier weken beslist. Indien een beschikking langer uitblijft, kan de aanvrager binnen een redelijke termijn een bezwaarschrift indienen bij burgemeester en wethouders.

  • 6. Een besluit tot het niet verlenen van een bijdrage wordt met redenen omkleed onder vermelding van de mogelijkheid hiertegen binnen 6 weken na dagtekening van het besluit een bezwaarschrift in te dienen bij Burgemeester en wethouders, ingevolge de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 4

  • 1. De aanvrager is verplicht aan burgemeester en wethouders alle inlichtingen te verstrekken die in

  • 2. Indien blijkt, dat opzettelijk onjuiste gegevens zijn verstrekt of indien de voorwaarden niet worden nagekomen kan de bijdrage worden geweigerd of kan de verleende bijdrage geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

Artikel 5

  • 1. Een bijdrage, als bedoeld in artikel 2, wordt toegekend indien is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 3, lid 1, aan de voorwaarden vermeld in dit artikel, en de financiële middelen in het fonds toereikend zijn.

  • 2. Een bijdrage wordt verstrekt indien:

    • 1.

      op het tijdstip van de aanvraag de aanvrager (en zijn/haar partner) leven van een minimuminkomen (het volgens de (N) Algemene bijstandswet voor hen geldende jaarinkomen), danwel leeft van een komen net boven het minimum en vanwege draagkracht en betalingscapaciteit in een vergelijkbare situatie verkeert als degene met een minimum-inkomen.

    • 2.

      in redelijkheid moet kunnen worden aangenomen dat het inkomen en de betalingscapaciteit van de aanvrager (en zijhaar partner) binnen een tijdsbestek van 6 maanden geen aanmerkelijke verbetering zal ondergaan.

    • 3.

      op het tijdstip van de aanvraag het liquide vermogen van aanvrager en zijnlhaar partner niet meer bedraagt dan de bedragen genoemd in artikel 54 de (N) Algemene Bijstandswet.

    • 4.

      op het tijdstip van de aanvraag de aanvrager en zijn/haar partner leven van een inkomen dat niet hoger is dan 110% van het bijstandsniveau.

  • 3. Bewijsstuk(ken) dienen te worden overgelegd betreffende het door de aanvrager op het aanvraagformulier vermelde inkomen en vermogen.

  • 4.

    • a.

      De deelnemer dient in gezins- c.q. samenlevingsverband woonachtig te zijn in deze gemeente.

    • b.

      De onder artikel 2 lid 3a en b genoemde kosten dienen te worden aangetoond door middel van een bewijs waaruit blijkt dat de eigen bijdragen, het lidmaatschap of het (persoonlijke) zwemabonnement is betaald.

  • 5. De bijdrage ten behoeve van een kind bedraagt een bedrag ter hoogte van de werkelijke kosten met een maximum van €136,14 per kalenderjaar per deelnemer.Genoemde bijdrage jaarlijks per 1 januari verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex (voor de gezinsconsumptie) volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.

  • 6. De bijdrage t.b.v een volwassene bedraagt een bedrag ter hoogte van de aannemelijk te maken kosten, met een maximum van€136,14 per kalenderjaar per deelnemer.Genoemde bijdrage jaarlijks per 1 januari verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex (voor de gezinsconsumptie) volgens het Centraal bureau voor de Statistiek.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders kunnen de uitvoering van de artikelen 3, 4en 5 overeenkomstig de in de verordening gestelde regelen namens hen doen geschieden door éénof meer door hen aan te wijzen gemeente-ambtenaren.

Artikel 7

Komt een aanvrager in aanmerking voor een bijdrage en kan deze niet betaalbaar worden gesteld omdat de financiële middelen in het fonds ontoereikend zijn in het betreffende kalenderjaar, dan wordt de bijdrage bij voorrang op volgorde van binnenkomst betaalbaar gesteld voor zover de financiële middelen in het fonds dit toelaten,

Artikel 8

In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 9

  • 1.

    Bijdragen kunnen slechts worden verleend voor zover de gemeenteraad hiervoor jaarlijks de benodigde gelden beschikbaar stelt.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1997. Met de datum van inwerking treding van deze verordening wordt de oude verordening regelende de bevordering van aktief deelnemen aan culturele en sportieve aktiviteiten (sport- en cultuurfonds) ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nederlek van 27 mei 1997

De secretaris, De burgemeester,

(P. Schouten) (Mr. A. van't Laar)