Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
ISD Optimisd

beleidsregels toelating tot schuldhulpverlening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieISD Optimisd
Officiële naam regelingbeleidsregels toelating tot schuldhulpverlening
Citeertitelbeleidsregels toelating tot schuldhulpverlening
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-201501-07-2012Onbekend

22-08-2012

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening

Het Dagelijks bestuur van de ISD Optimisd;

gelet op de gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Bernheze, Schijndel, Sint-Michielsgestel, Veghel;

gelet op artikel 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuur: het dagelijks bestuur van de ISD Optimisd;

  • b.

    inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie per-soonsgegevens bij een deelnemende gemeente is ingeschreven;

  • c.

    schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, evenals de nazorg;

  • e.

    schuldregeling: het bemiddelen met schuldeisers en het komen tot een afbetalingsvoorstel eventueel met verstrekking van een saneringskrediet;

  • d.

    verzoeker: persoon die zich tot het bestuur heeft gewend voor schuldhulpverlening.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van de gemeenten Bernheze, Schijndel, Sint - Michielsgestel en Veghel van 18 jaar en ouder, met uitzondering van zelfstandig ondernemers, kunnen zich tot het bestuur wenden voor schuldhulpverlening.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

  • 1.

    Het bestuur verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het bestuur schuldhulp-verlening noodzakelijk acht, en toetst de aanvraag aan de uitgangspunten zoals neergelegd in het Beleidsplan schuldhulpverlening 2012 – 2015 en de vastgestelde klantprofielen. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het bestuur, kan een aanvraag worden geweigerd.

  • 2.

    De vorm waarin de schuldhulpverlening wordt aangeboden, is van meerdere factoren afhankelijk en kan per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • a.

      zwaarte c.q. omvang van de schulden;

    • b.

      psycho-sociale situatie;

    • c.

      houding en gedrag van verzoeker;

    • d.

      een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening;

    • e.

      het inkomen van de verzoeker.

  • 3.

    Het schuldhulpverleningsaanbod bevat geen schuldregeling als vooraf duidelijk is dat er één of meerdere schulden van de aanvrager niet door bemiddeling van het bestuur op te lossen zijn.

Artikel 4. Verplichtingen

  • 1.

    Verzoeker doet aan het bestuur op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem/haar redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2.

    Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject.

De medewerking bestaat onder andere uit:

  • a.

    het nakomen van afspraken;

  • b.

    geen nieuwe schulden aangaan;

  • c.

    het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst.

Artikel 5. Beëindigingsgronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het bestuur besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

  • a.

    het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

  • b.

    de verzoeker niet langer voldoet aan het bepaalde onder artikel 2;

  • c.

    de verzoeker zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van zijn schulden;

  • d.

    de verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4;

  • e.

    op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan verzoeker is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het bestuur, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • f.

    verzoeker zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, misdraagt;

  • g.

    de verzoeker in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

  • h.

    de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, niet (langer) passend is.

Artikel 6. Weigering – hersteltermijn – hernieuwde aanvraag

  • 1.

    Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4 van deze beleidsregels, kan het bestuur besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen.

  • 2.

    Alvorens, ingevolge lid 1 te besluiten tot weigering dan wel beëindiging, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

  • 3.

    Het bestuur kan besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen, in geval een persoon fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en die persoon in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd.

  • 4.

    Indien minder dan 6 maanden voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, een aanvraag tot schuldhulpverlening door toedoen van verzoeker is beëindigd of geweigerd, wordt een aanvraag schuldhulpverlening geweigerd met uitzondering van het geven van Informatie en advies, Doorverwijzing, Cursus Omgaan met geld of Bewindvoering.

  • 5.

    Met uitzondering van het geven van Informatie en advies, Doorverwijzing, Cursus Omgaan met geld of Bewindvoering, wordt de toegang tot schuldhulpverlening voor één tot twee jaar geweigerd, indien een eerder traject schuldregeling tussentijds is beëindigd (minnelijk en wettelijk) afhankelijk van de fase waarin dat traject schuldregeling zich bevond.

  • 6.

    Met uitzondering van het geven van Informatie en advies, Doorverwijzing, Cursus Omgaan met geld of Bewindvoering, wordt de toegang tot het aanbod schuldhulpverlening voor twee jaar geweigerd, indien schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 5 a, c, d, e of f.

Artikel 7. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1. Het bestuur kan in bijzondere gevallen ten gunste van de verzoeker afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing van de regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn vergadering van 22 augustus 2012

Het dagelijks bestuur van de ISD Optimisd

De voorzitter, De directeur,

De heer E.H.J.M. Mathijssen Drs. V.C. Fijneman

Toelichting op: Toelating, recidive en het opleggen van verplichtingen op het gebied van schuldhulpverlening

Inleiding algemeen

In verband met de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening heeft het Algemeen bestuur van de ISD Optimisd het beleidsplan “Schuldhulpverlening 2012 – 2015 vastgesteld. In dit beleidsplan is, kort gezegd, de visie neergelegd op het terrein van schuldhulp-verlening. In het verlengde van de visie zijn in het beleidsplan een aantal acties geformuleerd. De onderhavige regeling betreft het opstellen van regels m.b.t. toelating tot de schuldhulpverlening, recidive en het stellen van voorwaarden. Achterliggende gedachte is dat er behoefte is aan heldere spelregels: de burger weet wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schuldhulpverlening en waaraan hij/zij zich dient te houden en het bestuur op haar beurt weet welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen.

Hierbij speelt mee dat de schuldhulpverleningspraktijk vanaf het moment dat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking is getreden 1 juli 2012 onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) komt te vallen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Conform de visie zoals neergelegd in het Beleidsplan 2012 - 2015 staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van de deelnemende gemeenten van 18 jaar en ouder. Een specifiek doelgroepenbeleid wordt dus niet gevoerd. Een uitzondering op deze brede toegankelijkheid wordt gevormd door zelfstandig ondernemers. Zij kunnen geen beroep doen op gemeentelijke schuld-hulpverlening. Zelfstandigen kunnen immers een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelf-standigen (Bbz). Als de ondernemer niet in aanmerking komt voor een Bbz – krediet omdat het bedrijf niet levensvatbaar is, is het niet zinvol wel schuldhulp aan te bieden. De zelfstandige doet er beter aan te stoppen om grotere financiële problemen te voorkomen. Als de onderneming niet levens-vatbaar is, moet deze worden gestaakt. Daarna staat schuldhulpverlening wel open.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

In lid 1 is aangegeven dat het bestuur schuldhulpverlening verleent indien het bestuur schuldhulp-verlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden

geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan hulpverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt middels dit lid, evenals lid 2, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening selectief en gericht ingezet dient te worden. Daar waar sprake is van een schuldenpakket dat zich niet laat regelen in combinatie met een onregelbare verzoeker, kan een aanvraag worden geweigerd.

Lid 2: Dit artikel toont de kern van schuldhulpverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk.

De hulpvraag wordt getoetst aan de uitgangspunten zoals neergelegd in het Beleidsplan schuldhulpverlening 2012 – 2015 en de vastgestelde klantprofielen en het productaanbod. De inzet van producten kan per situatie verschillen. In lid 2 van dit artikel worden 5 factoren genoemd die bepalen in welke mate één of meerdere producten schuldhulpverlening worden aangeboden:

  • a.

    zwaarte c.q. omvang van de schulden;

  • b.

    psycho-sociale situatie;

  • c.

    houding en gedrag van de aanvrager;

  • d.

    een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening;

  • e.

    het inkomen van de verzoeker.

In het beleidsplan zijn daartoe de volgende klantprofielen gedefinieerd met daarachter het toepasselijke productaanbod:

  • -

    Risicovol: Klanten die nog geen schulden hebben maar een groot risico hebben om schulden te krijgen en daardoor preventief hulp nodig hebben. Productaanbod: Informatie en advies, Doorverwijzing Hulp ketenpartner, Cursus Optimisd i.s.m. ROC

  • -

    Enkelvoudig: Klanten die door eenmalige omstandigheden (bijv. door tijdelijke werkloosheid, echtscheiding een schuld hebben opgebouwd. Deze groep kan door schuldregelen hun schulden oplossen en zelfstandig verder gaan. Productaanbod: Informatie en advies, Doorverwijzing Hulp ketenpartner, Betalingsregeling, Schuldregeling GKB, Cursus Optimisd i.s.m. ROC

  • -

    Meervoudig: Klanten die een schuld hebben opgebouwd, weinig overzichtelijk, waarbij structureel inkomsten en uitgaven in onbalans zijn. Deze groep kan door schuldregelen hun schulden oplossen maar hebben een grotere kans om weer nieuwe schulden te maken. Productaanbod: Informatie en advies, Doorverwijzing Hulp ketenpartner, Schuldregeling GKB, Bewindvoering, Cursus Optimisd i.s.m. ROC

  • -

    Instabiel: Klanten die onvoldoende in staat zijn om schuldenvrij hun financiële administratie te doen. Deze groep heeft bijv. moeite met structureren, afhandelen van post, rekenen. Zij vertonen instabiel gedrag en hebben geen overzicht. Productaanbod: Informatie en advies, Doorverwijzing Hulp ketenpartner, Bewindvoering, Cursus Optimisd i.s.m. ROC

  • -

    Bijzondere groepen: Klanten die onvoldoende in staat zijn om hun financiële administratie te doen en daarnaast een verslaving, woon en/of psychiatrisch probleem hebben. Productaanbod: Informatie en advies, Doorverwijzing Hulp ketenpartner, Bewindvoering, Cursus Optimisd i.s.m. ROC

  • -

    Terugkerend/recidive: Klanten die al eerder een schuldregeling hebben doorlopen of in de WSNP hebben gezeten en door nieuwe schulden weer schuldhulpverlening aanvragen. Productaanbod: Informatie en advies, Doorverwijzing Hulp ketenpartner, Bewindvoering, Cursus Optimisd i.s.m. ROC

In de onderstaande tabel is dit per klantprofiel schematisch aangegeven

Artikel 4. Verplichtingen en gevolgen schending daarvan

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven en medewerking te verlening. Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.

Artikel 5. Beëindigingsgronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Van de gronden zoals benoemt, verdienen de gronden onder g en h bijzondere aandacht gelet op de visie zoals neergelegd in het beleidsplan schuldhulpverlening. Daar waar het bestuur wil staan voor een selec-tieve en gerichte toepassing van schuldhulpverlening, kan dat betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstan-digheden van de verzoeker. Zie in dat licht ook een duidelijke link met artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels.

Artikel 6. Weigering – hersteltermijn – hernieuwde aanvraag

Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, kan het bestuur besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De hersteltermijn dient een redelijke te zijn. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting. Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het bestuur besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening.

Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten en contacten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel ook regels gesteld.

Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening c.q. de contacten op dat gebied vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.

Artikel 6 is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het bestuur heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het bestuur vooral ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 7. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het bestuur om in bijzondere c.q. onvoorziene gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.

Indien er sprake is van een gezin met inwonende minderjarige kinderen kan in het belang van kinderen ten gunste van de verzoeker van de bepalingen in deze beleidsregels worden afgeweken.