Verordening subsidiebeleid WIW Nederlek

1. De rechthebbende die deelneemt aan een project sociale activering kan een onkostenvergoeding worden verstrekt voor de als bijzonder en noodzakelijk aan te merken onkosten die samenhangen met het doen van vrijwilligerswerk dan wel de deelname aan een project sociale activering.

2. De in eerste lid genoemde onkostenvergoeding wordt niet verstrekt indien de onkosten kunnen worden vergoed op basis van een andere regeling niet zijnde bijzondere bijstand dan wel redelijkerwijs ten laste zouden moeten komen van de vrijwilligersorganisatie. Betaling vindt plaats op declaratiebasis.

1. Aan de rechthebbende die een scholing of opleiding gaat volgen dan wel volgt die door burgemeester en wethouders noodzakelijk wordt geacht voor de (her-) inschakeling in de arbeid, kan door burgemeester en wethouders een subsidie worden toegekend voor de als bijzonder en noodzakelijk aan te merken onkosten die samenhangen met de scholing of opleiding.

2. De in het eerste lid genoemde onkostenvergoeding wordt niet verstrekt indien de onkosten kunnen worden vergoed op basis van een voorliggende voorziening.

1. De rechthebbende die arbeid in deeltijd aanvaardt en recht houdt op een uitkering, kan door burgemeester en wethouders een subsidie worden toegekend voor de als bijzonder en noodzakelijk aan te merken onkosten die samenhangen met het verwerven van het inkomen.

2. De in het eerste lid genoemde onkostenvergoeding wordt niet verstrekt indien de onkosten kunnen worden vergoed op basis van een voorliggende voorziening dan wel redelijkerwijs ten laste zou moeten komen van de werkgever.

3. Betaling van de kosten vindt plaats op declaratiebasis.

4. In geval van verzwegen inkomsten uit arbeid - hetgeen leidt tot terugvordering van de verstrekte uitkering - , kan achteraf, terzake de verwervingskosten die samenhangen met de verzwegen inkomsten, geen subsidie worden toegekend.

1. De ten behoeve van de uitvoering van deze verordening beschikbare middelen, kunnen ingezet worden:

• a.

  ter financiering van de meerkosten van een kindplaats op grond van de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders (KOA) ten behoeve van kinderen van uitkeringsgerechtigde alleenstaande ouders in de leeftijd van 0 tot het einde primair onderwijs, voor zover de op grond van de KOA beschikbare middelen niet voldoende zijn om de kosten volledig te kunnen dekken;

• b.

  voor de volledige financiering van extra kindplaatsen (boven op het aantal dat in het kader van de KOA gerealiseerd wordt);

2. Het realiseren van extra kindplaatsen ingevolge lid 1 sub b, kan slechts plaatsvinden ten behoeve van kinderen in de leeftijd van 0 tot einde primair onderwijs van alleenstaande ouders.

3. De eventueel te realiseren extra kindplaatsen zoals genoemd onder lid 1 sub b van dit artikel, moeten voldoen aan de in het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang gestelde kwaliteitseisen.

1. Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van deze verordening.

2. Burgemeester en wethouders kunnen het verstrekken van de in deze verordening genoemde premies mandateren aan andere organisaties.

3. Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een subsidieplafond vast voor de subsidies die bekostigd worden uit het scholings-en activeringsbudget als bedoeld in artikel 14 van het Besluit uitvoering en financiering WIW.

4.Aanvragen als bedoeld in het derde lid kunnen worden geweigerd indien door het totaal van toezeggingen in dat jaar het budgetplafond is bereikt.

1. Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening subsidiebeleid WIW Nederlek’.

2. De verordening treedt in werking op 1 januari 2003 en werkt terug tot en met 1 januari 2002.