Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Millingen aan de Rijn

Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen gemeente Millingen aan de Rijn 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Millingen aan de Rijn
Officiële naam regelingVerordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen gemeente Millingen aan de Rijn 2009
CiteertitelVerordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen gemeente Millingen aan de Rijn 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpParticipatie cliënten Werk en Inkomen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 150
  2. Wet Investeren in Jongeren, art. 12, lid 1, onderdeel d
  3. Wet Investeren in Jongeren, art. 12, lid 2.
  4. Wet werk en bijstand, art. 47
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-05-201001-10-2009Onbekend

24-11-2009

De Rozet, 06-05-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen gemeente Millingen aan de Rijn 2009

De gemeenteraad van Millingen aan de Rijn,

gelet op

artikel 150 van de Gemeentewet

artikel 12, lid 1, onderdeel d, en lid 2 van de Wet Investeren in Jongeren

artikel 47 van de Wet werk en bijstand

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders,

stelt vast, de

Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen gemeente Millingen aan de Rijn 2009

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet Investeren in Jongeren en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Deze verordening verstaat onder:

    • a.

      de afdeling: de afdeling Welzijn, Werk en Inkomen van de gemeente Groesbeek;

    • b.

      het hoofd: Het hoofd van de afdeling Welzijn, Werk en Inkomen van de gemeente Groesbeek of diens vertegenwoordiger;

    • c.

      de raad: de gemeenteraad van de gemeente Millingen aan de Rijn;

    • d.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Millingen aan de Rijn;

    • e.

      de cliënt: degene die ingevolge de Wet werk en bijstand dan wel de Wet Investeren in Jongeren tot cliënt wordt gerekend, te weten:

    I personen die algemene bijstand ontvangen;

    II jongeren die een werkleeraanbod of inkomensvoorziening ontvangen op grond van de Wet Investeren in Jongeren;

    III personen die een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet ontvangen;

    IV niet-uitkeringsgerechtigden;

    V personen die vanwege een voorziening gericht op arbeidsinschakeling niet tot één van de voorgaande vier groepen behoren;

    VI degene die overigens een uitkering ontvangt ingevolge de wetten of regelingen op het terrein van de sociale zekerheid die aan de gemeente zijn opgedragen en die de afdeling uitvoert.

    • f.

      de cliëntenraad Werk en Inkomen: Het adviesorgaan dat adviseert over onderwerpen met betrekking tot beleid en uitvoering van sociale zekerheidswetten die de afdeling uitvoert;

    • g.

      kwaliteitszetel: het lidmaatschap van de cliëntenraad Werk en Inkomen op basis van deskundigheid en ervaring op het terrein van sociale zekerheidswetten, sociaal-juridische dienstverlening en belangenbehartiging op aanverwante beleidsterreinen;

    • h.

      klankbordgroep: een groep van inwoners met een beperkt inkomen die de cliëntenraad Werk en Inkomen ondersteunt in zijn adviserende taak.

Artikel 2 Adviesorgaan

  • 1. Voor zowel de raad als het college is de cliëntenraad Werk en Inkomen het adviesorgaan om de cliëntenparticipatie op een onafhankelijke wijze gestalte te geven. Het college bevordert het in stand houden van het adviesorgaan.

  • 2. De cliëntenraad Werk en Inkomen kan één of meerdere klankbordgroepen in het leven roepen.

Artikel 3 Doelstelling

  • 1. De cliëntenraad Werk en Inkomen behartigt de collectieve belangen van cliënten en van ingezetenen die een beroep doen op een gemeentelijke voorziening die bedoeld is voor personen met een minimuminkomen en die de afdeling uitvoert.

  • 2. De cliëntenraad Werk en Inkomen is een instrument dat inzicht dient te verschaffen in hetgeen er onder (potentiële) cliënten leeft om waar mogelijk te komen tot een grotere inbreng van cliënten.

  • 3. De cliëntenraad Werk en Inkomen fungeert als contactpunt in de gemeente in relatie tot groepen/individuele cliënten.

  • 4. De cliëntenraad Werk en Inkomen is een instrument ter beoordeling van de kwaliteit van de dienstverlening van de afdeling.

Artikel 4 Taken en bevoegdheden

  • 1. De cliëntenraad Werk en Inkomen geeft gevraagd en ongevraagd advies over informatie vanuit de gemeente over nieuwe regelingen dan wel voornemens daartoe (zowel landelijk als plaatselijk), over het bijstandsbeleid, het beleid ten aanzien van de Wet investeren in jongeren, over het werkloosheidsbeleid en organisatorische veranderingen voor zover deze gevolgen hebben voor cliënten.

    Dit advies wordt gegeven aan het college, het hoofd - voor zover het aan hem/haar opgedragen taken betreft - en instanties die te maken hebben met reïntegratie.

  • 2. De cliëntenraad Werk en Inkomen geeft gevraagd en ongevraagd advies over het feit of de gemeente volledig gebruik maakt van de ruimte die de wetgever haar biedt. Dit advies wordt gegeven aan de raad en het college.

  • 3. De cliëntenraad Werk en Inkomen geeft gevraagd en ongevraagd advies over alle onderwerpen die de vorming, de controle en de evaluatie van het gemeentelijk beleid ten aanzien van cliënten betreffen. Dit advies wordt gegeven aan de raad en het college.

  • 4. Indien het college wil komen tot de vorming van nieuw beleid, wijziging of evaluatie van beleid (inclusief uitvoering) wordt de cliëntenraad Werk en Inkomen geraadpleegd of in de gelegenheid gesteld hierover advies uit te brengen in een zodanig vroeg stadium dat advisering nog zin heeft.

  • 5. Indien het college afwijkt van het uitgebrachte advies dan wordt de cliëntenraad Werk en Inkomen hiervan gemotiveerd en schriftelijk in kennis gesteld.

  • 6. De cliëntenraad Werk en Inkomen heeft het recht om haar adviezen aan de gemeente openbaar te maken.

  • 7. Het college maakt in de daartoe relevante stukken op herkenbare wijze melding van de door de cliëntenraad Werk en Inkomen uitgebrachte adviezen, alsmede de gemotiveerde reactie daarop.

  • 8. In geval een advies of een verbetervoorstel om wets- of regeltechnische redenen - deels - wordt afgewezen, heeft de cliëntenraad Werk en Inkomen recht op een second opinion van een onafhankelijke deskundige.

  • 9. De cliëntenraad Werk en Inkomen verzamelt, analyseert en beoordeelt ideeën, wensen, ervaringen en klachten van (potentiële) cliënten en adviseert het college op basis daarvan aangaande beleid en uitvoering.

  • 10. Niet tot de taak van de cliëntenraad Werk en Inkomen behoren klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben maar wel advisering over de hiervoor gehanteerde procedures, regelingen en richtlijnen. Evenmin behoren tot de taak voorschriften over de uitvoering van wettelijke taken voor zover bij deze uitvoering geen ruimte is gelaten voor gemeentelijk beleid.

  • 11. Niet tot de taak van de cliëntenraad Werk en Inkomen behoort de advisering over het personeels- en organisatorisch beleid van de gemeente.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1. Ingeval de raad beleid vaststelt in het kader van de sociale zekerheidswetten, wordt het advies aan de cliëntenraad Werk en Inkomen gevraagd op een zodanig tijdstip dat het uitgebrachte advies met een reactie hierop van het college toegevoegd kan worden aan de aan de raad ter beschikking te stellen stukken.

  • 2. Ingeval het college beleid vaststelt in het kader van de sociale zekerheidswetten, wordt het advies op een zodanig tijdstip gevraagd dat het uitgebrachte advies met een ambtelijke reactie hierop van de afdeling toegevoegd kan worden aan de aan het college ter beschikking te stellen stukken.

  • 3. Op adviezen van de cliëntenraad Werk en Inkomen als bedoeld in lid 1 en lid 2 reageert de raad respectievelijk het college gemotiveerd binnen drie maanden na de datum van verzending van het advies indien en voor zover het advies niet is overgenomen.

  • 4. Na vaststelling van de bestuurlijke planning van de afdeling vindt overleg plaats met de cliëntenraad Werk en Inkomen over de onderwerpen waarover aan de cliëntenraad Werk en Inkomen in elk geval advies wordt gevraagd. Daarnaast zal de cliëntenraad Werk en Inkomen over actuele zaken worden geïnformeerd.

  • 5. Als aanspreekpunt voor de communicatie gelden voor de cliëntenraad Werk en Inkomen de voorzitter en de secretaris. Vanuit de gemeente is dit het hoofd.

  • 6. Door het college van burgemeester en wethouders kunnen nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot de werkwijze in het kader van de advisering door de cliëntenraad. Deze regels komen tot stand na overleg met de cliëntenraad Werk en Inkomen.

Artikel 6 Informatievoorziening

  • 1. De gemeente is verplicht de cliëntenraad Werk en Inkomen op tijd van informatie te voorzien die nodig is om de in artikel 4 genoemde taken te kunnen uitvoeren.

  • 2. Het college draagt er zorg voor dat plannen met name in hoofdlijnen, met inbegrip van overwegingen en (voorgenomen) keuzes, aan de cliëntenraad Werk en Inkomen worden gepresenteerd.

  • 3. Voor het goed functioneren van de cliëntenraad Werk en Inkomen verstrekt de gemeente ongevraagd alle benodigde informatie, waaronder nota's en verordeningen die door de gemeente worden voorbereid op het gebied van sociale zaken, door het Rijk opgestelde nota's en circulaires.

  • 4. De cliëntenraad Werk en Inkomen ontvangt alle relevante beleidsinformatie op een dusdanig tijdstip dat er daadwerkelijk invloed mogelijk is op de besluitvorming.

  • 5. Het college draagt er zorg voor dat alle onderwerpen die een advies van de cliëntenraad Werk en Inkomen vereisen, voorafgaand aan de beslissing, ter advisering worden voorgelegd aan de cliëntenraad Werk en Inkomen.

  • 6. De gemeente kan voor een met name te noemen tijdsduur geheimhouding vragen bij het verstrekken van informatie en het vragen van advies. De cliëntenraad Werk en Inkomen zal zich hieraan voor de gestelde termijn houden.

  • 7. De cliëntenraad Werk en Inkomen levert zijn bijdrage aan initiatieven en activiteiten die afstemming met andere gemeentelijke adviesraden beogen.

  • 8. Als contactpersoon/aanspreekpunt gelden voor de cliëntenraad Werk en Inkomen de voorzitter en de secretaris. Vanuit de gemeente is dit het hoofd.

Artikel 7 Samenstelling en benoeming

  • 1. De cliëntenraad Werk en Inkomen bestaat uit een onafhankelijke voorzitter en ten hoogste 10 leden. Van de leden is tweederde deel cliënt van de gemeente Millingen aan de Rijn op het moment dat zij zitting nemen in de cliëntenraad Werk en Inkomen. Een derde deel van de leden heeft een zogeheten kwaliteitszetel. Deze kwaliteitszetels worden bij voorkeur bekleed door personen die op enigerlei wijze binding hebben met de in artikel 3 lid 1 vermelde doelgroep door in de gemeente Millingen aan de Rijn werkzaam te zijn dan wel lid of vrijwilliger te zijn van een Millingse vereniging of organisatie.

  • 2. In het eerste lid wordt met onafhankelijk bedoeld dat de voorzitter geen uitkeringsgerechtigde of medewerker van de afdeling is dan wel betrokken is bij het gemeentebestuur.

  • 3. De samenstelling van de cliëntenraad Werk en Inkomen dient zoveel mogelijk een afspiegeling te zijn van de onderscheiden subdoelgroepen van cliënten.

  • 4. Een kandidaat wordt na het ontstaan van een vacature voorgedragen door de cliëntenraad Werk en Inkomen.

  • 5. Als de hoedanigheid waaraan een lid zijn benoeming ontleent eindigt, dan kan hij/zij nog maximaal 12 maanden lid zijn.

  • 6. De leden van de cliëntenraad Werk en Inkomen worden benoemd door het college.

  • 7. Op voorstel van de cliëntenraad Werk en Inkomen benoemt het college een onafhankelijke voorzitter. De zittingsperiode is gelijk aan die van de leden van de cliëntenraad Werk en Inkomen.

  • 8. Het lidmaatschap is van geen enkele invloed op de behandeling van de cliënt door medewerkers van de gemeente.

Artikel 8 Zittingsduur en schorsing

  • 1. De leden van de cliëntenraad Werk en Inkomen hebben zitting voor een periode van vier jaar. Verlenging van deze zittingsperiode met vier jaar is eenmaal mogelijk.

  • 2. De cliëntenraad Werk en Inkomen stelt een rooster van aftreden op.

  • 3. Het lidmaatschap eindigt:

    • -

      op verzoek van het betreffende lid;

    • -

      als de periode verstreken is en het lid niet voor herbenoeming van het lidmaatschap in aanmerking wenst te komen;

    • -

      indien het lid wordt geschorst;

    • -

      door overlijden van het lid.

  • 4. Tot schorsing wordt overgegaan:

    • -

      indien het lid handelt in strijd met deze verordening;

    • -

      wanneer het lid herhaaldelijk verzuimt aan de vergaderingen deel te nemen;

    • -

      als het lid spreekt namens de cliëntenraad Werk en Inkomen zonder machtiging daartoe;

    • -

      bij schending van expliciet afgesproken geheimhouding;

    • -

      bij herhaaldelijk verstoring van de vergaderorde.

  • 5. Schorsing van een lid kan plaatsvinden:

    • -

      op voorstel van de cliëntenraad Werk en Inkomen met meerderheid van stemmen en met redenen omkleed aan het college;

    • -

      nadat het betreffende lid in de gelegenheid is gesteld zich door de cliëntenraad Werk en Inkomen te laten horen.

  • 6. Het college kan de benoeming van de voorzitter intrekken indien niet langer voldoende vertrouwen bestaat in zijn/haar functioneren:

    • -

      op voorstel van de cliëntenraad Werk en Inkomen met meerderheid van stemmen en met redenen omkleed;

    • -

      nadat de voorzitter in de gelegenheid is gesteld zich door het college te laten horen.

Artikel 9 Vergaderingen

  • 1. De cliëntenraad Werk en Inkomen heeft ten minste twee maal per jaar overleg met de direct verantwoordelijke wethouder. Bij dit overleg is tevens het hoofd aanwezig.

  • 2. De cliëntenraad Werk en Inkomen kan onderwerpen voor de agenda van het overleg aanmelden bij het hoofd.

  • 3. De wethouder als bedoeld in lid 1 is gespreksleider tijdens de overlegvergadering.

  • 4. Van het overleg en de hieruit voortvloeiende afspraken worden notulen gemaakt die binnen vier weken door het college aan de cliëntenraad Werk en Inkomen wordt toegezonden.

  • 5. Vergaderingen zijn in beginsel niet openbaar.

Artikel 10 Faciliteiten

  • 1. De cliëntenraad Werk en Inkomen ontvangt jaarlijks een financiële bijdrage voor bestrijding van de noodzakelijkerwijs te maken kosten. Als noodzakelijk te maken kosten kunnen worden aangemerkt de onkostenvergoedingen voor voorzitter en leden van de cliëntenraad Werk en Inkomen ter hoogte van € 55,- per maand per persoon. Elke vijf jaar, dus voor het eerst per 1 oktober 2014, wordt de hoogte van de onkostenvergoeding opnieuw vastgesteld.

  • 2. Voorts kunnen als noodzakelijk te maken kosten worden aangemerkt: secretariaatskosten, kosten van scholing, kosten van het bijwonen van landelijke en regionale studiedagen/bijeenkomsten, kosten van het raadplegen van (externe) deskundigen, kosten van proefprocedures, reis- en telefoonkosten, kosten van bijeenkomsten van de Klankbordgroep.

Artikel 11 Slotbepaling

In alle gevallen met betrekking tot cliëntenparticipatie krachtens de wet, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college na overleg met de cliëntenraad Werk en Inkomen.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking in de Rozet en werkt terug tot 1 oktober 2009. Deze verordening vervangt de Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en Bijstand gemeente Millingen aan de Rijn die gelijktijdig wordt ingetrokken.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen gemeente Millingen aan de Rijn 2009.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Millingen aan de Rijn op 24 november 2009.

De raadsgriffier, De voorzitter,

C.Waterlander drs. G.E.W. Prick

Nota-toelichting

Algemene toelichting

Evenals in de Wwb is ook in de WIJ ruimte gemaakt voor belanghebbenden om mee te praten en te denken over de uitvoering van de wet.

Sinds 2004, met de invoering van de Wwb, bestaat de cliëntenraad voor de Wwb.

Op 7 december 2004 is de verordening cliëntenparticipatie voor Millingen aan de Rijn vastgesteld.

Met de invoering van de WIJ dient ook de participatie van jongeren, die een werkleeraanbod en/of inkomensvoorziening ingevolge de WIJ ontvangen, bij verordening te worden vastgelegd.

Hierbij kan worden gekozen voor een afzonderlijke "WIJ-raad", maar ook kan worden gekozen voor een gezamenlijke raad voor de Wwb en de WIJ.

Een gezamenlijke cliëntenraad heeft de voorkeur. Hiervoor zijn verschillende redenen.

Zo zijn de Wwb en de WIJ op veel punten identiek. Het grootste verschil zit in de wijze waarop de toeleiding naar arbeid wordt geregeld.

Ook gelet op de grootte van de gemeente Millingen aan de Rijn is een gezamenlijke cliëntraad te verkiezen. Op een bestand van, ruim geschat, 80 personen in totaal voor beide regelingen is het zo goed als onmogelijk om 20 personen (10 voor elke cliëntenraad) te selecteren.1

De uitvoering van zowel de Wwb als de WIJ is overgedragen aan de gemeente Groesbeek. Deze verordening is dan ook identiek aan de Groesbeekse verordening. Dit verklaart tevens, waarom in artikel 1 gerefereerd wordt naar de gemeente Groesbeek.

Vooralsnog wordt voor Millingen aan de Rijn een afzonderlijke verordening opgesteld, en daarmee de mogelijkheid voor een afzonderlijke cliëntenraad voor Millingen aan de Rijn. Omdat de cliëntenraad adviezen kan geven aan het college en de gemeenteraad, en Millingen aan de Rijn bestuurlijk een zelfstandige gemeente is, dient de cliëntenraad dus aan het Millingse bestuur te adviseren.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

De uitvoering van de Wwb en de WIJ is overgedragen aan de gemeente Groesbeek. Om deze reden wordt gerefereerd aan de afdeling Welzijn, Werk en Inkomen van Groesbeek, en het hoofd van deze afdeling.

Maar de adviezen worden gericht aan het college en de raad van Millingen aan de Rijn.

Artikel 2

Via een klankbordgroep kan de cliëntenraad, of vertegenwoordigers van de cliëntenraad, zich gericht op een afzonderlijk onderwerp concentreren.

Artikel 3

De cliëntenraad reageert niet alleen: Het kan ook zelf signalen uit de maatschappij oppakken, en is te benaderen door de cliënten.

Met de adviesrol kan de cliëntenraad bijdragen tot een betere dienstverlening.

Artikel 4

Van belang is, dat de cliëntenraad ook ongevraagd advies kan geven. Het wordt ook tot de taak van de cliëntenraad gerekend, dat zij een actieve houding nemen.

De cliëntenraad is niet bedoeld voor individuele gevallen. De cliëntenraad kan dan ook niet als belangenbehartiger voor individuele cliënten optreden.

Artikel 5

De cliëntenraad krijgt de gelegenheid om tijdig een advies uit te brengen, zodat met dit advies rekening kan worden gehouden in de verdere besluitvorming.

Artikel 6

De cliëntenraad wordt tijdig en volledig geïnformeerd.

Artikel 7

Een lid hoeft niet noodzakelijk bijstand, inkomensvoorziening of een werkleeraanbod te ontvangen.

Met de kwaliteitszetels wordt beoogd, dat kennis, deskundigheid en affiniteit aanwezig is, en dient ook om de continuïteit (enigszins) te waarborgen.

Artikel 8

Met dit artikel wordt beoogd om gedragsregels te stellen.

Artikel 9

De vergaderingen met de verantwoordelijke wethouder staan los van de reguliere, periodieke vergaderingen van de cliëntenraad. De frequentie van de reguliere vergaderingen is door de cliëntenraad zelf te bepalen. De frequentie zal voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van de actualiteiten op dat moment.

Artikel 10

Met de financiële ondersteuning wordt beoogd, dat de cliëntenraad ook in staat zal zijn om weloverwogen adviezen te kunnen geven.

1 Op dit moment is geen cliëntenraad Wwb in Millingen aan de Rijn actief, vanwege gebrek aan kandidaten.