Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nederlek

Standplaatsverordening voor woonwagens

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nederlek
Officiële naam regelingStandplaatsverordening voor woonwagens
CiteertitelStandplaatsverordening voor woonwagens
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpstandplaats woonwagens

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 9 van de Woonwagenwet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-01-198629-05-2013Onbekend

19-12-1985

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

STANDPLAATSENVERORDENING VOOR WOONWAGENS

De raad der gemeente Nederlek;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 9 van de Woonwagenwet;

besluit:

vast te stellen de navolgende

STANDPLAATSENVERORDENING VOOR WOONWAGENS

Artikel 1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    woonwagen : woonwagen, als bedoeld in artikel 1, leden 1 en 2, van de Woonwagenwet;

  • b.

    centrum : het openbaar centrum voor woonwagens aan de Dammestraat, kadastraal bekend gemeente Lekkerkerk, sectie C nr. 8650 (ged.)

Artikel 2.

De eigenaar of gebruiker van een woonwagen is verplicht, wanneer hij in het centrum standplaats heeft ingenomen, van zijn aankomst binnen 12 uur en van zijn voorgenomen vertrek tenminste 2 uren tevoren aan de burgemeester van Nederlek (ten kantore van de afdeling algemene zaken van de gemeentesecretaris) kennis te geven.

Artikel 3.

Het centrum is verdeeld in twee vakken; in elk vak mag met niet meer dan één woonwagen standplaats worden ingenomen.

Artikel 4.

Het is de eigenaar of gebruiker van een woonwagen verboden met de woonwagen in het centrum standplaats in te nemen op een andere plaats dan in één nog niet met een woonwagen in gebruik genomen vak.

Artikel 5.

Het is de eigenaar of gebruiker van een woonwagen verboden met de woonwagen meer dan één der vakken van het centrum in gebruik te nemen.

Artikel 6.

De eigenaar of gebruiker van een woonwagen is verplicht het door hem met een woonwagen in gebruik genomen vak in het centrum bij voortduring vrij te houden van vuilnis, as, papier, oud papier, afbraakmateriaal, lompen, oude materialen en afvalstoffen en andere dergelijke stoffen en voorwerpen.

Artikel 7.

Het is de eigenaar of gebruiker en andere bewoners van een woonwagen verboden voertuigen, welke niet in rijklare staat verkeren, in het centrum te plaatsen of te hebben.

Artikel 8.

Het is de eigenaar of gebruiker en andere bewoners van een woonwagen verboden in het centrum, sloopwerkzaamheden en andere, soortgelijke werkzaamheden als het be- en verwerken van materialen te verrichten.

Artikel 9.

Het is de eigenaar of gebruiker en andere bewoners van een woonwagen verboden stoffen of voorwerpen buiten het door de woonwagen ingenomen vak in het centrum te werpen, te plaatsen, achter te laten, op te slaan of opgeslagen te hebben. De in artikel 6 vermelde stoffen en voorwerpen moeten op de daartoe bestemde plaats worden gedeponeerd.

Artikel 10.

De eigenaar of gebruiker en andere bewoners van een woonwagen zijn verplicht in het centrum de daarin zich bevindende toiletten uitsluitend overeenkomstig hun bestemming te gebruiken.

Artikel 11.

Het is de eigenaar of gebruiker en andere bewoners van een woonwagen verboden in het centrum:

  • a.

    stallen, hokken, schuttingen, afdaken en andere getimmerten te maken of te hebben;

  • b.

    pluimvee of kleinvee te houden.

Artikel 12.

De eigenaar of gebruiker en andere bewoners van een woonwagen zijn verplicht de aanwijzingen van de ambtenaren van politie, welke worden gegeven in het belang van een goede orde in het centrum, in acht te nemen.

Artikel 13.

  • 1. Onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 48 van de Woonwagenwet kunnen burgemeester en wethouders van Nederlek bij niet-naleving van hetgeen in voorgaande artikelen is bepaald verwijdering van het centrum en ontzegging van het verblijf daarop met een woonwagen gedurende een bepaalde tijd van ten hoogste een jaar bevelen.

  • 2. Van deze maatregel staat beroep open op de Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland.

  • 3. Het beroepschrift moet binnen 30 dagen, nadat de maatregel aan betrokkene is medegedeeld, bij de Commissaris der Koningin zijn ingekomen.

Artikel 14.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van haar afkondiging.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Nederlek van 19 december 1985.

De secretaris, De Voorzitter,

Mr. G. Heeringa Mr. A. van 't Laar