Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bussum

Parkeerverordening 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bussum
Officiële naam regelingParkeerverordening 2015
CiteertitelParkeerverordening Bussum 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-12-2015Nieuwe regeling

01-10-2015

Onbekend

RV2015.067

Tekst van de regeling

Intitulé

Parkeerverordening 2015

De raad van de gemeente Bussum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van

Bussum, nummer RV2015.067;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet;

b e s u i t :

Vast te stellen de volgende verordening:

Parkeerverordening 2015.

Afdeling I. Definities en begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    belanghebbendenparkeren: een maatregel ten behoeve van het reguleren van parkeren, waarbij door het toepassen van het (zonale) bord E9 uit bijlage I RVV 1990, het parkeren alleen is toegestaan voor vergunninghouders;

  • b)

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:

    • 1.

      is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 , of

    • 2.

      gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • c)

    belanghebbendenvergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • d)

    bewonersvergunning: een door het college verleende belanghebbendenvergunning, krachtens welke het aan een bewoner is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • e)

    bezoekersvergunning: een door het college verleende belanghebbendenvergunning, krachtens welke het aan bezoekers van bewoners is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • f)

    centrumgebied: het gebied van de gemeente Bussum, zoals aangegeven op de bij de gemeentelijke Belastingverordeningen behorende kaart;

  • g)

    college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Bussum.

  • h)

    dag: een periode van vierentwintig uren, beginnen om 0.00 uur en eindigend om 24.00 uur.

  • i)

    eigen parkeerplaats: een parkeergelegenheid die ter beschikking staat aan de houder van een voertuig krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of een persoonlijk recht;

  • j)

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • k)

    maand: kalendermaand, dan wel een periode van 30 aaneengesloten dagen;

  • l)

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • m)

    Naarden-vesting: het gebied dat wordt begrensd door de vestinggracht;

  • n)

    ontheffing: een door het college verleende ontheffing, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen plaatsen binnen een parkeerschijfzone;

  • o)

    ontheffinghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een ontheffing is verleend;

  • p)

    ontheffingsjaar: de periode van 1 januari lopende tot en met 31 december;

  • q)

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, website, mobiele telefoon, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • r)

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur en/of door middel van een mobiele telefoon;

  • s)

    parkeergebieden: voor de diverse gebieden waar deze verordening van toepassing is, zie bijgevoegde kaart Gemeente Bussum.

  • t)

    parkeerschijfzone: een gebied dat is aangeduid met bord E10 uit bijlage I van het RVV 1990;

  • u)

    parkeerschijfzone-plaats: een parkeerplaats die is gelegen binnen een parkeerschijfzone en die is voorzien van een blauwe streep als bedoeld in RVV 1990 art.25;

  • v)

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • w)

    RW 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;

  • x)

    schilgebied: het gebied binnen de gemeente Bussum, waar met de verleende parkeervergunning op een belanghebbendenparkeerplaats mag worden geparkeerd, zoals aangegeven in het door het college vastgestelde aanwijzingsbesluit (zie kaart centrum/schil);

  • y)

    vaste dag: een vooraf door de belastingplichtige te bepalen vaste dag in de week (bijvoorbeeld de maandag of de dinsdag etc.);

  • z)

    vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaatsen;

  • aa)

    vergunningenplafond: het aantal bewonersvergunningen dat maximaal wordt verleend binnen een vergunninggebied;

  • bb)

    vergunninggebied: een gebied waarbinnen belanghebbendenvergunningen kunnen worden verleend voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen;

  • cc)

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • dd)

    kalenderjaar: de periode van 1 januari lopende tot en met 31 december;

  • ee)

    wachtlijst: een lijst waarop personen worden geregistreerd die op toekenning van een vergunning wachten.

  • ff)

    week: een periode van zeven aaneengesloten dagen.

Afdeling II. Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningsbewijzen

Artikel 2

  • 1. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders / ontheffinghouders.

  • 2. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders / ontheffinghouders is toegestaan.

  • 3. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen van een parkeerschijfzone.

  • 4. Het college kan, bij openbaar te maken besluit de maximale parkeerduur vaststellen voor het parkeren in parkeerschijfzones

  • 5. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarvoor de parkeerschijfzone geldt.

Artikel 3

  • 1. Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning / ontheffing verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen. Voor de gebiedsindeling zie bijgevoegde kaart.

    Parkeerproducten Bussum

    Een vergunning kan worden verleend verstrekt aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze:

    • a.

      woont (ingeschreven staat) in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouder te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, of

    • b.

      woont (ingeschreven staat) in het centrumgebied en een gereserveerde invalidenparkeerplaats is toegewezen, of

    • c.

      een beroep of bedrijf uitoefent (ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel) in het centrumgebied of een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsvoering noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren. Vergunningen voor het centrum voor het uitoefenen van een beroep of bedrijf worden uitgegeven, zonder kenteken, voor de hele week.

    • d.

      werknemer is van een bedrijf dat gevestigd is in het centrumgebied of een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en aantoont dat het in het belang van diens beroepsuitvoering noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren.

    • e.

      op een vaste dag in de week standhouder is op de weekmarkt.

    • f.

      auto niet valt onder de regeling parkeren grote voertuigen volgens het RVV (het voertuig is niet langer dan 6 meter en/of hoger dan 2,40 meter of zwaarder is dan 3.500 kilogram)

  • 2. De eigenaar of houder van een motorvoertuig die voldoet aan de onder a. en c. in het tweede lid gestelde voorwaarden wordt, voor wat betref de eerste aangevraagde vergunning geacht te beantwoorden aan de onder a genoemde voorwaarden.

  • 3. In bijzondere gevallen kan het college aan inwoners of werkgevers meer dan het aantal aangegeven vergunningen uitgeven. Dit geldt met name voor inwoners of werkgevers die onevenredig benadeeld worden en voor gevallen waarbij het op grond van sociale en/of medische omstandigheden wenselijk is.

  • 4. Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet voldoet aan één van de in het tweede lid genoemde vereisten.

  • 5. Aan de vergunning / ontheffing kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.

  • 6. Het college kan aan een vergunning / ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

  • 7. Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning / ontheffing verlenen voor het parkeren in parkeerschijfzones.

  • 8. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximum aantal uit te geven vergunningen per aaneengesloten gebied en per categorie vaststellen (vergunningenplafond).

  • 9. Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning / ontheffing ook verlenen aan eigenaren of houders van motorvoertuigen of aanhangwagens die niet voldoen aan een van de in hiervoor genoemde voorwaarden.

Artikel 4

  • 1. Het college kan, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden van dit artikel, regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning / ontheffing.

  • 2. Het college beslist binnen zes weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning / ontheffing.

  • 3. Het college kan de in het tweede lid genoemde termijn met ten hoogste zes weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

  • 4. De aanvragen voor een vergunning / ontheffing zoals beschreven in bovenstaand artikel worden op volgorde van binnenkomst behandeld.

  • 5. Het college kan, indien binnen het vergunninggebied / het ontheffinggebied het aantal aanvragen voor een parkeervergunning , een belanghebbendenvergunning of een ontheffing het vergunningenplafond c.q. het ontheffingenplafond overtreft, een vergunningaanvraag of ontheffing voor onbepaalde tijd op een wachtlijst plaatsen.

  • 6. Een besluit tot afwijzing van een aanvraag is met redenen omkleed. De aanvrager wordt van deze afwijzing schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 5

  • 1. Bij de eerste aanvraag van een vergunning / ontheffing voor belanghebbendenplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen geldt dat deze wordt verleend vanaf de eerste van de maand waarin deze vergunning / ontheffing wordt aangevraagd tot en met 31 december van dat jaar. Daarna worden de vergunningen / ontheffingen verleend voor één kalenderjaar.

  • 2. Aantal vergunningen / ontheffing per soort.

    In het centrum hebben:

    • a)

      Bewoners per adres recht op maximaal twee vergunningen op kenteken

    • b)

      Bedrijven per vestigingsadres recht op algemene vergunningen zonder kenteken. Per vestigingsadres wordt eerst één bedrijfsvergunning zonder kenteken verstrekt. Alle daarop volgende vergunningen zijn werknemersvergunningen zonder kenteken.

    • c)

      Werknemersvergunningen worden uitgegeven, zonder kenteken, voor de maandag tot en met de zaterdag. Bedrijven in het centrum kunnen een onbeperkt aantal vergunningen verkrijgen.

    In de schilgebieden hebben:

    • a)

      Bewoners per adres recht op maximaal twee vergunningen op kenteken en bezoekersvergunningen

    • b)

      Bedrijven per vestigingsadres recht op drie bedrijfsvergunningen zonder kenteken.

    • c)

      Werknemersvergunningen worden uitgegeven, zonder kenteken, voor de maandag tot en met zaterdag.

    • d)

      Bedrijven aan huis hebben recht op twee vergunningen op kenteken en drie algemene vergunning zonder kenteken of boekjes met bezoekersvergunningen.

    • e)

      Een bezoekersvergunning voor de schilgebieden rond het centrum wordt voor ten hoogste één dag verleend.

  • 3. Alle vergunningen / ontheffingen bevatten in ieder geval de volgende gegevens.

    • a)

      De afloopdatum die voor de vergunning geldt;

    • b)

      Het gebied waarvoor de vergunning geldt;

  • 4. Een tijdelijke vergunning voor werkzaamheden in het centrum en in het belanghebbende gebied, worden voor één week, een maand of een jaar uitgegeven.

  • 5. Een vergunning / ontheffing voor een lease- of bedrijfsauto wordt alleen verleend als een berijdersverklaring van een officiële leasemaatschappij of van het bedrijf kan worden overlegd.

  • 6. Bij verlies of diefstal van de in lid 1 bedoelde vergunning / ontheffing binnen de termijn van de vergunning / ontheffing kan op een daartoe strekkend verzoek tegen betaling een nieuwe vergunning / ontheffing worden verleend, mits een proces-verbaal van de politie wordt overlegd,waaruit blijkt dat er sprake is van verlies of diefstal.

  • 7. Ingeval van tussentijdse mutaties dient bij de aan vraag van de vergunning / ontheffing de oude vergunning / ontheffing te worden ingeleverd. Als hieraan niet wordt voldaan zal de aanvraag als nieuwe aanvraag worden behandeld.

Artikel 6

  • 1. Het college kan een vergunning / ontheffing intrekken of wijzigen:

    • a)

      op verzoek van de vergunninghouder / ontheffinghouder;

    • b)

      wanneer de vergunninghouder / ontheffinghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning is verleend;

    • c)

      wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning / ontheffing;

    • d)

      wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen / ontheffingen komt te vervallen;

    • e)

      wanneer de vergunninghouder / ontheffinghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn vergunning heeft voldaan;

    • f)

      wanneer de vergunninghouder / ontheffinghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

    • g)

      wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning / ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • h)

      om redenen van openbaar belang.

  • 2. Een besluit tot het intrekken of wijzigen van een vergunning / ontheffing is met redenen omkleed. De betrokkene wordt van het intrekken of wijziging van de vergunning / ontheffing schriftelijk in kennis gesteld.

  • 3. De vergunninghouder / ontheffinghouder is verplicht wijzigingen in één van de omstandigheden, die relevant waren voor het verlenen van de vergunning / ontheffing, binnen één maand nadat de wijziging zich heeft voorgedaan te melden aan het college.

  • 4. Het college kan de vergunningsaanvraag / ontheffingsaanvraag van de wachtlijst verwijderen indien:

    • a.

      de aanvrager daarom verzoekt;

    • b.

      de aanvrager een parkeervergunning / ontheffing wordt verleend in het vergunninggebied waarin de aanvrager woonachtig is;

    • c.

      niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor de aangevraagde vergunning / ontheffing gesteld bij of krachtens deze verordening;

Afdeling III. Verbodsbepalingen

Artikel 7

  • 1. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders / ontheffinghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

    • a)

      zonder vergunning / ontheffing;

    • b)

      zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de voor dat motorvoertuig afgegeven vergunning / ontheffing;

    • c)

      in strijd met de aan de vergunning / ontheffing verbonden voorschriften.

  • 2. Vrijgesteld aan het bepaalde in het eerste lid van dit artikel zijn ambulances, voertuigen van politie en brandweer voor zover deze voertuigen bij het uitoefenen van de dienst worden gebruikt en mits deze voertuigen als zodanig uiterlijk herkenbaar zijn.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 8

Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.

Artikel 9

  • 1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan:

    • a)

      op een parkeerapparatuurplaats;

    • b)

      op een belanghebbendenplaats;

  • 2. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze te plaatsen tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik wordt belemmerd of verhinderd.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 10

  • 1. Het is verboden op een parkeerapparatuurplaats gedurende de tijden waarop het parkeren daar slechts tegen betaling is toegestaan:

    • a)

      Een motorvoertuig te parkeren indien niet, of niet onmiddellijk na aanvang van het parkeren, is voldaan aan de verplichting tot het betalen van het verschuldigde parkeergeld;

    • b)

      Een motorvoertuig te parkeren als de parkeertermijn is verstreken;

  • 2. Het in het eerste lid vervatte verbod geldt niet wanneer aan de eigenaar of houder van het motorvoertuig een vergunning / ontheffing is verleend voor het parkeren op de betreffende parkeerapparatuurplaatsen, het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van een vergunning en niet gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning / ontheffing verbonden voorwaarden.

  • 3. Vrijgesteld aan het bepaalde in het eerste lid van dit artikel zijn:

    • a)

      voertuigen voorzien van een geldige Invalidenparkeerkaart of Europese Gehandicapten Parkeerkaart, mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats direct achter de voorruit van het voertuig is geplaatst;

    • b)

      ambulances, voertuigen van politie en brandweer voor zover deze voertuigen bij het uitoefenen van de dienst worden gebruikt en mits deze voertuigen als zodanig uiterlijk herkenbaar zijn.

  • 4. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Afdeling IV. Strafbepaling

Artikel 11

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

Afdeling V. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen en de in artikel 141 van het Wetboek van strafverordening genoemde opsporingsambtenaren.

Artikel 13

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Parkeerverordening Bussum 2015".

Artikel 14

  • 1. Deze verordening treedt in werking op in op de dag na publicatie.

  • 2. Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de bij raadsbesluit van 18 december 2013 vastgestelde “Verordening het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen 2014” van de gemeente Bussum

  • 3. Reeds verleende vergunningen /ontheffingen voor parkeren worden geacht te zijn verleend volgens deze verordening.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bussum, gehouden op 1 oktober 2015.

de griffier
de voorzitter