Overheidsorganisatie | Gemeente Slochteren |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2016 |
Citeertitel | Verordening Toeristenbelasting 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 224
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-11-2015 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 29-10-2015 Gemeenteblad, Jaargang 2015, Nr. 104254 | 2015/5116E |
Voorstelnummer: 2015/5116E
De raad van de gemeente Slochteren;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 22 september 2015;
overwegende dat het wenselijk is om een verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting vast te stellen;
gelet op de artikel 224 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2016
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;
mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet- zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravan welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd, dan wel te huur aangeboden;
vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen ofstacaravan.
Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de basisregistratie personen van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam "toeristenbelasting" een directe belasting geheven.
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, verblijf houdt.
De belasting wordt niet geheven ter zake van verblijf:
door degene, die: als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden verblijft;
van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c,d,f,g,h van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
op een vaartuig.
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.
1. Het aantal personen dat heeft overnacht wordt met betrekking tot:
vakantie-onderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten, mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste en op niet vaste standplaatsen bepaald op:
2 personen indien het aantal slaapplaatsen 3 of minder bedraagt;
3 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan 3 bedraagt;
2. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt: ingeval verblijf wordt gehouden in vakantie-onderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten dan wel op vaste dan wel niet vaste standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van:
ten hoogste zes maanden bepaald op 60;
meer dan zes maanden doch ten hoogste negen maanden bepaald op 85;
meer dan negen doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op 100.
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager isdan het op grond van artikel 6 berekende aantal.
Het tarief bedraagtper overnachting € 0,95.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen minder is dan € 3.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het inwerkingtreden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.
1. De ‘Verordening toeristenbelasting 2015’ zoals vastgesteld op 30 oktober 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van heffing is 1 januari 2016.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Toeristenbelasting 2016’.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 29 oktober 2015,
, voorzitter.
, griffier.