Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nederlek

Kampeerverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nederlek
Officiële naam regelingKampeerverordening
CiteertitelKampeerverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpKamperen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

-

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

de wet van 14 mei 1981 (Stb. 372), houdende regelen met betrekking tot kampeerplaatsen (Kampeerwet)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-198601-11-1995Onbekend

18-11-1986

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

KAMPEERVERORDENING

Vastgesteld bij raadsbesluit van 18 november 1986. In werking getreden op 22 december 1986. Eerste wijziging vastgesteld bij raadsbesluit van 14-12-1993

HOOFDSTUK 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:

  • 1.

    Wet: de wet van 14 mei 1981 (Stb. 372), houdende regelen met betrekking tot kampeerplaatsen (Kampeerwet);

  • 2.

    Vergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 14, lid 1 van de wet;

  • 3.

    Vrijstelling: een vrijstelling als bedoeld in artikel 21, lid 1, en artikel 22 van de wet;

  • 4.

    Ontheffing: een ontheffing als bedoeld in artikel 27, lid 4 van de wet;

  • 5.

    Recreatief nachtverblijf: het zich bevinden op of in een kampeerplaats of in een kampeermiddel tussen 22.00 uur en 06.00 uur;

  • 6.

    Rechthebbende: degene die krachtens een zakelijk of persoonlijk recht de beschikking heeft over enig onroerend goed;

  • 7.

    Kampeerplaats: een kampeerplaats als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a, van de Kampeerwet;

  • 8.

    Gebouw: een bouwwerk, niet zijnde een kampeerplaats, waarvoor ingevolge de Woningwet een bouwvergunning is vereist;

  • 9.

    Jaarstandplaats: het terreingedeelte dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel dat gedurende het gehele jaar aldaar aanwezig mag zijn;

  • 10.

    Seizoenstandplaats: het terreingedeelte dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel voor ten hoogste de periode van 15 maart tot 31 oktober;

  • 11.

    Toeristische standplaats: het terreingedeelte dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel, niet zijnde een bouwwerk, dat slechts gedurende een beperkte periode van ten hoogste enige weken aanwezig is;

  • 12.

    Reglement: het reglement bedoeld in artikel 16 van de wet;

  • 13.

    Recreatiewoonverblijf: een gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door een gezin of een daarmede gelijk te stellen groep van personen dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, te worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

  • 14.

    Kampeermiddel; een kampeermiddel als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b, van de wet;

  • 15.

    Agrarisch bedrijf: onder agrarisch bedrijf als bedoeld in artikel 21, lid 1, van de wet wordt verstaan een bedrijf dat bestemd is, en gebruikt wordt, voor het voortbrengen van produkten door middel van het telen van gewassen en/of het houden of het fokken van vee.

HOOFDSTUK 2

Artikel 2

  • 1. De aanvraag van een vergunning of vrijstelling vermeldt:

    • a.

      naam en adres van de rechthebbende en de beheerder van de kampeerplaats;

    • b.

      indien van toepassing een opgave van het aantal jaar-, seizoen- en toeristische standplaatsen en recreatiewoonverblijven op de kampeerplaats;

    • c.

      een opgave van het aantal toe te laten verblijfsrecreanten op of in de kampeerplaats;

    • d.

      de periode of het aantal dagen dat de kampeerplaats per kalenderjaar kan worden gebruikt.

  • 2. Bij de aanvraag van een vergunning of vrijstelling moeten de volgende bescheiden worden overgelegd:

    • a.

      een situatietekening in ..voud van de kampeerplaats op schaal van ten minste 1 : 1.000 met een kadastrale omschrijving van het perceel waarop, indien van toepassing, is aangegeven:

      • -

        de plaats van de bestaande en op te richten gebouwen met hun functie;

      • -

        de aanwezige en aan te brengen randbeplanting, alsmede het assortiment waaruit deze randbeplanting bestaat;

      • -

        het verloop van de wegen en paden;

      • -

        de parkeergelegenheid;

      • -

        de kavelbegrenzing van de jaar- en seizoenstandplaatsen, de recreatiewoonverblijven alsmede de begrenzing van de plaatsen bestemd voor toeristisch kamperen en voor sport en spel;

      • -

        de aanwezige en te realiseren voorzieningen ter bestrijding van brand;

    • b.

      een toelichting waaruit blijkt welke sanitaire voorzieningen er zijn en hoe de afvoer van vaste en vloeibare afvalstoffen is geregeld.

  • 3. Bij de aanvraag van een vergunning of vrijstelling voor een kampeerplaats als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a, sub 2, van de wet moet naast de in het tweede lid bedoelde bescheiden, een tekening in viervoud van de kampeerplaats worden overgelegd op schaal van ten minste 1 : 200 waarop, indien van toepassing, zijn aangegeven:

    • a.

      de situering van de slaapplaatsen per vertrek;

    • b.

      de dagverblijf/eetruimte;

    • c.

      de vluchtwegen.

Artikel 3

  • 1. De aanvraag van een ontheffing vermeld de naam en het adres van de rechthebbende.

  • 2. De aanvraag van een ontheffing gaat vergezeld van een situatietekening in . .voud van het terrein op schaal van ten minste 1 : 1.000 waarop ten minste is aangegeven:

    • a.

      de aanwezige en aan te brengen randbeplanting, alsmede het assortiment waaruit deze randbeplanting bestaat;

    • b.

      de situering van het kampeermiddel;

Artikel 4

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat niet alle bescheiden, genoemd in de artikelen 2 of 3 behoeven te worden overgelegd.

HOOFDSTUK 3 Wijziging reglement

Artikel 5

Wijzigingen in het reglement worden niet van kracht dan nadat burgemeester en wethouders ermee hebben ingestemd.

HOOFDSTUK 4 Voorschriften

Artikel 6

  • 1. Burgemeester en wethouders verbinden aan de vergunning, vrijstelling of ontheffing voorschriften met betrekking tot de geldigheid en duur van de vergunning, vrijstelling of ontheffing.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen aan de vergunning, vrijstelling of ontheffing voorschriften verbinden betreffende de aanwezigheid van voorzieningen voor sport en spel en betreffende het gebruik en de inrichting van de kampeerplaats.

HOOFDSTUK 5 Beroep op de gemeenteraad

Artikel 7

  • 1. Bezwaar op de gemeenteraad als bedoeld in de artikelen 19, lid 5, 24, lid 6, 26, lid 2 en 27, lid 4, van de wet moet schriftelijk worden ingesteld.

  • 2. Het bezwaarschrift moet inhouden:

    • a.

      naam en adres van de tot het bezwaar gerechtigde en -indien een gemachtigde is aangewezen- ook die van de gemachtigde;

    • b.

      de dagtekening van het besluit van burgemeester en wethouders;

    • c.

      de gronden van het bezwaar;

    • d.

      een omschrijving van de beslissing welke men verlangt.

    Indien een gemachtigde is aangewezen moet een machtiging worden overlegd, tenzij de gemachtigde als advocaat of procureur is ingeschreven.

  • 3. Het bezwaarschrift moet door de tot het beroep gerechtigde of zijn gemachtigde zijn ondertekend.

Artikel 8

  • 1. De gemeenteraad beslist op het bij hem ingestelde bezwaar binnen acht weken na de dag waarop het bezwaarschrift ter gemeentesecretarie is ingekomen.

HOOFDSTUK 6 Slotbepaling

Artikel 9

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als kampeerverordening.

  • 2. Zij treedt in werking op de dag na de dag waarop zij is afgekondigd.

  • 3. Met ingang van die dag vervalt de "Verordening op de kampeerplaatsen en op de Kampeermiddelen" zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Nederlek d.d. 3 september 1985.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 18 november 1986. In werking getreden op 22 december 1986. Eerste wijziging vastgesteld bij raadsbesluit van 14-12-1993