Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bodegraven

Verordening regelende de instelling, de taak, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de vaste adviescommissies

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bodegraven
Officiële naam regelingVerordening regelende de instelling, de taak, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de vaste adviescommissies
CiteertitelVerordening vaste adviescommissies 1975
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is van rechtswege vervallen op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling per 1 januari 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 62 lid 2

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-03-199201-01-2013Van rechtswege vervallen op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling per 1 januari 2013

26-03-1992

Onbekend

Raadsvergadering 26-03-1992; Agendapunt 8; Raadsvoorstel nr. 34

Tekst van de regeling

De raad der gemeente Bodegraven;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 juni 1975, nr. 62;

gelet op artikel 62, lid 2 der gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende

VERORDENING, regelende de instelling, de taak, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de vaste adviescommissies.

Instelling

Artikel 1.

  • 1.

    Behalve de raadscommissies, genoemd in de Verordening raadscommissies 1972, zijn er in deze gemeente de navolgende vaste commissies van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders, genaamd “vaste adviescommissies”.

    • A.

      De woningadviescommissie;

    • B.

      De marktcommissie

Taak

Artikel 2.

  • 1.

    De woningadviescommissie heeft tot taak burgemeester en wethouders van advies te dienen en bij te staan omtrent de doelmatige verdeling van de beschikbare gemeentelijke huurwoningen.

  • 2.

    de marktcommissie heeft tot taak burgemeester en wethouders van advies te dienen en bij te staan in de zaken betreffende het beheer van de warenmarkt en van de wekelijkse kaasmarkt, alsmede betreffende de organisatie van de najaarsmarkt;

  • 3.

    de vaste adviescommissies kunnen ook eigener beweging adviseren of voorstellen aan burgemeester en wethouders doen.

Samenstelling woningadviescommissie

Artikel 3.

  • 1.

    De woningadviescommissie bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en drie andere leden;

  • 2.

    de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter onderscheidenlijk de andere leden worden door de Raad benoemd. Burgemeester en wethouders dienen voor elke te vervullen plaats een aanbeveling in van zo mogelijk twee personen.

Samenstelling marktcommissie

Artikel 4.

  • 1.

    De marktcommissie bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en 14 andere leden;

  • 2.

    een lid, tevens voorzitter, wordt door het college van burgemeester en wethouders uit zijn midden aangewezen;

  • 3.

    de overige leden worden benoemd door de gemeenteraad en wel als volgt:

    • a.

      2 leden uit de gemeenteraad;

    • b.

      2 leden, te kiezen op aanbeveling van burgemeester en wethouders;

    • c.

      1 lid, idem, deskundig op het gebied van de zuivel;

    • d.

      2 leden, te kiezen op aanbeveling van de plaatselijke vereniging van kaashandelaren;

    • e.

      3 leden, te kiezen op aanbeveling van de plaatselijke afdelingen van de standsorganisaties in de landbouw en van de in Bodegraven werkzame organisaties op het gebied van de agrarische handel;

    • f.

      2 leden, te kiezen op aanbeveling van de plaatselijke organisaties van winkeliers;

    • g.

      2 leden, te kiezen op aanbeveling van de plaatselijke vrouwenorganisaties;

    • h.

      1 lid, te kiezen op aanbeveling van de in Bodegraven werkzame organisatie (1) op het gebied van de Ambulante Handel;

  • 4.

    de aanbevelingen, bedoeld in lid 3, onder b tot en met h bevatten voor elke vacature de naam van twee kandidaten. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regelen stellen met betrekking tot de wijze waarop deze aanbevelingen worden gedaan.

  • 5.

    de commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter;

  • 6.

    de commissie is bevoegd uit haar midden een Dagelijks Bestuur aan te wijzen, dat alsdan bestaat uit de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en een of twee andere leden.

Zittingsduur

Artikel 5.

  • 1.

    De benoeming van de in artikel 3 genoemde leden van de Woningadviescommissie geschiedt voor een periode van vier jaren, met dienverstande, dat per 1 juni van de jaren waarin de zittingsperiode van de Raad eindigt, drie leden aftreden en per 1 juni van de overige even jaren twee leden.

    Burgemeester en wethouders stellen, gehoord de Woningadviescommissie, een rooster van aftreding vast.

  • 2.

    De benoeming van het in artikel 4, lid 2, genoemde lid, tevens voorzitter van de Marktcommissie, geschiedt voor een periode, gelijk aan de zittingsduur van de leden van de Raad.

  • 3.

    De benoeming van de in artikel 4, lid 3 onder a, genoemde leden van de Marktcommissie geschiedt voor een periode van vier jaren, eindigende met ingang van 1 juni van het jaar, waarin de zittingsperiode van de leden van de Raad eindigt.

  • 4.

    De benoeming van de in artikel 4, lid 3, onder b tot en met h, genoemde leden van de Marktcommissie geschiedt voor een periode van vier jaren, met dienverstande, dat per 1 juni van de jaren, waarin de zittingsperiode van de leden van de Raad eindigt, zes leden aftreden en per 1 juni van de overige even jaren zeven leden.

    Burgemeester en wethouders stellen, gehoord de Marktcommissie, een rooster van aftreding vast.

Vacatures

Artikel 6.

  • 1.

    De leden, bedoeld in artikel 3, respectievelijk artikel 4, lid 3, kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij blijven aan tot in hun vacature is voorzien;

  • 2.

    ingeval van tussentijdse beëindiging van het lidmaatschap van het college van burgemeester en wethouders, dan wel van de Raad, vervalt voor de leden, bedoeld in artikel 4, lid 2, respectievelijk artikel 4, lid 3, onder a, het lidmaatschap van de commissie. Zij blijven aan tot in hun vacature is voorzien;

  • 3.

    de vervulling van een tussentijdse vacature geschiedt binnen 3 maanden;

  • 4.

    een tussentijds benoemd lid treedt af op het tijdstip, waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou zijn afgetreden.

Verboden handelingen

Artikel 7.

De leden van een vaste adviescommissie mogen:

  • a.

    in rechtsgedingen, waarin de gemeente betrekking tot aangelegenheden van de desbetreffende commissie betrokken is, niet als advocaat of procureur optreden;

  • b.

    noch middelijk, noch onmiddellijk deelnemen aan leveringen of aannemingen ten behoeve van de betreffende commissies, zulks behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders.

Secretariaat

Artikel 8.

Aan elke commissie wordt een door burgemeester en wethouders aangewezen secretaris toegevoegd.

Aan het secretariaat kan een ambtenaar als notulist worden toegevoegd.

Vergaderingen

Artikel 9.

  • 1.

    een commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of door een vijfde van het aantal zitting hebbende leden, doch, tenminste twee leden schriftelijk en met opgaaf van redenen, aan de voorzitter wordt gevraagd. In het laatste geval wordt de vergadering gehouden binnen tien dagen na de indiening van het verzoek;

  • 2.

    de oproeping ter vergadering geschiedt door of vanwege de voorzitter, zoveel mogelijk met opgaaf van de te behandelen onderwerpen en – behoudens in spoedeisende gevallen – tenminste vijf dagen tevoren;

  • 3.

    de vergadering wordt niet gehouden indien niet tenminste de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen;

  • 4.

    wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, worden de leden op de in lid 2 aangegeven wijze opgeroepen voor een nieuwe vergadering, met dien verstande, dat tussen de rondzending van de oproepingsbrieven en het uur der vergadering slechts vier en twintig uren behoeven te verlopen. De vergadering kan worden gehouden, ongeacht het aantal opgekomen leden.

Vergadering

Artikel 10

  • 1.

    De voorzitter leidt de vergaderingen;

  • 2.

    de leden stemmen zonder last van de organisatie, door wie zij als commissie-lid zijn aanbevolen;

  • 3.

    de leden onthouden zich van stemming over aangelegenheden welke hen, hun echtgenoten of hun bloed- of aanverwanten, tot de derde graad ingesloten, persoonlijk aangaan of waarin zij als lasthebbers zijn betrokken.

Besluiten

Artikel 11.

  • 1.

    Alle besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen;

  • 2.

    indien ten aanzien van een advies geen eenstemmigheid bestaat, wordt zulks in het advies tot uitdrukking gebracht.

Verslag

Artikel 12.

De secretaris maakt van elke vergadering een samenvattend overzicht van de behandelde onderwerpen en de genomen beslissingen.

Dit overzicht wordt zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van het college van burgemeester en wethouders en in de eerstvolgende commissievergadering ter bekrachtiging voorgelegd.

Uitgaande stukken

Artikel 13.

De voorzitter en de secretaris tekenen de stukken, welke van de commissie uitgaan.

Werkwijze

Artikel 14.

De commissie oefent haar bevoegdheden uit overeenkomstig door burgemeester en wethouders te geven algemene richtlijnen.

De commissie kan met inachtneming van deze richtlijnen een reglement van orde voor haar vergaderingen vaststellen en deelt dit dan mede aan burgemeester en wethouders.

Presentiegeld

Artikel 15.

De leden van de commissie genieten voor het bijwonen van haar vergaderingen een presentiegeld, overeenkomstig de bepalingen van de “Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden”.

Titel

Artikel 16.

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening vaste adviescommissies 1975;

  • 2. Zij treedt in werking met ingang van 1 juli 1975.

    Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad voormeld van 10 juni 1975.