Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bernisse

Ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaar / BOA

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bernisse
Officiële naam regelingAmbtsinstructie voor de leerplichtambtenaar / BOA
CiteertitelInstructie voor de leerplichtambtenaar gemeente Bernisse 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De instructie vervangt de Instructie van de leerplichtambtenaar 1996 d.d. 18 maart 1996

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-01-2009Nieuwe regeling

16-12-2008

Weekblad De Bernisser

Onbekend

Tekst van de regeling

AMBTSINSTRUCTIE VOOR DE LEERPLICHTAMBTENAAR / BOA

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze instructie wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Leerplichtwet 1969;

  • b.

    ambtenaar: de ambtenaar, door burgemeester en wethouders van Bernisse benoemd in de functie van leerplichtambtenaar, die de eed of belofte als bedoeld in artikel 16 van de wet heeft afgelegd;

  • c.

    Leerplichtadministratie: de ambtenaar die de leerlingenadministratie bijhoudt.

  • d.

    directeur: hoofd in de zin van artikel 1 onder d van de wet, dat wil zeggen degene die met de leiding van de school of de instelling is belast;

  • e.

    de ouders: de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde personen.

Artikel 2. Algemene bevoegdheden van de leerplichtambtenaar

  • - de leerplichtambtenaar is toezichthouder in het kader van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) {Hoofdstuk 5 Handhaving};

  • - de leerplichtambtenaar heeft toegang tot scholen en instellingen in en buiten zijn gemeente (artikel 5:15 van de Awb);

  • - de leerplichtambtenaar is bevoegd inlichtingen te vorderen (artikel 5:16 van de Awb);

  • - de leerplichtambtenaar is bevoegd inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden (artikel 5:17 lid 1 van de Awb);

  • - de leerplichtambtenaar is bevoegd van de gegevens en bescheiden kopieën te maken (artikel 5:17 lid 2 van de Awb);

  • - de leerplichtambtenaar is bevoegd de gegevens en bescheiden mee te nemen, als het maken van kopieën ter plaatse niet mogelijk is (artikel 5:17, lid 3 van de Awb);

  • - de leerplichtambtenaar is bevoegd zijn taak uit te oefenen ten aanzien van jongeren die in Nederland woon- of verblijfplaats hebben;

  • - de leerplichtambtenaren zijn belast met de opsporing van de bij de leerplichtwet strafbaar gestelde feiten;

  • - de leerplichtambtenaar is bevoegd proces-verbaal op te maken tegen degenen die het gezag over een jongeren uitoefent, en degene die zich met de feitelijke verzorging van de jongere heeft belast (alleen BOA gekwalificeerde mag ondertekenen;

  • - de leerplichtambtenaar is bevoegd proces-verbaal op te maken tegen de directeur indien

    • ·

      deze: zich niet houdt aan de verplichtingen opgelegd in artikel 13a, tweede lid (vakantieverlof) van de wet

    • ·

      meer dan tien schooldagen per schooljaar verlof verleent ingeval van de andere gewichtige omstandigheden volgens artikel 14 , derde lid van de wet:

    • ·

      in- en afschrijvingen niet meldt binnen de wettelijke termijn van artikel 18, eerste lid van de wet;

    • ·

      een beslissing tot verwijdering niet terstond meldt volgens artikel 18, eerste lid van de wet:

    • ·

      de door de jongere gesloten leerovereenkomst of de deelname van de jongere aan een combinatie van leren en werken volgens artikel 18, tweede lid van de wet;

    • ·

      onjuiste of onvolledige inlichtingen verstrekt volgens artikel 18, derde lid van de wet;

    • ·

      de kennisgeving van verzuim niet volgens de in artikel 21 (van de wet) wettelijke voorgeschreven voorwaarden meldt (alleen BOA gekwalificeerde mag ondertekenen);

    • ·

      de leerplichtambtenaar is bevoegd proces-verbaal op te maken tegen een jongere vanaf twaalf jaar, indien deze medeverantwoordelijk is voor het niet naar school gaan ( alleen BOA gekwalificeerde mag ondertekenen).

Artikel 3. Leerlingenadministratie en controle absoluut verzuim

(artikel 19 Leerplichtwet; artikel 3 Leerplichtregeling)

  • 1.

    Er is een leerlingenadministratie, die wordt bijgehouden door leerplichtadministratie .

  • 2.

    In de leerlingenadministratie worden de persoonsgegevens opgenomen van alle in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens opgenomen personen in de leeftijd van 3 tot en met 23 jaar, of tot het moment dat de leerling een startkwalificatie heeft behaald.

  • 3.

    Jaarlijks (voor aanvang schooljaar) haalt de leerplichtadministratie een volledige lijst van de in lid 2 bedoelde personen op (via Civision uit de gegevens van de afdeling Burgerzaken) en voert hij een volledige controle uit op de juistheid van de Leerlingenadministratie.

  • 4.

    De mutaties in de basisadministratie persoonsgegevens met betrekking tot de in lid 2 bedoelde personen worden iedere week door de afdeling Burgerzaken doorgeven aan de leerplichtadministratie.

    • ·

      De gegevens van leerlingen die zijn vertrokken uit de gemeente en leerlingen die zijn overleden worden op papier aangeleverd.

    • ·

      De overige gegevens worden bij het wekelijks ophalen van gegevens (via Civision uit de gegevens van de afdeling Burgerzaken) automatisch verwerkt in de administratie.

  • 5.

    De leerplichtadministratie neemt namens burgemeester en wethouders de in- en afschrijvingen van scholen en instellingen als bedoeld in artikel 18 van de wet in ontvangst. De ambtenaar doet zo nodig voorstellen aan ons college voor het geven van nadere aanwijzingen aan de directeuren, met het oog op een doelmatige uitwisseling van gegevens.

  • 6.

    De leerplichtadministratie controleert jaarlijks (binnen vier weken na aanvang van het schooljaar) of de leerlingenlijsten van de scholen en instellingen ontvangen zijn. Indien dit niet het geval is, geeft Bedrijfsvoering dit onverwijld in handen van de ambtenaar, die zo spoedig mogelijk actie onderneemt naar directeuren van scholen en instellingen die in gebreke gebleven zijn.

  • 7.

    Blijkt uit het contact met de directeur dat deze verwijtbaar in gebreke blijft, dan roept de leerplichtambtenaar de directeur op voor een gesprek en zendt zo nodig het proces-verbaal van zijn bevindingen aan de officier van justitie.

  • 8.

    De ambtenaar kan aan ons college een voorstel doen tot het opleggen van bestuursdwang of een last onder dwangsom jegens de directeur, indien hij van mening is dat deze maatregel kan bijdragen tot het opheffen van de overtreding dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.

  • 9.

    De leerplichtadministratie controleert namens burgemeester en wethouders (binnen zes weken na aanvang van het schooljaar en telkens binnen een week na ontvangst van een mutatiebericht van de afdeling Burgerzaken) of alle leerplichtigen en kwalificatieplichtigen tot 18 jaar overeenkomstig de bepalingen van de wet als leerling/ deelnemer op een school of onderwijsinstelling zijn ingeschreven. Indien dit niet het geval is, geeft de leerplichtadministratie dit onverwijld in handen van de ambtenaar, die zo spoedig mogelijk acties onderneemt als omschreven in artikel 6 (Absoluut verzuim).

  • 10.

    De leerplichtadministratie controleert of een bericht van afschrijving van de ene school gekoppeld is aan een bericht van inschrijving op een andere school. Indien binnen twee weken geen bericht van inschrijving is ontvangen, informeert de leerplichtadministratie de leerplichtambtenaar, die contact opneem met de ouders van de leerplichtige of de directeur van de ‘oude’ school.

  • 11.

    De leerplichtadministratie draagt zorg voor een goede overdracht van de relevante gegevens aan de nieuwe woongemeente als hij bericht ontvangt van inschrijving van een jongere in de basisadministratie persoonsgegevens van een andere gemeente. De leerplichtambtenaar bepaalt zo nodig welke gegevens uit het leerling-dossier worden overgedragen aan de ambtenaar in de nieuwe woongemeente.

Artikel 4. Leerling-dossier

  • 1. De ambtenaar legt slechts een leerling-dossier aan over een jongere indien de ambtenaar mondelinge, telefonische, e-mail of schriftelijke contacten heeft met de jongere of derden omtrent diens:

    • a.

      vervangende leerplicht;

    • b.

      vrijstelling van inschrijving;

    • c.

      vrijstelling van schoolbezoek;

    • d.

      (vermoeden van) absoluut verzuim;

    • e.

      (vermoeden van) relatief verzuim;

    • f.

      gedrag dat leidt tot bespreking in een zorgadviesteam;

    • g.

      gedrag dat leidt tot melding van maatregelen zoals schorsing; of

    • h.

      schoolverlaten zonder startkwalificatie.

  • 2. In de leerlingenadministratie wordt een aantekening gemaakt van het openen van een leerling-dossier.

  • 3. In het leerling-dossier neemt de ambtenaar de volgende gegevens op:

    • a.

      sociaalfiscaal nummer, onderwijsnummer of administratienummer;

    • b.

      voornamen en achternaam;

    • c.

      geslacht;

    • d.

      geboortedatum en -plaats;

    • e.

      nationaliteit;

    • f.

      etniciteit;

    • g.

      naam, voornamen, voorletters, titulatuur, geslacht, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en soortgelijke gegevens van de ouders, voogden of verzorgers

    • h.

      school (scholen) van inschrijving, met gevolgde klassen en/of onderwijssoort;

    • i.

      kennisgeving(en) van beroep op vrijstelling van inschrijfplicht;

    • j.

      kennisgeving(en) van (vermoedelijk) schoolverzuim;

    • k.

      aanvragen en behandeling van aanvragen voor vrijstelling van schoolbezoek;

    • l.

      afschrift van correspondentie met betrekking tot de jongere;

    • m.

      verslagen van gesprekken met dan wel over de jongere;

    • n.

      aantekeningen en notities met betrekking tot de jongere.

  • 4. De ambtenaar verstrekt slechts gegevens uit het leerling-dossier aan derden binnen de grenzen die daaraan worden gesteld door de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) het Vrijstellingsbesluit Wbp, in het bijzonder artikel 20 van het Vrijstellingsbesluit.

Artikel 5. Verlof wegens andere gewichtige omstandigheden (meer dan 10 schooldagen)

(artikel 14, derde lid, tweede volzin Leerplichtwet)

  • 1.

    De ambtenaar bevestigt de ontvangst van een aanvraag zo spoedig mogelijk en vermeldt in de ontvangstbevestiging de termijn waarbinnen hij een besluit zal nemen. Indien de periode tussen de ontvangst van de aanvraag en de aanvang van het gevraagde verlof die redelijkerwijs nodig is om tot een besluit te komen, deelt de ambtenaar dit bij de ontvangstenbevestiging aan de aanvrager mee en wijst hij de aanvrager op de mogelijkheid dat de aanvrager de wet overtreedt indien de aanvraag niet of niet geheel wordt gehonoreerd.

  • 2.

    Voor deze aanvragen wordt gebruik gemaakt van een standaard formulier.

  • 3.

    De ambtenaar geeft de aanvrager een termijn van 2 weken om een onvolledig ingediende aanvraag aan te vullen. De ambtenaar kan hiervoor een formulier vaststellen.

  • 4.

    De ambtenaar hoort de directeur over de aanvraag en draagt er zorg voor dat het oordeel van de directeur over de aanvraag schriftelijk wordt vastgelegd.

  • 5.

    De ambtenaar draagt er zorg voor dat de zienswijze van de aanvrager bij een voorgenomen beslissing die geheel of gedeeltelijk van de aanvraag afwijkt, schriftelijk

    wordt vastgelegd.

  • 6.

    De ambtenaar kan de jongere in de gelegenheid stellen zijn zienswijze kenbaar te maken.

  • 7.

    De ambtenaar kan bepalen op welke plaats aan de directeur, de aanvrager of de jongere de gelegenheid wordt geboden om zienswijzen aan hem kenbaar te maken.

  • 8.

    De ambtenaar legt de behandeling van de aanvraag zorgvuldig vast in het leerling-dossier.

  • 9.

    De ambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de Behandeling en beoordeling van een aanvraag verlof te verlenen wegens andere gewichtige omstandigheden voor een periode van 10 schooldagen of minder. Indien de ambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de ambtenaar de beslissing op de aanvraag mee.

  • 10.

    De ambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven omtrent het te voeren beleid met betrekking tot aanvragen voor verlof wegens andere gewichtige omstandigheden voor 10 schooldagen of minder, met het oog op het bevorderen van de rechtsgeldigheid.

Artikel 6. Relatief verzuim

(artikelen 21 en 22 Leerplichtwet)

  • 1.

    De ambtenaar neemt namens burgemeester en wethouders de kennisgevingen van vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim in ontvangst. Hij legt van de leerling op wie de kennisgeving betrekking heeft een leerling-dossier aan, of voegt de kennisgeving in het reeds aanwezige leerling-dossier.

  • 2.

    De meldingen van vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim wordt middels de verzuimlijsten van de scholen gedaan.

  • 3.

    Binnen een week meldt de ambtenaar aan degene die een kennisgeving heeft gedaan welke acties hij naar aanleiding van de kennisgeving onderneemt. Indien de kennisgeving niet door een directeur is gedaan, neemt de ambtenaar binnen een week contact op met de betrokken directeur.

  • 4.

    De ambtenaar zoekt na ontvangst van een kennisgeving zo spoedig mogelijk contact met de ouders, stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het gemelde verzuim te geven en informeert hen over de procedures en eventuele consequenties. Indien het verzuim een jongere van 12 jaar of ouder betreft, zoekt de ambtenaar in beginsel ook contact met de jongere zelf.

  • 5.

    Zowel van het gesprek met de ouders/verzorgers als met de jongere maakt de ambtenaar een verslag. De ambtenaar verstrekt aan de ouders en/of de jongere op hun verzoek een kopie van het gespreksverslag. Van de gemaakte gespreksverslagen maakt de ambtenaar een notitie in het leerling-dossier.

  • 6.

    De ambtenaar onderhoudt zo vaak als nodig, op eigen initiatief dan wel op verzoek, contact met directeur van de school of de door de directeur aangewezen functionaris(sen) belast met de begeleiding van de jongere, met medewerkers van de instelling voor jeugdzorg die met de jongere en/of de ouders contact hebben, en met andere personen waarmee het contact van belang kan zijn om de verzuimsituatie zo vlot mogelijk te beëindigen.

  • 7.

    De ambtenaar legt een huisbezoek af wanneer hij dat nodig acht.

  • 8.

    De ambtenaar kan een bemiddelende rol vervullen ten behoeve van de jongere en de ouders bij het zoeken naar een andere school of een zo goed mogelijk passende leerroute.

  • 9.

    De ambtenaar draagt er zorg voor dat een kennisgeving van verzuim binnen een zo kort mogelijke periode wordt afgehandeld. De hoogste prioriteit ligt bij het beëindigen van de verzuimsituatie. Ter afronding van de afhandeling zendt de ambtenaar in ieder geval een schriftelijk bericht aan degene die de kennisgeving heeft gedaan, de ouders en, wanneer het een jongere van 12 jaar of ouder betreft, in beginsel ook aan de jongere zelf. De ambtenaar doet mededeling van de afhandeling aan anderen die bij de verzuimsituatie zijn betrokken.

  • 10.

    Blijkt uit de gesprekken als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of de jongere die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, dan maakt de ambtenaar proces-verbaal op van zijn bevindingen en zendt dit naar de officier van justitie. Indien hij voornemens is proces-verbaal op te maken, roept de ambtenaar de ouders, de jongere van 12 jaar of ouder en de directeur op voor een gesprek, waarbij hij de betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar maakt dat hij voornemens is een proces-verbaal op te maken.

  • 11.

    De ambtenaar is bevoegd het (laten) opmaken van proces-verbaal achterwege te laten en de ouders en/of de jongere een schriftelijke waarschuwing te geven indien sprake is van:

    • -

      Verwijtbaar handelen of nalaten, doch geen kennelijke opzet tot het plegen van de overtredingen en

    • -

      een eerste overtreding; en

    • -

      verzuim van lichte aard is (niet meer dan vijf schooldagen).

  • 12.

    De ambtenaar kan aan ons college een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom indien hij van mening is, gezien de achtergrond en aard van de verzuimsituatie, dat deze maatregel kan leiden tot het opheffen van het verzuim dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.

  • 13.

    Zodra de ambtenaar kennisneemt van schoolverzuim waarvan niet door een directeur is kennis gegeven, stelt de ambtenaar een onderzoek in naar de reden waarom de directeur het verzuim niet heeft gemeld. Blijkt de directeur onwillig of nalatig in het nakomen van deze verplichting, dan maakt de ambtenaar proces-verbaal op van zijn bevindingen en zendt dit naar de officier van justitie.

  • 14.

    De ambtenaar kan aan ons college een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom jegens de directeur indien hij van mening is dat deze maatregel kan bijdragen tot het opheffen van de overtreding dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.

  • 15.

    De ambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de aanpak van het verzuim van een bij de school ingeschreven jongere. Indien de ambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de ambtenaar mee op welke wijze hij met het advies omgaat.

  • 16.

    De ambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven omtrent het te voeren beleid met betrekking tot het registreren van verzuim en het doen van kennisgevingen van verzuim, met het oog op het bevorderen van een effectief verzuimbestrijdingbeleid en de rechtsgelijkheid. De ambtenaar kan directeuren uitnodigen om eerder een kennisgeving van verzuim in te dienen dan de wet voorschrijft indien dat doelmatig is met het oog op de verzuimbestrijding.

Artikel 7. Absoluut verzuim

(artikelen 3 en 4b Leerplichtwet)

  • 1.

    Indien blijkt dat een leerplichtige of kwalificatieplichtige jongere tot 18 jaar niet als leerling is ingeschreven zonder dat een grond voor vrijstelling aanwezig is, onderzoekt de ambtenaar of de leerplichtadministratie zo spoedig mogelijk of wegens een administratieve onvolkomenheid een bericht van inschrijving ontbreekt.

  • 2.

    Indien van een administratieve onvolkomenheid niet is gebleken, zoekt de ambtenaar zo spoedig mogelijk contact met de ouders en stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het achterwege blijven van een inschrijving te geven. In ieder geval indien het een jongere betreft die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, zoekt de ambtenaar tevens contact met de jongere.

  • 3.

    Indien de jongere vóór het intreden van de situatie van absoluut verzuim wel op een school of instelling ingeschreven is geweest, neemt de ambtenaar contact op met de directeur van die school of instelling en vraagt diens zienswijze over het opgetreden absolute verzuim.

  • 4.

    Artikel 6, lid 4 tot en met 11, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8. (Dreigend) voortijdig schoolverlaten van jongeren (met inbegrip van verwijdering)

(artikel 18, eerste lid, Leerplichtwet, artikelen 28 en 118h WVO, artikelen 47a en 162b WEC, artikelen 8.1.8. en 8.3.2 WEB)

  • 1.

    De ambtenaar neemt namens burgemeester en wethouders kennis van een (voorgenomen) beslissing tot verwijdering van een leerling of deelnemer, van een kennisgeving van afschrijving en van de melding van voortijdig schoolverlaten.

  • 2.

    De meldingen voor van een beslissing tot verwijdering of kennisgeving van afschrijving/ melding voortijdig schoolverlaten worden gedaan middels meldingsformulieren.

  • 3.

    Als het bericht betrekking heeft op een jongere die kwalificatieplichtig is en 18 jaar of ouder, draagt de ambtenaar de informatie onverwijld over aan de betrokken RMC functionaris. In dat geval zijn de overige leden van dit artikel niet van toepassing.

  • 4.

    De ambtenaar onderzoekt of van de jongere een leerling-dossier aanwezig is. Zo nodig draagt de ambtenaar er zorg voor dat een leerling-dossier wordt aangemaakt en dat de melding in het dossier wordt opgenomen.

  • 5.

    Artikel 6 van deze instructie, lid 3 tot en met 11, is van overeenkomstige toepassing.

  • 6.

    Zodra de ambtenaar kennisneemt van verwijdering van een jongere dat niet overeenkomstig de wettelijke bepalingen is gemeld, stelt de ambtenaar een onderzoek in naar de oorzaak hiervan. Als de directeur onwillig en nalatig is in het nakomen van deze verplichting, dan roept de ambtenaar de directeur op voor een gesprek en zendt hij proces-verbaal (van bevindingen) aan de officier van justitie.

  • 7.

    De ambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de aanpak van het voorkomen van verwijdering van een bij de school ingeschreven jongere. Indien de ambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de ambtenaar mee op welke wijze hij met het advies omgaat.

Artikel 9. Vervangende leerplicht

(artikelen 3a en 3b Leerplichtwet)

  • 1.

    De ambtenaar besluit namens ons college over aanvragen tot het toestaan van vervangende leerplicht, als bedoeld in de artikelen 3a en 3b van de wet.

  • 2.

    Blijkt aan de ambtenaar dat een jongere vermoedelijk in de omstandigheden verkeert als bedoeld in artikel 3a dan wel 3b van de wet, dan draagt de ambtenaar er zorg voor dat de noodzakelijke gesprekken met betrekking tot het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de praktijktijd (artikel 3a) dan wel arbeid van lichte aard (artikel 3b) binnen een zo kort mogelijke periode worden gevoerd.

  • 3.

    De ambtenaar draagt er zorg voor

    • -

      dat de afspraken die in de gesprekken worden gemaakt schriftelijk worden vastgelegd;

    • -

      dat de vastgelegde afspraken in het leerling-dossier worden opgenomen;

    • -

      dat degenen die betrokken zijn bij het ontwerpen van het aangepaste onderwijs- en geleidingsprogramma en de inrichting van de praktijktijd dan wel de arbeid van lichte aard tijdig over de gemaakte afspraken worden geïnformeerd.

  • 4.

    De ambtenaar draagt er zorg voor

    • -

      dat het programma op voor hen begrijpelijke wijze aan de ouders en de jongere wordt uitgelegd en

    • -

      dat de ouders het verzoek tot het toestaan van vervangende leerplicht ondertekenen en indienen

    • -

      dat arbeidsinspectie wordt geïnformeerd

Artikel 10. Vrijstelling van kwalificatieplicht wegens het volgen van ander onderwijs

(artikel 15 Leerplichtwet)

  • 1.

    De ambtenaar besluit namens ons college op een aanvraag tot toepassing van de vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de wet.( mandaatverlening)

  • 2.

    Bij de beoordeling of de jongere op andere wijze voldoende onderwijs geniet, slaat de ambtenaar acht op:

    • -

      de vraag of het onderwijs bijdraagt aan het bereiken van een startkwalificatie; en

    • -

      de vraag of de hoeveelheid tijd die met het onderwijs is gemoeid in redelijke verhouding staat tot de omvang van het onderwijs bij een programma krachtens de kwalificatieplicht.

Artikel 11. Vrijstelling van de inschrijvingsplicht

(artikel 5 aanhef en onder a, b en c, artikelen 6, 7, 8 en 9 Leerplichtwet).

  • 1.

    De ambtenaar neemt namens ons college de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 van de wet in ontvangst. Hij zendt de ouders een ontvangstbevestiging waarin hij meedeelt op welke termijn de ouders een bericht zullen ontvangen over de ontvankelijkheid van het beroep op vrijstelling.

  • 2.

    Indien het vermoeden bestaat dat ouders een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder a en er onduidelijkheid is omtrent de handicap van de jongere, draagt de ambtenaar er zorg voor dat de aangewezen deskundige op zo kort mogelijke termijn de jongere onderzoekt en een schriftelijke verklaring omtrent de geschiktheid van de jongere geeft.

  • 3.

    Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder a, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders niet langer dan vier weken na ontvangst van de verklaring van de deskundige.

  • 4.

    Indien de ouders een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders ten hoogste vier weken. Als gegronde redenen aanwezig zijn voor een langere termijn, dan deelt de ambtenaar deze termijn binnen vier weken aan de ouders mee.

  • 5.

    Indien de ouders een beroep doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b, dan onderzoekt de ambtenaar de bij de kennisgeving overgelegde bescheiden. Hij nodigt de ouders uit voor een mondelinge toelichting op het beroep. Hij onderzoekt of de bedenkingen daadwerkelijk de richting van het onderwijs betreffen. Hij gaat na of de jongere eerder op een school of instelling ingeschreven is geweest.

  • 6.

    In het bericht aan de ouders, bedoeld in het eerste lid, deelt de ambtenaar aan de ouders mee of de ontvangen kennisgeving voldoet aan de eisen van de wet. Hij deelt tevens de gevolgen mee die verbonden zijn aan het al dan niet voldoen aan de eisen van de wet.

  • 7.

    Indien de kennisgeving niet aan de eisen van de wet voldoet, geeft de ambtenaar de ouders een termijn van vier weken, om de jongere alsnog in te schrijven op een school of instelling.

  • 8.

    Indien de kennisgeving wel aan de eisen van de wet voldoet, deelt de ambtenaar aan de ouders mee voor welke periode de vrijstelling geldt en voor welke datum zij een kennisgeving moeten indienen indien zij opnieuw een beroep op een vrijstellingsgrond willen doen.

  • 9.

    Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder c, en de omstandigheden zijn van dien aard dat (nog) geen verklaring van de directeur van de buiten Nederland gelegen school of inrichting van onderwijs kan worden overlegd, dan deelt de ambtenaar aan de ouders mee op welke wijze, en op welk moment, door hen zal moeten worden aangetoond dat de jongere in het buitenland onderwijs heeft genoten/geniet.

Artikel 12. Bepalen of een onderwijsvoorziening een school in de zin van de Leerplichtwet is

(artikelen 19 en 1, aanhef en onder b, ten derde, Leerplichtwet)

  • 1.

    Indien ouders aangeven dat zij voldoen aan hun verplichtingen krachtens de wet doordat hun kind gebruikmaakt van een niet uit de openbare kas bekostigde of aangewezen onderwijsvoorziening, dan neemt de ambtenaar contact op met de onderwijsinspectie met het verzoek een onderzoek in te stellen en binnen een in het verzoek aangegeven termijn een advies uit te brengen over de vraag of de onderwijsvoorziening kan worden beschouwd als een school in de zin van de wet.

  • 2.

    De ambtenaar geeft aan de ouders dan wel aan degene die de onderwijsvoorziening instandhoudt de gelegenheid hun zienswijze op het advies van de inspectie te geven.

  • 3.

    In de periode dat het onderzoek plaatsvindt, beschouwt de ambtenaar de onderwijsvoorziening als een school in de zin van de wet.

  • 4.

    De ambtenaar beslist gemotiveerd, mede gezien het advies van de onderwijsinspectie en de eventueel daarnaast ingebrachte zienswijzen, of naar zijn oordeel sprake is van een school in de zin van de wet.

Artikel 13. Aanwijzing deskundige

(artikel 7 Leerplichtwet)

De ambtenaar doet aan ons college telkens wanneer dat nodig is een voorstel tot aanwijzing van een arts, pedagoog of psycholoog die een verklaring omtrent de geschiktheid tot toelating tot een school of instelling afgeeft.

Artikel 14. Melding aan de Raad voor de Kinderbescherming

(artikel 22, lid 4 Leerplichtwet)

Indien de ambtenaar proces-verbaal aan de officier van justitie zendt met betrekking tot ouders dan wel een jongere, zendt hij een afschrift van het proces-verbaal naar de Raad voor de Kinderbescherming indien hij dat nodig acht of indien de jongere of zijn ouders/verzorgers reeds eerder een proces-verbaal hebben gekregen.

Artikel 15. Melding aan Bureau Jeugdzorg

Indien de ambtenaar bij een onderzoek komt tot het vermoeden van verwaarlozing van de belangen van een kind, kan hij een rapport van zijn bevindingen naar het Bureau Jeugdzorg (AMK) sturen met het verzoek om een onderzoek te doen. Hij deelt zijn beslissing om een rapport aan het Bureau Jeugdzorg te zenden in beginsel mee aan de betrokken ouders. Hij neemt het rapport op in het leerling-dossier.

Artikel 16. Melding aan de Arbeidsinspectie

(artikel 23 Leerplichtwet)

De ambtenaar draagt zorg voor een goede informatieverstrekking aan de Arbeidsinspectie met betrekking tot:

  • ·

    jongeren waarvoor vervangende leerplicht is goedgekeurd op grond van artikel 3b van de wet;

  • ·

    jongeren waarvoor vrijstelling van de inschrijfplicht bestaat op grond van artikel 5, onder a of b, van de wet, en die 16 jaar of ouder zijn;

  • ·

    jongeren waarvan hij bemerkt dat deze in strijd met de voorschriften arbeid verrichten.

Artikel 17. Jaarverslag en jaaropgave

(artikel 25 Leerplichtwet; artikel 118h, zevende lid, WVO, artikel 162b, zevende lid, WEC, artikel 8.3.2, zevende lid, WEB)

  • 1.

    De ambtenaar doet jaarlijks tijdig een voorstel aan burgemeester en wethouders voor het – jaarlijks voor 1 oktober uit te brengen - verslag aan de gemeenteraad over het in het afgesloten schooljaar in de gemeente gevoerde leerplichtbeleid.

  • 2.

    De ambtenaar voert tijdig het overleg met de instanties en organisaties wier handelen (mede) in het voorstel voor het jaarlijkse verslag aan de orde wordt gesteld.

  • 3.

    De leerplichtambtenaar en leerplichtadministratie dragen er zorg voor dat de gegevens voor het jaarlijks aan de minister uit te brengen opgave inzake de omvang en behandeling van het schoolverzuim tijdig (voor 1 november volgend op het schooljaar) beschikbaar zijn.

Artikel 18. Samenwerking in de regio

(artikel 16, lid 4 onder c Leerplichtwet)

  • 1.

    De ambtenaar voert ten minste driemaal per jaar overleg met de ambtenaren van de andere gemeenten in de regio over de uitvoering van de taken krachtens de wet. De ambtenaar neemt zonodig het initiatief tot het bijeenroepen van het bedoelde overleg. Hij neemt een samenvatting van hetgeen in het overleg is besproken op in zijn voorstel voor het jaarlijkse verslag over het gevoerde beleid.

  • 2.

    De ambtenaar draagt bij aan een optimaal toezicht op de naleving van de wet door in het regionale overleg voorstellen in te brengen over onderwerpen waarvoor regionale afspraken bijdragen aan een doelmatige bestrijding van schoolverzuim en/of voortijdig schoolverlaten. Tot deze onderwerpen behoren in ieder geval:

  • -

    afspraken over het onderhouden van contacten met scholen in de regio waar leerlingen uit meerdere gemeenten uit de regio zijn ingeschreven;

  • -

    afspraken over de beleidsregels met betrekking tot de scholen in de regio;

  • -

    afspraken over de adviezen met betrekking tot het beleid die leerplichtambtenaren uit de regio geven aan de scholen in de regio;

  • -

    afspraken over de organisatie en inhoud van de contacten met de regionaal werkende instellingen op het gebied van jeugdzorg en de aansluiting tussen onderwijs en arbeid;

  • -

    afspraken over de organisatie en inhoud van het overleg met het Openbaar Ministerie.

  • 3.

    De ambtenaar doet in het regionale overleg zonodig voorstellen over:

  • -

    de toepassing van artikel 14 van de wet (vrijstellingsgronden);

  • -

    de richtlijnen op regionaal niveau inzake het verlenen van verlof op grond van artikel 11 aanhef en onder f en g van de wet (extra vakantieverlof respectievelijk andere gewichtige omstandigheden;

  • -

    de wijze waarop contact wordt onderhouden met de officier van justitie in het kader van de toepassing van artikel 22 van de wet (onderzoek door de (ambtenaar).

  • 4.

    De ambtenaar pleegt overleg met de ambtenaar van de woongemeente van een van een overtreding van de wet of een bedreiging van de schoolloopbaan van de jongere die niet is ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Bernisse.

Artikel 19. Samenwerking met diensten en instellingen

(artikel 16, lid 4 onder d Leerplichtwet)

De ambtenaar werkt samen met de instellingen opgenomen in bijlage 1, zo vaak hij, de betrokken ouders of jongere dat nuttig of wenselijk acht met het oog op een zo goed mogelijk verlopende schoolloopbaan van de jongere.

Artikel 20. Beleidsontwikkeling

  • 1. De ambtenaar draagt er zorg voor dat de ervaringen met de uitvoering van de leerplichttaken binnen de gemeente, kwantitatief en kwalitatief, op een systematische wijze worden verzameld en zorgt voor de verwerking hiervan in voorstellen voor aanpassingen van het gemeentelijke beleid.

  • 2. De ambtenaar blijft goed op de hoogte van de regionale, provinciale en landelijke ontwikkelingen die voor de uitvoering van de leerplichttaken van belang zijn en zorgt voor de verwerking van die ontwikkelingen in voorstellen voor aanpassingen van het gemeentelijke beleid.

Artikel 21. Slotbepalingen

  • 1.

    Het vaststellen van deze instructie wordt bekendgemaakt aan de scholen en instellingen waar leerlingen uit Bernisse staan ingeschreven en aan de in bijlage 1 genoemde instellingen, door toezending van dit besluit.

  • 2.

    Deze instructie treedt in werking 14 dagen na de dag van bekendmaking in de daarvoor gebruikelijke kanalen. Zaken die op het tijdstip van inwerkingtreding bij de ambtenaar in behandeling zijn, worden zo veel mogelijk overeenkomstig deze instructie behandeld, tenzij de belangen van de jongere daardoor geschaad worden.

  • 3.

    Aan deze instructies zijn procesbeschrijvingen gekoppeld. Deze procesbeschrijvingen zijn bekend bij de leerplichtambtenaar. De regeling wordt aangehaald als “Instructie voor de leerplichtambtenaar gemeente Bernisse 2008”.

  • 4.

    De Instructie van de leerplichtambtenaar 1996 d.d. 18 maart 1996 wordt tegelijk met de vaststelling van de “Instructie voor de leerplichtambtenaar van de gemeente Bernisse 2008” ingetrokken .

Aldus vastgesteld in de vergadering de burgemeester en wethouders van de gemeente Bernisse

Abbenbroek, 16 december 2008

Drs. M.H.J. van Kruijsbergen P.J. Bouvy – Koene

Secretaris Burgemeester