Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bodegraven

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Bodegraven

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bodegraven
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Bodegraven
CiteertitelRegeling gemeentelijke belastingen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet inzake rijksbelastingen; Invorderingswet 1990; Gemeentewet; Algemene wet bestuursrecht; Belastingverordeningen gemeente Bodegraven; Verordening Toeristenbelasting

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-01-200426-01-2011Nieuwe regeling

14-12-2004

Onbekend

Collegevergadering 14-12-2004; Collegevoorstelnr. 6013.04

Tekst van de regeling

Het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven,

gelet op de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met de artikelen 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, en 237 van de Gemeentewet, op artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, op het betreffende artikel van de in de gemeente Bodegraven geldende belastingverordeningen, waarin aan het college de bevoegdheid is toegekend nadere regels te geven met betrekking tot de heffing en invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen, alsmede op het betreffende artikel in de Verordening Toeristenbelasting van de gemeente Bodegraven op grond waarvan het college de bevoegdheid heeft om het model van het nachtverblijfregister vast te stellen;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende regeling:

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Bodegraven.

Artikel 1. Algemene bepaling
 
1.Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990, artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen in de belastingverordeningen van de gemeente Bodegraven op grond waarvan het college nadere regels kan geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen en het betreffende artikel in de Verordening Toeristenbelasting van de gemeente Bodegraven op grond waarvan het college de bevoegdheid heeft om het model van het nachtverblijfregister vast te stellen.
   
2.Voor de toepassing van deze regeling worden rechten aangemerkt als gemeentelijke belastingen.
   
3.De op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen, met dien verstande dat wordt verstaan onder de aanslag of voorlopige aanslag: het gevorderde, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde bedrag. Artikel 2 blijft bij de op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen buiten toepassing.
   
   
Artikel 2. Aangifte
   
1. De belastingplichtige voor: a.de onroerende-zaakbelastingen; b.de toeristenbelasting; c.de hondenbelasting; d.de rioolrechten; aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingtijdvak of kalenderjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.
   
2.Indien de belastingplicht voor de hondenbelasting in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen een maand na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet.
   
3.Als formulier van het aangiftebiljet onroerende-zaakbelastingen wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage OZB1 opgenomen model.
   
4.Als formulier van het aangiftebiljet toeristenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage TB1 opgenomen model.
   
5.Als formulier van het aangiftebiljet hondenbelasting wordt vastgesteld: a.voor het aanmelden van honden, het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage HB1 opgenomen model; b.voor het afmelden van honden, het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage HB2 opgenomen model.
   
6.Als formulier van het aangiftebiljet rioolrechten wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage RR1 opgenomen model.
   
7.Overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dienen de in het aangiftebiljet gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden ingevuld. Het aangiftebiljet wordt ondertekend en met de daarbij gevraagde bescheiden ingeleverd en toegezonden.
   
   
Artikel 3. Gebruik nachtverblijfregister ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting
   
1.Bij de vaststelling van feiten ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting kan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar het door belastingplichtige bijgehouden nachtverblijfregister raadplegen.
   
2.Als formulier van het nachtverblijfregister toeristenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage NV1 opgenomen model.
   
   
Artikel 4. Voorlopige aanslag
   
1.De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar legt een voorlopige aanslag op, indien het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld, na verrekening van voorheffingen en reeds opgelegde aanslagen, zulks naar zijn mening rechtvaardigt.
   
2.De bepaling van het bedrag van een voorlopige aanslag die wordt vastgesteld in het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, dan wel na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan kan voor de toeristenbelasting geschieden op grond van het gemiddelde dat voortvloeit uit de gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente belastingaanslag over, dan wel met betrekking tot het meest recente tijdvak of kalenderjaar, met dien verstande dat daarbij op benaderende wijze rekening kan worden gehouden met wijzigingen in de wettelijke bepalingen betreffende de heffing van de toeristenbelasting alsmede met andere wijzigingen die voor de heffing van de toeristenbelasting van belang kunnen zijn. Ingeval de belastingplichtige aannemelijk maakt dat het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld lager is dan het op de voet van de vorige volzin berekende bedrag, wordt de voorlopige aanslag gesteld op dit lagere bedrag.
   
   
Artikel 5. Rente
   
1.Het percentage van de invorderingsrente is het percentage dat ingevolge artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.
   
2.Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.
   
   
Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel
   
1.De ‘Regeling gemeentelijke belastingen’, vastgesteld bij besluit van 31 maart 1998, wordt ingetrokken op het moment dat deze regeling in werking treedt.
   
2.Deze regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
   
3.Deze regeling wordt aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van

burgemeester en wethouders van 14 december 2004

de secretaris, de burgemeester,

S.ter Wal mr. drs. A.J. Borgdorff

Toelichting op de Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen

Algemeen

Op grond van artikel 231 van de Gemeentewet zijn bij de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen onder meer de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) en de Invorderingswet 1990 van toepassing. Beide wetten bevatten bepalingen op grond waarvan aan de minister van Financiën de bevoegdheid wordt toegekend nadere regels te geven over bepaalde heffings- en invorderingsaangelegenheden. Voor gemeentelijke belastingen komt die bevoegdheid op grond van artikel 231 van de Gemeentewet toe aan het college van burgemeester en wethouders. Verder is het college als bestuursverantwoordelijke bevoegd om beleidsregels vast te stellen (artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht, hierna: Awb). Op grond van artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet is het college eveneens bevoegd beslissingen van de raad (in dit geval: belastingverordeningen) uit te voeren. Met het oog hierop kan het college over uitvoeringsaangelegenheden regels stellen. Te denken valt hierbij aan het vaststellen van de modellen voor het formulier van de onderscheiden aangiftebiljetten.

In verband met het bovenstaande is in elke belastingverordening van de gemeente Bodegraven een bepaling opgenomen dat het college nadere regels kan geven met betrekking tot de heffing en invordering van de betreffende gemeentelijke belasting. Op deze wijze is het voor de belastingplichtige duidelijk dat er nog nadere regels kunnen gelden.

In deze ‘Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen’ is een en ander nader uitgewerkt. Het betreft een uitwerking van:

  • -

    de wettelijke bepalingen over de aangifte (artikelen 6, 7 en 8 van de AWR en artikel 237 van de Gemeentewet);

  • -

    de wettelijke bepalingen over de voorlopige aanslag (artikel 13 en 14 AWR);

  • -

    de wettelijke bepalingen over de invorderingsrente (artikelen 29 en 31 Invorderingswet 1990).

In de aanhef worden deze wettelijke bepalingen opgesomd, naast de hierboven reeds genoemde artikelen 160 en 231 van de Gemeentewet. Verder is ook een verwijzing opgenomen naar de artikelen van de in de gemeente Bodegraven geldende belastingverordeningen. Uitdrukkelijk wordt daarbij geen specifiek jaar genoemd, zodat het niet nodig is om deze uitvoeringsregeling ieder jaar opnieuw vast te stellen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1: Algemene bepaling

Eerste lid

In het eerste lid wordt de reikwijdte van de regeling aangegeven door nogmaals te verwijzen naar de in de aanhef reeds genoemde wettelijke bepalingen.

Tweede lid

Overeenkomstig artikel 229, tweede lid, van de Gemeentewet wordt in het tweede lid bepaald dat de regeling niet alleen geldt voor de ‘echte’ gemeentelijke belastingen maar ook voor de rechten.

Derde lid

Overeenkomstig artikel 233a, tweede lid, van de Gemeentewet wordt in het derde lid bepaald dat belastingen die op andere wijze worden geheven voor toepassing van de regeling worden aangemerkt als bij wege van aanslag geheven. Door artikel 2 van de regeling buiten toepassing te verklaren bij de heffing op andere wijze wordt, overeenkomstig artikel 236 van de Gemeentewet, nog wel uitdrukkelijk bepaald dat bij deze wijze van heffing geen gebruik gemaakt kan worden van aangiftebiljetten.

Artikel 2: Aangifte

Algemeen

In dit artikel zijn nadere regels over het doen van aangifte opgenomen. Gelet op het bepaalde in artikel 237, eerste lid, van de Gemeentewet geldt als hoofdregel dat bij het uitnodigen voor het doen van aangifte wordt gewerkt met aangiftebiljetten. Het eerste en tweede lid vormen een uitwerking van artikel 6, derde lid, AWR. Daar wordt namelijk bepaald dat bij ministeriële regeling (in het kader van gemeentelijke belastingen: collegebesluit) iemand die zich in bepaalde met name genoemde omstandigheden bevindt, verplicht kan worden te verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet. In het eerste en tweede lid is daarom duidelijk omschreven welke omstandigheden dit betreft.

Eerste lid

Het eerste lid voorziet in het geval dat aan een belastingplichtige geen aangiftebiljet is uitgereikt of geen aanslag is opgelegd. Aangezien de wijze van heffing in de belastingverordeningen van de gemeente Bodegraven die bij wege van aanslag is, speelt het al dan niet uitreiken van een aangiftebiljet geen essentiële rol. Ook zonder aangiftebiljet kan een aanslag worden opgelegd, namelijk indien de gegevens die voor het opleggen van de aanslag van belang zijn, reeds voorhanden zijn.

Tweede lid

Het tweede lid ziet specifiek op de hondenbelasting. Heeft het eerste lid vooral betrekking op de (reguliere) belastingplichtigen die bij het begin van het belastingjaar één of meer honden houden, het tweede lid betreft houders van honden die in de loop van het belastingjaar terzake van één of meer honden belastingplichtig worden, dan wel ten aanzien van wie het aantal honden wijziging ondergaat. Zij zijn op grond van het tweede lid verplicht om hiervoor om uitreiking van een aangiftebiljet te verzoeken. Gebeurt dat niet, dan zal de gemeente in een volgend jaar uitgaan van eenzelfde aantal honden als in het lopende jaar, tenzij uit controle van de hondeninlichtingenkaartjes een ander aantal is gebleken.

Derde tot en met zesde lid

In het derde tot en met zesde lid wordt bepaald dat er voor elk van de in het eerste lid genoemde belastingen een apart formulier van het aangiftebiljet is. Voor de hondenbelasting zijn er zelfs twee formulieren, namelijk één voor het aanmelden en één voor het afmelden van honden. Alle formulieren zijn als bijlage opgenomen bij deze regeling.

Zevende lid

De in het zevende lid genoemde verplichtingen gelden al op grond van artikel 237, tweede lid, van de Gemeente en artikel 8 AWR, maar worden hier voor de duidelijkheid herhaald.

Artikel 3: Gebruik nachtverblijfregister ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting

Eerste lid

In de Verordening Toeristenbelasting is voor een ieder die binnen de gemeente Bodegraven gelegenheid biedt tot overnachting tegen betaling de verplichting opgenomen om een nachtverblijfregister bij te houden. Het eerste lid biedt de heffingsambtenaar de mogelijkheid om dit nachtverblijfregister te raadplegen.

Tweede lid

In het tweede lid wordt bepaald dat er een apart formulier voor het nachtverblijfregister is. Dit formulier is als bijlage opgenomen bij deze regeling.

Artikel 4: Voorlopige aanslag

Eerste lid

De artikelen 13 en 14 van de AWR bepalen dat de inspecteur (in het kader van gemeentelijke belastingen: de heffingsambtenaar) volgens bij ministeriële regeling (in het kader van gemeentelijke belastingen: collegebesluit) te stellen regels aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag kan opleggen tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld. Op grond van het eerste lid kan de heffingsambtenaar naar eigen inzicht een voorlopige aanslag opleggen indien het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld, dit rechtvaardigt. Vanzelfsprekend dienen hierbij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht te worden genomen.

Tweede lid

Het tweede lid is speciaal van toepassing op de toeristenbelasting, aangezien alleen bij deze belasting in de toekomst eventueel met voorlopige aanslagen zal worden gewerkt. Alleen bij deze door de gemeente Bodegraven geheven belasting kan de belastingschuld namelijk pas na afloop van het belastingtijdvak definitief worden vastgesteld, in welk geval het opleggen van een voorlopige aanslag aan het begin van het tijdvak dus van belang zou kunnen zijn.

In het tweede lid wordt uitdrukkelijk bepaald dat voor de berekening van een eventuele voorlopige aanslag toeristenbelasting aansluiting gezocht moet worden bij de gegevens van het afgelopen jaar.

Artikel 5: Rente

Eerste lid

Bij de invordering van gemeentelijke belastingen is hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 van toepassing. Dit betekent dat invorderingsrente moet worden berekend indien na de laatste betalingstermijn niet of te weinig is betaald. Daartegenover moet invorderingsrente worden vergoed indien – na betaling – een belastingaanslag of gevorderd bedrag wordt verminderd. In het eerste lid wordt bepaald dat het percentage van de invorderingsrente gelijk is aan het percentage dat voor de rijksbelastingen is vastgesteld. Dit percentage wordt periodiek in de Staatscourant bekend gemaakt.

Tweede lid

Ingevolge artikel 31 van de Invorderingswet 1990 kunnen bij ministeriële regeling (in het kader van gemeentelijke belastingen: collegebesluit) regels worden gesteld voor de bij de berekening van invorderingsrente toe te passen afrondingen en voor het niet in rekening brengen van invorderingsrente die een bij die regeling bepaald bedrag niet te boven gaat. Een en ander is geregeld in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. In het tweede lid wordt daarom aansluiting gezocht bij deze Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Artikel 6: Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting

Bijlagen behorende bij de Uitvoeringregeling gemeentelijke belastingen:

  • 1.

    Bijlage OZB1: model voor het formulier van het aangiftebiljet onroerende-zaakbelastingen;

  • 2.

    Bijlage TB1: model voor het formulier van het aangiftebiljet toeristenbelasting;

  • 3.

    Bijlage HB1: model voor het formulier van het aangiftebiljet hondenbelasting (aanmelding);

  • 4.

    Bijlage HB2: model voor het formulier van het aangiftebiljet hondenbelasting (afmelding);

  • 5.

    Bijlage RR1: model voor het formulier van het aangiftebiljet rioolrechten;

  • 6.

    Bijlage NV1: model voor het formulier van het nachtverblijfregister toeristenbelasting.

Behorende bij het besluit van het college van 14 december 2004.

De secretaris,

S.ter Wal

Bijlage OZB1, behorende bij de ‘Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen’.

AANGIFTEBILJET ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN

(Lees voor invulling eerst de bijgesloten toelichting)

Belastingjaar : _________________________

Datum uitreiking : _________________________

Indienen vóór : _________________________

Ondergetekende:

Naam : ___________________________________________________

Adres : ___________________________________________________

Postcode en woonplaats : ___________________________________________________

Geboortedatum : ___________________________________________________

Sofi-nummer : ___________________________________________________

Adres onroerende zaak waarvan aangifte

Adres : ___________________________________________________

Postcode en plaats : ___________________________________________________

Waarde WOZ-beschikking : ___________________________________________________

Ondergetekende is gebruiker van de onroerende zaak: ja/nee*

Zo ja, sinds : ___________________________________________________

Ondergetekende is eigenaar van de onroerende zaak: ja/nee*

Zo ja, sinds : ___________________________________________________

Aldus duidelijk, stellig en zonder voorbehoud ingevuld en ondertekend,

(plaats)________________________________, (datum)_____________________________

(handtekening)______________________________________________________________

* Doorhalen wat niet van toepassing is

TOELICHTING BIJ HET AANGIFTEBILJET ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN

Met de toezending van dit aangiftebiljet wordt u uitgenodigd aangifte te doen voor de onroerende-zaakbelastingen. U moet daartoe het ingevulde en ondertekende biljet binnen één maand na de datum van uitreiking retourneren aan de heffingsambtenaar van de gemeente. Voor het retourneren van het aangiftebiljet kunt u gebruik maken van de bijgesloten antwoordenveloppe.

Indien u vragen heeft naar aanleiding van de aangifte, kunt u terecht bij de medewerkers van het Bureau Belastingen. De medewerkers zijn telefonisch bereikbaar onder nummer: 0172 – 630310.

Aangifte verplicht

Op grond van wettelijke bepalingen is een ieder aan wie een aangiftebiljet is uitgereikt, verplicht aangifte te doen door het biljet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud in te vullen, te ondertekenen en met de daarin gevraagde bescheiden in te leveren. U bent dus verplicht dit te doen, ook als u geen eigenaar of gebruiker bent van een onroerende zaak in de gemeente Bodegraven. Het achterwege laten van aangifte kan er toe leiden dat de gemeente ambtshalve een aanslag zal opleggen. Bij eventuele bezwaren tegen deze aanslag rust op u de last om het tegendeel te bewijzen.

Wat zijn onroerende-zaakbelastingen

De onroerende-zaakbelastingen zijn twee belastingen, te weten een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting ter zake van een in de gemeente Bodegraven gelegen onroerende zaak. Voor iedere onroerende zaak in de gemeente Bodegraven worden derhalve twee aanslagen opgelegd.

Wat is een onroerende zaak

Onder een onroerende zaak wordt voor de belastingheffing verstaan:

  • -

    een ongebouwd eigendom;

  • -

    een gebouwd eigendom;

  • -

    een gedeelte van een gebouwd of ongebouwd eigendom dat als afzonderlijk geheel kan worden gebruikt;

  • -

    een samenstel van een ongebouwd of gebouwd eigendom of van een zelfstandig gedeelte daarvan, waarvan eigenaar en gebruiker dezelfde persoon is.

Wie is eigenaar en wie is gebruiker

De eigenaar van een onroerende zaak is degene die het genot heeft van de onroerende zaak krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. Zo kan naast de eigenaar zelf ook de erfpachter of appartementsgerechtigde als belastingplichtige worden aangemerkt.

De gebruiker van een onroerende zaak is degene die het gebruik heeft van de onroerende zaak krachtens bijvoorbeeld eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht. Zo kan naast de eigenaar, tevens gebruiker, ook een huurder van een onroerende zaak als gebruiker worden aangemerkt.

Indien er meer dan één ‘eigenaar’ of meer dan één gebruiker is, gelden beleidsregels voor het aanwijzen van de belastingplichtige (degene op wiens naam de aanslag wordt gesteld).

Hoe worden de onroerende-zaakbelastingen berekend

Voor beide onroerende-zaakbelastingen wordt uitgegaan van de waarde van de onroerende zaak. Deze waarde wordt vastgesteld volgens de regels van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De waarde wordt via een beschikking aan de eigenaar en gebruiker bekend gemaakt. De waarde op basis van de Wet WOZ is de waarde van de onroerende zaak die een willekeurige derde zou willen bieden als hij de onroerende zaak direct en vrij van rechten zou kopen (de zogenaamde waarde in het economische verkeer).

Tarieven

De tarieven voor de onroerende-zaakbelastingen worden ieder jaar opnieuw vastgesteld door de gemeenteraad. Informatie over de huidige tarieven kunt u inwinnen bij het Bureau Belastingen van de gemeente Bodegraven, telefonisch bereikbaar onder nummer 0172 – 630310.

Bijlage TB1, behorende bij de ‘Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen’.

AANGIFTEBILJET TOERISTENBELASTING

(Lees voor invulling eerst de bijgesloten toelichting)

Belastingjaar : _________________________

Datum uitreiking : _________________________

Indienen vóór : _________________________

Ondergetekende:

Naam : ___________________________________________________

Adres : ___________________________________________________

Postcode en woonplaats : ___________________________________________________

Adres van het onderkomen:

Adres : ___________________________________________________

Postcode en plaats : ___________________________________________________

Aantal overnachtingsmogelijkheden:

  • 1.

    Mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen: Het totaal aantal mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen __________

  • 2.

    Mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen:Het aantal overnachtingen (personen x nachten) __________

  • 3.

    Groepsaccomodatie Het aantal overnachtingen (personen x nachten) __________

  • 4.

    Hotels, motels en pensions: Het aantal overnachtingen (personen x nachten) __________

S.v.p. nachtverblijfregister of accountantsverklaring ter inzage bijvoegen.

Aldus duidelijk, stellig en zonder voorbehoud ingevuld en ondertekend,

(plaats)________________________________, (datum)_____________________________

(handtekening)______________________________________________________________

TOELICHTING BIJ HET AANGIFTEBILJET TOERISTENBELASTING

Met de toezending van dit aangiftebiljet wordt u uitgenodigd aangifte te doen voor de toeristenbelasting. U moet daartoe het ingevulde en ondertekende biljet binnen één maand na de datum van uitreiking retourneren aan de heffingsambtenaar van de gemeente. Voor het retourneren van het aangiftebiljet kunt u gebruik maken van de bijgesloten antwoordenveloppe.

Indien u vragen heeft naar aanleiding van de aangifte, kunt u terecht bij de medewerkers van het Bureau Belastingen. De medewerkers zijn telefonisch bereikbaar onder nummer: 0172 – 630310.

Aangifte verplicht

Op grond van wettelijke bepalingen is een ieder aan wie een aangiftebiljet is uitgereikt, verplicht aangifte te doen door het biljet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud in te vullen, te ondertekenen en met de daarin gevraagde bescheiden in te leveren. U bent dus verplicht dit te doen, ook als er geen overnachtingen hebben plaatsgevonden. Het achterwege laten van aangifte kan er toe leiden dat de gemeente ambtshalve een aanslag zal opleggen. Bij eventuele bezwaren tegen deze aanslag rust op u de last om het tegendeel te bewijzen.

Wat is toeristenbelasting

Toeristenbelasting wordt geheven ter zake van het houden van verblijf met overnachten in hotels, motels, pensions, vakantiewoningen of op kampeerterreinen. De verschuldigde belasting is mede afhankelijk van het soort onderkomen waarin verblijf met overnachting wordt aangeboden. In de Verordening Toeristenbelasting worden daarbij de volgende omschrijvingen gebruikt:

  • -

    vakantie-onderkomens: woningen of andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • -

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en dergelijke, welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • -

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden, maar wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur worden aangeboden;

  • -

    vaste standplaats: een (deel van een) terrein dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van eenzelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

Wie is belastingplichtig

De toeristenbelasting wordt geheven van degene die tegen betaling gelegenheid biedt tot verblijf met overnachting in de gemeente Bodegraven. Dit is, met andere woorden, de recreatieondernemer of verhuurder. De recreatieondernemer of verhuurder mag de belasting echter verhalen op de recreant.

Tarieven

De toeristenbelasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen. Er gelden verschillende tarieven voor overnachtingen in hotels of pensions en voor andere overnachtingsmogelijkheden. De tarieven voor de toeristenbelasting worden ieder jaar opnieuw vastgesteld door de gemeenteraad. Informatie over de huidige tarieven kunt u inwinnen bij het Bureau Belastingen van de gemeente Bodegraven, telefonisch bereikbaar onder nummer 0172 – 630310.

Bijlage HB1, behorende bij de ‘Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen’.

AANGIFTEBILJET HONDENBELASTING (AANMELDING)

(Lees voor invulling eerst de bijgesloten toelichting)

Belastingjaar : _________________________

Datum uitreiking : _________________________

Indienen vóór : _________________________

Ondergetekende:

Naam : ___________________________________________________

Adres : ___________________________________________________

Postcode en woonplaats : ___________________________________________________

Geboortedatum : ___________________________________________________

Datum van verhuizing* : ___________________________________________________

verklaart: houder te zijn van één of meer honden:

aantal honden : ___________________________________________________

datum aanschaf : ___________________________________________________

naam vorige eigenaar : ___________________________________________________

adres vorige eigenaar : ___________________________________________________

Dienen één of meer honden als blindengeleidehond? ja/nee**

Zo ja, hoeveel __________

Zijn één of meer honden door de ‘Stichting Hulphond Nederland’ als

gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking gesteld? ja/nee**

Zo ja, hoeveel __________

Aldus duidelijk, stellig en zonder voorbehoud ingevuld en ondertekend,

(plaats)________________________________, (datum)_____________________________

(handtekening)______________________________________________________________

* Alleen invullen als u na 1 januari van het aangegeven belastingjaar bent verhuisd naar Bodegraven.

** Doorhalen wat niet van toepassing is.

TOELICHTING BIJ HET AANGIFTEBILJET HONDENBELASTING (AANMELDING)

Met de toezending van dit aangiftebiljet wordt u uitgenodigd aangifte te doen voor de hondenbelasting. U moet daartoe het ingevulde en ondertekende biljet binnen één maand na de datum van uitreiking retourneren aan de heffingsambtenaar van de gemeente. Voor het retourneren van het aangiftebiljet kunt u gebruik maken van de bijgesloten antwoordenveloppe.

Indien u vragen heeft naar aanleiding van de aangifte, kunt u terecht bij de medewerkers van het Bureau Belastingen. De medewerkers zijn telefonisch bereikbaar onder nummer: 0172 – 630310.

Aangifte verplicht

Op grond van wettelijke bepalingen is een ieder aan wie een aangiftebiljet is uitgereikt, verplicht aangifte te doen door het biljet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud in te vullen, te ondertekenen en met de daarin gevraagde bescheiden in te leveren. U bent dus verplicht dit te doen, ook als er geen hond wordt gehouden. Het achterwege laten van aangifte kan er toe leiden dat de gemeente ambtshalve een aanslag zal opleggen. Bij eventuele bezwaren tegen deze aanslag rust op u de last om het tegendeel te bewijzen.

Wat is hondenbelasting

Hondenbelasting wordt geheven voor het houden van één of meer honden. De honden binnen een gezin worden aan één van de gezinsleden toegerekend.

Tarieven

Voor de hondenbelasting maakt het geen verschil of uw hond groot of klein is of wel of niet op straat komt. Wel van belang is het aantal honden dat u houdt, want voor de tweede en voor elke volgende hond geldt een hoger tarief dan voor de eerste hond. Voor houders van een kennel dat is ingeschreven bij de Raad van Beheer op kynologisch gebied in Nederland geldt een apart kenneltarief. De tarieven voor de hondenbelasting worden ieder jaar opnieuw vastgesteld door de gemeenteraad. Informatie over de huidige tarieven kunt u inwinnen bij het Bureau Belastingen van de gemeente Bodegraven, telefonisch bereikbaar onder nummer 0172 – 630310.

Vrijstellingen

Voor blindengeleidehonden, gehandicaptenhonden en voor honden die worden gehouden door geregistreerde handelaren of asielhouders is geen hondenbelasting verschuldigd.

Wat te doen bij wijzigingen

Het is mogelijk dat gedurende het jaar het aantal honden toe- of afneemt door bijvoorbeeld koop, verkoop of overlijden van een hond. Voor het vaststellen van de verschuldigde belasting of teruggaaf is het van belang dat u dit direct meldt bij de gemeente. U kunt daarvoor contact opnemen met het Bureau Belastingen van de gemeente Bodegraven, telefonisch bereikbaar onder nummer 0172 - 630310.

Bijlage HB2, behorende bij de ‘Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen’.

AANGIFTEBILJET HONDENBELASTING (AFMELDING)

(Lees voor invulling eerst de bijgesloten toelichting)

Belastingjaar : _________________________

Datum uitreiking : _________________________

Indienen vóór : _________________________

Ondergetekende:

Naam : ___________________________________________________

Adres : ___________________________________________________

Postcode en woonplaats : ___________________________________________________

Geboortedatum : ___________________________________________________

verklaart: dat één of meerdere honden zijn overleden/verkocht*:

datum overlijden/verkoop* : ___________________________________________________

naam koper : ___________________________________________________

adres koper : ___________________________________________________

S.v.p. bij overlijden kopie euthanasieverklaring van dierenarts bijvoegen (indien mogelijk)

Na overlijden/verkoop* is ondergetekende houder van:

Aantal honden : ___________________________________________________

Aldus duidelijk, stellig en zonder voorbehoud ingevuld en ondertekend,

(plaats)________________________________, (datum)_____________________________

(handtekening)______________________________________________________________

* Doorhalen wat niet van toepassing is.

TOELICHTING BIJ HET AANGIFTEBILJET HONDENBELASTING (AFMELDING)

Met de toezending van dit aangiftebiljet wordt u uitgenodigd aangifte te doen voor de hondenbelasting. U moet daartoe het ingevulde en ondertekende biljet binnen één maand na de datum van uitreiking retourneren aan de heffingsambtenaar van de gemeente. Voor het retourneren van het aangiftebiljet kunt u gebruik maken van de bijgesloten antwoordenveloppe.

Indien u vragen heeft naar aanleiding van de aangifte, kunt u terecht bij de medewerkers van het Bureau Belastingen. De medewerkers zijn telefonisch bereikbaar onder nummer: 0172 – 630310.

Aangifte verplicht

Op grond van wettelijke bepalingen is een ieder aan wie een aangiftebiljet is uitgereikt, verplicht aangifte te doen door het biljet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud in te vullen, te ondertekenen en met de daarin gevraagde bescheiden in te leveren. U bent dus verplicht dit te doen, ook als er geen hond wordt gehouden. Het achterwege laten van aangifte kan er toe leiden dat de gemeente ambtshalve een aanslag zal opleggen. Bij eventuele bezwaren tegen deze aanslag rust op u de last om het tegendeel te bewijzen.

Wat is hondenbelasting

Hondenbelasting wordt geheven voor het houden van één of meer honden. De honden binnen een gezin worden aan één van de gezinsleden toegerekend.

Tarieven

Voor de hondenbelasting maakt het geen verschil of uw hond groot of klein is of wel of niet op straat komt. Wel van belang is het aantal honden dat u houdt, want voor de tweede en voor elke volgende hond geldt een hoger tarief dan voor de eerste hond. Voor houders van een kennel dat is ingeschreven bij de Raad van Beheer op kynologisch gebied in Nederland geldt een apart kenneltarief. De tarieven voor de hondenbelasting worden ieder jaar opnieuw vastgesteld door de gemeenteraad. Informatie over de huidige tarieven kunt u inwinnen bij het Bureau Belastingen van de gemeente Bodegraven, telefonisch bereikbaar onder nummer 0172 – 630310.

Vrijstellingen

Voor blindengeleidehonden, gehandicaptenhonden en voor honden die worden gehouden door geregistreerde handelaren of asielhouders is geen hondenbelasting verschuldigd.

Wat te doen bij wijzigingen

Het is mogelijk dat gedurende het jaar het aantal honden toe- of afneemt door bijvoorbeeld koop, verkoop of overlijden van een hond. Voor het vaststellen van de verschuldigde belasting of teruggaaf is het van belang dat u dit direct meldt bij de gemeente. U kunt daarvoor contact opnemen met het Bureau Belastingen van de gemeente Bodegraven, telefonisch bereikbaar onder nummer 0172-630310.

Bijlage RR1, behorende bij de ‘Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen’.

AANGIFTEBILJET RIOOLRECHTEN

(Lees voor invulling eerst de bijgesloten toelichting)

Belastingjaar : _________________________

Datum uitreiking : _________________________

Indienen vóór : _________________________

Ondergetekende:

Naam : ___________________________________________________

Adres : ___________________________________________________

Postcode en woonplaats : ___________________________________________________

Geboortedatum : ___________________________________________________

Sofi-nummer : ___________________________________________________

Adres roerende of onroerende zaak waarvan aangifte

Adres : ___________________________________________________

Postcode en plaats : ___________________________________________________

Ondergetekende is eigenaar van de roerende of onroerende zaak: ja/nee*

Zo ja, sinds : ___________________________________________________

Aldus duidelijk, stellig en zonder voorbehoud ingevuld en ondertekend,

(plaats)________________________________, (datum)_____________________________

(handtekening)______________________________________________________________

* Doorhalen wat niet van toepassing is

TOELICHTING BIJ HET AANGIFTEBILJET RIOOLRECHTEN

Met de toezending van dit aangiftebiljet wordt u uitgenodigd aangifte te doen voor de rioolrechten. U moet daartoe het ingevulde en ondertekende biljet binnen één maand na de datum van uitreiking retourneren aan de heffingsambtenaar van de gemeente. Voor het retourneren van het aangiftebiljet kunt u gebruik maken van de bijgesloten antwoordenveloppe.

Indien u vragen heeft naar aanleiding van de aangifte, kunt u terecht bij de medewerkers van het Bureau Belastingen. De medewerkers zijn telefonisch bereikbaar onder nummer: 0172 – 630310.

Aangifte verplicht

Op grond van wettelijke bepalingen is een ieder aan wie een aangiftebiljet is uitgereikt, verplicht aangifte te doen door het biljet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud in te vullen, te ondertekenen en met de daarin gevraagde bescheiden in te leveren. U bent dus verplicht dit te doen, ook indien u niet bent aangesloten op de gemeentelijke riolering of indien u geen afvalwater hebt afgevoerd. Het achterwege laten van aangifte kan er toe leiden dat de gemeente ambtshalve een aanslag zal opleggen. Bij eventuele bezwaren tegen deze aanslag rust op u de last om het tegendeel te bewijzen.

Wat zijn de rioolrechten

In Bodegraven zijn de rioolrechten een zogenaamd aansluitrecht. Dit betekent dat u rioolrechten bent verschuldigd indien u eigenaar (of beperkt gerechtigde) bent van een pand (woning of bedrijf) van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.

Tussentijdse wijzigingen

Bij de rioolrechten geldt dat de situatie op 1 januari van het belastingjaar bepalend is voor wie de aanslag krijgt opgelegd. Als u later in het jaar uw pand verkoopt, levert dit geen wijziging of teruggaaf op voor het te betalen of betaalde bedrag. Andersom geldt ook dat wanneer u in de loop van het jaar een pand koopt, pas het daaropvolgende jaar voor dit pand aan u een aanslag zal worden opgelegd. Opmerking verdient wel dat bij verkoop van een pand de zogenaamde zakelijke lasten (eigenarendeel van de OZB en de rioolrechten) over het lopende jaar vaak via de notaris worden verrekend.

Tarieven

Het aansluitrecht is een vast bedrag. Voor de verschillende categorieën objecten, zoals woningen, boerderijen en overige bedrijfsobjecten, gelden wel aparte bedragen. De tarieven voor de rioolrechten worden ieder jaar opnieuw vastgesteld door de gemeenteraad. Informatie over de huidige tarieven kunt u inwinnen bij het Bureau Belastingen van de gemeente Bodegraven, telefonisch bereikbaar onder nummer 0172 – 630310.

Bijlage NV1, behorende bij de ‘Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen’.

NACHTVERBLIJFREGISTER TOERISTENBELASTING

NAAMADRESWOONPLAATSAANTALPERSONENDATUMAANKOMSTDATUMVERTREKAANTALNACHTENTOTAAL AANTALOVERNACHTINGEN(= personen x nachten)
               
               
               
               
               
               
               
               
               
               
               
               
               
               
               
           Totaal pagina