Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bodegraven

Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bodegraven
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2010
CiteertitelVerordening brandweerrechten 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 229 lid 1, aanhef en onderdelen a en b

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2012Nieuwe regeling

17-12-2009

Bodegraafs Nieuwsblad 23-12-2009

Raadsvergadering 17-12-2009; Raadsvoorstelnr. 82j

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Bodegraven,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2009, nummer 82;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2010.

Artikel 1. Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘brandweerrechten’ worden geheven:

    • a.

      rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;

    • b.

      rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.

  • 2. Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:

    • a.

      het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;

    • b.

      het beperken van brandgevaar;

    • c.

      het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;

    • d.

      al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;

    • e.

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    • f.

      de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet.

Artikel 2. Belastingplicht

Belastingplichtig is:

  • a.

    degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a;

  • b.

    degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b.

Artikel 3. Maatstaf van heffing en tarief

1.De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij

deze verordening behorende tarieventabel.

2.Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in een tarieventabel

genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.

Artikel 4. Belastingjaar

Voorzover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsbeslag

1.De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het

belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in

zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten

van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belas-

tingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op

ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor de dat jaar verschuldigde rechten

als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden

overblijven.

Artikel 6. Wijze van heffing

1.De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving

waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending

of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

2.Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voor-

doen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagteken-

de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 7. Termijn van betaling

1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten

worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving,

dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de

kennisgeving.

2.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde ter-

mijnen.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 10. Overgangsbepaling

De “Verordening Brandweerrechten Bodegraven 2009”, van 18 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2010 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11. Inwerkingtreding

1.Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekend-

making.

2.In afwijking in zoverre van het in artikel 10 en het voorgaande lid bepaalde, blijft, indien de

datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het derde lid genoemde

datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussen-

liggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de

heffing van brandweerrechten in die periode plaatsvindt.

3.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening Brandweerrechten 2010”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van 17 december 2009.

de griffier, de voorzitter,

drs. A.A. van Alten drs. J.P.J. Lokker