Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bodegraven

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bodegraven
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2010
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 224

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-200901-01-2011Nieuwe regeling

17-12-2009

Bodegraafs Nieuwsblad 23-12-2009

Raadsvergadering 17-12-2009; Raadsvoorstelnr. 82f

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Bodegraven; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2009, nummer 82; gelet op artikel 224 van de Gemeentewet; b e s l u i t: vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2010. Artikel 1.Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a.vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
b.mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
c.niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;
d.Vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.
       
Artikel 2.Belastbaar feit Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.
Artikel 3.Belastingplicht
   
1.Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.
       
2.De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
   
3.Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.
   
Artikel 4.Vrijstellingen De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
a.door degene die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;
b.Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
   
Artikel 5.Maatstaf van heffing De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.
 
Artikel 6.Overnachtingen op vaste standplaatsen Per vaste standplaats, zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel d, wordt het aantal overnachtingen gesteld op 40 per kwartaal.
       
Artikel 7.Belastingtarieven Het tarief bedraagt per persoon, per overnachting:
a.in hotels en pensions:1,80
b.voor andere overnachtingsmogelijkheden, waaronder op campings0,84
       
Artikel 8.Belastingtijdvak Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.
   
Artikel 9.Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
   
Artikel 10.Aanslaggrens Geen belasting wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingtijdvak minder dan tien zal of heeft belopen.
 
Artikel 11.Termijnen van betaling    
       
1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
       
2.De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de in het eerste lid gestelde termijn.
       
Artikel 12.Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
 
Artikel 13.Aanmeldingsplicht De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
 
Artikel 14.Nachtverblijfregister
   
1.De belastingplichtige is gehouden per belastingtijdvak een vanwege de gemeente kosteloos ter beschikking gesteld nachtverblijfregister bij te houden
   
2.Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot een ieder aan wie gelegenheid tot overnachten is geboden tenminste gegevens betreffende:
 a.naam en woonplaats;
 b.datum van aankomst en van vertrek;
 c.het aantal overnachtingen ter zake waarvan de belasting verschuldigd is.
     
3.Het model van het nachtverblijfregister wordt door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld.
   
4.Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd ontheffing te verlenen van de verplichting als bedoeld in lid 1.
     
Artikel 15.Overgangsrecht
       
De “Verordening toeristenbelasting 2009” van 18 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
   
Artikel 16.Inwerkingtreding
   
1.Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
       
2.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.
       
Artikel 17.Citeertitel
       
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening toeristenbelasting 2010".
       

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad d.d. 17 december 2009

de raadsgriffier, de voorzitter,

drs. A.A. van Alten drs. J.P.J. Lokker