Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Ouderkerk

Verordening jeugdhulp Krimpenerwaard 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Ouderkerk
Officiële naam regelingVerordening jeugdhulp Krimpenerwaard 2015
CiteertitelVerordening jeugdhulp Krimpenerwaard 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2017Onbekend

02-10-2014

Gemeenteblad 2014 nr. 60882, 29 oktober 2014

Onbekend

Tekst van de regeling

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

- andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet, op het gebied vanzorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen;

- gesprek: gesprek als bedoeld in artikel 5

- hulpvraag: behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- enopvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, waarbij de eigen mogelijkhedenen het probleemoplossend vermogen ontoereikend zijn, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, vande Jeugdwet;

- maatwerkvoorziening: individuele voorziening als bedoeld in artikel 1.1 onder jeugdhulp 1̊ en ar-tikel 2.3 eerste tot en met derde lid van de Jeugdwet.

- overige voorziening: overige voorziening als bedoeld in artikel 2, eerste lid;

- pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Jeugdwet, zijnde een door hetcollege verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de maatwerkvoorziening behoort van derden te betrekken.

Artikel 2. Vormen van jeugdhulp

1. De volgende algemene vormen van overige voorzieningen zijn beschikbaar:

a. Informatie en advies voor jeugdige en ouder, Centrum voor Jeugd en Gezin

b. Algemeen maatschappelijk werk

c. Jeugdgezondheidszorg

d. Advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling

e. Integrale crisisdienst

f. Vertrouwenspersoon

g. Kindertelefoon

2. De volgende algemene vormen van maatwerkvoorzieningen zijn beschikbaar:

a. Jeugdzorg plus

b. Jeugdbescherming

c. Jeugdreclassering

d. Jeugd en opvoedhulp, waaronder:

- Ambulante jeugdhulp

- Dagbehandeling

- Verblijf pleegzorg

- Verblijf 24- uurs zorg

- Spoedeisende zorg (ambulant en verblijf)

e. Voor jeugd met een (licht)verstandelijke beperking:

- Individuele begeleiding zonder verblijf

- Dagbesteding met vervoer zonder verblijf

- Kortdurend verblijf/logeren

- Langdurend verblijf

f. Jeugd GGZ, tweedelijns met en zonder verblijf.

3. Het college stelt bij nadere regeling vast welke concrete overige en maatwerkvoorzieningen op basisvan het eerste en tweede lid beschikbaar zijn.

4. Het college draagt er zorg voor dat maatwerkvoorzieningen zodanig beschikbaar zijn dat er bij hetverlenen van een maatwerkvoorziening redelijkerwijs rekening gehouden wordt met:

- behoeften en persoonskenmerken van de jeugdige en zijn ouders, en

- de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de jeugdigeen zijn ouders.

5. Indien er sprake is van een maatwerkvoorziening jeugdhulp, die verleend is tot de leeftijd van 18jaar, en die gelijk is aan een maatwerkvoorziening maatschappelijke ondersteuning, waarvan verwachtmag worden dat de dan volwassen geworden jeugdige daarvoor in aanmerking komt, wordt driemaanden voor het bereiken van de 18 jarige leeftijd ambtshalve een aanvraag voor een maatwerkvoor-ziening maatschappelijke ondersteuning ingediend.

Artikel 3. Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts

1. Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medischspecialist en jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder, als en voor zover genoemde jeugdhulpaan-bieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is.

2. Het college legt de te verlenen maatwerkvoorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vast in eenbeschikking.

Artikel 4. Toegang jeugdhulp via de gemeente, melden hulpvraag

1. Jeugdigen en ouders kunnen een hulpvraag melden bij het college.

2. In spoedeisende gevallen treft het college zo spoedig mogelijk een passende tijdelijke maatregelof vraagt het college een machtiging gesloten jeugdhulp als bedoeld in hoofdstuk 6 van deJeugdwet.

3. Jeugdigen en ouders kunnen zich rechtstreeks wenden tot een overige voorziening.

Artikel 5. Gesprek

1. Het college onderzoekt in een gesprek tussen deskundigen en de jeugdige of zijn ouders, zospoedig mogelijk en voor zover nodig:

a. de behoeften, persoonskenmerken, voorkeuren, veiligheid, ontwikkeling en gezinssituatie van dejeugdige en het probleem of de hulpvraag;

b. het gewenste resultaat van het verzoek om jeugdhulp;

c. het vermogen van de jeugdige of zijn ouders om zelf of met ondersteuning van de naaste omgevingeen oplossing voor de hulpvraag te vinden;

d. de mogelijkheden om gebruik te maken van een andere voorziening;

e. de mogelijkheden om jeugdhulp te verlenen met gebruikmaking van een overige voorziening;

f. de mogelijkheden om een maatwerkvoorziening te verstrekken;

g. de wijze waarop een mogelijk toe te kennen maatwerkvoorziening wordt afgestemd met anderevoorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, of werk eninkomen;

2. Het college informeert de jeugdige of zijn ouders over de gang van zaken bij het gesprek, hunrechten en plichten en de vervolgprocedure en vraagt hen toestemming om hun persoonsgegevenste verwerken.

3. Het college kan in overleg met de jeugdige of zijn ouders afzien van een gesprek.

Artikel 6. Verslag

1. Binnen 5 werkdagen na het gesprek verstrekt het college aan de jeugdige of zijn ouders een verslagvan de uitkomsten van het onderzoek, tenzij zij hebben meegedeeld dit niet te wensen.

2. Opmerkingen of latere aanvullingen van de jeugdige of zijn ouders worden aan het verslag toegevoegd.

Artikel 7. Aanvraag

1. Jeugdigen en ouders kunnen een aanvraag om een maatwerkvoorziening schriftelijk indienen bijhet college.

2. Een aanvraag wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld formulier.

3. Het college kan een ondertekend verslag van het gesprek aanmerken als aanvraag als de jeugdigeof zijn ouders dat op het verslag hebben aangegeven.

Artikel 8. Regels voor pgb

1. De hoogte van een pgb wordt bepaald aan de hand van en tot het maximum van de kostprijs vande in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.

2. Het college kan nadere regels stellen over de wijze waarop de hoogte van een pgb wordt vastge-steld.

3. Het college bepaalt bij nadere regeling onder welke voorwaarden de persoon aan wie een pgbwordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk.

Artikel 9. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering

1. Onverminderd artikel 8.1.2 van de Jeugdwet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of on-verwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden,waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverwegingvan een beslissing aangaande een maatwerkvoorziening.

2. Onverminderd artikel 8.1.4 van de Jeugdwet kan het college een beslissing aangaande een indi-viduele voorziening herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat:

a. de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekkingvan juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

b. de jeugdige of zijn ouders niet langer op de maatwerkvoorziening of op het pgb zijn aangewezen;

c. de maatwerkvoorziening of het pgb niet meer toereikend is te achten;

d. de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de maatwerkvoorziening of hetpgb, of

e. de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het pgb niet of voor een ander doel ge-bruiken dan waarvoor het is bestemd.

3. Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en verstrek-king van onjuiste of onvolledige gegevens heeft plaatsgevonden, kan het college geheel of ge-deeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het tenonrechte genoten pgb.

4. Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, al dan niet steekproefs-gewijs, de bestedingen van pgb’s.

Artikel 10. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaat-regelen en jeugdreclassering

Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarievendie het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelenof jeugdreclassering, rekening met:

a. de aard en omvang van de te verrichten taken;

b. de voor de sector toepasselijke CAO-schalen in relatie tot de zwaarte van de functie; een redelijketoeslag voor overheadkosten;

c. een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel als gevolg van verlof,ziekte, scholing en werkoverleg;

d. kosten voor bijscholing van het personeel.

Artikel 11. Klachtenregeling

1. Het college handelt klachten af overeenkomstig de door de gemeente gestelde klachtenregeling.

2. Aanbieders met wie de gemeente een contract heeft gesloten of aan wie subsidie is verleend,hebben een regeling voor de afhandeling van klachten van cliënten.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening jeugdhulp Krimpenerwaard 2015.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

de Raad van de gemeente Ouderkerk op 2 oktober 2014.

de griffier, M. Metz de voorzitter, J. de Prieëlle