Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Slochteren

Nadere regels Subsidieverordening Welzijn: leefbaarheidsfonds

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Slochteren
Officiële naam regelingNadere regels Subsidieverordening Welzijn: leefbaarheidsfonds
CiteertitelNadere regels Leefbaarheidsfonds 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Nadere regels Leefbaarheidsfonds 2015

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Subsidieverordening Welzijn gemeente Slochteren, art. 1.3, derde lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-201501-10-2016Nieuwe regeling

06-10-2015

Gemeenteblad, Jaargang 2015, Nr. 93614

2015005528

Tekst van de regeling

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Slochteren;

gelet op artikel 1.3 derde lid van de Subsidieverordening Welzijn gemeente Slochteren;

besluit vast te stellen de:

Nadere regels Subsidieverordening Welzijn: leefbaarheidsfonds

Artikel 1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Op grond van deze regeling kan een incidentele subsidie worden verstrekt:

  • a.

    voor activiteitendie een bijdrage leveren aan het behoud of de verbetering van de leefbaarheid, waaronder verstaan de sociale en culturele leefkwaliteit, van inwoners of hun organisaties in de gemeente Slochteren;

  • b.

    voor het plaatsen of het vervangen van een speeltoestel op een openbare speellocatie, voor zover deze activiteiten niet subsidiabel zijn op grond van de Nadere regels Accommodatiefonds.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Onverminderd artikel 1.1 van de Subsidieverordening Welzijn gemeente Slochteren wordt in deze nadere regels verstaan onder:

  • a.

    de verordening: Subsidieverordening Welzijn gemeente Slochteren;

  • b.

    gedeelte van de gemeente: een kern, wijk, buurt, straat of deel van een straat;

  • c.

    leefbaarheid: de kwaliteit van de directe woon- en leefomgeving van inwoners;

  • d.

    subsidiabel bedrag: het bedrag dat door de aanvrager als tekort in bij de aanvraag behorende begroting wordt aangeduid, verminderd met de kosten die krachtens artikel 8, derde lid van deze nadere regels niet subsidiabel zijn;

  • e.

    zelfwerkzaamheid: de door de aanvrager uit eigener kracht of beweging verrichte activiteiten;

  • f.

    speeltoestel: een permanent geïnstalleerde inrichting bestemd voor vermaak of ontspanning waarbij uitsluitend van zwaartekracht of van fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt;

  • g.

    speellocatie: een speeltuin of een locatie waar sport en spel ongeorganiseerd kunnen worden beoefend.

Artikel 3 Verdeling van de beschikbare middelen

  • 1. Van het in de begroting voor deze regeling beschikbaar gestelde bedrag wordt 15% toegekend aan tijdvak 1, 10% aan tijdvak 2, 25% aan tijdvak 3, 15% aan tijdvak 4, 25% aan tijdvak 5 en 10% aan tijdvak 6.

  • 2. Als aan het einde van een tijdvak subsidieplafond niet is bereikt, wordt het resterende bedrag toegevoegd aan de beschikbare middelen van het daaropvolgende tijdvak.

  • 3. De tijdvakken als bedoeld in het eerste lid zijn de volgende:

    • a.

      tijdvak 1: 1 januari tot en met 29 februari;

    • b.

      tijdvak 2: 1 maart tot en met 30 april;

    • c.

      tijdvak 3: 1 mei tot en met 30 juni;

    • d.

      tijdvak 4: 1 juli tot en met 31 augustus;

    • e.

      tijdvak 5: 1 september tot en met 31 oktober;

    • f.

      tijdvak 6: 1 november tot en met 31 december.

  • 4. Voor de beoordeling in welk tijdvak een aanvraag valt, is de datum waarop de activiteit plaatsvindt bepalend.

  • 5. Subsidieaanvragen worden, aangaande de hoogte van de subsidie, verleend en vastgesteld conform de aanvraag, tenzij het in totaal aangevraagde subsidiebedrag in één tijdvak hoger is dan de beschikbare middelen in het desbetreffende tijdvak als bedoeld in het derde lid. In dat geval vindt toekenning naar rato plaats.

Artikel 4 Indieningstermijn

In afwijking van artikel 2.1 van de verordening wordt een aanvraag om subsidie voor activiteiten die plaatsvinden in:

  • a.

    tijdvak 1 ingediend vanaf 23 oktober 2015 tot en met 6 november 2015;

  • b.

    tijdvak 2 ingediend vanaf 15 december 2015 tot en met 29 december 2015;

  • c.

    tijdvak 3 ingediend vanaf 26 februari 2016 tot en met 11 maart 2016;

  • d.

    tijdvak 4 ingediend vanaf 22 april 2016 tot en met 6 mei 2016;

  • e.

    tijdvak 5 ingediend vanaf 23 juni 2016 tot en met 7 juli 2016;

  • f.

    tijdvak 6 ingediend vanaf 31 augustus 2016 tot en met 7 september 2016.

Artikel 5 De aanvraag tot subsidieverlening

  • 1. Naast hetgeen genoemd in artikel 2.1, vijfde lid van de verordening wordt de aanvraag voorzien van:

    • a.

      de hoogte van het te vragen subsidiebedrag;

    • b.

      een omschrijving waaruit het doel en de noodzaak van de activiteit blijkt in relatie tot de doel van deze regeling zoals verwoord in artikel 1 van deze nadere regel;

    • c.

      een motivering in hoeverre de aanvraag wordt ondersteund door meerdere bewoners in het gedeelte van de gemeente waarop de activiteit betrekking heeft.

  • 2. De aanvrager verschaft bij de aanvraag inzicht in de mate van zelfwerkzaamheid, de eigen financiële bijdrage of cofinanciering bij de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 3. De aanvrager verschaft in het geval van een aanvraag om een bijdrage voor het plaatsen of vervangen van een speeltoestel gegevens waaruit blijkt dat geprobeerd is via andere financieringsbronnen, bijvoorbeeld Jantje Beton, (een gedeelte van) de benodigde middelen te verkrijgen.

Artikel 6 Voorwaarden voor subsidieverlening

Het college is bevoegd ten laste van het fonds op aanvraag subsidie te verlenen indien:

  • a.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd naar het oordeel van het college in voldoende mate bijdraagt aan de doelstelling van deze regeling als verwoord in artikel 1 van deze nadere regels;

  • b.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd naar het oordeel van het college doelmatig en noodzakelijk is ten behoeve van leefbaarheid;

  • c.

    de activiteit voor ten minste 25% wordt gefinancierd door zelfwerkzaamheid (waarbij een uurtarief van € 25,00 wordt gehanteerd), een eigen financiële bijdrage of cofinanciering, of een combinatie van deze;

  • d.

    de aanvraag wordt gesteund door ten minste tien bewoners in dat gedeelte van de gemeente waar de aanvraag betrekking op heeft.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 3.3 van de verordening wordt de subsidie geweigerd indien:

  • a.

    de aanvraag niet is ingediend binnen de indieningstermijnen als bedoeld in artikel 4;

  • b.

    de aanvraag niet voldoet aan een of meerdere voorwaarden als genoemd in artikel 6;

  • c.

    de aanvraag ziet op een activiteit waarvoor reeds in hetzelfde kalenderjaar en in hetzelfde gedeelte van de gemeente een subsidie is verleend.

Artikel 8 Hoogte subsidie

  • 1. Een activiteit wordt tot en met een bedrag van € 2.000,00 gesubsidieerd.

  • 2. De subsidie is niet hoger dan het door de aanvrager aangevraagde subsidiebedrag.

  • 3. Door de gemeente Slochteren opgelegde belastingen of leges en kosten voor genotsmiddelen en voedingswaren zijn niet subsidiabel.

  • 4. De zelfwerkzaamheid, eigen financiële bijdrage en cofinanciering als bedoeld in artikel 6, aanhef en onderdeel c wordt berekend over het subsidiabele bedrag.

Artikel 9 Toelichting, citeertitel, inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 1.

    De Toelichting bij artikel 3, vijfde lid, Nadere regels Leefbaarheidsfonds 2016 maakt integraal onderdeel uit van deze nadere regels.

  • 2.

    Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels Leefbaarheidsfonds 2016.

  • 3.

    Deze nadere regels treden in werking per 10 oktober 2015 en per die datum worden de Nadere regels Leefbaarheidsfonds 2015 ingetrokken.

  • 4.

    De Nadere regels Leefbaarheidsfonds 2015 blijven van toepassing voor subsidieaanvragen voor activiteiten die in 2015 plaatsvinden.

Ondertekening

Vastgesteld in de collegevergadering van 6 oktober 2015.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Slochteren,

Geert-Jan ten Brink

Burgemeester

Chrétien van den Akker

Secretaris

Toelichting bij artikel 3, vijfde lid, Nadere regels Leefbaarheidsfonds

Met ingang van het jaar 2016 wordt een subsidie voor het leefbaarheidsfonds niet meer toegekend volgens het systeem ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. In plaats daarvan wordt een subsidie toegekend aan iedere aanvrager die tijdig een aanvraag in heeft gediend en aan de voorwaarden voldoet. Per tijdvak is een bedrag beschikbaar (artikel 3, eerste lid). Als blijkt dat het totaalbedrag aan aangevraagde subsidies hoger is dan de beschikbare middelen, worden de beschikbare middelen naar rato verdeeld over de aanvragers. Iedere aanvrager ontvangt een bedrag dat overeenkomt met het aandeel van zijn aanvraag binnen het totaal van aanvragen tijdens het desbetreffende tijdvak. Hieronder staat een voorbeeld:

Aanvrager A vraagt € 3.000,- aan, aanvrager B € 2.000,-, aanvrager C € 2.000,- en aanvrager D € 1.000,-. Het totaalbedrag aan aanvragen bedraagt € 8.000,-. Er is echter € 6.000,- aan middelen beschikbaar. Het subsidiebedrag dat aanvrager A aanvraagt, is 37,5% van het totaalbedrag. Aanvragers B en C vragen beide 25% van het totaalbedrag aan en aanvrager D 12,5%. Aanvrager A krijgt een subsidie toegekend van 37,5% van € 6.000,-. Dit is € 2.250,-. Aanvragers B en C krijgen € 1.500,- toegekend en aanvrager D € 750,-. In tabel 1 staat deze uitleg schematisch weergegeven.

Tabel 1: voorbeeld van een verdeling naar rato als het aangevraagde subsidiebedrag de beschikbare middelen overschrijdt

 Aangevraagd subsidiebedragPercentage van aangevraagd subsidiebedragVerdeling van beschikbare middelen naar rato
Aanvrager A€ 3.000,-37,5%€ 2.250,- (37,5% van € 6.000,-)
Aanvrager B€ 2.000,-25%€ 1.500,- (25% van € 6.000,-)
Aanvrager C€ 2.000,-25%€ 1.500,- (25% van € 6.000,-)
Aanvrager D€ 1.000,-12,5%€ 750,- (12,5% van € 6.000,-)
Totaal€ 8.000,-100%€ 6.000,-