Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Littenseradiel

Uitvoeringsregels verlagingen en toepassing kostendelersnorm Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Littenseradiel
Officiële naam regelingUitvoeringsregels verlagingen en toepassing kostendelersnorm Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015
CiteertitelUitvoeringsregels verlagingen en toepassing kostendelersnorm Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling zijn deze regels per 1 januari 2020 vervallen, tenzij de hierna genoemde bestuursorganen de betreffende regels al eerder vervallen hebben verklaard.

- Burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden hebben op 17 juli 2018 besloten deze uitvoeringsregels vervallen te verklaren voor zover deze van kracht zijn voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Leeuwarden zoals dat per 1 januari 2018, op grond van de Wet van 8 maart 2017 tot herindeling van de gemeenten Franekeradeel, het Bildt, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel en Súdwest-Fryslân, is ontstaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-10-201501-01-201501-01-2020Nieuwe regeling

06-10-2015

Op 'e Skille, 21-10-2015

Collegebesluit, 06-10-2015, nr. 5.2

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregels verlagingen en toepassing kostendelersnorm Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Littenseradiel;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen de Uitvoeringsregels verlagingen en toepassing kostendelersnorm Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015

1. Begrippen

Voor zover van toepassing wordt aangesloten bij de begripsbepalingen zoals genoemd in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

2. Doelgroep

Tot de doelgroep van deze uitvoeringsregels behoren personen die bijstand ontvangen op basis van de Participatiewet en personen die een IOAW- of IOAZ-uitkering ontvangen.

3. Bevoegdheid van college

Met ingang van 1 januari 2015 vervalt de verplichting van de gemeenteraad om een toeslagenverordening vast te stellen. De toeslagen worden vanaf deze datum verdisconteerd in de bijstandsnormen van de Participatiewet. Daarnaast komen tevens de verlagingen voor gehuwden en alleenstaanden van 21 of 22 jaar te vervallen. Op grond van artikel 27 en artikel 28 van de Participatiewet heeft het college wel de discretionaire bevoegdheid om de in de artikelen 20 en 21 opgenomen normen te verlagen in verband met onderscheidenlijk de woonsituatie en het zijn van schoolverlater. Deze uitvoeringsregels geven weer hoe het college gebruik maakt van deze bevoegdheid.

4. Verlaging bij ontbreken woonkosten

De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de Participatiewet bedraagt 20% van de toepasselijke bijstandsnorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor de alleenstaande belanghebbende geen woonkosten verbonden zijn.

Onder woonkosten wordt verstaan:

  • a.

    indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder d, van de Wet op de huurtoeslag;

  • b.

    indien een koopwoning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.

Energiekosten worden niet als woonkosten aangemerkt.

Voor de definitie van het begrip ‘woonkosten’ is aangesloten bij de begripsomschrijving die voorheen van toepassing was onder de Algemene Bijstandswet (Abw) en in het Besluit landelijke normering (tot 1996) was opgenomen. Volgens de Centrale Raad van Beroep volgt uit de geschiedenis van de totstandkoming van de Abw dat het begrip woonkosten ten tijde van de Abw (nog steeds) moest worden uitgelegd conform de bepalingen van het tot 1 januari 1996 geldende Bijstandsbesluit landelijke normering. Aangenomen moet worden dat deze rechtspraak ook onder de Participatiewet nog van betekenis is. Bij ‘het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten’ kan worden gedacht aan het eigenaarsdeel van het rioolrecht, het eigenaarsdeel van de onroerende zaakbelasting, de opstalverzekering, het eigenaarsdeel van de waterschapslasten en de erfpachtcanon.

5. Verlaging bij niet aanhoudenwoning

De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de Participatiewet bedraagt 20% van de toepasselijke bijstandsnorm indien geen woning wordt aangehouden en niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van een opvangvoorziening.

De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de Participatiewet bedraagt 15% van de toepasselijke bijstandsnorm indien weliswaar geen woning wordt aangehouden, maar wel veelvuldig gebruik wordt gemaakt van een opvangvoorziening.

Voor zover het op 31 december 2014 geldende recht gunstiger is voor de klant, blijft dit voor hem van toepassing tot 1 juli 2015.

6. Verlaging voor schoolverlaters

De verlaging als bedoeld in artikel 28 van de Participatiewet vindt geen toepassing. Dit betreft een voorzetting van het onder de Wet investeren in jongeren (WIJ) en de Wet werk en bijstand (WWB) ingezette beleid. De ruimte om een jongere een extra prikkel te geven zich extra in te zetten om aan de slag te komen dan wel terug naar school te gaan, is sinds enige jaren groter dan naar de rest van de uitkeringsgerechtigden. Een lagere uitkering wegens het eerder zijn geweest van student (en dus geleefd van WSF) is niet aan de orde bij een thuiswonend kind. Die verlaging als prikkel om snel werk te zoeken, is al deels ingebouwd in de lagere uitkering kostendelersnorm. Die norm extra verlagen geeft een te lage bijstandsnorm om van te kunnen leven. De zelfstandig wonende ex-schoolverlater heeft al te maken met een zoektijd, dus een strenger regime en heeft bovendien hogere bestaanskosten wegens de zelfstandige huisvesting.

7. Toepassing kostendelersnorm

De kostendelersnorm als bedoeld in artikel 22a van de Participatiewet wordt niet toegepast indien er sprake is van een schriftelijke overeenkomst (artikel 22a, vijfde lid, onder b, Participatiewet) en een commerciële prijs is overeengekomen als verhuurder, huurder, onderverhuurder, onderhuurder, kostgever of kostganger. Er is sprake van een commerciële prijs indien die prijs minimaal € 250,00 per maand bedraagt. Indien er sprake is van een kostgever of kostganger relatie bedraagt de prijs minimaal € 500,00 per maand.

Bij een lagere overeengekomen prijs dan € 250,00 respectievelijk € 500,00 en bij het niet overleggen van de gevraagde bewijzen als bedoeld in artikel 22a, zesde lid, Participatiewet vindt toepassing van de kostendelersnorm plaats.

8. Afwijkingsbevoegdheid

Met toepassing van artikel 4:84 Awb kan in voorkomende gevallen van deze uitvoeringsregels worden afgeweken.

9. Slotbepaling

Deze uitvoeringsregels treden in werking op de dag na die van bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2015.

10. Citeertitel

Deze uitvoeringsregels worden aangehaald als Uitvoeringsregels verlagingen en toepassing kostendelersnorm Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015.

Ondertekening

Wommels, 6 oktober 2015

Het college voornoemd,

, burgemeester.

, secretaris.