Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Reeuwijk

Reglement voor de vaste adviescommissie voor bezwaarschriften

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Reeuwijk
Officiële naam regelingReglement voor de vaste adviescommissie voor bezwaarschriften
CiteertitelReglement adviescommissie voor bezwaarschriften 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur en recht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-10-200615-06-2011nieuwe regeling

02-10-2006

Kijk op Reeuwijk, 25-10-2006

Agendapunt 14, raadsvergadering 02-10-2007

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Reeuwijk,

het college van burgemeester en wethouders van Reeuwijk, en

de burgemeester van Reeuwijk,

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18-7-2006;

gelet op de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten vast te stellen het volgende reglement:

Reglement voor de vaste adviescommissie voor bezwaarschriften

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: het orgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    commissie: de vaste adviescommissie voor bezwaarschriften;

  • d.

    voorzitter: de voorzitter van de commissie;

  • e.

    leden: de leden van de commissie;

  • f.

    bezwaarschrift: het bezwaarschrift waarmee gebruik is gemaakt van de ingevolge een wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid, voorziening tegen een besluit te vragen bij het bestuursorgaan van de gemeente Reeuwijk dat het besluit heeft genomen.

Artikel 2. De commissie

Er is een commissie, bedoeld in artikel 7:13 van de wet, ter advisering over de beslissing op bezwaarschriften.

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het bestuursorgaan dat de commissie instelt.

  • 2. Het bestuursorgaan benoemt overeenkomstig het eerste lid een plaatsvervangend voorzitter en een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4. Secretaris

1 De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aangewezen functionaris.

2 Burgemeester en wethouders wijzen tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5. Zittingsduur

1 De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar en zijn herbenoembaar voor een aansluitende periode van vier jaar, welke periode gelijkloopt met de zittingsperiode van de raad.

2 De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

3De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 6. Bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift en de daarbij overgelegde stukken worden zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen veertien dagen na ontvangst in handen van de commissie gesteld.

  • 3.

    Het bestuursorgaan waarbij het bezwaarschrift is ingediend, verzendt zo spoedig mogelijk een ontvangstbevestiging aan de indiener en deelt gelijktijdig mee:

    • a.

      dat de commissie zal adviseren;

    • b.

      dat de beslissing op bezwaar in beginsel binnen tien weken na ontvangst van het bezwaarschrift zal worden genomen.

Artikel 7 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • 2:1, tweede lid;

  • 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

  • 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • 7:4, tweede lid;

  • 7:6, vierde lid;

  • 7:18, tweede en zesde lid, en

  • 7:20, vierde lid,

van de wet worden voor de toepassing van dit reglement uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 8. Bevoegdheden en verplichtingen van de voorzitter

  • 1. De voorzitter kan voor de toepassing van dit reglement:

  • a. van een gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen;

  • b. de indiener van een bezwaarschrift in de gelegenheid stellen verzuimen, genoemd in artikel 6:5 van de wet of in enige andere bepaling van de wet, te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn;

  • c. al dan niet op verzoek van een belanghebbende beslissen, dat niet een ieder op de hoogte zal worden gesteld van het verhandelde tijdens het horen, wanneer de belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord en voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden. Van zodanige beslissing wordt mededeling gedaan aan de belanghebbenden en het bestuursorgaan. Artikel 7:4, zevende en achtste lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing.

  • 2. De voorzitter bevordert dat:

  • a. de op de zaak betrekking hebbende stukken, waaronder stukken die tijdig voor de hoorzitting door belanghebbenden zijn ingediend, in ieder geval aan de gemachtigde worden gezonden, indien iemand zich laat vertegenwoordigen;

  • b. het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen gedurende ten minste een week voor belanghebbenden ter inzage liggen.

Artikel 9. Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter kan ter voorbereiding van het horen of het advies rechtstreeks alle gewenste inlichtingen inwinnen of doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en zo nodig deskundigen uitnodigen voor de hoorzitting. Indien hieraan kosten zijn verbonden, wordt eerst machtiging aan het bestuursorgaan gevraagd.

Artikel 10 Bemiddeling

De secretaris of een ander door het college aangewezen ambtenaar kan, in overleg met de voorzitter en na overleg met het verwerende orgaan, onderzoeken of het bezwaar in der minne kan worden bijgelegd en kan daartoe de nodige handelingen verrichten.

Artikel 11. Hoorzitting

  • 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting om belanghebbenden en het bestuursorgaan te horen. Op verzoek van de belanghebbende kunnen door hem meegebrachte getuigen en deskundigen worden gehoord. De door deze getuigen of deskundigen gemaakte kosten blijven voor rekening van de belanghebbende.

  • 2. De commissie kan beslissen dat van het horen van belanghebbenden wordt afgezien, indien:

  • a. het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is,

  • b. het bezwaar kennelijk ongegrond is,

  • c. de belanghebbenden hebben verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord, of

  • d. aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.

  • 3. Indien de commissie op grond van het tweede lid besluit van het horen af te zien, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het bestuursorgaan.

Artikel 12. Uitnodiging hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden, het bestuursorgaan en de leden voor de hoorzitting uit, met inachtneming van een termijn van tenminste tien dagen.

  • 2.

    Binnen drie dagen na dagtekening van de uitnodiging kan een belanghebbende of het bestuursorgaan onder opgaaf van redenen aan de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen. De voorzitter beslist zo spoedig mogelijk doch uiterlijk vijf dagen voor de hoorzitting op dit verzoek en deelt de beslissing onverwijld aan de belanghebbenden, het bestuursorgaan en de leden mee.

  • 3.

    De voorzitter kan in bijzondere omstandigheden besluiten af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen, genoemd in het eerste en tweede lid.

Artikel 13. Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 14. Niet deelnemen aan de advisering

De voorzitter en de leden nemen niet deel aan het adviseren over een bezwaarschrift en evenmin aan de daaraan voorafgaande voorbereidingen, indien hun onpartijdigheid of onafhankelijkheid in het geding kan zijn.

Artikel 15. Openbaarheid hoorzitting

  • 1. Het horen geschiedt door de commissie tijdens de openbare hoorzitting.

  • 2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter of een van de leden dat nodig oordeelt of een belanghebbende het verzoek daartoe doet. De commissie kan daarna beslissen dat de hoorzitting met gesloten deuren plaatsvindt, indien gewichtige redenen zich tegen openbaarheid verzetten.

Artikel 16. Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Van het horen wordt een verslag, als bedoeld in de artikelen 7:7 en 7:21 van de wet gemaakt, dat de naam en de hoedanigheid van de aanwezigen vermeldt. Het verslag geeft in het kort en zakelijk weer wat er tijdens de hoorzitting over en weer is gezegd en wat verder ter hoorzitting is voorgevallen.

  • 2. Het verslag vermeldt, in voorkomende gevallen, dat de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond en dat belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in tegenwoordigheid van elkaar zijn gehoord.

  • 3. Na de uitnodiging voor de hoorzitting en tijdens de hoorzitting overgelegde stukken worden in het verslag vermeld en aangehecht.

  • 4. De voorzitter en de secretaris ondertekenen het verslag.

Artikel 17. Nieuwe gegevens en nader onderzoek

  • 1. Wanneer na de hoorzitting aan de commissie nieuwe feiten of omstandigheden bekend worden die voor haar nog niet-uitgebrachte advies van aanmerkelijk belang kunnen zijn, wordt dit aan het bestuursorgaan en aan belanghebbenden meegedeeld. De voorzitter zal in dat geval uit eigen beweging of op verlangen van de commissie zonodig nader onderzoek doen.

  • 2. Wanneer na de hoorzitting aan het bestuursorgaan nieuwe feiten of omstandigheden bekend worden die voor de op het bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, wordt dit aan de commissie meegedeeld. De voorzitter zal in dat geval uit eigen beweging of op verlangen van de commissie of het bestuursorgaan zonodig nader onderzoek doen.

  • 3. De nieuwe feiten of omstandigheden en de uit een nader onderzoek verkregen informatie worden aan de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden bekend gemaakt. De commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na die bekendmaking aan de voorzitter verzoeken een nieuwe hoorzitting vast te stellen. De voorzitter beslist zo spoedig mogelijk en zendt de beslissing onverwijld aan de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden.

  • 4. Het in deze verordening over een hoorzitting bepaalde, wordt zoveel mogelijk op een nieuwe door de voorzitter vastgestelde hoorzitting toegepast.

Artikel 18. Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt over haar advies achter gesloten deuren. Haar advies is gebaseerd op de meerderheid van de stemmen. Als de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 2. Het advies vermeldt een minderheidsstandpunt en de daaraan ten grondslag liggende argumenten, indien de minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is deugdelijk gemotiveerd en geeft in voorkomend geval aan waarmee binnen het kader van heroverweging van het bestreden besluit rekening kan worden gehouden. In het advies wordt aandacht besteed aan de rechtmatigheid en de doelmatigheid van het bestreden besluit. Het advies behelst een voorstel voor de te nemen beslissing op bezwaar.

  • 4. De voorzitter en de secretaris ondertekenen het advies.

Artikel 19. Uitbrengen van het advies

  • 1. De voorzitter bevordert dat het advies, het verslag van de hoorzitting en eventuele nadere stukken, die nog niet in het bezit van het bestuursorgaan zijn, binnen acht weken na ontvangst van het bezwaarschrift aan het bestuursorgaan worden gezonden of overhandigd.

  • 2. De termijn wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de indiener is verzocht een verzuim als bedoeld in artikel 7, eerste lid onder b, te herstellen, tot de dag waarop het verzuim is hersteld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

  • 3. Indien naar het oordeel van de voorzitter het uitbrengen van advies onmogelijk binnen acht weken na ontvangst van het bezwaarschrift kan geschieden, stelt de voorzitter het bestuursorgaan hiervan op de hoogte. De voorzitter verzoekt het bestuursorgaan in dat geval de beslissing op bezwaar tot ten hoogste veertien weken na ontvangst van het bezwaarschrift te verdagen. Van een door het bestuursorgaan te nemen besluit tot verdaging, ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift. Verdere verdaging is mogelijk voor zover de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen worden geschaad of ermee instemmen.

Artikel 20. Intrekking oude verordening

De Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften Reeuwijk 1995 wordt ingetrokken.

Artikel 21. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de dag na haar vaststelling.

Artikel 22. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als:

Reglement adviescommissie voor bezwaarschriften Reeuwijk 2006

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Reeuwijk, gehouden op

2 oktober 2006

de grifiier, de burgemeester,

W.de Jong J. Elzinga

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Reeuwijk d.d. 25 juli 2006

De secretaris, de burgemeester,

H.Bruins J. Elzinga

Aldus besloten door de burgemeester van Reeuwijk d.d. 2 oktober 2006

De burgemeester,

J.Elzinga