Overheidsorganisatie | Gemeente Nieuw-Lekkerland |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening inzake de winkeltijden |
Citeertitel | Winkeltijdenverordening 1997 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Winkeltijdenwet, art. 3
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-1997 | 16-07-2013 | Onbekend | 12-02-1997 De Klaroen | Onbekend |
De raad van de gemeente Nieuw-Lekkerland;
gezien het advies van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Dordrecht;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 januari 1997;
gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;
B E S L U I T
vast te stellen de volgende:
Verordening inzake de winkeltijden
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Winkeltijdenwet;
feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag en tweede kerstdag.
1. Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen 8 weken.
2. Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste 8 weken verdagen.
1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van burgemeester en wethouders.
2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.
Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:
ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na de het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist ;
het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon - en leefklimaat ter plaatse;
de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijk termijn, binnen een redelijke termijn;
de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.
1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet, gelden niet op door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen feestdagen.
2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.
1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet vervat te verboden ten behoeve van winkels, die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon - en feestdagen tussen 0 en 16.00 uur.
2. Het college van burgemeester en wethouders kan voor ten hoogste één winkelontheffing verlenen.
3. Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:
de winkel dient gesloten te zijn tussen 0 en 16.00 uur;
er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet - en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank - en Horecawet.
4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon - en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.
1. Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste of tweede kerstdag, voorzover geen zondag zijnde, ten behoeve van:
bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;
het uitstallen van goederen.
2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.
Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.
1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.
2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon - en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op toelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.
De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, in verband met de toeristische aantrekkingskracht van dit gebied niet voor het deel van de gemeente genoemd Kinderdijk gedurende de periode van één april tot één oktober.
1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.
2. De Winkelsluitingsverordening 1994 wordt ingetrokken.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Winkeltijdenverordening 1997".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nieuw-Lekkerland d.d. 12 februari 1997.
De secretaris De voorzitter
(C. van Haaren) (J. de Jonge)