Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Hoogezand-Sappemeer

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesitatutie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Hoogezand-Sappemeer
Officiële naam regelingBeleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesitatutie
CiteertitelBeleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesitatutie
Vastgesteld doorgeattribueerde functionaris
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1 van de verordening onroerendezaakbelastingen Gemeente Hoogezand-Sappemeer
  2. artikel 2 van de verordening forensenbelasting Gemeente Hoogezand-Sappemeer
  3. artikel 3 van de verordening rioolheffing Gemeente Hoogezand-Sappemeer
  4. artikel 4 van de verordening reinigingsheffingen Gemeente Hoogezand-Sappemeer

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-201401-01-2018Nieuwe regeling

11-08-2014

Gemeenteblad/ nr. 50993/ jaargang 2014/ 17 september 2014

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

De heffingsambtenaar van de gemeente Hoogezand-Sappemeer.

Gelet op het bepaalde in:

- Artikel 1 van de verordening onroerendezaakbelastingen Gemeente Hoogezand-Sappemeer;

- Artikel 2 van de verordening forensenbelasting Gemeente Hoogezand-Sappemeer;

- Artikel 3 van de verordening rioolheffing Gemeente Hoogezand-Sappemeer;

- Artikel 4 van de verordening reinigingsheffingen Gemeente Hoogezand-Sappemeer;

Besluit vast te stellen de volgende:

BELEIDSREGELS VOOR HET AANWIJZEN VAN EEN BELASTINGPLICHTIGE IN EEN KEUZESITUATIE

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, perceel).

In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Hoogezand-Sappemeer een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden zijn.

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen

Daar waar in deze verordening wordt gesproken over beschikbare gegevens worden in eerste instantie bedoeld de gegevens zoals aanwezig in de Kadastrale administratie en de basisregistratie personen.

Voorkeursvolgorde

1. Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van

Genot hebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien

er met betrekking tot één roerende of onroerende zaak verschillende

categorieën genot hebbenden zijn, de aanslag in de onderstaande volgorde

gesteld ten name van:

1.1 De beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

1.1.1 De vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en

bewoning;

1.1.2 De opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht,

dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van

onder- of bovengrondse leidingen heeft;

1.1.3 De erfpachter dan wel de beklemde meier;

1.2 De eigenaar of de appartementsgerechtigde;

1.3 Degene die andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

2. Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van

Genot hebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de

aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

2.1 Indien er binnen één categorie genot hebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Hoogezand-Sappemeer wonen of gevestigd zijn:

2.1.1 Degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

2.1.2 Degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

2.1.3 Een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

2.1.4 Bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

2.1.5 Degene die bij de afdeling Publiekszaken als genot hebbende of gebruiker bekend is;

2.1.6 De eerst gerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.

2.2 Indien er binnen één categorie genot hebbenden geen personen zijn die

volgens de beschikbare gegevens in Hoogezand-Sappemeer wonen of

gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens

elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:

2.2.1 Degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

2.2.2 Een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

2.2.3 Bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

2.2.4 Degene die bij de afdeling Publiekszaken als genot hebbende of gebruiker bekend is;

2.2.5 De eerst gerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.

2.3 Indien er binnen één categorie genot hebbenden geen personen zijn die

volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn,

maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland

wonen of gevestigd zijn:

2.3.1 Degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

2.3.2 Degene die bij de afdeling Publiekszaken als genot hebbende of gebruiker bekend is;

2.3.3 De eerst gerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.

3. Met betrekking tot de onroerendezaakbelastingen die worden geheven

van gebruikers, de forensenbelasting, gebruikersdeel rioolheffing en de

afvalstoffenheffing, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten

name van:

3.1 Degene die op het laatste binnengemeentelijke adres belastingplichtig

was;

3.2 Degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

3.3 Degene die het langst gebruik maakt van het belastingobject;

3.4 De oudste in leeftijd, in geval van gelijktijdige vestiging in het

belastingobject;

3.5 Degene die de huur van het hele belastingobject betaalt aan een elders

wonende verhuurder;

3.6 Degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;

3.7 Degene die het grootste deel van het belastingobject gebruikt;

3.8 Degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

4. Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke

belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in

onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:

4.1 Ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;

4.2 Ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen.

5. De onderdelen 1 tot en met 4 vinden geen toepassing indien:

5.1 De aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het

voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen,

gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

5.2 Bij de afdeling publiekszaken bekend is dat één van de potentiële

belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil

hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de

belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

6. Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

7. Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen

aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting

te betalen, kan, indien kennis van de heffingsambtenaar of de

invorderingsambtenaar omtrent de betalingscapaciteit van de

belastingplichtige daartoe aanleiding geeft, ook tot een andere keuze

gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

8. Wijzigingen kunnen – indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige

is opgelegd – pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende

belastingtijdvak.

9. Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen

bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur.

(beroep bij de rechter is mogelijk).

10. Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op

andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 9 van

overeenkomstige toepassing.

11. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na

die van de bekendmaking.

12. Tegelijkertijd komen de beleidsregels voor het aanwijzen van een

belastingplichtige van 7 mei 2013 te vervallen, met dien

verstande dat zij van toepassing blijven op feiten die zich vóór de datum

van bekendmaking van deze regels hebben voorgedaan.

Inwerkingtreding

Aldus vastgesteld te Hoogezand op 11 augustus 2014

De heffingsambtenaar van de gemeente Hoogezand-Sappemeer.

E.Jansen

Bekend gemaakt op: 17 september 2014

In werking getreden op: 1 oktober 2014