Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Schermer

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Schermer
Officiële naam regelingVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs
CiteertitelVerordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Schermer 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs van 23-04-2002

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs, artikel 140 en 141
  2. Wet op de expertisecentra, artikel 134 en 135
  3. Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 96g en 96h

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Artikel 3: aanvullende voorziening door het college van burgemeester en wethouders

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-02-200901-01-2015Onbekend

27-01-2009

Polder Express, 04-02-2009

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

De raad der gemeente Schermer;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Gelet op artikel 140/141 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 134/135 van de Wet op de expertisecentra en artikel 96g/96h van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Gelet op de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden;

Gelet op artikel 5 van de Gemeentewet;

Gelet op artikel 4 van de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T:

Vast te stellen de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voorzover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;

  • c.

    school: school voor basisonderwijs, school voor (voortgezet) speciaal onderwijs en school voor voortgezet onderwijs;

    • -

      school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs:

    • -

      school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra:

    • -

      school voor voortgezet onderwijs: school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs.

  • d.

    Nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 76a of artikel 76b van de Wet op de expertisecentra, artikel X van de wet van 31 mei 1995 (Stb. 319) of artikel 75 van de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht

  • e.

    voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening;

  • f.

    aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

  • g.

    indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • h.

    toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • i.

    tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • j.

    subsidieplafond: het door de raad of burgemeester en wethouders vastgestelde bedrag, voor een door de raad aangewezen voorziening, dat ten hoogste beschikbaar is binnen een bepaald tijdvak;

  • k.

    feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van burgemeester en wethouders waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • l.

    subsidievaststelling: een beschikking zoals bedoeld in artikel 4:42 van de wet;

  • m.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht

Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1. De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2. De raad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid overdragen aan het college. Het college neemt daarbij de gemeentebegroting in acht.

  • 3. Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3 Aanvullende voorziening

  • 1. Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2. Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

HOOFDSTUK 2 Procedures

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.

Artikel 6 Indiening aanvraag
  • 1. Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.

  • 2. De aanvraag vermeldt:

    • a.

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste voorziening;

    • d.

      de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

    • e.

      een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

  • 3. Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslissen burgemeester en wethouders de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 7 Beslissingstermijn
  • 1. Het college beslist binnen twaalf weken na de indieningdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij de reden voor de verlenging aan.

  • 3. Het college stelt binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van de verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;

  • c.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen;

Artikel 9 Indiening aanvraag
  • 1. Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college.

  • 2. Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.

Artikel 10 Beslissingstermijn
  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag of binnen vier weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stellen burgemeester en wethouders het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

  • 2. Het niet beslissen binnen de termijn staat gelijk aan een beschikking tot toekenning van de voorziening.

Artikel 11 Weigeringsgronden
  • 1. Burgemeester en wethouders weigeren de aanvullende voorziening in ieder geval indien:

    • a.

      de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;

    • b.

      niet is voldaan aan een van de toekenningscriteria.

Paragraaf 2.3 Toekenning; intrekking of wijziging; verbod vervreemding

Artikel 12 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling
  • 1. De beschikking van het college houders tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

    • a.

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening; of

    • b.

      een subsidievaststelling.

  • 2. De beschikking bevat:

    • a.

      het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

    • b.

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

  • 3. De beschikking tot subsidievaststelling bevat voorts:

    • a.

      het bedrag van de subsidie;

    • b.

      voorzover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan burgemeester en wethouders.

    • c.

      de bepaling dat de wet van toepassing is en voor zover van belang welke afzonderlijke bepalingen of afwijkingen hierop van kracht zijn.

  • 4. De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 13 Intrekken of wijzigen beschikking

Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4.2 van de wet van toepassing.

Artikel 14 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen

Artikel 15 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 16 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1. De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Schermer 2009.

  • 2. De verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op dinsdag 27 januari 2009

De voorzitter
De griffier

Bijlage 'Voorzieningen'

A. FINANCIELE TEGEMOETKOMING IN DE KOSTEN VAN ADMINISTRATIE, BEHEER EN BESTUUR BIJ WIJZIGING VAN BESTUURSVORM ONDER GELIJKTIJDIGE BESTUURLIJKE SCHAALVERGROTING.

I. Aanduiding van de voorziening

Financiële tegemoetkoming in de kosten van administratie, beheer en bestuur voor die scholen die per 1 januari 2000 geconfronteerd worden met:

  • een wijziging in de bestuursvorm en

  • bestuurlijke schaalvergroting.

II. Indieningsdatum

Vóór 1 maart van het betreffende subsidiejaar, waarbij voor het jaar 2000 de uiterste indieningsdatum wordt gesteld op de eerste van de maand volgend op de datum van vaststelling van de verordening.

III. Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend

1 januari 2000 tot 1 januari 2005.

IV. Toekenningscriteria waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening:

  • IV a

    School soort

    Scholen voor basisonderwijs

  • IV b

    De voorziening staat niet open voor een nevenvestiging van een hoofdvestiging in een andere gemeente

  • IV c

    Hoofdgebouw/dislocatie/nevenvestiging

    Niet van toepassing

V. Wijze van toekenning met daarbij behorende berekeningseenheid

De voorziening wordt berekend en toegekend op basis van het aantal ongewogen leerlingen per 1 oktober 1999 en de daarop gebaseerde rijksvergoeding voor administratie, beheer en bestuur over het jaar 2000.

VI. Subsidieplafond

  • IV a

    Voor deze voorziening wordt een subsidieplafond gehanteerd.

    De jaarlijkse vaststelling van het subsidieplafond en de daarbij behorende verdelingsregels wordt opgedragen aan de ISOB-raad.

  • IV b

    Het subsidieplafond voor de negen gemeenten tezamen die in de Intergemeentelijke Stichting Openbaar Basisonderwijs participeren bedraagt maximaal 320.000 gulden (145.210 euro) per subsidiejaar. De berekening van de verdeling van het subsidieplafond over de deelnemende ISOB-gemeenten is onderdeel van deze bijlage.

B. FINANCIELE TEGEMOETKOMING IN DE KOSTEN VAN ADMINISTRATIE, BEHEER EN BESTUUR

I. Aanduiding van de voorziening

Financiële tegemoetkoming in de kosten van administratie, beheer en bestuur.

II. Indieningsdatum

Vóór 1 maart van het betreffende subsidiejaar, waarbij voor het jaar 2000 de uiterste indieningsdatum wordt gesteld op de eerste van de maand volgend op de datum van vaststelling van de verordening.

III. Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend:

1 januari 2000 tot 1 januari 2005.

IV. Toekenningscriteria waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

  • IV a

    Schoolsoort

    Scholen voor basisonderwijs.

  • IV b

    De voorziening staat niet open voor een nevenvestiging van een hoofdvestiging in een andere gemeente.

V. Wijze van toekenning met daarbij behorende berekeningseenheid

De voorziening wordt berekend en toegekend op basis van het aantal ongewogen leerlingen per 1 oktober 1999 en de daarop gebaseerde rijksvergoeding voor administratie, beheer en bestuur over het jaar 2000.

VI. Voorziening

De hoogte van de voorziening wordt gebaseerd op de tegemoetkoming in de kosten voor administratie, beheer en bestuur die de gemeente in het subsidiejaar aan de 180B verstrekt, afgezet tegen de rijksvergoeding in het jaar 2000 zoals vermeld in de berekening bij deze bijlage onderdeel A. Het aldus verkregen percentage wordt vermenigvuldigd met de rijksvergoeding voor administratie, beheer en bestuur zoals vermeld onder V.

Bij wijze van overgangsmaatregel kan eerst aanspraak worden gemaakt op de voorziening:

  • in het jaar 2000 en 2001: voorzover de door de gemeente aan de 180B verstrekte tegemoetkoming in de kosten voor administratie, beheer en bestuur meer bedraagt dan het bedrag in de onder onderdeel A van deze bijlage opgenomen berekening, zijnde 87,1423% van de rijksvergoeding voor de kosten van administratie, beheer en bestuur in het jaar 2000;

  • in het jaar 2002 en 2003: voorzover de door de gemeente aan de 180B verstrekte tegemoetkoming in de kosten voor administratie, beheer en bestuur meer bedraagt dan de helft van het bedrag in de onder onderdeel A van deze bijlage opgenomen berekening, zijnde 43,5712% van de rijksvergoeding voor de kosten van administratie, beheer en bestuur in het jaar 2000.

Vanaf het jaar 2004 is de overgangsmaatregel niet langer van toepassing.

Omtrent de door de gemeente aan de 180B verstrekte tegemoetkoming in de kosten voor administratie, beheer en bestuur vindt jaarlijks accountantscontrole plaats.

De schoolbesturen die op deze voorziening aanspraak kunnen maken worden uiterlijk zes maanden na afloop van het betreffende subsidiejaar over de inhoud van de rapportage van de accountant geïnformeerd.