Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Schermer

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Schermer
Officiële naam regelingReïntegratieverordening Wet werk en bijstand
CiteertitelReïntegratieverordening gemeente Schermer
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147, eerste lid
  2. Wet werk en bijstand, art. 7, 8 en 10, tweede lid
  3. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, art. 34, 35 en 36
  4. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 34, 35 en 36
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-11-200601-01-2012Onbekend

07-07-2004

Polder Express, 27-09-2006

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

De raad van de gemeente Schermer;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 juni 2004, nr. 16, inzake de reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand;

Gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7, 8 en 10 tweede lid van de Wet werk en bijstand, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

B E S L U I T :

Vast te stellen de navolgende: REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND

PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    De wet: de Wet werk en bijstand (Wwb);

  • b.

    IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers.

  • c.

    IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

  • d.

    Uitkeringsgerechtigden: personen met een uitkering ingevolge de Wwb, de IOAW of de IOAZ.

  • e.

    Anw-ers: personen met een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet die ingeschreven zijn bij de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI).

  • f.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • g.

    Nugger: de persoon die als werkzoekende is geregistreerd bij de CWI en die geen uitkeringsgerechtigde is.

  • h.

    Jongeren: uitkeringsgerechtigden en nuggers jonger dan 23 jaar.

  • i.

    Voorzieningen: voorzieningen bedoeld in artikel 7 eerste lid onder a van de wet, deze verordening en het beleidsplan als bedoeld in artikel 3, eerste lid van deze Verordening.

  • j.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schermer.

  • k.

    De raad: de gemeenteraad van de gemeente Schermer;

  • l.

    Arbeidsinschakeling: het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening als bedoeld in artikel 7, lid 1, onder a van de wet;

  • m.

    Algemeen geaccepteerde arbeid: alle arbeid, zonder beperkende voorwaarden qua aard en omvang van het werk en aansluiting op opleiding en ervaring, met uitzondering van illegale arbeid en arbeid tegen een lager loon dan het wettelijk minimum en rekening houdend met gewetensbezwaren zodanig dat deze strikt persoonlijke omstandigheden zwaarwegend zijn en een onvermijdelijk conflict opleveren met het te verrichten werk.

  • n.

    Gesubsidieerde arbeid: werk, waarbij de werknemer over het algemeen wel in staat is om productieve arbeid te verrichten, maar waarbij een verschil bestaat tussen de loonkosten van de werkgever en de mate waarin een gemiddelde werknemer deze productieve arbeid verricht.

  • o.

    Werknemers in gesubsidieerde arbeid: werknemers als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet.

PARAGRAAF 2 BELEID EN FINANCIEN

Artikel 2 Opdracht aan het college
  • Lid 1 Het college biedt aan bijstandsgerechtigden tot 65 jaar, personen met een nabestaanden- of halfwezenuitkering, niet-uitkeringsgerechtigden, alsmede aan personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en, voor zover het college dat noodzakelijk acht, een voorziening gericht op die arbeidsinschakeling. Artikel 40, 1e lid van de wet is van overeenkomstige toepassing.

  • Lid 2 Bij de keuze voor de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van een cliënt het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid.

  • Lid 3 Het college draagt zorg voor voldoende aanbod aan ondersteuning en voorzieningen.

Artikel 3 Beleidsplan
  • Lid 1 De gemeenteraad stelt ter nadere uitvoering van deze verordening jaarlijks een beleidsplan vast, waarin beleidsprioriteiten worden aangegeven, alsmede de hoogte en wijze van financiering.

  • Lid 2 Dit plan omvat in elk geval:

    • -

      een omschrijving van het beleid ten aanzien van de verschillende doelgroepen en de prioritering binnen en tussen die groepen, waarbij een evenwichtige aanpak als uitgangspunt wordt genomen;

    • -

      de wijze waarop de aanbesteding wordt vorm gegeven;

    • -

      de criteria voor het ontheffingenbeleid ten aanzien van de arbeidsverplichting, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de combinatie van arbeid en zorg;

    • -

      het flankerend beleid ten aanzien van zorg en hulpverlening.

  • Lid 3 Het college zendt eenmaal per jaar aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het beleid. Dit verslag wordt vorm gegeven conform het verslag als bedoeld in artikel 77 van de wet.

  • Lid 4 Het beleidsplan als bedoeld in het eerste lid, alsmede het verslag als bedoeld in het derde lid bevat het oordeel van de cliëntenraad.

Artikel 4 Aanspraak op ondersteuning
  • Lid 1 Uitkeringsgerechtigden, Anw-ers en Nuggers, alsmede personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, hebben aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling.

  • Lid 2 Het college doet een aanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze verordening en het in artikel 3 lid 1 genoemde beleidsplan.

Artikel 5 Verplichtingen van de cliënt
  • Lid 1 Een uitkeringsgerechtigde die door het college een voorziening wordt aangeboden is verplicht hiervan gebruik te maken.

  • Lid 2 De persoon die deelneemt aan een voorziening is gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen (Wet SUWI), alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

  • Lid 3 Indien een uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het tweede lid, kan het college een maatregel opleggen conform hetgeen hierover is bepaald in de afstemmingsverordening.

  • Lid 4 Indien de persoon, niet zijnde een uitkeringsgerechtigde, die gebruik maakt van een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het tweede lid, kan het college de kosten van die voorziening dan wel de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

Artikel 6 Sluitende aanpak
  • Lid 1 Elke uitkeringsgerechtigde van 23 jaar of ouder krijgt zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen 12 maanden na de dag waarop het recht op de uitkering is ontstaan, zoals bedoeld in artikel 44 lid 1 van de wet, een aanbod voor een voorziening gericht op inschakeling in algemeen geaccepteerde arbeid.

  • Lid 2 Een uitkeringsgerechtigde jonger dan 23 jaar krijgt zo snel mogelijk, doch uiterlijk binnen 6 maanden na de dag waarop het recht op de uitkering is ontstaan, zoals bedoeld in artikel 44 lid 1 van de wet, een aanbod voor een voorziening gericht op inschakeling in algemeen geaccepteerde arbeid.

  • Lid 3 Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing indien het college heeft bepaald dat voor deze persoon een volledige ontheffing van de arbeidsverplichting geldt.

PARAGRAAF 3 VOORZIENINGEN

Artikel 7 Algemene bepalingen over voorzieningen
  • Lid 1 In het beleidsplan, als bedoeld in artikel 3, wordt vastgelegd welke voorzieningen het college in ieder geval kan aanbieden, alsmede de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

  • Lid 2 Het college kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, aan de voorziening nadere verplichtingen verbinden.

  • Lid 3 Om voor de hieronder omschreven en opgesomde ondersteuning en voorziening in aanmerking te komen, dient de persoon te behoren tot de in artikel 2 lid 1 van deze verordening opgenomen en beschreven doelgroepen en als werkloos werkzoekende geregistreerd te zijn bij de CWI.

  • Lid 4 Het college kan ten aanzien van de voorzieningen, bedoeld in de artikelen 9 tot en met 15 nadere regels opnemen in het beleidsplan. Deze regels kunnen betrekking hebben op :

    • a.

      De voorwaarden waaronder een voorziening wordt aangeboden.

    • b.

      De weigeringsgronden bij het aanbieden van voorzieningen.

    • c.

      De intrekking of wijziging van de subsidieverlening of –vaststelling.

    • d.

      De aanvraag van en de besluitvorming over subsidies en premies.

    • e.

      De betaling van subsidies en het verlenen van voorschotten.

    • f.

      Het vragen van een eigen bijdrage.

    • g.

      Overige criteria voor het aanbieden van voorzieningen en het verstrekken van subsidies.

  • Lid 5 Het college kan een voorziening beëindigen:

    • a.

      indien de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 5 lid 2 van deze verordening niet nakomt;

    • b.

      indien de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van de wet;

    • c.

      indien de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze voorziening;

    • d.

      indien naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling.

PARAGRAAF 4 INSTRUMENTEN VOOR REÏNTEGRATIE

Artikel 8 Werk boven uitkering
  • Lid 1 Het college kan via tussenkomst van derden aan uitkeringsgerechtigden een tijdelijke baan aanbieden in plaats van een uitkering.

  • Lid 2 Het college kan aan uitkeringsgerechtigden tijdelijk werk aanbieden met behoud van uitkering.

  • Lid 3 Het college stelt in het beleidsplan nadere regels hiervoor arbeid vast.

Artikel 9 Gesubsidieerde arbeid
  • Lid 1 Het college kan aan uitkeringsgerechtigden als bedoeld in artikel 2 lid 1 ter bevordering van de arbeidsinschakeling gesubsidieerde arbeid aanbieden.

  • Lid 2 Het college kan hiervoor een subsidie verstrekken aan werkgevers die met personen als bedoeld in artikel 2 lid 1 een arbeidsovereenkomst sluiten om hen in de gelegenheid te stellen werkervaring op te doen.

  • Lid 3 De bemiddeling voor en de realisering van de werkervaringsplaatsen als bedoeld in lid 2 wordt in opdracht van het college verricht door een natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in het arbeidsproces bevordert.

  • Lid 4 Voor de bemiddeling en realisering van gesubsidieerde arbeid sluit het college een samenwerkingsovereenkomst en uitvoeringsovereenkomst af.

  • Lid 5 Het college stelt vast welke gegevens de werkgever moet verstrekken om in aanmerking te komen voor een loonkostensubsidie. Het college kan hiervoor aanwijzingen geven en modellen voorschrijven.

  • Lid 6 Het college stelt voorafgaand aan elk kalenderjaar de taakstelling voor de uitvoering vast.

  • Lid 7 De wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de subsidieverstrekking als bedoeld in lid 2, staan beschreven in de notitie Visie gesubsidieerde arbeid. Deze notitie maakt deel uit van deze verordening.

  • Lid 8 Het college zorgt bij de opdrachtverlening tot het realiseren van werkervaringsplaatsen ervoor dat verdringing van reguliere arbeid en concurrentieverstoring worden tegen gegaan.

  • Lid 9 Het verstrekken van de loonkostensubsidie voldoet aan de Europese wet- en regelgeving hieromtrent en geschiedt op basis van de beleidsaanbeveling Loonkostensubsidie en Europese regelgeving van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 10 Weigeren loonkostensubsidie

De subsidieverstrekking als bedoeld in artikel 9 kan, naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde gevallen, worden geweigerd indien:

  • a.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar is gesteld;

  • b.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente;

  • c.

    de werkgever voor de arbeidskosten van de werknemer een andere subsidie ontvangt.

Artikel 11 Vrijwilligerswerk
  • Lid 1 Het college kan aan uitkeringsgerechtigden vrijwilligerswerk aanbieden.

  • Lid 2 Hieronder wordt verstaan: onbetaalde, onverplichte activiteiten voor minimaal 8 uur en maximaal 20 uur per week bij een non profit organisatie als gevolg waarvan de reïntegratie van de deelnemer wordt bevorderd en gericht is op (gesubsidieerde) arbeidsinschakeling of maatschappelijke participatie. Het is een middel voor het opdoen of behouden van werkritme.

  • Lid 3 Voor het verrichten van vrijwilligerswerk kan het college een onkostenvergoeding verstrekken tot het wettelijk maximum per jaar.

Artikel 12 Sociale activering
  • Lid 1 Het college kan aan uitkeringsgerechtigden als onderdeel van een reintegratietraject activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering.

  • Lid 2 Onder sociale activering wordt verstaan het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten of het deelnemen aan activiteiten ter voorbereiding op een traject gericht op arbeidsinschakeling of gericht op het voorkomen van sociaal isolement.

Artikel 13 Scholing
  • Lid 1 Het college kan een vorm van scholing aanbieden gericht op arbeidsinschakeling.

  • Lid 2 Het college stelt hiervoor in het beleidsplan nadere regels vast.

Artikel 14 Zorg en hulpverlening
  • Lid 1 Het college geeft aan hoe een verantwoorde combinatie van werk en zorg op individueel niveau mogelijk is.

  • Lid 2 Het college stelt in het beleidsplan nadere regels hiervoor vast.

PARAGRAAF 5 PREMIES EN TERUGVORDERING

Artikel 15 Uitstroom premies
  • Lid 1 Het college kan aan uitkeringsgerechtigden die arbeid in dienstbetrekking aanvaarden dan wel gesubsidieerde arbeid verrichten en voorafgaand aan zijn of haar indiensttreding tenminste 12 maanden ononderbroken uitkering voor levensonderhoud heeft ontvangen op grond van de Wwb, Abw, Ioaw of Ioaz een éénmalige premie verstrekken van € 500,--.

    Ook indien arbeid wordt aanvaard waarmee niet volledig in de kosten van bestaan kan worden voorzien kan een premie worden verstrekt van max. € 250,--.

  • Lid 2 Het college stelt in het beleidsplan nadere regels vast over het gebruik en de hoogte van de hier bedoelde premie.

Artikel 16 Overige vergoedingen
  • Lid 1 Het college kan aan een deelnemer van een arbeidsmarktgerichte reïntegratieactiviteit een bijdrage verstrekken in de directe kosten die hiervoor moeten worden gemaakt.

  • Lid 2 Het college stelt in het beleidsplan nadere regels vast over het toekennen van de in lid 1 bedoelde vergoedingen.

Artikel 17 Terugvordering
  • Lid 1 Als een persoon die deelneemt aan of heeft deelgenomen aan een voorziening, zijn verplichtingen, als bedoeld in artikel 5 niet nakomt of niet is nagekomen, kan het college de door hem in het kader van die voorziening ten behoeve van deze persoon gemaakt kosten terugvorderen

  • Lid 2 Als een bijstandsgerechtigde zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 5 niet is nagekomen of niet nakomt, kan het college de uitkering verlagen, conform hetgeen hierover is bepaald in de Afstemmingsverordening Wwb.

  • Lid 3 Als een persoon die een uitkering ontvangt op grond van de IOAW of de IOAZ zijn verplichtingen als bedoeld in artikel 5 niet nakomt, kan het college de uitkering verlagen, conform hetgeen hierover is bepaald in artikel 20 van de IOAW en de IOAZ.

PARAGRAAF 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 19 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 20 Citeerwijze en inwerkingtreding
  • Lid 1 Deze verordening kan worden aangehaald als “Reintegratieverordening gemeente Schermer”.

  • Lid 2 Deze verordening treedt in werking 6 weken na datum bekendmaking

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Schermer op woensdag 7 juli 2004.

De voorzitter
De griffier