Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

Mandaatregeling 2015 (inclusief eerste wijziging)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingMandaatregeling 2015 (inclusief eerste wijziging)
CiteertitelMandaatregeling 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Tekst inclusief 1e wijziging. Regeling mede vastgesteld door de burgemeester.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. GVOP, 5 augustus 2015

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-08-2015Registers afdelingen Ruimte en Beheer openbare ruimte

28-07-2015

GVOP, 05-08-2015

73072
06-08-2015registers Ruimte en BOR

28-07-2015

GVOP, 5-08-2015

07-05-2015

28-04-2015

GVOP, 6-05-2015

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatregeling 2015

Mandaatregeling 2015

regelende de mandatering van bevoegdheden tot het nemen van besluiten en de ondertekening van stukken, het verlenen van volmachten voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verlenen van machtigingen voor het verrichten van feitelijke handelingen.

Afdeling I: Verlening mandaat

Artikel 1

Verlening

1.Ondertekeningsmandaat

De bevoegdheid tot het ondertekenen van stukken uitgaande van het college, als bedoeld in artikel 59a van de Gemeentewet, en van stukken uitgaande van de burgemeester wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6 en 7, lid 2 van deze regeling, opgedragen aan de manager. De manager kan de bevoegdheid ondermandateren. Tot de bevoegdheid tot het ondertekenen behoort ook de bevoegdheid tot het digitaal ondertekenen (d.m.v. elektronische handtekening) van stukken. Gebruikmaking van een gescande handtekening is uitsluitend mogelijk met uitdrukkelijke toestemming van betrokken bestuurder of functionaris.

2.Beslismandaat

De besluitvormende bevoegdheden die staan vermeld in het bij dit besluit behorende register worden gemandateerd aan de algemeen directeur, manager, griffier of andere functionaris die daarin genoemd is. Ondermandaat is mogelijk indien en voor zover dat in deze regeling of in het daarbij behorende register vermeld is. De aan de manager gemandateerde bevoegdheid kan ook worden uitgeoefend door de algemeen directeur.

3.Financiële verplichtingen

Indien de uitoefening van een bevoegdheid gepaard gaat met het aangaan vanfinanciële verplichtingen geldt, in afwijking van het bepaalde in het tweede lid en voor zover niet expliciet in de bij deze regeling behorende registers anders is vermeld, het volgende:

a. algemene financiële verplichtingen (geen betrekking hebbend op budgetten voor gemeenteraad, raadscommissies en griffie) bij exploitatie en projecten

  • 1.

    De voor een product of project aangewezen verantwoordelijke manager (hierna: productverantwoordelijke manager) heeft mandaat tot het aangaan van financiële verplichtingen, met inachtneming van het volgende:

    • a.

      als de verplichting hoger is dan € 50.000,-- mag alleen gebruik gemaakt worden van mandaat na instemming van de algemeen directeur;

    • b.

      als de verplichting betrekking heeft op inkoop van werken en hoger is dan € 250.000,-- mag alleen gebruik worden gemaakt van mandaat na instemming van de portefeuillehouder;

    • c.

      als de verplichting betrekking heeft op inkoop van leveringen of diensten of uitgaven i.v.m. aansprakelijkheidsstellingen wegens onrechtmatige daad of niet-nakoming van contracten en hoger is dan € 200.000,-- mag alleen gebruik gemaakt worden van mandaat na instemming van de portefeuillehouder;

    • d.

      als de verplichting betrekking heeft op subsidie geldt het bepaalde in het bij deze regeling gevoegde Register Algemeen.

  • 2.

    Ondermandaat van de bevoegdheid onder 1 is alleen mogelijk voor spoedeisende gevallen bij bedragen tot maximaal € 250,-- exclusief BTW (Bonnenboek).

  • 3.

    Bij het aangaan van financiële verplichtingen wordt bij bedragen hoger dan € 250,-- altijd gebruik gemaakt van een opdrachtbrief.

b. financiële verplichtingen betrekking hebbend op gemeenteraad, raadscommissies en griffie

  • 1.

    De griffier heeft, met inachtneming van de Verordening op de griffie, mandaat voor het aangaan van verplichtingen tot € 50.000,-- exclusief BTW. Ondermandaat aan griffiemedewerkers is niet mogelijk. Het hiervoor onder a2 bepaalde over het gebruik van het Bonnenboek is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    De raadsvoorzitter heeft met inachtneming van de Verordening op de griffie mandaat voor het aangaan van verplichtingen vanaf € 50.000,-- exclusief BTW en is bevoegd tot verlening van ondermandaat aan de griffier.

4.Accorderen facturen

De aangewezen budgetbeheerders zijn bevoegd tot het accorderen van nota’s indien deze overeenkomen met de verstrekte opdracht. Is er geen sprake van een dergelijke overeenkomst dan is de productverantwoordelijke manager bevoegd.

5.Vaststelling projectplannen

De bevoegdheid tot het vaststellen van een projectplan wordt, tenzij in een bestuursopdracht anders is bepaald, toegekend aan:

  • a.

    de productverantwoordelijke manager indien de waarde van het project het bedrag van € 50.000,-- excl. BTW niet te boven gaat;

  • b.

    de algemeen directeur indien de waarde van het project het bedrag van € 500.000,-- excl. BTW niet te boven gaat;

  • c.

    Boven een bedrag van € 500.000,-- geldt geen mandaat en is het college bevoegd tot vaststelling;

  • d.

    In een door het college vast te stellen projectplan kunnen van de mandaatregeling afwijkende bevoegdheden worden opgenomen.

  • e.

    het projectplan vermeldt de verantwoordelijke manager.

6. Algemeen uitgangspunt gebruikmaking mandaat

Bij de uitoefening van de bevoegdheden neemt de gemandateerde of ondergemandateerde het geldende beleid, en de wettelijke voorschriften en bepalingen, waaronder begrepen de voorschriften en bepalingen van deze regeling en het bijbehorende register in acht. Tevens neemt de gemandateerde of ondergemandateerde het bij de bevoegdheid behorende budget, zoals opgenomen in de programmabegroting of de productenraming in acht.

Artikel 2

Algemene uitzonderingen

De mandaatverlening geldt niet voor de bevoegdheid tot:

  • a.

    het vaststellen van beleidsregels;

  • b.

    het besluiten op bezwaarschriften;

  • c.

    het opleggen van sancties of disciplinaire maatregelen, tenzij in het register anders vermeld.

Artikel 3

Vervanging

  • 1.

    Bij afwezigheid van de algemeen directeur wordt deze vervangen door een door deze aangewezen plaatsvervanger.

  • 2.

    Bij afwezigheid van een manager wordt deze vervangen door:

    • a.

      een manager van een andere afdeling dan wel door de algemeen directeur voor zover de bevoegdheid van de manager betrekking heeft op het aangaan van financiële verplichtingen

    • b.

      in andere gevallen dan genoemd onder a. door de teamleider,

  • 3.

    Bij afwezigheid van een teamleider wordt deze vervangen door:

    • a.

      de manager voor zover de bevoegdheid van de teamleider betrekking heeft op het aangaan van financiële verplichtingen (tot € 250,--);

    • b.

      in andere gevallen dan genoemd onder a. door de manager of de door deze aangewezen functionaris.

  • 4.

    Bij afwezigheid van een medewerker wordt de (onder)gemandateerde bevoegdheid uitgeoefend door de teamleider dan wel een andere door de manager aangewezen functionaris.

  • 5.

    De griffier wordt bij afwezigheid vervangen door diens plaatsvervanger.

  • 6.

    De projectleider wordt bij afwezigheid vervangen door de in het projectplan aangewezen plaatsvervanger of door de productverantwoordelijke manager.

Afdeling II: Toepassing van het mandaat

Artikel 4

Stukken met beleidsaspecten

  • 1.

    De (onder-)gemandateerde legt stukken die beleidsaspecten bevatten ter nadere besluitvorming voor aan het bestuursorgaan.

  • 2.

    Stukken worden geacht beleidsaspecten te bezitten indien:

    • a.

      die zouden leiden tot een afwijking of aanvulling van de vaste bestuurspraktijk of vastgestelde beleidsregels;

    • b.

      afdoening daarvan niet voorziene financiële of andere belangrijke consequenties heeft;

    • c.

      dit door of namens het bestuursorgaan is kenbaar gemaakt;

    • d.

      het betreft de toepassing van een hardheidsclausule of een besluit m.b.t. een geval waarin een verordening of regeling niet voorziet.

Artikel 5

Portefeuille- of afdelingsoverstijgende onderwerpen

  • 1.

    Indien het onderwerp van mandaat meer dan één portefeuille of afdeling aangaat, dient alvorens een besluit wordt genomen tussen betrokkenen overeenstemming te bestaan over de wijze van afdoening.

  • 2.

    Bij het ontbreken van overeenstemming legt de gemandateerde de zaak ter nadere besluitvorming voor aan het verantwoordelijke bestuursorgaan.

Artikel 6

Beperking ondertekeningsmandaat

  • 1.

    De gemandateerde maakt geen gebruik van de bevoegdheid tot ondertekening van stukken indien:

    • a.

      de wens daartoe door of namens het bestuursorgaan kenbaar is gemaakt;

    • b.

      het formele correspondentie van het college of de burgemeester betreft aan de gemeenteraad, tenzij het betreft een spoedshalve toezending van vergaderstukken of stukken van algemene informatieve aard;

    • c.

      het stukken betreft waarvan ondertekening uit een oogpunt van representatie van de gemeente gewenst is;

    • d.

      zich na de beslissing van het bestuursorgaan nieuwe feiten voordoen of bekend worden als gevolg waarvan het besluit heroverweging verdient of aan het besluit alsnog bestuurlijke, politieke of andere zwaarwegende aspecten verbonden raken;

    • e.

      het betreft de formele verzending van besluiten van de gemeenteraad en brieven uitgaande van de gemeenteraad.

  • 2.

    In een geval als genoemd in het eerste lid onder a, b. en c. is een lid van het college (portefeuillehouder) bevoegd tot ondertekening.

Artikel 7

Ondertekeningsformule

  • 1.

    Een krachtens mandaat genomen besluit wordt door de gemandateerde als volgt ondertekend:

    De burgemeester, / Het college van burgemeester en wethouders,

    Namens deze/Namens het college,

    4 witregels voor handtekening

    Naam en functie bevoegde functionaris.

  • 2.

    Indien het mandaat uitsluitend betrekking heeft op ondertekening (ondertekeningsmandaat) vindt deze als volgt plaats:

    Overeenkomstig het besluit van de burgemeester, / Overeenkomstig het besluit van het college van burgemeester en wethouders,

    Naam afdeling

    4 witregels voor handtekening

    Naam en functie bevoegde functionaris.

Afdeling III: Volmacht en machtiging

Artikel 8 Toepasselijkheid
  • 1. De gemandateerde is tevens ge(vol)machtigd tot het verrichten van de met de gemandateerde bevoegdheid samenhangende privaatrechtelijke rechtshandelingen of feitelijke handelingen.

  • 2. De gemandateerde is bevoegd de volmacht c.q. machtiging aan een ander te geven.

  • 3. Op volmacht en machtiging is deze regeling zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Afdeling IV: Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 9 Wijziging wet- en overige regelgeving en organisatie
  • 1. De in deze regeling opgenomen mandaten worden geacht te zijn gewijzigd voor zoveel en op het tijdstip dat de hierin genoemde wetten, regelingen, beschikkingen en verordeningen zijn gewijzigd.

  • 2. Verleende mandaten en ondermandaten blijven van kracht na onderbrenging van een bevoegdheid bij een ander of nieuw organisatieonderdeel (taak volgt functie).

Artikel 10

Inwerkingtreding

  • 1.

    De regeling treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Alsdan vervalt de Mandaatregeling 2013, vastgesteld bij besluit van 29 januari 2013.

Artikel 11

Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als "Mandaatregeling 2015".

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 28 april 2015

Burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel.

De secretaris,

Drs. M.G.C. Wilms-Wils RA.

De burgemeester,

mr. I.R. Adema.

De burgemeester van de gemeente Veghel,

mr. I.R. Adema.

Toelichting op de Mandaatregeling 2015

I Algemeen

a. Regelgeving omtrent mandaat

In afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht zijn algemene bepalingen omtrent mandaat opgenomen. Gemeentelijke regelingen behoeven alleen nog bepalingen te bevatten omtrent mandaat voor zover deze de algemene regels aanvullen. Bij vragen omtrent de toepassing van mandaat dient dus niet alleen deze regeling doch zeker ook de Awb te worden geraadpleegd.

Voorts kunnen bijzondere wetten ook nog bepalingen bevatten omtrent mandaat. Het kan dan gaan om bepalingen waarin het gebruik van mandaat wordt ingeperkt (bijv. bepaling in de voormalige Algemene Bijstandswet die een mandaat voor het verlenen van bijstand verbood, tenzij de raad uitdrukkelijk anders bepaalt) of juist mogelijk wordt gemaakt (artikel 59a lid 2 van de Gemeentewet bevattende de mogelijkheid tot verlening van ondertekeningsmandaat m.b.t. stukken uitgaande van het college van burgemeester en wethouders).

Tenslotte is ook nog van belang dat artikel 3:79 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de titel over de volmacht ook buiten het vermogensrecht overeenkomstige toepassing vindt. Dit strekt zich in beginsel ook uit tot het nemen van besluiten in de zin van de Awb. De Awb derogeert echter aan titel 3.3 van het BW. Voor niet geregelde aspecten wordt aan de rechtsontwikkeling overgelaten in hoeverre via artikel 3:79 een of meer bepalingen over volmacht betekenis kunnen hebben voor mandaat. Gedacht zou hierbij kunnen worden aan de bekrachtiging van een zonder geldig mandaat genomen besluit (zie ook hierna onder b).

b. De regeling van mandaat in de Awb

Onder mandaat verstaat artikel 10.1 Awb: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Artikel 1:3 Awb verstaat onder een besluit een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Gelet op deze definitie kan ondertekeningsmandaat niet worden aangemerkt als mandaat in de zin van de Awb.

In feite is mandaat een opdracht van een bestuursorgaan (de mandaatgever) aan een ambtenaar of een ander orgaan (de gemandateerde) om de aan hem toegekende bevoegdheid in naam en onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan uit te oefenen. Er is sprake van een soort vertegenwoordigingsbevoegdheid. Het mandaterende bestuursorgaan blijft zelf verantwoordelijk voor de uitoefening van de bevoegdheid en treedt in geval van bezwaar- of beroep dan ook zelf op als verwerend orgaan.

Artikel 10:2 bepaalt dat een door de gemandateerde binnen de grenzen van zijn bevoegdheden genomen besluit geldt als een besluit van de mandaatgever. Gaat de gemandateerde zijn bevoegdheid te buiten (bijv. omdat wettelijke voorschriften of voorschriften opgenomen in regeling of register worden overschreden) dan is er sprake van een onbevoegd genomen besluit c.q. een bevoegdheidsgebrek.

Een dergelijk besluit kan in de bezwaarschriftenprocedure of voor de rechter meestal niet worden bekrachtigd door de mandaatgever. In de bezwaarschriftenprocedure zal het omstreden besluit moeten worden herroepen en het bestuursorgaan zal alsdan een nieuw besluit moeten nemen. In beroep zal het besluit, indien niet reeds in de bezwaarfase gecorrigeerd, worden vernietigd.

Overigens zal een belanghebbende, indien er sprake is van een voor hem positief besluit, veelal met een beroep op het vertrouwensbeginsel wel uit mogen gaan van een geldig mandaat (en dus besluit). Het is dus zaak er goed op te letten dat uitsluitend binnen de grenzen van het verleende mandaat besluiten worden genomen. Worden de grenzen overschreden dan is er geen mandaat.

Artikel 10:3 Awb bevat de uitzonderingen op de regel dat mandaatverlening in beginsel altijd mogelijk is. Geen mandaat is mogelijk:

  • ·

    indien een wettelijk voorschrift zich daartegen verzet.

  • ·

    indien de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet (bijv. het handhaven van de orde in vergaderingen of het mandateren van de bevoegdheid tot het verlenen van bouwvergunningen aan medewerkers van de afdeling sociale zaken);

  • ·

    van besluiten m.b.t. de vaststelling van algemeen verbindende voorschriften;

  • ·

    van besluiten die met versterkte meerderheid moeten worden genomen of waarvan de aard van de besluitvormingsprocedures zich anderszins tegen mandatering verzet (zal in de praktijk in Veghel niet voorkomen);

  • ·

    indien het betreft een bevoegdheid tot het beslissen op een beroepschrift.(komt in Veghel niet voor);

  • ·

    indien het betreft een vernietigingsbesluit of besluit tot onthouding van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan.(niet van belang voor Veghelse praktijk).

Het bestuursorgaan mag de gemandateerde bevoegdheid te allen tijde zelf blijven uitoefenen (10:7 Awb) en kan richtlijnen en aanwijzingen geven voor de uitoefening van de opgedragen bevoegdheid (10:6). Uit artikel 10:7 en 10:2 Awb volgt dat aantasting van het door de gemandateerde genomen besluit alleen kan door het bewuste besluit in te trekken en zelf een nieuw besluit te nemen. Overigens kan de mandaatgever ook te allen tijde het mandaat intrekken. (10:8).

Uit artikel 10:9 vloeit voort dat ondermandaat uitsluitend mogelijk is indien de mandaatgever dat uitdrukkelijk en schriftelijk bepaalt. Het register voorziet hierin. Voorts is van belang te vermelden dat artikel 10:5 Awb het mogelijk maakt om een incidenteel mandaat mondeling te verlenen. Het register is dus alleen uitputtend voor wat betreft de algemene mandaten en heeft geen betrekking op de incidentele mandaten.

c. Schakelbepaling volmacht en machtiging

Artikel 10:12 Awb bepaalt dat de regels van afdeling 10.1.1. van overeenkomstige toepassing zijn op het verlenen van volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en machtigingen tot het verrichten van feitelijke handelingen. Mandaat kan worden gezien als de publiekrechtelijke tegenhanger van de privaatrechtelijke volmacht. Mandaat, volmacht, en machtiging hebben alle betrekking op vertegenwoordiging. In de praktijk wordt vaak geen expliciet onderscheid gemaakt tussen deze bevoegdheden. Met de schakelbepaling wordt voorkomen dat onnodig verschillende regelgeving geldt voor mandaat, volmacht en machtiging.

Het belang van artikel 10:12 is dat op verlening van volmacht en machtiging aan ondergeschikten ("werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid") de Awb bepalingen inzake mandaat van toepassing zijn.

d. Samenloop mandaat en volmacht

In de mandaatregeling is in artikel 8 bepaald dat de gemandateerde in voorkomend geval tevens gevolmachtigde en gemachtigde is. Dit betekent dat degene die het besluit neemt ook de gemeente vertegenwoordigd bij eventuele verdere handelingen die noodzakelijk zijn bij de uitvoering van dat besluit, zoals bijv. het passeren van een notariële akte. De gevolmachtigde/gemachtigde is bevoegd de volmacht/machtiging aan een ander te geven.

Onderstaand wordt een voorbeeld gegeven van toepassing van deze bepaling alsmede van toepassing van artikel 10:12 Awb.

De bevoegdheid tot verkoop van gronden is gemandateerd aan de manager. Normaliter zou de burgemeester op grond van artikel 171 van de Gemeentewet bevoegd zijn de gemeente te vertegenwoordigen door de overeenkomst te ondertekenen en de notariële akte te passeren. Op grond van artikel 8, eerste lid van de Mandaatregeling geldt in dat geval echter dat de manager gevolmachtigd wordt om de gemeente te vertegenwoordigen. In de praktijk zal hij volmacht verlenen aan een medewerker tot het ondertekenen van de overeenkomst en aan de notaris om de akte te passeren.

In het register Algemeen, bevoegdheden alle afdelingen betreffende, is onder 3 bepaald dat de portefeuillehouder de gemeente vertegenwoordigd indien hij de wens daartoe kenbaar maakt. Dit zal zich voordoen bij representatieve kwesties.

Op de volmacht zijn niet van toepassing de bepalingen van titel 3.3 van het BW doch, naar analogie de bepalingen van titel 10.1.1. van de Awb. Dit betekent dat:

  • -

    nagegaan dient te worden of de aard van de bevoegdheid zich niet tegen volmacht verzet (10:3, eerste lid). Deze omstandigheid zal zich in de praktijk niet voordoen.

  • -

    de burgemeester aan de gemeenteraad verantwoording verschuldigd is voor het notarieel vastleggen van de overeenkomst (10:2 Awb)

  • -

    een volmacht die zich voor herhaalde toepassing leent schriftelijk dient te worden verleend (volgt uit artikel 1 van deze regeling) (10:5 Awb)

  • -

    de burgemeester de gevolmachtigde algemene en bijzondere instructies kan geven (10:6)

  • -

    de burgemeester de bevoegdheid nog steeds zelf kan uitoefenen (10:7 Awb)

  • -

    de burgemeester de volmacht ten alle tijde kan beëindigen (10:8)

  • -

    de burgemeester kan bepalen dat de gevolmachtigde "ondervolmacht" kan verlenen (10:9 Awb) Hiervan is in de regeling afgezien.

  • -

    uit overeenkomst moet blijken dat zij krachtens volmacht van de burgemeester is geschied (10:10)

Bij verlening van volmacht aan niet-ondergeschikten (bijv. volmacht aan een advocaat of notaris) blijft titel 3.3. van het BW volledig van toepassing.

e. Machtiging feitelijke handelingen

Om dezelfde reden als bij volmacht is de schakelbepaling van toepassing op het verlenen van machtigingen voor feitelijke handelingen. Bij feitelijke handelingen met worden gedacht aan:

  • -

    feitelijke handelingen ten aanzien van een ambtenaar als zodanig (vgl. 8:1, tweede lid Awb)

  • -

    het uitbrengen van een advies

  • -

    het daadwerkelijk horen van een belanghebbende

  • -

    vertegenwoordiging bij rechtbank (8:24 Awb) of andere instanties (2:1 Awb).

Voor de gevolgen van de schakelbepaling zij verwezen naar punt d.

f. Uitgangspunten van de regeling met register

Voor de toepassing van de mandaatregeling is het van belang goed onderscheid te maken tussen afdoenings- en ondertekeningsmandaat.

Bij afdoeningsmandaat wordt de uitoefening van de bevoegdheid inhoudelijk aan de gemandateerde overgelaten. Het bestuursorgaan neemt zelf geen feitelijke beslissing meer. Het afdoeningsmandaat gaat in vrijwel alle gevallen gepaard met een ondertekeningsmandaat. Het komt echter ook voor dat de ambtenaar de feitelijke beslissing neemt doch middels een stempel of machinaal de handtekening van het bestuursorgaan plaatst. Een goed voorbeeld hiervan is het rijbewijs.

Bij ondertekeningsmandaat (10:11 Awb) neemt het bestuursorgaan nog wel zelf de daadwerkelijke beslissing maar laat het de brief of het besluit waarin deze beslissing is neergelegd ondertekenen door de betreffende ambtenaar. In gevallen waarin sprake is van besluiten die een nadere bestuurlijke afweging vereisen wordt veelal alleen ondertekeningsmandaat verleend. Zoals eerder gesteld is ondertekeningsmandaat geen mandaat in de zin van de Awb.

De regeling en het register zijn omwille van enerzijds de benodigde rechtszekerheid voor de burger en anderzijds de benodigde flexibiliteit voor de organisatie gebaseerd op een tweetal uitgangspunten:

Afdoeningsmandaat

Afdoeningsmandaat is alleen verleend indien dat uitdrukkelijk in het afdelingsregister is vermeld (gesloten systeem).Zie artikel 1, lid 2 van de regeling. Indien bijv. in het register is bepaald dat de bevoegdheid tot het verlenen van een vergunning is gemandateerd geldt deze bevoegdheid uitdrukkelijk niet voor het weigeren van een vergunning. Indien in het register is bepaald dat de bevoegdheid m.b.t. een vergunning is gemandateerd impliceert dit zowel een verlening als een weigering. Tevens valt onder de bevoegdheid m.b.t. een vergunning de bevoegdheid tot het nemen van alle “deelbesluiten” die daaraan vooraf gaan (horen, herstel verzuim etc. Zie hiervoor ook register Bevoegdheden alle afdelingen betreffende onder Algemene wet bestuursrecht e.d.)

Indien afdoeningsmandaat is verleend impliceert dit ook een ondertekeningsmandaat (wie mag besluiten mag dat besluit ook zelf ondertekenen);

Indien het nemen van een besluit tevens betekent dat financiële verplichtingen worden aangegaan (beschikt moet worden over eenbudget) geldt een beperking. Ondermandaat aan medewerkers is dan (afgezien van het Bonnenboek) niet mogelijk. Zie toelichting bij artikel 1.

Ondertekeningsmandaat

Ondertekeningsmandaat geldt in vrijwel alle gevallen (open systeem).

Zie artikel 1, lid 1 van de regeling. Voor alle correspondentie of besluiten van burgemeester en wethouders en de burgemeester geldt een ondertekeningsmandaat, tenzij de bevoegdheid in artikel 6 van de mandaatregeling of in het bij de regeling behorende register is uitgesloten.

Elektronische handtekening/gescande handtekening

Diegene die bevoegd is tot ondertekening van fysieke stukken (brieven, besluiten e.d.) namens het bestuursorgaan is ook bevoegd tot het digitaal ondertekenen van digitale bestanden (digid).

Gebruikmaking van een gescande fysieke handtekening is uitsluitend mogelijk met uitdrukkelijke toestemming van betrokken bestuurder of functionaris.

Algemeen mandaat versus mandaat per geval (artikel 10:5 Awb)Algemeen mandaat is alleen mogelijk indien dat schriftelijk is vastgelegd, zoals in deze regeling met registers. In onvoorziene (meestal spoedeisende) gevallen kan een bestuurder ook mondeling een mandaat voor een bepaald geval verlenen.

Uitzonderingen: Bij twijfel, overleg met het bestuursorgaan!

Op bovengenoemde uitgangspunten worden m.b.t. het afdoeningsmandaat in de artikelen 4 en 5 en m.b.t. het ondertekeningsmandaat in artikel 6 een uitzondering gemaakt.

Vrij vertaald houden deze bepalingen in dat van afdoeningsmandaat geen gebruik mag worden gemaakt ingeval er sprake is van stukken die beleidsaspecten bevatten of ingeval het bestuursorgaan kenbaar heeft gemaakt zelf de beslissing te willen nemen. De gemandateerde mag dan geen besluit nemen. Het bestuursorgaan dient alsdan de beslissing zelf te nemen. Indien er twijfel bestaat over de vraag of al dan niet van het mandaat gebruik gemaakt kan worden is overleg met het bestuursorgaan noodzakelijk. Het bestuursorgaan kan dan zelf bepalen of de bevoegdheid al dan niet door de gemandateerde mag worden uitgeoefend.

II Artikelsgewijze toelichting mandaatregeling

Artikel 1

Dit artikel is de basis voor het bij de regeling behorende register dat alle vormen van algemeen mandaat bevat. Hiermee wordt voldaan aan de eis van artikel 10:5, twee lid Awb.

De bevoegdheden worden in de meeste gevallen rechtstreeks gemandateerd aan de manager.

De gemandateerde bevoegdheid kan ook worden uitgeoefend door de algemeen directeur. Uitgangspunt van de mandaatregeling is dat het bestuursorgaan opdrachten verstrekt aan de ambtelijke organisatie tot het nemen van of uitvoeren van besluiten namens het bestuursorgaan. In het register kan daarvan worden afgeweken (bijv. incidentele subsidieverlening tot € 5000,--)

Samenloop met financiële verplichtingen

Als de bevoegdheid tot het nemen van een besluit gepaard gaat met het aangaan van financiële verplichtingen geldt een beperking van het mandaat.

De nieuwe regeling voorziet in een strikte scheiding tussen:

  • ·

    enerzijds de bevoegdheid tot het aangaan van verplichtingen door de productverantwoordelijke managers (managers aangewezen als product- en daarmee tevens projectverantwoordelijke in de “Lijst productverantwoordelijken” van 29 oktober 2012) en

  • ·

    anderzijds het accorderen van facturen en de bewaking van de budgetten door de aangewezen budgetbeheerders (teamleiders, aangewezen beleidsmedewerkers en projectleiders).

Deze keuze is ingegeven door de wens om de budgettaire verantwoordelijkheden te verduidelijken en vereenvoudigen en een duidelijke scheiding aan te brengen in de verantwoordelijkheden.

Waar de vorige Mandaatregeling de projectleider nog bevoegd maakte tot het aangaan van verplichtingen is deze bevoegdheid in deze regeling komen te vervallen.

Verlening van ondermandaat van de bevoegdheid tot het aangaan van financiële verplichtingen door de productverantwoordelijke manager is, in afwijking van de vorige mandaatregeling, uitsluitend mogelijkvoor spoedeisende uitgaven kleiner dan €250,-- Ondermandaat kan alleen worden verstrekt voor spoedeisende gevallen. De opdrachtbon dient altijd zo spoedig mogelijk door de productverantwoordelijk manager te worden geaccordeerd.

Is de verplichting hoger dan een bedrag van € 50.000,-- dan is de toestemming van de Algemeen directeur vereist. Is de verplichting hoger dan €200.000,-- (bij inkoop van leveringen/diensten of aansprakelijkheidsstellingen) of hoger dan €250.000,-- (bij inkoop van werken) dan is de toestemming van de portefeuillehouder vereist.

Natuurlijk geldt ook hier het algemene uitgangspunt van de mandaatregeling dat geen gebruik mag worden gemaakt van de bevoegdheid als er gerede twijfel bestaat over de vraag of het aangaan van de verplichting (nog) wel past in het beleid van het college. (Zie artikel 4) Hier geldt: bij twijfel altijd ten minste de portefeuillehouder raadplegen.

In beginsel is de regeling bij projecten gelijkluidend. Alleen de productverantwoordelijke manager is bevoegd tot het aangaan van verplichting. De projectleider dient zich voor het aangaan van financiële verplichtingen te wenden tot deze manager. De projectleider treedt op als budgetbeheerder en accordeert de nota’s.

Het college kan in een door hem vast te stellen projectplan afwijken van de regels opgenomen in de Mandaatregeling.

Wijze van aangaan van een financiële verplichting

Een financiële verplichting kan alleen worden aangegaan via:

  • a.

    een opdrachtbrief (verplicht bij bedragen boven € 250,-- ex BTW) of

  • b.

    het bonnenboek (uitsluitend mogelijk bij bedragen tot € 250,--ex BTW) of

  • c.

    kleine kas

Ad a Opdrachtbrieven

Er mag geen enkele verplichting (inkoop van goederen, diensten of werken) van € 250,-- ex BTW of hoger worden aangegaan zonder opdrachtbrief.

  • Ø

    Bij uitgaven tussen € 250,-- en € 50.000,-- is de productverantwoordelijke manager zonder meer beslissingsbevoegd.

  • Ø

    Bij uitgaven boven € 50.000,-- is de productverantwoordelijke manager ook beslissingsbevoegd maar dient deze vooraf expliciet toestemming van de algemeen directeur te verkrijgen voor het aangaan van de verplichting.

  • Ø

    Bij verplichtingen hoger dan €200.000/€250.000,-- (zie artikel 1, lid 3 onder a) geldt de verplichting tot het vragen van toestemming aan de portefeuillehouder.

Omdat de productverantwoordelijke manager het besluit in alle gevallen met mandaat neemt ondertekent deze de opdrachtbrief namens het college.

Ad b Bonnenboek

Bij uitgaven/verplichtingen tot maximaal € 250,--ex BTW mag door directie, managers en teamleiders gebruik gemaakt worden van het Bonnenboek. Als de manager niet aanwezig is dan wordt deze vervangen conform artikel 3 van de Mandaatregeling 2013.

Op elke afdeling, bij de griffie en bij het secretariaat van de directie en het bestuur is een bonnenboek aanwezig.

Ad c Kleine kas

Uit de kleine kas op het KCC kunnen (uitsluitend voor representatie en in geval de leverancier het Bonnenboek niet accepteert) kleine bedragen worden opgenomen. Zie administratieve afspraken vastgesteld door het DMO. Van belang is dat de voorwaarden m.b.t. het bonnenboek blijven bestaan.

Regeling voor Projecten

Voor projecten geldt in beginsel hetzelfde regime als bij de exploitatie. Dat wil zeggen: uitsluitend de productverantwoordelijke (=projectverantwoordelijke) manager is bevoegd tot het aangaan van verplichtingen. Boven genoemde drempelbedragen is toestemming nodig van de en directeur of de portefeuillehouder. De projectleider accordeert de nota’s.

Bevoegdheid tot vaststelling van Projectplan

De aangewezen productverantwoordelijke managers zijn bevoegd tot vaststelling van projectplannen voor projecten met een omvang tot maximaal € 50.000,-- ex BTW . Tussen 50.000,-- en € 500.000,-- is de directie bevoegd. Daarboven is vaststelling van het projectplan voorbehouden aan het college. In het projectplan kan het college een van de Mandaatregeling afwijkende regeling van bevoegdheden opnemen.

Opdrachtbrieven en bonnenboek

Uitgangspunt is ook bij projecten dat opdrachtbrieven (zie hierboven) worden gebruikt

Het gebruik van het bonnenboek is ook bij projecten mogelijk tot een bedrag van maximaal € 250,--

Accorderen nota’s

De aangewezen budgetbeheerders (meestal teamleiders, projectleiders en beleidsmedewerkers ) zijn bevoegdeen nota te accorderen. Van belang is dat de nota alleen mag worden geaccordeerd als deze in overeenstemming is met de afgesproken prestatie (qua prijsstelling, kwaliteit en hoeveelheden). Als dit niet het geval is zal de nota moeten worden voorgelegd aan de manager. Veelal zal een aanvullende opdracht moeten worden gegeven door de productverantwoordelijke manager.

Artikel 2

In aanvulling op artikel 3:10 Awb is in dit artikel weergegeven voor welke bevoegdheden de in het register vermelde mandaten niet gelden.

Artikel 3

Dit artikel regelt de vervanging in geval van afwezigheid van de gemandateerde en spreekt voor zich.

Artikel 4 en 5

Deze artikelen bevatten een uitwerking van artikel 10:6 eerste lid Awb.

Artikel 6

Dit artikel geeft aan in welke gevallen geen gebruik mag worden gemaakt van het ondertekeningsmandaat. Het betreft hier met name gevallen waarin het uit een oogpunt van representatie van belang is dat een bestuurder ondertekent.

Artikel 7

De in dit artikel opgenomen ondertekeningsformules zijn een uitwerking van het voorschrift vervat in artikel 10:11 Awb, in welk artikel is bepaald dat in geval van ondertekeningsmandaat uit het besluit moet blijken dat het door het bestuursorgaan zelf genomen is.

Artikel 8

Eerste lid. Zie algemene toelichting

Tweede lid. Dit lid verklaart de regels omtrent mandaat zoveel mogelijk van toepassing op volmacht en machtiging. In de praktijk betekent dit met name dat in geval van beleidsgevoelige aspecten overleg gepleegd dient te worden met volmachtgever of machtigingverstrekker (het college of de burgemeester). Als voorbeeld hiervoor kan worden genoemd de noodzaak overleg te plegen met het college ingeval er gewijzigde omstandigheden zijn die leiden tot nieuwe inzichten en mogelijk een nieuw besluit.

Overzicht van de wijzigingen ten opzichte van de Mandaatregeling 2013

De wijzigingen ten opzichte van de huidige regeling en -registers zijn kort samengevat als volgt:

1. De regeling

De regeling zelf is niet gewijzigd.

2. Register Algemeen:

  • a.

    (11). Incidentele subsidies: Aangegeven is dat als de raad een krediet beschikbaar heeft gesteld dat besluit wordt geacht beleid te bevatten. Daarmee wordt bereikt dat met mandaat een besluit kan worden genomen. De bepaling dat een afschrift aan de portefeuillehouder moet worden verstrekt is vervangen door de bepaling dat de portefeuillehouder over het besluit wordt geïnformeerd. Dit sluit beter aan bij de huidige praktijk.

  • b.

    (12). Subsidies monumenten, onderhoud bomen e.d.: de bepaling dat het beleid expliciet moet zijn vastgesteld is geschrapt omdat inmiddels beleidsregels zijn vastgesteld.

  • c.

    (24). Indienen zienswijzen tegen ontwerpbesluiten van medeoverheden. Deze nieuwe bevoegdheid is opgenomen omdat er in de praktijk behoefte aan bestaat. Vanzelfsprekend geldt hier het algemene uitgangspunt dat de in te brengen zienswijze aansluit bij het gemeentelijke beleid.

  • d.

    (33). De handhavingsbevoegdheden (last onder bestuursdwang en dwangsom) zijn samengevoegd.

3. Register Adviesdiensten

  • a.

    (-) De bevoegdheden m.b.t. huisverbod en gebiedsverbod en bevolkingszorg zijn overgeheveld naar de afdeling VenH.

  • b.

    (3). De bevoegdheid tot het vervroegd aflossen van aan de gemeente verstrekte leningen is toegevoegd.

4. Register Beheer openbare ruimte

  • a.

    (3) Begraafplaatsen; de taakverdeling tussen de afdeling en het Klantcontactcentrum is beter vastgelegd.

  • b.

    (8) Vastgelegd is dat de storingscoördinator een bevoegdheid heeft tot een bedrag van €5000,--

5. Griffie

Opgenomen is de bevoegdheid m.b.t. subsidie op grond van de verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning. De bestaande praktijk waarin jaarlijks een incidenteel mandaat werd verleend wordt hiermee vastgelegd.

6. Register Klantcontactcentrum

  • a.

    (14) Afbakening taken lijkbezorging met BOR

  • b.

    (19-24) De bestaande mandaten in het kader van de Jeugdwet zijn hier opgenomen.

  • c.

    (25) Parkeervergunningen. Deze bevoegdheid is overgeheveld van de afdeling Ruimte.

  • d.

    (-) De overige in dit register aangebrachte wijzigingen zijn van louter technisch-juridische aard (o.a. vervallen naamswijziging, invoering wet BRP).

7. Register Ontwikkeling

  • a.

    (3) Naamgeving wetgeving geactualiseerd

  • b.

    (4 -14) De bestaande mandaten in het kader van de Jeugdwet zijn hier opgenomen

8. Register Ruimte

  • (19) vastgelegd is de overheveling van de taken van de havenmeester van de afdeling Vergunning en Handhaving naar Ruimte.

9. Register Vergunning en handhaving

  • a.

    (1) Omgevingsvergunningen de omschrijving is aangepast om de afbakening met de afdeling Ruimte en de ODBN te verduidelijken. Om dezelfde reden zijn de in het vorige register opgenomen bevoegdheden m.b.t. geluid en asbest geschrapt.

  • b.

    (14) Handhaving Opiumwet. De mogelijkheid van mandaat aan de manager is ingevoegd (was in de vorige versie abusievelijk weggelaten)

  • c.

    (18-20) Vastgelegd is dat de bevoegdheden m.b.t. het huisverbod, gebiedsverbod en bevolkingszorg zijn overgegaan van Adviesdiensten naar Vergunning en handhaving.

Wijziging registers in het besluit tot wijziging van de Mandaatregeling 2015 d.d. 28 juli 2015:

Taken van de Afdeling Ruimte zijn overgeheveld naar de Afdeling Beheer openbare ruimte.

0-0-0-0

Bijlage 1 Register Algemeen 2015-1

AFDOENING VAN VOORBEREIDINGS- EN UITVOERINGSHANDELINGEN EN VERTEGENWOORDIGING
 
Omschrijving bevoegdheidBetrokken orgaanAfdoenings- en tekenmandaatOnderman­daatSpecifieke bepalingen
De afdoening van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, waaronder in ieder geval begrepen: a. het vragen van inlichtingen bij derden; b. het toezenden aan overheidsinstellingen of derden van gevraagde of verplicht te verstrekken statistische en andere gegevens; c. het verstrekken van inlichtingen over het in de gemeente gevolgde beleid en over de interpretatie door de gemeente van voorschriften en richtlijnen. (bijv. uitleg bestemmingsplan, verordening of milieurichtlijnen of beleidsregels); d. het doen van BTW-aangiften; e. correspondentie m.b.t. vergoedingen van het Rijk of andere instellingen; f. het vragen van adviezen aan gemeentelijke diensten of derden indien daaraan geen kosten verbonden zijn of indien het vragen van een dergelijk advies is voorgeschreven. ( bijv. Welstand, GGD, Onderwijsinspectie, Adviescommissie agrarische bouwaanvragen, advies instantie op grond van de Procedureverordening planschadevergoeding); g. het zenden van ontvangstbevestigingen; h. het opvragen van wettelijk voorgeschreven accountantsverklaringen; i. het aansprakelijk stellen voor herstel van schade door derden aan gemeente-eigendommen; j. het verzenden van uitnodigingen voor een gesprek (bijv. aangaande of bijdrage, het verstrekken of inwinnen van informatie e.d.); k. het opzeggen van abonnementen op tijdschriften.B en W / Burg.MANMBepaling bij c.: het verstrekken van inlichtingen mag nimmer het karakter hebben van toezeggingen waaraan rechten kunnen worden ontleend. Toezeggingen kunnen uitsluitend schriftelijk door een bestuursorgaan (derhalve niet door individuele leden daarvan) worden gedaan.
Besluiten met betrekking tot privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 160 Gemeentewet, (bijv. aangaan en opzeggen van contracten) met uitzondering van: a. de besluiten als bedoeld in het tweede lid van artikel 160 Gemeentewet (deelneming in stichtingen e.d.); b. de besluiten waarvan het college de raad op grond van artikel 169, lid 4 van de Gemeentewet vooraf inlichtingen dient te verschaffen indien de raad daarom vraagt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. B en WMANMBij contracten met financiële gevolgen waarover nog niet eerder besloten is zie ook hierna onder 4 !!!
Vertegenwoordiging van de gemeente in en buiten rechte (volmacht) ingeval de onderliggende bevoegdheid niet is gemandateerd. (Bij gemandateerde bevoegdheden ligt vertegenwoordigingsbevoegdheid buiten rechte al bij de gemandateerde -zie artikel 9 van de Regeling) Voorbeeld: passering aktes namens gemeente.Burg.MANM en aan derdenVan bevoegdheid mag geen gebruik worden gemaakt indien de burgemeester of de portefeuillehouder de wens te kennen heeft gegeven van de bevoegdheid gebruik te willen maken.
FINANCIËLE ZAKEN
4. a. Algemeen: bevoegdheid tot het aangaan van financiële verplichtingen die geen  betrekking op de raad, raadscommissies en griffie met inachtneming van het volgende: 1. als de verplichting hoger is dan € 50.000,00 ex BTW mag alleen gebruik gemaakt worden van mandaat na instemming van de algemeen directeur; 2. als de verplichting betrekking heeft op inkoop van werken en hoger is dan €250.000 ex BTW mag alleen gebruik gemaakt mag worden van mandaat na instemming van de portefeuillehouder; 3. als de verplichting betrekking heeft op inkoop van leveringen of diensten of uitgaven i.v.m. aansprakelijkheidsstellingen wegens onrechtmatige daad of niet-nakoming van contracten en hoger is dan €200.000 ex BTW mag alleen gebruik gemaakt worden van mandaat na instemming van de portefeuillehouder; 4. als de verplichting betrekking heeft op subsidie geldt het bepaalde hierna in dit register; b. Raad: financiële verplichtingen betrekking hebbend op gemeenteraad, raadscommissies en griffie: verplichtingen tot € 50.000,-- ex BTW. De raadsvoorzitter heeft met inachtneming van de Verordening op de griffie mandaat voor het aangaan van verplichtingen vanaf € 50.000,-- ex BTW en is bevoegd tot verlening van ondermandaat aan de griffier. c. Bonnenboek/opdrachtbrief  Bij het aangaan van financiële verplichtingen wordt bij bedragen hoger dan € 250,-- ex BTW altijd gebruik gemaakt van een opdrachtbrief.  B en W / Burg.                       RaadMAN (product- of procesverantwoor-delijke)                   Raadsvoorzitter /GriffierM            GriffierZie artikel 1 en toelichting daarop in de Mandaatregeling. Ad a. Ondermandaat alleen mogelijk voor spoedeisende gevallen bij bedragen tot maximaal € 250,-- exclusief BTW (Bonnenboek). Opdrachtbon dient achteraf te worden geaccordeerd door productverantwoordelijk manager.    
Het akkoord verklaren van facturen. B en W / Burg.MANBudgetbe- heerderOndermandaat alleen mogelijk aan aangewezen budgetbeheerders. Voorwaarde: de factuur moet overeenkomen met de verstrekte opdracht (zo niet: nieuwe of aanvullende opdrachtbrief manager).
Het tekenen van betalingsopdrachten aan kassier en comptabele.B en WMAN M Ondermandaat alleen aan teamleider mogelijk
Besluiten m.b.t. heffing en invordering belastingen.Heffings- en invorderings ambtenaar aangewezen door het college *** Zie afzonderlijk mandaatbesluit van Heffings- en invorderingsambtenaar.
AANBESTEDING VAN WERKEN EN INKOOP VAN LEVERINGEN EN DIENSTEN
Besluiten m.b.t. aanbestedingen en daaruit voortvloeiende voorbereidings- en vervolghandelingen met inachtneming van Inkoopbeleid gemeente Veghel B en WMAN MLET OP: het aangaan van de financiële verplichting blijft bevoegdheid manager. (zie 4). Bij offerteaanvraag altijd Algemene Inkoopvoorwaarden van de gemeente voegen.
Besluiten tot aanwijzing directievoerders en toezichthouders.B en WMAN/ProjectleiderMOndermandaat alleen aan teamleider mogelijk
Opdragen van meer- en minderwerk, bestekswijzigingen en regiewerk bij de in uitvoering zijnde werken. B en WMAN/Projectleider  LET OP: het aangaan van de financiële verplichting is de bevoegdheid van de productverantwoordelijke manager (zie 4)
SUBSIDIES
Besluiten m.b.t. aanvragen tot c.q. ambtshalve verlenen en vaststellen van incidentele subsidies op grond van gemeentelijke subsidieregelingen (niet zijnde subsidieregeling voor (groen) monumenten en bomen en regeling Gevelkwaliteitsstimulering centrumgebied Veghel – zie daarvoor hierna) met inachtneming van door het college geformuleerde beleid. B en WMAN/PM1. Mandaat manager tot 1000,-- en portefeuillehouder tot € 5000,-- indien het beleid expliciet is vastgesteld. Ondermandaat aan medewerker mogelijk bij bedragen tot € 1000,-- 2. Een raadsbesluit tot beschikbaar stelling van een krediet wordt geacht expliciet beleid te bevatten. Manager heeft–in afwijking van het onder 1 gestelde- mandaat tot het bedrag dat de raad als krediet heeft vastgesteld.    
Besluiten m.b.t. aanvragen om subsidies op grond van de regeling voor (groen)monumenten, onderhoud van bomen en gevelkwaliteitsstimulering centrumgebied VeghelB en WMAN  
Besluiten m.b.t. aanvragen tot c.q. ambtshalve verlenen en vaststellen van jaarlijkse subsidies alsmede het verstrekken van voorschotten m.b.t. subsidies tot krachtens in gemeentelijke subsidieregelingen opgenomen normen.B en WMAN Voor subsidies krachtens regionale en gemeenschappelijke regelingen alleen tekenmandaat. 
Besluiten m.b.t. vaststellen subsidieplafonds conform het door college van B&W vastgestelde overzicht subsidies.B en WMAN  
De bevoegdheid tot het aanvragen van subsidies door de gemeente bij derden (bijv. Europese subsidies) B en WMAN  
OVERIGE ALGEMENE AANGELEGENHEDEN
Het beheren van de verwerking van persoonsgegevens welke vallen onder werkingssfeer van de Wet beheer persoonsgegevens en de eventueel daarop gebaseerde gemeentelijke regelingen en het verstrekken van informatie hieromtrent.B en W / Burg.  MANM 
Het beheren en bewerken van alle wettelijke basisregistraties en- administraties ((o.a. Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), Basisregistratie personen en Reisdocumenten, Basisregistratie Topografie (BRT), Basisregistratie Nieuw handelsregister(NHR), Basisregistratie kadaster (BRK) Basisregistratie Onroerende Zaken (WOZ) Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT)) en het uitvoeren van alle verdere daaruit voortvloeiende werkzaamheden (bijv. elektronisch waarmerken en het verstrekken van wettelijke verklaringen ) B en WMANM 
Het digitaal waarmerken en publiceren van digitale bestanden (o.a. digitale bestemmingsplannen, verordeningen en besluiten) B en WMANM 
Het beheren van het Register en de registratie als bedoeld in de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingenB en W MAN (vakafdeling)M 
Het verstrekken van verklaringen als bedoeld in de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen B en WMAN (vakafdeling)M 
Het doen van aanvragen om vergunningen waarbij het college of de burgemeester zelf de aanvrager is. (bijv. omgevingsvergunning). B en W / Burg.MANM 
Het voorzien van aanvragen van derden van een advies of akkoordverklaring t.b.v. het verkrijgen van een overheidsbijdrage of -beschikking (bijv. advisering t.b.v. aanvraag vergunning t.b.v. ontgronding; verklaringen bij gereedmeldingen van woningen; huursubsidie e.d.).Raad (del) / B en W / Burg.MANM   
ALGEMENE WET BESTUURSRECHT en OVERIGE WETGEVING MET SOORTGELIJKE BEVOEGDHEDEN:
Het verrichten van handelingen ter voorbereiding van beschikkingen, waaronder in ieder geval begrepen: 1. de beoordeling van de ontvankelijkheid van aanvragen en het eventueel besluiten om de aanvraag niet in behandeling te nemen* 2. het bieden van gelegenheid tot het herstel van vormfouten; 3. het verzorgen van voorgeschreven publicaties van aanvragen; 4. het horen van (derden-) belanghebbenden; 5. het beleggen van een (eventuele) hoorzitting in het kader van een uniforme voorbereidingsprocedure; 6. het toezenden van afschriften van ingebrachte zienswijzen aan de aanvrager en de adviserende bestuursorganen; 7. het verdagen van de beslissingstermijn; 8. het opvragen van voorgeschreven of noodzakelijke adviezen. 9. het al dan niet bieden van inspraak op grond van de Inspraakverordening Raad (del) / B en W / Burg.MANM 
Het indienen van zienswijzen tegen ontwerpbesluiten van medeoverheden. B en W MAN  
Het nemen van besluiten m.b.t. vaststelling van dwangsommen bij niet tijdig beslissen als bedoeld in artikel 4:18 AwbRaad (del) / B en W / Burg.MAN  
Het nemen van besluiten ter voorbereiding en uitvoering van de beslissing op bezwaarschriften en behandeling van beroepschriften, waaronder in ieder geval begrepen: 1. Het bieden van gelegenheid tot herstel van vormverzuim (6:6 Awb); 2. Bieden gelegenheid tot verschoning termijnoverschrijding (6:1 Awb); 3. Doorzending bezwaar- of beroepschrift (6:15 Awb); 4. Uitnodiging voor hoorzitting/achterwege laten hoorzitting (7:2 en 7.3 Awb); 5. Mededeling ter inzage gelegde stukken en mededeling mogelijkheid tot indiening nadere stukken (7:4 Awb); 6. Inlichting belanghebbende die niet bij het (gescheiden) horen aanwezig is geweest (7:6 Awb); 7. Mededeling nieuwe feiten en horen belanghebbende daaromtrent (7:9 Awb); 8. Verdaging van beslissing op bezwaarschrift (7:10 Awb); 9. Het indienen van verweerschriften en schriftelijke duplieken in beroep en hoger beroep.Raad (del) / B en W / Burg.MAN van afdelingen belast met afhandeling bezwaar- en beroepschriften  M van afdelingen belast met afhandeling bezwaar- en beroepschriftBeslissing op bezwaarschrift niet gemandateerd. Beslissingsbevoegdheid bij bezwaarschriften tegen belas­tingaanslagen ligt bij heffings- en invorderingsambtenaar.  
Afhandeling klachten.Raad / B en W / Burg.**-**Zie specifieke regels opgenomen in Beleidsregels intern klachtrecht.
Het aanwijzen van personen die de gemeente of de gemeentelijke bestuursorganen vertegenwoordigen bij de behandeling van bezwaarschriften, het voeren van rechtsgedingen (bestuurlijk, civiel, strafrechtelijk en fiscaal) bij de rechtbank, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale raad van beroep, het College van beroep voor het bedrijfsleven, het Gerechtshof, de Hoge Raad en Gedeputeerde Staten.Raad (del) / B en W / Burg.MAN  Aangewezen persoon is bevoegd alles te doen wat in het belang van de gemeente of het betrokken bestuursorgaan is (incl. financiële afwikkeling geschil tijden comparitie of regiezitting).
Besluiten m.b.t. het voeren van civielrechtelijke gedingen en voeging in strafprocessenB en WMANM** Ondermandaat alleen mogelijk bij besluiten tot voeging in strafrechtelijke procedures
Besluiten m.b.t. de keuze voor mediation.B en WMAN  
WET OPENBAARHEID VAN BESTUUR
Wet openbaarheid van bestuur: afdoening aanvragen om informatie.  Raad (del) / B en W / Burg.MANM 
TOEZICHT EN HANDHAVING ALGEMEEN
Besluiten m.b.t. aanwijzing toezichthouders en eventuele beperking bevoegdheden als bedoeld in afdeling 5.2. van de Algemene wet bestuursrecht.B en W / Burg.MAN  
Besluiten m.b.t. de oplegging en uitvoering van een (preventieve) last onder bestuursdwang en dwangsom. Daaronder in ieder geval begrepen spoedshalve toepassing van bestuursdwang, besluiten op verzoek om wijziging van de begunstigingstermijn, besluit m.b.t. het innen c.q. invorderen van dwangsommen (inclusief kosten ter voorbereiding van bestuursdwang) en het intrekken van dwangsom of bestuursdwangbesluit.B en W / Burg.MANMTot de bevoegdheid behoren alle aan de oplegging van een last voorafgaande handelingen (o.a. constatering overtreding, sommering tot het staken van strijdig gebruik en aanvraag legalisatie). Geen ondermandaat mogelijk voor een formeel besluiten tot oplegging last. Portefeuillehouder moet vooraf instemmen met formeel handhavingsbesluit.
REKENKAMERCOMMISSIE
Bevoegdheid tot het aangaan van overeenkomsten B en W / BGriffierCommissiegriffierMandaat college met volmacht burgemeester.(zie ook Verordening Rekenkamercommissie)
OPVRAGEN GEGEVENS UIT STRAFRECHTREGISTERS EN ALGEMENE DOCUMENTATIEREGISTERS
Opvragen strafregistergegevens en inlichtingen uit de algemene documentatieregisters (o.a. in verband met het verlenen van onderscheidingen en het verlenen van vergunningen)B en W / BMANM 
Personeelszaken: AR gemeente VEGHEL, BURGERLIJK WETBOEK EN DE VERORDENING OP DE GRIFFIE
36.  Zie bijlage bij dit register    

Bijlage 2 Register Adviesdiensten 2015-1

Omschrijving bevoegdheidBetrokken orgaanAfdoenings- en tekenmandaatOndermandaatSpecifieke bepalingen
ALGEMEEN BESTUURLIJK
1. Besluiten m.b.t. ontheffing gebruik gemeentewapen en -logo.B en WMANM 
Het opvragen van strafregistergegevens en inlichtingen uit de algemene documentatie-registers model E en F) in verband met Koninklijke Onderscheidingen, predicaten, alsmede ten behoeve van oorlogsverzetkruizen, oorlogsherinneringsmedailles en gemeentelijke onderscheidingen.Burg.MANM 
FINANCIEN
Besluiten ter zake van: a. het voorzien in vaste financieringsmiddelen. b. het aantrekken en uitzetten van vlottende geldmiddelen. c. het aangaan van rekening-courantovereenkomsten met banken en gesubsidieerde instellingen. d. vervroegde aflossing van door en aan de gemeente verstrekte geldleningen   Onder de besluiten wordt tevens begrepen het formeel afwikkelen van overeenkomsten voortvloeiende uit deze besluiten.B en WMANM - uitoefening bevoegdheden dient plaats te vinden met inachtneming Treasurystatuut; - ondermandaat aan medewerker treasury mogelijk na instemming AD - binnen 5 werkdagen dient van besluiten een afschrift aan de verantwoordelijke wethouder te worden verstrekt.
Saldobevestigingen hypothecaire en andere verstrekte geldleningen.B en WMAN  
Besluiten m.b.t. afwikkeling van aansprakelijkheidsstellingen van gemeente door derden.B en WMANM 
BELASTINGEN: Het merendeel van de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen is overgeheveld naar de Belastingsamenwerking Oost Brabant (BSOB) Bevoegdheden m.b.t. heffing en invordering van belastingen zijn op grond van artikel 231, lid 2 van de Gemeentewet rechtstreeks toegekend (geattribueerd) aan de heffings- en invorderingsambtenaren aangewezen door het college. Dezen hebben bevoegdheden bij afzonderlijk besluit gemandateerd aan medewerkers.

Bijlage 3 Register Beheer openbare ruimte 2015-2

LEIDINGEN EN AANSLUITINGEN
Bevoegdheden m.b.t. aansluitingen op de gemeentelijke riolering voor zover niet begrepen in de omgevingsvergunning. (geven van aanwijzingen, nota’s e.d.)B en WMANM 
2. Besluiten m.b.t. het leggen of verleggen van kabels, buizen en leidingen in de zin van de Wet infrastructuur ondergrondse netwerken (WION), de Telecommunicatiewet of andere wetgeving en de daarop gebaseerde regelgeving. (waaronder in ieder geval begrepen de AVOI en APV) B en WMANM 
BEGRAAFPLAATSEN
Besluiten op grond van de regelgeving m.b.t. de algemene begraafplaatsen: alle taken ter uitvoering van de Wet op de lijkbezorging en de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Veghel die niet ondergebracht zijn bij het klantcontactcentrum. B en WMANM  
GEVONDEN ZAKEN
Het nemen van alle besluiten bedoeld in de artikelen 5:5 t/m 5:12 van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. gevonden zaken, voor zover betrekking hebbende op (brom-)fietsten en zwerfdieren. (besluiten m.b.t. overige gevonden zaken zie Register Klantencontactcentrum) Burg.MANM  

Bijlage 4 Register griffie 2015-1

Omschrijving bevoegdheidBetrokken orgaanAfdoenings- en tekenmandaatOndermandaatSpecifieke bepalingen
Besluiten m.b.t. aanvragen om subsidie op grond van artikel 8 en 11 van de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuningRaadsvoorzitter Griffier -

Bijlage 5 Register Klantcontactcentrum 2015-1

BEVOLKING/BURGERZAKEN
REISDOCUMENTEN 1. Besluiten m.b.t. de afgifte van paspoorten en Nederlandse identiteitskaarten.  Burg.  MAN  M 
2. Het bestellen en tekenen voor ontvangst van reisdocumenten.Burg.MANM 
RIJBEWIJZEN 3. Besluiten m.b.t. de afgifte van rijbewijzen.Burg.MANM 
4. Het bestellen en tekenen voor ontvangst van rijbewijzenBurg.MANM 
VREEMDELINGENWET Uitoefening van de bevoegdheden die door de Minister van Vreemdelingenzaken en Integratie bij besluit van 1 april 2004 zijn gemandateerd aan de burgemeester met de mogelijkheid van ondermandaat.  Burg.    MAN  M 
RIJKSWET OP HET NEDERLANDERSCHAP Het nemen van besluiten en het geven van adviezen op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap.   Burg. (evt. krachtens mandaat Minister)   MAN  M 
VERKIEZINGEN Besluiten m.b.t. de uitvoering van de Kieswet en het Kiesbesluit.  Burg. / B en W / voorzitter hfd. stembureau  MAN  M 
DOCUMENTEN Besluiten m.b.t. de afgifte van bewijzen van Nederlanderschap, geen reispapier zijnde.  Burg.  MAN  M 
Besluiten m.b.t. de afgifte van attestaties de vita.Burg.MANM 
Besluiten m.b.t. legalisatie van handtekeningen.Burg.MANM 
Het betekenen van gerechtelijke stukken. Burg.MANM 
BASISREGISTRATIE PERSONEN Besluiten m.b.t. de uitvoering van de Wet BRP en daarop gebaseerde uitvoeringsvoorschriften (waaronder ook gemeentelijke regelgeving) inclusief de mogelijkheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete.  B en W  MAN  MOndermandaat voor het opleggen van een bestuurlijke boete is alleen mogelijk aan de specialisten burgerzaken van het KCC en aan de BOA’s van de afdeling V en H.
Aanwijzen van ambtenaren die bevoegd zijn tot het afnemen van een verklaring onder eed of belofte.B en WMAN  
LIJKBEZORGING Besluiten m.b.t. het verlof tot opgraven en herbegraven of cremeren en het uitvoeren. van een lijkbezorging op kosten van de gemeente indien niemand hierin voorziet.  Burg.  MAN  M    Bevoegdheid m.b.t. de benoeming van gemeentelijke lijkschouwers als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging is bij afzonderlijk besluit van het college gemandateerd aan de directeur van de GGD ( zie ook mandaatregister BOR )
GEVONDEN VOORWERPEN
Het nemen van alle besluiten bedoeld in de artikelen 5:5 t/m 5:12 van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. gevonden zaken, voor zover geen betrekking hebbende op (brom-) fietsen en zwerfdieren. (besluiten m.b.t. deze gevonden zaken zie Register BOR).Burg.MANM  
WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING / GEHANDICAPTENPARKEERPLAATSEN EN - KAARTEN
Besluiten m.b.t. aanvragen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de daarop gebaseerde verordeningen en regelingen.  B en WMANM 
(Verkeers-)besluiten m.b.t. gehandicaptenparkeerkaarten en –plaatsen (bord E6 met onderbord) B en WMANM 
JEUGDWET
Het nemen van een besluit op een aanvraag voor een individuele voorziening voor jeugdhulp, inclusief besluit PGB of ZIN. art. 2.3 eerste lid en art. 8.1.1 Jeugdwet art. 3, 9 en 10 Verordening Jeugdhulp gemeente Veghel art. 4 Nadere Regels Jeugdhulp gemeente Veghel.B en W MAN M  
Het treffen van een noodzakelijke voorziening op grond waarvan ouders in staat worden gesteld de ouderlijke zorg binnen het bestaande gezinsverband te continueren bij kortdurend verblijf. Artikel 2.3, derde lid Jeugdwet. B en W MAN M  
Het nemen van een besluit tot herzien dan wel intrekken van een besluit tot het toekennen van een individuele voorziening of persoonsgebonden budget. Het nemen van een besluit tot het terugvorderen van het PGB of het terugvorderen van de geldswaarde van een ZIN-voorziening. Artikel 8.1.4. Jeugdwet en artikel 11 Verordening Jeugdhulp gemeente Veghel. B en W MAN M 
Het al dan niet steekproefsgewijs onderzoek doen naar rechtmatige besteding van PGB. Artikel 11 verordening Jeugdhulp gemeente Veghel. B en W MAN M  
Het vooraf volledig, objectief en in begrijpelijke bewoordingen inlichten van de jeugdige en de ouder over te maken keuze voor een PGB danwel een Zin-voorziening. Artikel 8.1.6 Jeugdwet.B en W Directeur AanzetTeamlid basisteam Jeugd en Gezin  
Het maken van een schriftelijk verslag van het onderzoek. Artikel 7 Verordening Jeugdhulp gemeente Veghel 2015.B en W Directeur AanzetTeamlid basisteam Jeugd en Gezin  
Parkeerverordening
Besluiten m.b.t. aanvragen om parkeervergunningen als bedoeld in de parkeerverordening.B en WMAN M 

Bijlage 6 Register Ontwikkeling 2015-1

Omschrijving bevoegdheidBetrokken orgaanAfdoenings- en tekenmandaatOndermandaatSpecifieke bepalingen
ONDERWIJS EN KINDEROPVANG        
1. Besluiten op grond van de Leerplichtwet m.b.t. vervangende leerplicht, vervangende leerplicht laatste schooljaar en vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs alsmede handelingen m.b.t. kennisgeving beroep op vrijstelling. B en WMANM (leerplichtamb-tenaar)Mandaat wordt verleend aan het Regionaal bureau leerplicht Brabant-Noordoost.
2. Besluiten op grond van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen. B en WMANMBevoegdheden m.b.t. de aanwijzing van toezichthouders bedoeld in de Wet op de kinderopvang is bij afzonderlijk besluit gemandateerd aan de directeur van de GGD.
3. Besluiten met betrekking tot aanvragen op grond van het Onderwijsachterstandenbeleid (OAB), de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet OKE) en peuterspeelzaalwerk.B en WMANM 
BESCHERMD WONEN (WMO) EN JEUGDWET 
4. Verplichte CORV (Collectieve Opdracht Routeer Voorziening) berichtenverkeer tussen justitiële partijen en gemeentelijk domein. Het versturen van berichten en het ontvangen van notificaties art. 2.4 eerste lid Jeugdwet. B en W MANM Functionaris dien te beschikken over een VOG niet ouder dan 2 jaar.
5. Besluiten met betrekking tot beschermd wonen (artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Veghel 2015): a. het bepalen en organiseren van de toegang Beschermd Wonen voor Brabant Noordoost-oost; b. de bevoegdheid te beslissen op aanvragen voor Beschermd Wonen; c. de bevoegdheid te beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten over Beschermd Wonen; d. het in beroep en hoger beroep voeren van verweer in  zaken over Beschermd Wonen; e. het instellen van hoger beroep in zaken over Beschermd Wonen.B en WB en W van Oss (bevoegdheden. a, c, d en e) Directeur dienst Publiekszaken van de gemeente Oss (bevoegdheid b) M gemeente OssOndermandaat van bevoegdheid vermeld onder c niet mogelijk.
6. Het bepalen dat een voorziening op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder van de Jeugdwet nodig is. Artikel 6.1.2, vijfde lid Jeugdwet B en WDirecteur AanzetTeamlid basisteam Jeugd en Gezin  
7. Het doen van een verzoek tot onderzoek bij de raad voor de kinderbescherming indien een gezagsmaatregel overwogen moet worden. Artikel 2.4 JeugdwetB en W Directeur AanzetTeamlid basisteam Jeugd en Gezin Ervaring in het doen van raadsonderzoeken vereist.
8. Het doen van een vooronderzoek na melding van een hulpvraag of melding en daarmee samenhangende bevoegdheden of het in overleg met de jeugdige of de ouders afzien van een vooronderzoek. Artikel 5. Verordening jeugdhulp gemeente Veghel 2015B en W Directeur AanzetTeamlid basisteam Jeugd en Gezin  
9. Het indienen van een verzoek bij de rechter gericht op het verkrijgen van een machtiging, een spoedmachtiging of een voorwaardelijke machtiging. Het doen van mededelingen aan de raad van kinderbescherming hierover.Artikel 6.1.8 eerste lid en art. 6.1.12 zesde lid Jeugdwet en art. 4 tweede lid van de Verordening Jeugdhulp gemeente Veghel 2015B en W Directeur AanzetTeamlid basisteam Jeugd en Gezin  
10. Het treffen van een passende (tijdelijke) maatregel in geval van crisis, jeugdhulp toewijzen gedurende maximaal 4 weken. Artikel 4 tweede lid van de Verordening Jeugdhulp gemeente Veghel 2015B en W Directeur AanzetTeamlid basisteam Jeugd en Gezin  
11. Het doen van een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming, het ontvangen van de notificatie intake. Artikel 2.4 eerste lid JeugdwetB en W Directeur AanzetTeamlid basisteam Jeugd en Gezin  
12. Het afhandelen van zorgmeldingen van de politie. Artikel 12a WmoB en W Directeur van de Gecertificeerde Instelling/BJZ voor onderdeel AMHKMedewerker AMHK 
13. Het afhandelen van zorgmeldingen over vermoedens van kindermishandeling. Artikel 12a WmoB en W Directeur van de Gecertificeerde Instelling/BJZ voor onderdeel AMHKMedewerker AMHK 
14. Het versturen van berichten en ontvangen van notificaties in het kader van kinderbeschermingsmaatregelen. Artikel 2.4 eerste lid JeugdwetB en W Directeur AanzetTeamlid basisteam Jeugd en Gezin Functionaris dient te beschikken over een VOG niet ouder dan 2 jaar.
WONINGBOUW    
15. De bevoegdheid tot het wijzigen c.q. flexibel toepassen van het door de raad vastgestelde woningbouwprogramma, met inachtneming van de in het besluit tot vaststelling van het woningbouwprogramma opgenomen marges en voorwaarden.B en W MANM 
16. Besluiten m.b.t. aanvragen VROM-startersleningB en WMANM 
17. Besluiten m.b.t. het verlenen van vergunningen op grond van de LeegstandswetB en WMANM 

Bijlage 7 Register Ruimte 2015-2

Omschrijving bevoegdheidBetrokken orgaanAfdoenings- en teken­mandaatOndermandaatSpecifieke bepalingen
RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING / WET GELUIDHINDER
1. Besluiten m.b.t. overeenkomsten betreffende vaststelling/ wijzing of uitwerking van bestemmingsplannen (waaronder verhaal planschade). B en WMANMBesluiten m.b.t. soortgelijke overeenkomsten bij WABO vergunningen bij Vergunning en handhaving
2. Besluiten m.b.t. exploitatieovereenkomstenB en WMAN Bevoegdheid tot het nemen van besluiten m.b.t. soortgelijke overeenkomsten bij WABO vergunningen ligt bij Vergunning en handhaving
3. Besluiten m.b.t. de afhandeling van aanvragen om vergoeding van planschade als bedoeld in artikel 6.1 Wro en daarop gebaseerde verordening (alle bevoegdheden behalve het besluit om al dan niet tot toekenning van planschadevergoeding over te gaan. ) B en WMANMBesluit tot het al dan niet toekennen van planschade blijft bij bevoegd orgaan.
4. Het geven van reacties op principeverzoeken (schetsplannen – en niet uitgewerkte plannen m.b.t. het gebruik van gronden en opstallen) welke in strijd zijn met het vigerende bestemmingsplan). Het betreft hier een voorstadium van een besluit tot wijziging/herziening van een bestemmingsplan (Zie ook register Afdeling Vergunningen en Handhaving).B en WMANMPositieve reactie alleen met mandaat mogelijk indien het plan past in de meest recente structuurvisie
5. De bevoegdheid op grond van artikel 3.9 van de Wet ruimtelijke ordening tot het afwijzen van een aanvraag om een bestemmingsplan vast te stellen.Raad (gedelegeerd )B en W  
GROND EN GEBOUWEN
6. Afdoening aanvragen om ontheffing van verboden opgenomen in de gemeentelijke grond uitgiftevoorwaarden tot verkoop, vervreemding of verhuur van woningbouwkavels en bedrijfskavels door kopers.B en WMANM 
7. Besluiten m.b.t. verkoop door de gemeente van vastgoed, kavels voor woningbouw, bedrijven en reststroken, daarbij inbegrepen de bevoegdheid af te wijken van de criteria opgenomen in de gemeentelijke gronduitgiftevoorwaarden. Besluiten m.b.t. optieverlening zijn in deze bevoegdheid begrepenB en W MANMVerkoop vastgoed met inachtneming van raadsbesluiten Kadernota vastgoed en Besluit bezuinigingen vastgoed.
8. Besluiten m.b.t. de aankoop van gronden BenWMAN Mandaat beperkt tot aankoopbedrag tot € 10.000,-- en tot aankoop van gronden benodigd voor het realiseren van een voorziening waartoe college eerder heeft besloten.
9. Besluiten m.b.t. het verhuren, verpachten, in gebruik geven c.q. commercieel beheren van gemeente-eigendommen met alle daaraan verwante bevoegdheden zoals het verlenen van toestemming voor het heffen van entreegelden en het maken van reclame  B en WMAN  
10. Besluiten m.b.t. het vestigen van zakelijke rechten (opstalrecht, mandeligheid, hypotheek en erfdienstbaarheid) op gemeentelijke eigendommen en eigendommen van derden B en WMAN   
11. Besluiten op grond van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs, m.u.v. de bevoegdheden tot het vaststellen van het programma, het overzicht en het bekostigingsplafond alsmede besluiten op aanvragen voor huisvesting met een spoedeisend karakter en bekostiging bouwvoorbereiding.B en WMANM 
12. Besluiten op grond van de Winkeltijdenwet en de Verordening inzake de winkeltijden.B en WMAN  
VERORDENING NAAMGEVING EN NUMMERING
13. Bevoegdheid tot het toekennen van namen aan straten en andere objectenBenWPortefeuillehouder Het advies van de commissie straatnaamgeving dient te worden gevolgd.
HAVENVERORDENING
14. Besluiten op grond van de Havenbeheerverordening B en WMANM (havenmeester)  

Bijlage 8 Register Vergunning en Handhaving 2015-1

Omschrijving bevoegdheidBetrokken orgaanAfdoenings- en tekenmandaatOnder- mandaatSpecifieke bepalingen
OMGEVINGSVERGUNNING
1. Besluiten m.b.t. omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Daaronder begrepen alle voorbereidingshandelingen en besluiten m.b.t. het ambtshalve wijzigen, aanvullen en/of het geheel dan wel gedeeltelijk intrekken van Wabo vergunningen. B en W MAN M Bevoegdheden t.b.v. activiteit milieu gemandateerd aan ODBN ( zie afzonderlijk mandaatbesluit).Bevoegdheden exploitatieovereenkomst en planschade gemandateerd aan afdeling Ruimte.Zie ook het algemene register m.b.t. handhaving
BOUWEISEN / BRANDVEILIG GEBRUIK / SLOPEN / HUISNUMMERS
2. Besluiten (inclusief meldingen) op grond van het Bouwbesluit en/of Bouwverordening.B en WMANMZie ook het algemene register m.b.t. handhaving
3. Besluiten op grond van de Verordening naamgeving en nummering m.b.t. het toekennen van huisnummers (inclusief het intrekken ervan).B en WMANM 
MONUMENTEN / ARCHEOLOGIE
4. Besluiten m.b.t. het aanwijzen tot een gemeentelijk monument (inclusief het intrekken van een aanwijzing).B en WMAN M 
5. Besluiten m.b.t. monumentensubsidie als bedoeld in de betreffende beleidsregel c.q. nadere  regel op grond van de algemene subsidieverordening.B en WMANM 
6. Besluit als bedoeld in artikel 57, lid 2 van de Monumentenwet 1988 (oplegging duldplicht).B en WMANM 
BIJZONDERE WETTEN/VERORDENINGEN  
ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (APV) 7. Besluiten m.b.t. uitvoering van de APV, met uitzondering van beschikkingen m.b.t.:het leggen van leidingen en kabels * (BEHEER OPENBARE RUIMTE of RUIMTE);ontheffing gebruik gemeentewapen en –logo (ADVIESDIENSTEN).Burg / B en WMANM*Vergunningverlening voor kabels en leidingen valt in de meeste gevallen onder de werking van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur (AVOI). Zie ook het algemene register m.b.t. handhaving 
DRANK- EN HORECAWET 8. Besluiten m.b.t. de uitvoering van de Drank- en Horecawet.Burg MANM    
ZONDAGSWET 9. Besluiten m.b.t. het opleggen van nadere voorschriften en beperkingen.  Burg    MAN  M      
KANSSPELEN 10. Besluiten m.b.t. aanwezigheidsvergunningen voor speelautomaten.  Burg  MAN  M  
11. Besluiten m.b.t. kienen en loterijen.BurgMANM  
FLORA- EN FAUNAWET 
12. Het aanvragen van Vrijstellingen, ontheffingen en vergunningen als bedoeld in titel III van de Flora- en Faunawet (o.a. schadelijk wild) B en WMANM  
MARKTVERORDENING
13. Besluiten op grond van de Marktverordening.B en WMANM (markt- meester) 
OPIUMWET
14. Besluiten o.g.v. artikel 13b Opiumwet; met toepassing van het “Beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet gemeente Veghel” en het daarop vastgestelde Handhavingsarrangement”.BMAN    Zie ook het algemene register m.b.t. handhaving
WEGSLEEPREGELING
15. Besluiten m.b.t. de uitvoering van de wegsleepregeling B en WMANM (BOA’s)Ondermandaat ook mogelijk aan regiopolitie en medewerkers van het bedrijf belast met het daadwerkelijk wegslepen
LUCHTVAARTWET
16. Besluiten m.b.t. verklaringen van geen bezwaar als bedoeld in het Besluit gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen voor het laten opstijgen van kabel- en heteluchtballonnen.  Burg  MANM   
LEEGSTANDSWET
17. Besluiten m.b.t. het verlenen van vergunningen o.g.v. de LeegstandswetB en WMANM 
HUISVERBOD EN GEBIEDSVERBOD
18. Huisverbod a. Ondertekening van het door de burgemeester te nemen besluit tot het opleggen van een  huisverbod als bedoeld in artikel 3 lid 1 Wet tijdelijk huisverbod en het verrichten van navolgende feitelijke handelingen ter uitvoering van een huisverbod: 1. Ingeval van kindermishandeling of een ernstig vermoeden daarvan, alvorens te besluiten tot het wel of niet opleggen van een huisverbod, overleg te plegen met Bureau Jeugdzorg (artikel 3 lid 1 juncto art. 2 lid 3 Wet tijdelijk huisverbod); 2. In een dermate spoedeisende situatie dat het huisverbod niet tevoren op schrift gesteld kan worden, het huisverbod mondeling aan te zeggen aan de uit huis te plaatsen persoon (artikel 3 lid 1 juncto artikel 2 lid 7 Wet tijdelijk huisverbod); 3. Het mededelen van het huisverbod en de consequentie van niet naleven, aan de huisgenoten van de uithuisgeplaatste, de aangewezen instantie vooradvies en/of hulpverlening en Bureau Jeugdzorg (ingeval van kindermishandeling of een vermoeden daarvan) (artikel 3 lid 1 juncto artikel 2 lid 8 Wet tijdelijk huisverbod) 4. Het binnen 24 uur regelen van juridische bijstand voor de uithuisgeplaatste nadat hij/zij hiertoe de eventuele wens te kennen heeft gegeven en wel voor de duur van de behandeling van het verzoek voor een voorlopige voorziening bij de rechtbank (artikel 3 lid 1 juncto artikel 5 lid 1 Wet tijdelijk huisverbod) b. Het in zeer spoedeisende gevallen waarin onmiddellijk optreden vereist is opleggen van een huisverbod. Burg.Hulpofficier van justitie belast met de uitvoering van het huisverbod  
19. Besluiten m.b.t. het opleggen van een gebiedsverbod als bedoeld in artikel 2:77 van de APV BurgemeesterPolitie Mandaat geldt vanaf tijdstip vaststelling beleidsregels gebiedsverbod
BEVOLKINGSZORG     
20. Bevoegdheden m.b.t. piketdiensten en aanwijzing functionarissen bevolkingszorg  B en WVeiligheidsregio Zie Mandaatregeling bevolkingszorg van de Veiligheidsregio
PARKEERCONTROLE (NAHEFFINGSAANSLAGEN OP GROND VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN), TOERISTENBELASTING EN PRECARIORECHT
21. Bevoegdheid tot vaststellen, opleggen en uitreiking van naheffingsaanslagen parkeerbelasting  en toezichthoudende bevoegdheden in het kader van de toeristenbelasting en precariorecht Heffings- en invorderingsambtenaar BSOB  Boa’s Zie mandaatbesluit BSOB