| Overheidsorganisatie | Gemeente Hoogezand-Sappemeer |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening voor het verstrekken van een gemeentelijke garantstelling voor een geldlening aan het Voortgezet Onderwijs |
| Citeertitel | Verordening voor het verstrekken van een gemeentelijke garantstelling voor een geldlening aan het Voortgezet Onderwijs |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | algemeen |
| Eigen onderwerp |
Geen
artikel 96g van de Wet op het Voortgezet Onderwijs
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 15-06-2015 | Nieuwe regeling | 01-06-2015 | Rv. nr. 022 |
geldlening aan het Voortgezet Onderwijs
gelet op artikel 96g van de Wet op het Voortgezet Onderwijs;
overwegende dat de gemeente in 2012 een voorziening tot stand heeft gebracht in de vorm van een gemeentegarantie voor een geldlening bij de herfinanciering van een schoolgebouw nadat de procedure daarvoor in een verordening was vastgelegd;
overwegende dat de gemeente nu een voorziening tot stand wil brengen in de vorm van een gemeentegarantie voor de aanschaf van een gebouw;
overwegende dat de procedure voor de voorziening in de vorm van een gemeentegarantie voor de aanschaf van een gebouw ook ondergebracht moet worden in een verordening en dat dit het beste kan in één nieuwe verordening met de procedures voor beide vormen;
besluit vast te stellen de Verordening voor het verstrekken van een gemeentelijke garantstelling voor een geldlening aan het Voortgezet Onderwijs, luidende:
In deze verordening wordt verstaan onder:
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogezand-Sappemeer;
schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school
De gemeentegarantie is in het kader van deze verordening een voorziening, waarbij de gemeente garant staat voor de tijdige betaling van de rente en aflossing van de door het schoolbestuur af te sluiten geldlening.
Alleen onder de volgende omstandigheden komt een schoolbestuur in aanmerking voor de voorziening uit artikel 2
1: Het afgeven van de gemeentegarantie heeft geen nadelige financiële gevolgen voor de gemeente;
2: De gemeentelijke garantstelling voor de geldlening is onderdeel van een herfinancieringsconstructie van een schoolgebouw óf van een constructie bij deaanschaf van een pand door het schoolbestuur.
Bij de herfinanciering gaat het om de onderstaande constructie:
het schoolbestuur trekt een langlopende geldlening aan ter hoogte van de boekwaarde van het schoolgebouw met bijbehorend terrein in de gemeentelijke begroting;
het schoolbestuur geeft dit bedrag als koopsom aan de gemeente in ruil voor het economisch eigendom;
de gemeente staat garant voor de tijdige betaling van de rente en aflossing van de door het schoolbestuur af te sluiten geldlening;
de gemeente krijgt in ruil daarvoor een contragarantie met als zekerheid een eerste hypotheek op het schoolgebouw met bijbehorend terrein;
de gemeente brengt de ontvangen koopsom in mindering op de restantboekwaarde van het schoolgebouw met bijbehorend terrein, waarmee het schoolgebouw met bijbehorend terrein uit de gemeentelijke administratie verdwijnt;
de aan de boekwaarde gekoppelde kapitaallasten in de gemeentelijke begroting worden gedurende de restantlooptijd betaald aan het schoolbestuur;
met die kapitaallasten betaalt het schoolbestuur jaarlijks de rente en aflossing van de door de gemeente gegarandeerde geldlening.
Bij de aanschaf van een schoolgebouw gaat het om de onderstaande constructie:
het schoolbestuur trekt een geldlening aan voor de aanschaf van het pand en voor de noodzakelijke verbouwing;
de gemeente staat garant voor de tijdige betaling van de rente en aflossing van de door het schoolbestuur af te sluiten geldlening;
de gemeente krijgt in ruil daarvoor een contragarantie met als zekerheid een eerste hypotheek op het schoolgebouw met bijbehorend terrein.
Het schoolbestuur dient een aanvraag in bij de gemeente om in aanmerking te komen voor de voorziening uit artikel 2.
Het college besluit binnen twaalf weken na de ontvangst van de aanvraag. Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen.
Het college weigert de gevraagde voorziening in ieder geval indien:
de gevraagde voorziening geen voorziening is in de zin van artikel 2;
niet is voldaan aan het toekenningscriteria uit artikel 3.
De op 30 januari 2012 vastgestelde Verordening voor het verstrekken van een gemeentelijke garantstelling voor een geldlening bij de herfinanciering van een schoolgebouw van het Voortgezet Onderwijs wordt ingetrokken per 15 juni 2015.
Die verordening blijft van toepassing op de periode waarvoor zij heeft gegolden.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening voor het verstrekken van een gemeentelijke garantstelling voor een geldlening aan het Voortgezet Onderwijs
De verordening treedt in werking met ingang van 15 juni 2015
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 juni 2015