Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Nieuw-Lekkerland

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Nieuw-Lekkerland
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2010
CiteertitelVerordeing lijkbezorgingsrechten 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpDecosL: NLL-091640

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 216

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201021-06-2011Onbekend

17-12-2009

Klaroen.nl, 23-12-2009

Onbekend

Tekst van de regeling

Verordening Lijkbezorgingsrechten 2010

Verordening lijkbezorgingsrechten 2010

De raad van de gemeente Nieuw-Lekkerland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 november 2009;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2010.

(Verordening lijkbezorgingsrechten 2010)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de begraafplaatsen aan de Lekdijk en de Jacoba van Beierenstraat;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • e.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    eigen urnenplaats: een plaats, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met urnen;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • i.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

  • j.

    kindergraf: een algemeen graf, waarin levenloze kinderen of kinderen jonger dan 12 jaar worden begraven;

  • k.

    staande steen: een staande steen geplaatst aan de niet langs het pad gelegen korte zijde van een graf;

  • l.

    liggende steen: een steen die het oppervlak van het graf bedekt;

  • m.

    tegel: een liggende steen op een algemeen graf;

  • n.

    monument: de combinatie van een liggende en staande steen op een eigen graf;

  • o.

    onderhoud vanwege de gemeente: het éénmaal per jaar schoonmaken van de stenen en/of gedenktekens; het na verzakking opnieuw stellen van de stenen; de zorg voor de winterharde beplanting; onkruidvrij houden van het graf.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

oorlogsgraven van de Oorlogsgravenstichting.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar
  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.8 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing
  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten, als bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 2,50.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling
  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen veertien dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffingen de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.

    De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2009’ d.d. 13 november 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening lijkbezorgingsrechten 2010”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nieuw-Lekkerland, gehouden op 17 december 2009.

De griffier, De voorzitter,

T.W. Kanters M. Houtman