Overheidsorganisatie | Gemeente Muiden |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van passantenliggeldbelasting gemeente Muiden 2015 |
Citeertitel | Verordening Passantenliggeld 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 224 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2014 | Onbekend | 18-12-2014 Onbekend | Onbekend |
De raad van de gemeente Muiden;
gezien de vastgestelde programmabegroting 2015;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PASSANTENLIGGELDBELASTING GEMEENTE MUIDEN 2015
Deze verordening verstaat onder:
pleziervaartuig: een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebezigd voor sportieve, vakantie- of recreatieve doeleinden;
vaartuig: alle vaartuigen, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, pontons of materieel van soortgelijke aard, glijboten en ponten;
lengte: de lengte over alles;
passantenliggeld: de belasting die geheven wordt voor het gebruik van een passantenligplaats door pleziervaartuigen, die om of na 18.00 uur in gebruik is;
passantenligplaats: een gecreëerde gelegenheid, met een tijdelijk of vast karakter, om met een vaartuig of een pleziervaartuig in de haven te liggen zoals aangewezen in de Ligplaatsenverordening Muiden 2008;
passant: de schipper aan wie geen vaste ligplaats is toegewezen;
openbaar water: alle wateren die al dan niet met enige beperking voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk is;
schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt;
seizoen: het tijdvak van 1 april tot 1 november.
Voor het gebruik of genot van een passantenligplaats worden rechten geheven onder de naam “passantenliggelden”.
1. Het recht wordt geheven van degene die een passantenligplaats heeft toegewezen gekregen, de schipper, eigenaar, gebruiker dan wel beheerder van vaartuigen.
2. Het recht is verschuldigd zodra een passantenligplaats wordt gebruikt, wat de belastingplichtige zo spoedig mogelijk aangeeft bij de havenmeester.
Geen passantenliggeld is verschuldigd voor:
vaartuigen in dienst van de gemeente;
vaartuigen van de Koninklijke Marine;
vaartuigen in dienst van rijk en/of provincie;
bootjes of sloepen tot een vaartuig behorende en daaraan met een vanglijn verbonden;
vaartuigen die de wateren niet kunnen verlaten in verband met stremming van het scheepvaartverkeer en/of invriezing.
Grondslag voor de berekening van het passantenliggeld is de lengte van een vaartuig gemeten over alles.
1. Het tarief voor het innemen van een passantenligplaats bedraagt € 1,25 (incl. btw) per meter lengte (gemeten over alles).
2. Dit tarief is exclusief de gemeentelijke watertoeristenbelasting.
Het passantenliggeld is verschuldigd op het moment dat een passantenligplaats als bedoeld in artikel 1 wordt ingenomen.
De belasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het innemen van een passantenligplaats.
Het passantenliggeld moet worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving.
Bij de invordering van de passantenliggelden wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de passantenliggelden.
De "Verordening Passantenliggeld 2014", vastgesteld bij raadsbesluit van 21 november 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.
1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening Passantenliggeld 2015".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 18 december 2014,
M.L. de Pater – van der Meer
voorzitter
A.J.M. Anthonissen
Griffier