Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Naarden

Verordening op de Commissie voor Ruimtelijke kwaliteit en Erfgoed van de gemeente Naarden 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Naarden
Officiële naam regelingVerordening op de Commissie voor Ruimtelijke kwaliteit en Erfgoed van de gemeente Naarden 2014
CiteertitelVerordening op de Commissie voor Ruimtelijke kwaliteit en Erfgoed van de gemeente Naarden 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpWelstandscommissie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Welstandscommissie

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-03-2015Nieuwe regeling

07-05-2014

Gemeenteblad Jaargang 2015 Nr. 19873

RV14.020

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Naarden;

gelezen het raadsvoorstel van 7 mei 2014, nr. RV14.020

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 12, 12a, 12b en 12c van de Woningwet en de Monumentenwet 1988;

b e s l u i t :

vast te stellen de ‘Verordening op de Commissie voor Ruimtelijke kwaliteit en Erfgoed van de gemeente Naarden 2014’ conform onderstaande bepalingen;

Artikel 1 Taken

  • 1.

    Advies

De commissie adviseert over:

  • a.

    de welstandsaspecten van aanvragen voor vergunningsplichtige bouwwerken zoals bedoeld in artikel 9.1 van de Bouwverordening;

  • b.

    de plaatsing van onroerende monumenten op de gemeentelijke monumentenlijst zoals bedoeld in de Erfgoedverordening van gemeente Naarden;

  • c.

    de plaatsing van archeologische monumenten op de gemeentelijke monumentenlijst zoals bedoeld in de Erfgoedverordening van de gemeente Naarden;

  • d.

    de aspecten van monumentenzorg van aanvragen om wijzigingen van monumenten zoals bedoeld in de Erfgoedverordening van de gemeente Naarden;

  • e.

    stedenbouwkundige plannen, beeldkwaliteitsplannen, bestemmingsplannen en omtrent alle andere aangelegenheden, die burgemeester en wethouders van belang achten voor het bereiken van een verantwoord stads- en landschapsbeeld.

 

  • 2.

    Eigen initiatief

De commissie is bevoegd burgemeester en wethouders uit eigener beweging voorstellen te doen over zaken die tot haar werkkring behoren.

Artikel 2 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit minimaal drie leden (inclusief de voorzitter);

  • 2.

    De voorzitter van de commissie is deskundig op het gebied van architectuur, ruimtelijke kwaliteit dan wel cultuurhistorie. Voor diens plaatsvervanger geldt dit vereiste niet.

  • 3.

    De voorzitter is lid van de commissie.

  • 4.

    Minimaal twee leden van de commissie moeten architect zijn, waarvan minimaal één tevens bij uitstek deskundig moet zijn op het gebied van de monumentenzorg en minimaal een stedenbouwkundige kennis moet hebben.

  • 5.

    In de commissie kan een ingezetene van de gemeente, zoals bedoeld in artikel 9.2 lid 6 van de Bouwverordening, zitting hebben.

  • 6.

    Voor de voorzitter en leden worden 2 plaatsvervangers aangewezen die hen bij afwezigheid kunnen vervangen.

  • 7.

    De commissie kan slechts adviezen uitbrengen indien ten minste drie leden aanwezig zijn waarvan ten minste één lid architect is.

  • 8.

    In afwijking van het vorige lid kan de commissie bij advisering, zoals bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b, c en d slechts adviezen uitbrengen indien ten minste één van de aanwezige leden deskundig is op het gebied van monumentenzorg.

  • 9.

    De voorzitter en leden van de welstandscommissie zijn onafhankelijk ten opzichte van het gemeentebestuur.

  • 10.

    De commissie wordt bijgestaan door een secretaris of diens plaatsvervanger.

Artikel 3 Benoemingsprocedure

  • 1.

    Functie-eisen

    • a.

      Indien sprake is van een vacature, wordt door de raad op voorstel van burgemeester en wethouders een functieprofiel vastgesteld. Uit dit functieprofiel blijkt waaraan een sollicitant moet voldoen om voor benoeming in aanmerking te komen.

    • b.

      Aan de in het vorige lid genoemde verplichting is voldaan, indien voor de desbetreffende functie binnen de commissie reeds eerder een functieprofiel is vastgesteld en dit naar het oordeel van burgemeester en wethouders nog actueel is.

 

  • 2.

    Benoeming

    • a.

      Burgemeester en wethouders dragen kandidaten voor benoeming aan de raad voor.

    • b.

      De kandidaat wordt als lid van de commissie benoemd door de raad.

    • c.

      De benoeming wordt hem, onder afschrift van het raadsbesluit, schriftelijk medegedeeld door de secretaris.

    • d.

      De leden van de commissie kunnen ten hoogste voor een termijn van drie jaar worden benoemd. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van ten hoogste drie jaren.

 

  • 3.

    Secretaris

    • a.

      De secretaris van de commissie en diens plaatsvervanger(s) worden benoemd door burgemeester en wethouders.

Artikel 4 Ontslagprocedure

  • 1.

    Redenen voor ontslag

    • a.

      Eervol ontslag wordt verleend na ommekomst van de zittingsduur.

    • b.

      Ontslag kan ook worden verleend bij gebleken disfunctioneren of indien na benoeming blijkt dat bij de sollicitatie onjuiste gegevens zijn verstrekt.

    • c.

      Onder disfunctioneren wordt onder meer verstaan:

  • -

    Het in de praktijk niet voldoen aan de eisen ingevolge het functieprofiel;

  • -

    Het zich ongemotiveerd niet conformeren aan het door de raad vastgestelde beleid.

 

  • 2.

    Wijze van ontslag

    • a.

      Burgemeester en wethouders stellen aan de raad voor om tot ontslag te besluiten.

    • b.

      Het ontslag wordt, onder afschrift van het raadsbesluit, schriftelijk medegedeeld door de secretaris.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1.

    Het vaststellen van adviezen van de commissie vindt plaats bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.

  • 2.

    Aan de beraadslaging over een advies, wordt niet deelgenomen door een lid, dat op enigerlei wijze rechtstreeks of zijdelings is betrokken bij de zaak, waarop het advies betrekking heeft.

  • 3.

    Bij twijfel over een situatie als in het vorige lid, beslist de voorzitter.

  • 4.

    De commissie adviseert en motiveert schriftelijk.

    5. De commissie vergadert ten minste één maal per maand, zoveel mogelijk op een vast tijdstip.

Artikel 6 Jaarlijkse verantwoording

  • 1.

    De commissie stelt jaarlijks een verslag op van haar werkzaamheden voor de gemeenteraad, waarin ten minste aan de orde komt:

  • -

    op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandscriteria uit de welstandsnota;

  • -

    de werkwijze van de commissie;

  • -

    op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen;

  • -

    de aard van de beoordeelde plannen;

  • -

    de bijzondere projecten.

 

2. De commissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder.

Artikel 7 Openbaarheid van vergaderen

  • 1.

    De vergadering van de commissie is openbaar. Het tijdstip van de vergadering van de commissie wordt tijdig bekendgemaakt in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. Indien burgemeester en wethouders al dan niet op verzoek van de aanvrager een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.

  • 2.

    Indien de aanvrager van de omgevingsvergunning hierom bij het indienen van de aanvraag om vergunning heeft verzocht, wordt deze door of namens de commissie in staat gesteld tot het geven van een toelichting op het bouwplan.

  • 3.

    In het geval dat het plan in de vergadering van de commissie wordt behandeld en een verzoek tot het geven van een toelichting is gedaan, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning een uitnodiging te ontvangen voor de vergadering van de commissie, waarin de aanvraag wordt behandeld.

  • 4.

    Belanghebbenden kunnen op verzoek spreekrecht krijgen ten aanzien van welstandsaspecten. Spreekrecht dient te worden aangevraagd bij de secretaris van de commissie.

Artikel 8 Afdoening bij mandaat

  • 1.

    De commissie kan de advisering over een aanvraag om advies voor vergunningplichtige bouwwerken als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid onder d van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht mandateren aan één of meerdere daartoe aangewezen deskundige leden of de secretaris van de commissie. De aangewezen delegatie adviseert over bouwplannen waarvan volgens hen het oordeel van de commissie voor Ruimtelijke kwaliteit en Erfgoed als bekend mag worden verondersteld.

  • 2.

    In elk geval van twijfel legt de gemandateerde delegatie het bouwplan als bedoeld in het vorige lid alsnog voor aan de commissie.

  • 3.

    Behandeling van bouwplannen onder mandaat is openbaar. Indien burgemeester en wethouders al dan niet op verzoek van de aanvrager een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen.

Artikel 9 Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

  • 2.

    Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de bij raadsbesluit van 11 april 2006 vastgestelde “Verordening op de welstands- en monumentencommissie van de gemeente Naarden”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering

der gemeente Naarden, gehouden op 7 mei 2014.

de voorzitter,

de griffier,