Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

BELEID INZAKE BESTUURLIJKE HANDHAVING VAN ARTIKEL13b OPIUMWET

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingBELEID INZAKE BESTUURLIJKE HANDHAVING VAN ARTIKEL13b OPIUMWET
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

13b van de Opiumwet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-03-2015Nieuwe regeling

03-03-2015

GVOP, 6 maart 2015

65836

Tekst van de regeling

Intitulé

BELEID INZAKE BESTUURLIJKE HANDHAVING VAN ARTIKEL13b OPIUMWET

Artikel 13b Opiumwet is bij wet van 27 september 2007 gewijzigd (Staatsblad 2007, 355).

Op 1 november 2007 is de wijziging van artikel 13b Opiumwet in werking getreden en luidt als volgt:

  • 1.

    De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing indien woningen, lokalen of erven als bedoeld in het eerste lid, gebruikt worden ter uitoefening van de artsenijbereidkunst, de geneeskunst, de tandheelkunst of de diergeneeskunde door onderscheidenlijk apothekers, artsen, tandartsen of dierenartsen.

Artikel 13b Opiumwet is toepasbaar op:

1. voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven, zoals winkels en horecabedrijven

(waaronder coffeeshops);

2. niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven, zoals loodsen en bedrijfsruimten;

3. woningen en bijbehorende erven.

 

In de memorie van toelichting op artikel 13b Opiumwet is aangegeven dat een gemeentelijk beleid noodzakelijk c.q. gewenst is voor een adequate handhaving van dit artikel. Omdat illegale drugshandel en het kweken van hennep in (bijvoorbeeld) woningen steeds vaker wordt geconstateerd, is bekeken hoe beleid kan worden geformuleerd. Daardoor kan bestuursrechtelijk eenduidig tegen voornoemde strafbare feiten worden opgetreden.

 

Aspecten in het onderhavige beleid zijn:

  • 1.

    de toepassing van artikel 13b Opiumwet op al dan niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven, zoals loodsen, bedrijfsruimten, winkels en horecabedrijven;

  • 2.

    de toepassing van artikel 13b Opiumwet op woningen en bijbehorende erven.

Beleid

Zoals de redactie van artikel 13b Opiumwet al aangeeft, heeft de burgemeester voor de handhaving van de handel in drugs in panden de mogelijkheid bestuursdwang toe te passen. Om betrokkenen niet in de gelegenheid te stellen een financiële belangenafweging te maken, wordt er geen gebruik gemaakt van het opleggen van een last onder dwangsom.

Bij de beoordeling of bestuursdwang zal worden toegepast in het kader van artikel 13b Opiumwet moet er in ieder geval sprake zijn van het verkopen, verstrekken, afleveren dan wel daartoe aanwezig zijn van drugs.

Definitie

In deze notitie wordt onder drugshandel verstaan: de verkoop, aflevering of verstrekking dan wel daartoe aanwezigheid van drugs in een pand en de daarbij behorende erven.

Gebouwen zoals bergingen, garages, schuren, stallen enzovoorts kunnen deel uitmaken van de bijbehorende erven.

De bestuursdwangbevoegdheid van de burgemeester is een discretionaire bevoegdheid. Dit betekent dat het gebruik van deze bevoegdheid geen verplichting is.

In de artikelen 5:21 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht zijn de procedureregels opgenomen, die gevolgd moeten worden, indien tot toepassing van bestuursdwang wordt overgegaan.

Al naar gelang de omstandigheden kan gekozen worden voor toepassing van spoedeisende bestuursdwang - hetgeen veelal bij de handel in harddrugs het geval zal zijn – of alvorens tot besluitvorming wordt overgegaan belanghebbende in de gelegenheid te stellen hun zienswijze kenbaar te maken.

Bij de beoordeling tot toepassing van bestuursdwang wordt door de burgemeester met behoud van de verantwoordelijkheid voor het eigen beleid aandacht besteed aan en meegewogen de door het college van procureurs-generaal opgestelde en nog op te stellen beleid en richtlijnen. 

Om bij de handhaving aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit te voldoen, is het noodzakelijk om de bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet vast te leggen in lokaal beleid.

Afwijkingsbevoegdheid

Op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht kan de burgemeester gemotiveerd afwijken van dit beleid. Van deze afwijkingsbevoegdheid kan alleen gebruik worden gemaakt in bijzondere (éénmalige) gevallen waarbij een mogelijke precedentwerking wordt uitgesloten.

In het hiernavolgende wordt het beleid betreffende de bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet beschreven en onderverdeeld in de volgende rubrieken:

I woningen

de drugshandel in woningen dan wel in of bij woningen behorende erven.

II lokalen

de drugshandel in (al dan niet voor het publiek toegankelijke) lokalen dan wel in of bij zodanige lokalen behorende erven.

Voor de uitvoering van het beleid is een handhavingarrangement vastgesteld. Daarin worden de diverse verschijningsvormen van drugshandel met daarop de bestuursrechtelijke reactie weergegeven. Het in de bijlage opgenomen handhavingarrangement maakt deel uit van het beleid.

ad I Woningen

De drugshandel in woningen dan wel in of bij woningen behorende erven.

 

Bestuurlijke waarschuwing

Bij woningen, waar de privacy een erg prominente rol speelt en het feitelijk dakloos worden van de betrokkenen erg ingrijpt in de persoonlijke levenssfeer, is het eerst geven van een schriftelijke bestuurlijke waarschuwing proportioneel te noemen.

 

Sluitingstermijnen (softdrugs)

Indien in woningen dan wel in of bij woningen behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst II (softdrugs), ontvangen de eigenaren c.q. verhuurders van de woningen dan wel van de bij de woningen behorende erven een schriftelijke bestuurlijke waarschuwing. Deze waarschuwing geldt voor een termijn van twee jaar na de bekendmaking hiervan. Een herhaalde overtreding van de Opiumwet in de woningen dan wel in of bij de woningen behorende erven binnen die periode heeft verdere consequenties. Bij overtreding van de Opiumwet in de woningen dan wel in of bij de woningen behorende erven, meer dan twee jaar na de bekendmaking van de eerste waarschuwing, zal eerst een nieuwe schriftelijke waarschuwing worden gegeven.

Bij een herhaalde overtreding van de Opiumwet binnen twee jaar na de bekendmaking van de schriftelijke waarschuwing volgt een eerste besluit tot sluiting van de woningen en van de bij de woningen behorende erven voor de duur van drie maanden, om bij een daaropvolgende overtreding binnen twee jaar na het eerste besluit tot sluiting de woningen en de bij de woningen behorende erven voor de duur van zes maanden te sluiten. Als in de desbetreffende woningen dan wel in of bij de woningen behorende erven structureel drugshandel blijft plaatsvinden en de eerdere twee sluitingen kennelijk geen resultaat hebben opgeleverd, ligt sluiting van de woningen en de bij de woningen behorende erven voor onbepaalde tijd in de rede. Hiervoor bieden de Woningwet en Onteigeningswet mogelijkheden. Onteigening op grond van de Onteigeningswet is pas mogelijk indien de uitoefening van bevoegdheden uit de Woningwet, geen uitzicht heeft geboden op een duurzaam herstel van de openbare orde, die is verstoord door gedragingen in en rondom de betreffende woningen.

 

Sluitingstermijnen (harddrugs)

Indien in woningen dan wel in of bij woningen behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst I (harddrugs), dan worden de woningen en de bij de woningen behorende erven zonder waarschuwing gesloten voor de duur van 3 maanden. Indien in de woningen dan wel in of bij de bij de woningen behorende erven, binnen 2 jaar na bekendmaking van het eerste besluit tot sluiting, opnieuw een overtreding wordt geconstateerd maar dan ten aanzien van softdrugs, dan worden de woningen en de bij de woningen behorende erven gesloten voor de duur van 3 maanden. Wordt in de woningen dan wel in of bij de bij de woningen behorende erven, binnen 2 jaar na bekendmaking van het eerste besluit tot sluiting, opnieuw een overtreding geconstateerd ten aanzien van harddrugs, dan worden de woningen en de bij de woningen behorende erven zonder waarschuwing gesloten voor de duur van 6 maanden. Indien in de woningen dan wel in of bij de bij de woningen behorende erven, binnen 2 jaar na bekendmaking van het tweede besluit tot sluiting wederom een overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van softdrugs, dan worden de woningen en de bij de woningen behorende erven gesloten voor de duur van 6 maanden. Wordt in de woningen dan wel in of bij de bij de woningen behorende erven, binnen 2 jaar na bekendmaking van het tweede besluit tot sluiting, een overtreding geconstateerd ten aanzien van harddrugs, dan worden de woningen en de bij de woningen behorende erven zonder waarschuwing onmiddellijk gesloten voor de duur van 12 maanden. Indien in de woningen dan wel in of bij de bij de woningen behorende erven, binnen 2 jaar na bekendmaking van het derde besluit tot sluiting, wederom een overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van soft- of harddrugs, dan worden de woningen en de bij de woningen behorende erven zonder waarschuwing gesloten voor onbepaalde tijd.

 

De sluitingstermijnen bij softdrugs en/of harddrugs zijn niet van toepassing in situaties waarbij de Woningbouwcorporatie overgaat tot ontbinding van de betreffende huurovereenkomst.

Handhavingmatrix

Het vorenstaande resulteert in de handhavingmatrix in bijlage 1 m.b.t. het sluiten van woningen dan wel in of bij woningen behorende erven.

ad II Lokalen

 

De drugshandel in (al dan niet voor het publiek toegankelijke) lokalen dan wel in of bij zodanige lokalen behorende erven.

 

Algemeen

Onder de in deze rubriek bedoelde panden vallen de voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven, zoals winkels en horecabedrijven en de niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven, zoals loodsen, magazijnen en andere bedrijfsruimten.

Het is van belang dat er in het handhavingsbeleid een onderscheid is gemaakt in drugshandel in (al dan niet voor het publiek toegankelijk) lokalen en drugshandel in woningen.

Zo zal de sluiting van een woning de betrokkenen veel harder treffen dan de sluiting van bijvoorbeeld een café of loods. De eersten worden immers (tijdelijk) dakloos.

Bestuurlijke waarschuwing

De vraag kan gesteld worden of een bestuurlijke waarschuwing, zoals dat voorafgaande aan een sluiting voor woningen heeft te gelden, voor al dan niet voor het publiek toegankelijke lokalen een optie is. Een waarschuwing druist in beginsel in tegen de noodzaak om onmiddellijk en effectief op te treden tegen openbare orde verstoringen. Bestuurlijk waarschuwen van ondernemers bij geconstateerde druggerelateerde handelsactiviteiten leidt ook tot het risico dat de ondernemer minder alert wordt omdat ervan uitgegaan wordt dat eerst een waarschuwing volgt.

Het vorenstaande laat onverlet dat wanneer in een situatie onvoldoende grond tot sluiting bestaat, een gesprek met de exploitant wel in de rede kan liggen. Te meer daar de situatie wel aanleiding kan geven voor maatregelen in de vergunningensfeer. Denk aan de exploitatievergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) of de Drank- en Horecawet (DHW) en beiden in samenhang met toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur (Wet Bibob). Het is dan ook proportioneel te noemen dat in het geval van illegale drugshandel vanuit al dan niet voor het publiek toegankelijke lokalen dan wel in of bij zodanige lokalen behorende erven (direct) tot (tijdelijke) sluiting hiervan wordt overgegaan. In het geval van al dan niet voor het publiek toegankelijke lokalen zijn vergaande belangen, zoals de volksgezondheid, gemoeid en mag van bijvoorbeeld een kastelein van een café verwacht worden dat hij de orde in zijn inrichting weet te handhaven. Overtreding van de Opiumwet levert een impliciete schendig van die orde op.

 

Sluitingstermijnen (softdrugs)

De sluiting van al dan niet voor het publiek toegankelijke lokalen - niet zijnde woningen - en bij zodanige lokalen behorende erven, waarin drugshandel ten aanzien van softdrugs is geconstateerd, vindt plaats met toepassing van uitvoering van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat, alvorens een definitief besluit over de sluiting wordt genomen, de belanghebbenden schriftelijk op de hoogte worden gebracht van het voornemen tot sluiting en dat zij in de gelegenheid worden gesteld hun zienswijze op het voornemen mondeling of schriftelijk kenbaar te maken. De termijnen voor de besluitvorming kunnen gelet op de omstandigheden kort worden gehouden. De sluiting van al dan niet voor het publiek toegankelijke lokalen dan wel van bij zodanige lokalen behorende erven, waarin drugshandel ten aanzien van softdrugs is geconstateerd, vindt plaats voor de duur van 12 maanden.

 

Sluitingstermijn (harddrugs)

De sluiting van al dan niet voor het publiek toegankelijke lokalen - niet zijnde woningen - en van bij zodanige lokalen behorende erven, waarin drugshandel ten aanzien van harddrugs is geconstateerd, vindt plaats met toepassing van spoedeisende bestuurdwang (artikel 5:31 Algemene wet bestuursrecht) ex artikel 13b Opiumwet. In het geval van drugshandel ten aanzien van harddrugs wordt de openbare orde in zeer ernstige mate verstoord en is spoedeisende sluiting gerechtvaardigd.

In het besluit tot sluiting bij drugshandel ten aanzien van harddrugs wordt geen einddatum vermeld.

In beginsel vindt de sluiting van al dan niet voor het publiek toegankelijke lokalen en van bij zodanige lokalen behorende erven, waarin drugshandel ten aanzien van harddrugs is geconstateerd, plaats voor onbepaalde tijd met een minimum van 12 maanden.

 

Handhavingmatrix

Het vorenstaande resulteert in de handhavingmatrix in bijlage 2 m.b.t. het sluiten van al dan niet voor het publiek toegankelijke lokalen dan wel in of bij zodanige lokalen behorende erven.

 

 

Ondertekening

Veghel, 3 maart 2015

De burgemeester van de gemeente Veghel,

mr. I.R. Adema

Bijlage 1 Handhavingsmatrix I

 Overtreding Woningen dan wel in of bij woningen behorende erven 
 SoftdrugsHarddrugs
1e keerSchriftelijke waarschuwingZonder waarschuwing; 3 maanden
2e keer3 maandenZonder waarschuwing; 6 maanden
3e keer 6 maandenZonder waarschuwing; 12 maanden
4e keerOnbepaalde tijdZonder waarschuwing; Onbepaalde tijd

Bijlage 2 Handhavingsmatrix II

 Overtreding Lokalen dan wel in of bij zodanige lokalen behorende erven 
 SoftdrugsHarddrugs
Bij vaststellingZonder waarschuwing, maar met voornemen tot sluiting voor de duur van 12 maanden. Zonder waarschuwing; Onbepaalde tijd; met een minimum van 12 maanden

Bijlage 3 Handhavingsarrangement

 

 

 

 

 

Handhavingarrangement

ten behoeve van het beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet

 

 

GEMEENTE VEGHEL

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Definitie:

In de context van artikel 13b Opiumwet is drugshandel: de verkoop, verstrekking of aflevering dan wel daartoe aanwezigheid van drugs in een pand en de daarbij behorende erven.

Gebouwen zoals bergingen, garages, schuren, stallen enzovoorts kunnen deel uitmaken van de bijbehorende erven.

Het is van belang om bij het beleid inzake de bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet een handhavingarrangement op te nemen.

In bijgaand handhavingarrangement staat beschreven onder welke omstandigheden en op welke wijze gebruik zal worden gemaakt van de bestuurlijke bevoegdheden bij (illegale) drugshandel.

In dit handhavingarrangement worden de bestuursrechtelijke instrumenten benoemd, met de wetenschap dat in de meest voorkomende zaken er ook strafrechtelijk zal worden opgetreden. De verantwoordelijkheid daarvoor berust bij het Openbaar Ministerie.

Dit handhavingarrangement is afgestemd met de Bestuurlijke Driehoek.

De voordelen van een handhavingarrangement op een rij:

- Het maakt het beleid en de te ondernemen stappen duidelijk voor alle betrokkenen.

- Het maakt inzichtelijk wat de consequenties zijn van het (herhaald) overtreden van de

regels.

- Het maakt het makkelijker om succesvol te kunnen handhaven: een arrangement zorgt

ervoor dat men juridisch sterker staat.

Er wordt concreet per soort van overtreding aangegeven, welk handhavingmiddel wordt ingezet.

Strafrechtelijk element Opiumwet

De meest ernstige strafbare handeling volgens de Opiumwet is het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van drugs (zowel harddrugs als softdrugs). Een geringere strafbaarheid betreft het bezit (meer dan de toegestane gebruikershoeveelheid), vervaardigen, verkopen en/of vervoeren van hard- en softdrugs. De vervolging in deze range van strafbare feiten zal door het Openbaar Ministerie krachtig worden uitgevoerd.

Het bezit van uitsluitend een gebruikershoeveelheid, dat is maximaal 0,5 gram voor harddrugs en 5 gram voor softdrugs, wordt doorgaans niet strafrechtelijk vervolgd. Aan de hand van deze prioriteiten handhaaft het Openbaar Ministerie de Opiumwet.

Het Openbaar Ministerie heeft niet de mogelijkheid om te beletten dat een pand, waarin of waar vanuit gehandeld werd in drugs, weer wordt gebruikt voor dat doel. In dit laatste geval is de burgemeester op grond van artikel 13b Opiumwet aan zet.

 

Bestuursrechtelijk element Opiumwet

Omdat de Opiumwet geen mogelijkheid biedt om gemeentelijke toezichthouders aan te wijzen, is de

burgemeester hoofdzakelijk afhankelijk van informatie uit opsporingsonderzoeken.

Deze informatie dient de burgemeester te worden verstrekt in het kader van zijn taak met betrekking tot de openbare orde (waaronder ook artikel 13b Opiumwet).

De politie rapporteert aan de burgemeester indien is geconstateerd dat in strijd met het gedoogbeleid of de Opiumwet in al dan niet voor het publiek toegankelijke lokalen dan wel in of bij zodanige lokalen behorende erven, of in woningen dan wel in of bij woningen behorende erven drugshandel plaatsvindt of heeft plaatsgevonden.

 

 

 

 

Handhavingarrangement

 

Casuïstiek softdrugsPolitieGemeente
In woningen dan wel in of bij woningen behorende ervenRapport van bevindingen opmaken voor de gemeente (bestuursrecht) en proces verbaal opmaken voor het OM (strafrecht)1e keer: Schriftelijke bestuurlijke waarschuwing. Deze waarschuwing geldt voor een termijn van twee jaar na bekendmaking hiervan.  2e keer: Sluiting van de woningen en bij woningen behorende erven voor de duur van 3 maanden.  3e keer: Sluiting van de woningen en bij woningen behorende erven voor de duur van 6 maanden.  4e keer: Sluiting van de woningen en bij woningen behorende erven voor onbepaalde tijd.
In al dan niet voor het publiek toegankelijke lokalen dan wel in of bij zodanige lokalen behorende erven.Rapport van bevindingen opmaken voor de gemeente (bestuursrecht) en proces verbaal opmaken voor het OM (strafrecht)Zonder waarschuwing, maar met voornemen; Sluiting van de al dan niet voor het publiek toegankelijke lokalen en bij zodanige lokalen behorende erven voor de duur van 12 maanden.
Casuïstiek harddrugsPolitieGemeente
In woningen dan wel in of bij woningen behorende ervenRapport van bevindingen opmaken voor de gemeente (bestuursrecht) en proces verbaal opmaken voor het OM (strafrecht)1e keer: Zonder waarschuwing; Sluiting van de woningen en bij woningen behorende erven voor de duur van 3 maanden.   2e keer: Zonder waarschuwing; Sluiting van de woningen en bij woningen behorende erven voor de duur van 6 maanden.   3e keer: Zonder waarschuwing; Sluiting van de woningen en bij woningen behorende erven voor de duur van 12 maanden.   4e keer: Zonder waarschuwing; Sluiting van de woningen en bij woningen behorende erven voor onbepaalde tijd.
In al dan niet voor het publiek toegankelijke lokalen dan wel in of bij zodanige lokalen behorende erven.Rapport van bevindingen opmaken voor de gemeente (bestuursrecht) en proces verbaal opmaken voor het OM (strafrecht)Zonder waarschuwing; Sluiting van de al dan niet voor het publiek toegankelijke lokalen en bij zodanige lokalen behorende erven voor onbepaalde tijd; met een minimum van 12 maanden.

 

Dit handhavingarrangement is afgestemd in het bestuurlijke driehoeksoverleg