Overheidsorganisatie | Gemeente Schijndel |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015 |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2015 |
Vastgesteld door | Gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De "Verordening marktgelden 2014", vastgesteld bij raadsbesluit van 31 oktober 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid, van artikel 9 genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór die datum.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-2014 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 06-11-2014 | 14.029305 |
De raad van de gemeente Schijndel;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 oktober 2014;
gelet op artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet;
Besluit
Vast te stellen de volgende:
Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015".
In deze verordening wordt verstaan onder:
markt: de warenmarkt die wordt gehouden op de dag, tijd en plaats zoals die in de marktverordening is vastgesteld of op een dag, tijd en plaats zoals door het college van Burgemeester en Wethouders op grond van de marktverordening is vastgesteld;
standplaats: het stuk grond, dat ingenomen wordt door de kraam, tent, of enig ander voorwerp van waaruit goederen of diensten worden aangeboden, alsmede de plaats welke is gereserveerd voor de aanbieder en zijn goederen en benodigdheden;
diensten: handeling of geheel aan handelingen die men ten behoeve van iemand verricht, alsmede voorstellingen, uitvoeringen en toespraken, al dan niet mechanisch teweeg gebracht;
abonnement: het recht dat van vaste standplaatshouders vooraf voor een periode van een kalender- kwartaal geheven wordt.
Onder de naam "marktgelden" wordt in de gemeente Schijndel bij wege van kennisgeving een recht geheven voor het innemen van een standplaats op de markt.
Belastingplichtig is degene die, hetzij voor zichzelf dan wel ten behoeve van anderen, een standplaats in gebruik neemt.
1. Het marktgeld voor het innemen van een standplaats bedraagt per dag of gedeelte daarvan:
voor standplaatsen met een oppervlakte tot en met 25 m², per strekkende meter frontbreedte of gedeelte daarvan;
bij een diepte tot 2,5 m¹ € 1,59
bij een diepte van 2,5 m¹ tot 5 m¹ € 3,07
bij een diepte van 5 m¹ tot 7,5 m¹ € 4,98
bij een diepte van 7,5 m¹ tot 10 m¹ € 6,63
voor standplaatsen met een oppervlakte van meer dan 25 m², per 10 m² of gedeelte daarvan
€ 6,63
voor het gebruik van de energievoorziening van de gemeente € 2,27
2. Het marktgeld voor het innemen van een standplaats ingeval van een abonnement, bedraagt:
Voor standplaatsen met een oppervlakte tot en met 25 m², per strekkende meter frontbreedte of gedeelte daarvan;
bij een diepte tot 2,5 m¹ € 19,08
bij een diepte van 2,5 m¹ tot 5 m¹ € 36,84
bij een diepte van 5 m¹ tot 7,5 m¹ € 59,76
bij een diepte van 7,5 m¹ tot 10 m¹ € 79,56
voor standplaatsen met een oppervlakte van meer dan 25 m², per 10 m² of gedeelte daarvan € 79,56.
voor het gebruik van de energievoorziening van de gemeente € 27,24.
3. In afwijking van het tweede lid onderdeel c wordt, ingeval van een abonnement, voor het incidenteel gebruik maken van de energievoorziening van de gemeente, het tarief geheven als vermeld in het eerste lid, onderdeel c.
1. Het marktgeld wordt geheven door middel van een kennisgeving of andere schriftuur.
2. Het marktgeld als bedoeld in het eerste lid, van artikel 4, wordt voldaan bij uitreiking van de kennisgeving of andere schriftuur.
3. Het marktgeld als bedoeld in het tweede lid, van artikel 4, moet binnen een maand na de verzending van de kennisgeving of andere schriftuur, worden voldaan.
Indien het abonnement voor vaste standplaatshouders in de loop van het kalenderkwartaal wordt beëindigd, wordt ontheffing verleend voor de maanden, die bij de beëindiging van het abonnement nog niet zijn aangevangen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgelden.
De "Verordening marktgelden 2014", vastgesteld bij raadsbesluit van 31 oktober 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid, van artikel 9 genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór die datum.
1. De verordening treedt in werking op de 8e dag na die van bekendmaking.
2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2015.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening marktgelden 2015".
Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 6 november 2014,
De griffier,
F.G.T.W. van Kessel–van Erp
De voorzitter,
J.Eugster - van Bergeijk