Overheidsorganisatie | Gemeente Ubbergen |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-01-2015 | Onbekend | 13-11-2014 Onbekend | Onbekend |
Krachtens deze verordening worden geheven:
a. een afvalstoffenheffing;
b. reinigingsrechten.
1 Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).
2 De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
1 De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
a degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt maakt van het perceel;
b ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruiken heeft afgestaan.
1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
1 De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.
2 De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van mondelinge kennisgeving, dan wel bij gedagtekende kennisgeving waarop de verschuldigde belasting is vermeld.
1 De belasting, zoals bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting zoals bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3 Indien de belastingplichtig in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting zoals bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
4 Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
5 De belasting, zoals bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
1. In afwijking van artikel 9 eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
2.
In afwijking van het eerste lid geldt - ingeval het totaalbedrag van de op één aanslag biljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 45,-- met een maximum van € 3.000,-- en een machtiging is afgegeven voor het automatisch incasseren van het verschuldigde bedrag -, dat:
aanslagen, waarvan de dagtekening ligt tussen 1 januari en 1 oktober van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, worden geïncasseerd in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven met een maximum van acht;
aanslagen, waarvan de dagtekening ligt na 30 september van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, worden geïncasseerd in drie gelijke termijnen.
Bij het van toepassing zijn van het vorenstaande vervalt de eerste incassotermijn een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. In afwijking van het eerste lid geldt, voor aanslagen waarvan het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 45,- of minder bedraagt en een machtiging is afgegeven voor het automatisch incasseren van het verschuldigde bedrag, dat het totaalbedrag van de aanslag in één keer wordt geïncasseerd twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
4. Voor aanslagen, waarvan het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 3.000,--, is geen automatische incasso mogelijk en is de betalingstermijn als onder lid 1 van toepassing.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens naam de aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
1 De rechten worden geheven naar maatstaven en tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
1 De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
2 De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
jaarlijks verschuldigde rechten
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
1 De in artikel 7 vermelde betaaltermijnen zijn van overeenkomstige toepassing op de aanslagen voor rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel.
2 De aanslagen voor rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel moeten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van het aanslagbiljet.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.
De ‘Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsheffingen 2014’ van 19 december 2013, en de daarbij behorende tarieventabel 2014 van 19 december 2014 worden ingetrokken met ingang van 31 december 2014, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 31 december 2014.
De datum van ingang van de heffing is 31 december 2014.
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten 2015’.
Vastgesteld door de raad van de gemeente Ubbergen in zijn openbare vergadering van
13 november 2014.
De raadsgriffier, De voorzitter,
Tarieventabel afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten 2015
Behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten 2015’ vastgesteld op 13 november 2014.
Algemeen
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
1.1De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar
1.1.1 indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon € 148,92;
1.1.2 indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee of meer personen € 198,60;
1.1.3De belasting als bedoeld in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt):
1.1.3.1 groene container, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per extra container € 91,80
1.1.3.2 grijze container, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per extra container € 124,20
2.1 Het recht bedraagt per belastingjaar voor het eenmaal per twee weken verwijderen van bedrijfsafval:
2.1.1 groene container, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per container € 91,80;
2.1.2grijze container, bestemd voor de overige afvalstoffen, per container € 124,20.
Het recht bedraagt voor het incidenteel beschikbaar stellen, het gebruik en het ledigen van containers dan wel het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen per week:
groene container, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per container € 10,00
grijze container, bestemd voor overige afvalstoffen, per container € 12,00.