Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - Zuid |
---|---|
Officiële naam regeling | subsidieregeling huurwoningen middensegment Zuid 2013. |
Citeertitel | subsidieregeling huurwoningen middensegment Zuid 2013 |
Vastgesteld door | gedelegeerde functionaris |
Onderwerp | |
Eigen onderwerp | Economische zaken |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Stadsdeelkrant Zuid, jaargang 5, nummer 2, 23 januari 2014
Onbekend.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-10-2016 | nieuwe regeling | 19-11-2013 Stadsdeelkrant Zuid, jaargang 5, nummer 2, 23 januari 2014 | - |
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
activiteit: activiteit als bedoeld in wet algemene bepalingen omgevingsrecht (wabo) artikel 2.1, eerste lid, of 2.2;
voorziening/reserve stimulans woningbouw middensegment; reserve, waarin Stadsdeel Zuid de middelen stort; deze regeling vormt op stadsdeelniveau een nadere uitwerking van Bads II en de woonvisie stadsdeel Zuid 2012;
bewoonde Andere Ruimte (BAR): een woonruimte welke niet voldoet aan de minimale eisen van het Bouwbesluit;
dagelijks bestuur (DB): het dagelijks bestuur van Stadsdeel Zuid;
eigenaar: natuurlijke of rechtspersoon die de juridische of het economische eigendom heeft van een onroerende zaak;
middensegmenthuur: een kale huur tussen de huurliberalisatiegrens (1) en € 930 per maand (2)
inkomens middensegment: van inkomensgrens sociale huurwoning (3) tot € 55.000 (4)
b.v.o.: bruto vloeroppervlak volgens NEN 2580
(1) Huurliberalisatiegrens d.d. 1-1-2013 is € 681,02
(2) jaarlijks te indexeren met dezelfde index als de huurliberalisatiegrens
(3) Inkomensgrens voor sociale huurwoning d.d. 1-1-2013 is € 34.229
(4) jaarlijks te indexeren met dezelfde index als de inkomensgrens sociale huurwoning
Deze subsidieregeling is van toepassing op het beleidsterrein stedelijke ontwikkeling en volkshuisvesting en vormt een uitwerking van Bouwen aan de stad II en de woonvisie stadsdeel Zuid en haar doelstelling van het realiseren van huurwoningen in het middensegment voor inwoners met middeninkomens. Met deze subsidieregeling zet het DB financiële middelen in het belang van een evenwichtige volkshuisvesting in Stadsdeel Zuid in.
1. Het DB kan een jaarlijks gedurende 10 jaar subsidie verlenen voor het realiseren van woningen met middensegmenthuren.
2. Een aanvraag bij de nadere regeling huurwoningen middensegment kan uitsluitend worden gedaan voor de realisatie van huurwoningen in het middensegment in het stadsdeel Zuid met minimaal een bruto vloeroppervlak van 60 m² en tot de huurprijsgrens voor zelfstandige woningen volgens besluit huurprijzen woonruimte per 1 juli van het jaar van subsidieverlening, zoals in tabel bijlage II.
3. het realiseren van huurwoningen houdt in:
nieuwbouw van woningen;
verbouw van een (deel van een) gebouw met een niet-woonfunctie tot een of meer woningen;
herontwikkeling van woningen tot huurwoningen in het middensegment.
1. Het DB stelt voor de activiteiten die op grond van deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen, jaarlijks het subsidieplafond vast;
2. Voor de wijze van het verdelen van het subsidieplafond verwijst het dagelijks bestuur naar de subsidieregeling huurwoningen middensegment Zuid 2013.
Het DB kan uitsluitend subsidie verstrekken aan rechts- en natuurlijke personen, die eigenaar zijn van de woning, waarop de aanvraag betrekking heeft.
1. In afwijking van/aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2012 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:
een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
een uittreksel uit het handelsregister dat niet ouder is dan twee maanden en een afschrift van de statuten van de aanvrager;
een kopie van het legitimatiebewijs;
een kopie van het koopcontract of van de akte van transport van het zakelijk recht op het desbetreffende onroerend goed of enig andere bewijs van zakelijk recht van de aanvrager op dit goed;
een bouwplan, dat minstens voldoet aan de indieningsvereisten voor een vergunningaanvraag conform de regeling omgevingsrecht: hoofdstukken 1, 2, 6 en 8 in geval de werkzaamheden vergunningvrij zijn;
een volledige opgave van alle bijdragen die uit andere hoofde worden verleend of zijn toegezegd;
een puntenwaardering conform het Besluit huurprijzen woonruimte.
2. Het tweede lid, aanhef, onder b, is niet van toepassing als in het voorafgaande jaar ook een subsidie is verstrekt en in de statuten of in de vermelding in het handelsregister sindsdien geen verandering is opgetreden.
3. Het tweede lid, aanhef, onder b is niet van toepassing als de subsidieaanvraag wordt ingediend door een natuurlijk persoon.
1. De aanvraag moet voor de start van de activiteit worden ingediend.
2. De aanvraag kan gedurende het jaar worden ingediend.
3. Subsidieaanvragen worden in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst daarvan. Als tijdstip van indiening geldt daarbij het moment, waarop de aanvraag compleet is.
1. Het DB beslist op de aanvraag tot subsidieverlening binnen acht weken, als het een vergunningvrije activiteit betreft.
2. Het DB beslist op de aanvraag tot subsidieverlening gelijktijdig met de behandeling van de omgevingsvergunningaanvraag voor eenzelfde activiteit.
3. Indien een vergunningaanvraag buiten behandeling wordt gelaten, wordt aangehouden of niet ontvankelijk wordt verklaard, geldt deze beslissing ook voor de beslistermijn op de subsidieaanvraag.
4. Het DB kan zijn beslissing ten hoogste met vier weken verdagen.
5. Beslistermijn op aanvraag subsidie wordt opgeschort met de termijn die gemoeid is met de beslissing op de aanvraag om omgevingsvergunning.
1. Onder verwijzing naar de voorkomende situaties beschreven in artikel 3 bedraagt de subsidie maximaal € 200.000,- per project.
2. De subsidiehoogte bedraagt per woning € 5.000 bij een woonoppervlak van 60 m² b.v.o. plus € 500 per m² b.v.o. extra met een maximale som van € 20.000 in tien termijnen jaarlijks uit te keren.
In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de ASA 2012 weigert het DB een subsidie te verlenen:
1. Indien de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de activiteit wordt geweigerd, waarop de betreffende subsidieaanvraag van toepassing is.
2. Indien de aanvraag een tijdelijke omgevingsvergunning voor afwijking van bestemmingsplan wabo artikel 2.12, lid 2 betreft.
3. Indien de (bouw)activiteit start, voordat op de subsidieaanvraag voor diezelfde activiteit is beslist;
4. Indien de aanvrager al overheidssubsidie of een overheidsbijdrage ontvangt voor de aangevraagde activiteit;
5. Indien de aanvraag sociale huurwoningen betreft, die door huurverhoging de huurliberalisatiegrens overschrijden;
6. Indien in strijd met de verleende omgevingsvergunning is gebouwd.
Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2012, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:
1. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat gedurende tien jaar de subsidieontvanger:
de woning niet geheel of gedeeltelijk aan de bestemming tot bewoning onttrekken, met een andere woning samenvoegen of van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte omzetten;
de woning alleen leegstand door mutatie en onderhoud kent en niet langer dan 6 maanden;
de woning deugdelijk zullen onderhouden;
de huurder geen hogere dan de in het Besluit huurprijzen woonruimte bedoelde maximaal redelijke huurprijzen onder de in artikel 2 genoemde huurpuntengrens in rekening te brengen, onverminderd de wettelijke toegestane huurverhogingen;
de huurder huurprijzen rekent tussen de huurliberalisatiegrens en € 930/maand jaarlijks geïndexeerd met de inflatie.
2. Binnen de in de beschikking genoemde termijn een begin wordt gemaakt met de werkzaamheden met een maximum van 9 maanden, maar niet zonder de vereiste omgevingsvergunning. De start van de werkzaamheden wordt vooraf gemeld aan het dagelijks bestuur op een door of namens het dagelijks bestuur beschikbaar gesteld formulier.
3. Binnen drie jaar na indiening van de aanvraag moeten de werkzaamheden voltooid zijn.
1. Als de subsidieverlening niet hoger is dan € 50.000, dient de ontvanger van een eenmalige subsidie uiterlijk acht weken na afloop van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie bij het DB in.
2. De aanvraag tot subsidievaststelling bevat een kopie van de omgevingsvergunning en een verslag, waaruit blijkt dat huurwoningen, waarvoor de subsidie is verleend, zijn gerealiseerd en de mate waarin de beoogde doelstellingen en resultaten zijn behaald.
3. Onmiddellijk na het gereedkomen van de te treffen voorzieningen meldt de eigenaar op een door of namens het DB beschikbaar gesteld formulier, dat de werkzaamheden zijn voltooid.
4. Een melding die voldoet aan de in lid 3 vermelde voorwaarden, wordt tevens aangemerkt als een verzoek om vaststelling van de subsidie.
5. Als de aanvrager niet voldoet aan de verplichtingen gesteld in artikel 11, wordt de subsidievaststellingsbeschikking ingetrokken.
1. Als de subsidieverlening meer bedraagt dan € 50.000 dient de ontvanger van een eenmalige subsidie uiterlijk twaalf weken na afloop van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie bij het DB in.
2. De aanvraag tot subsidievaststelling bevat een kopie van de omgevingsvergunning en een verslag, waaruit blijkt dat huurwoningen, waarvoor de subsidie is verleend, zijn gerealiseerd en de mate waarin de beoogde doelstellingen en resultaten zijn behaald.
3. Onmiddellijk na het gereedkomen van de te treffen voorzieningen meldt de eigenaar op een door of namens het DB beschikbaar gesteld formulier dat de werkzaamheden zijn voltooid en jaarlijks bij vaststelling van de nieuwe huurhoogte.
4. De in lid 3 bedoelde melding bevat kopieën van de huurcontracten van het betreffende jaar. Tevens kan een accountantsverklaring worden gevraagd bij de oplevering van de bouw.
5. Een melding die voldoet aan de in lid 3 en 4 vermelde voorwaarden, wordt tevens aangemerkt als een verzoek om vaststelling van de subsidie.
6. Als de aanvrager niet voldoet aan de verplichtingen gesteld in artikel 11, wordt de subsidievaststellingsbeschikking ingetrokken.
Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de beschikking tot subsidievaststelling gedurende tien jaren in jaarlijkse termijnen betaald, waarvan de eerste termijn binnen vier weken na de subsidievaststelling en vervolgens binnen vier weken na 1 juli van het lopende jaar, maar niet eerder dan dat een kopie van het huurcontract is verstrekt door de verhuurder, zoals dat betreffende jaar per 1 juli is vastgesteld voor de middensegmentwoning, waarvoor de subsidie is verleend.
Het DB kan toezichthouders aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de aan de subsidieontvanger opgelegde verplichtingen.
1. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als subsidieregeling huurwoningen middensegment Zuid 2013.
2. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2014.