Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Franekeradeel

Verordening Jeugdhulp 2015 gemeente Franekeradeel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Franekeradeel
Officiële naam regelingVerordening Jeugdhulp 2015 gemeente Franekeradeel
CiteertitelVerordening Jeugdhulp 2015 gemeente Franekeradeel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Jeugdwet 2015, art. 2.9, 2.10 en 2.12

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201520-02-2015nieuwe regeling

23-10-2014

Overheid.nl

14.202275

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Jeugdhulp 2015 gemeente Franekeradeel

De raad van de gemeente Franekeradeel;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Franekeradeel van19 augustus 2014;

gelet op artikel 2.9, 2.10 en 2.12 van de Jeugdwet 2015.

B E S L U I T :

1.De Verordening Jeugdhulp 2015 gemeente Franekeradeel als volgt vast te stellen:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet, ophet gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen;

  • b.

    hulpvraag: behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verbandmet opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, alsbedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet;

  • c.

    individuele voorziening: op de jeugdige of zijn ouders toegesnedenvoorziening als bedoeld in artikel 2, tweede lid;

  • d.

    overige voorziening: overige voorziening als bedoeld in artikel 2, eerste lid;

  • e.

    pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijndeeen door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staatstelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden tebetrekken;

  • f.

    gezinsplan: het plan betreffende de verlening van jeugdhulp als bedoeld inartikel 4.1.2.;

  • g.

    wet: Jeugdwet.

Artikel 2. Vormen van jeugdhulp

  • 1.

    De volgende vormen van overige voorzieningen zijn beschikbaar:

    • -

      begeleiding en verzorging jeugdigen met verstandelijke beperking

    • -

      generalistische basis-ggz voor jeugdigen

    • -

      gezinsondersteuning

    • -

      jongerentrajecten

    • -

      ambulante opvoedhulp

  • 2.

    De volgende vormen van individuele voorzieningen zijn beschikbaar:

    • -

      langdurige crisisopvang

    • -

      forensische hulp

    • -

      gesloten jeugdhulp

    • -

      medische kinderdagbehandeling

    • -

      pleegzorg

    • -

      residentiële hulp in vrijwillig kader

    • -

      residentiële hulp voor jeugdigen met verstandelijke beperkingen

    • -

      specialistische dagbehandeling en verzorging verstandelijk beperkte jeugd

    • -

      specialistische ggz voor jeugdigen

    • -

      verzorging van jeugd met een lichamelijke en zintuiglijke beperking

  • 3.

    Het college stelt bij nadere regeling vast welke overige en individuelevoorzieningen op basis van het eerste en tweede lid beschikbaar zijn.

Artikel 3 Toegang jeugdhulp via de huisarts, medisch specialist of jeugdarts

  • 1.

    .Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door dehuisarts, medisch specialist of jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder, als en voorzover genoemde jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is.

  • 2.

    Als de jeugdige of zijn ouders hierom verzoeken, legt het college de teverlenen individuele voorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vast in eenbeschikking als bedoeld in artikel 5.

Artikel 4. Toegang jeugdhulp via de gemeente

Het college stelt bij nadere regeling regels met betrekking tot de voorwaarden voortoekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij eenindividuele voorziening. Het college geeft daarbij aan op welke wijze hij jeugdigenen ouders informeert over de mogelijkheid en het belang om in bepaalde gevalleneen beroep op jeugdhulp te doen.

Artikel 5. Inhoud beschikking

  • 1.

    In de beschikking tot verstrekking van een individuele voorziening wordt inieder geval aangegeven of de voorziening in natura of als pgb wordt verstrekt enwordt aangegeven hoe bezwaar tegen de beschikking kan worden gemaakt.

  • 2.

    Bij het verstrekken van een individuele voorziening worden in de beschikkingook de met de jeugdige of zijn ouders gemaakte afspraken vastgelegd.

Artikel 6. Regels voor pgb

  • 1.

    Het college verstrekt een pgb in overeenstemming met artikel 8.1.1 van de wet.

  • 2.

    Het college bepaalt bij nadere regeling op welke wijze de hoogte van een pgbwordt vastgesteld.

  • 3.

    Het college bepaalt bij nadere regeling onder welke voorwaarden de persoonaan wie een pgb wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon diebehoort tot het sociale netwerk.

Artikel 7 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking ofterugvordering

  • 1.

    Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders opverzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feitenen omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat dezeaanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande eenindividuele voorziening.

  • 2.

    Onverminderd artikel 8.1.4 van de wet kan het college een beslissingaangaande een individuele voorziening herzien dan wel intrekken als het collegevaststelt dat:

    • a.

      de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekten de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zouhebben geleid;

    • b.

      de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of op hetpgb zijn aangewezen;

    • c.

      de individuele voorziening of het pgb niet meer toereikend is te achten;

    • d.

      de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de individuelevoorziening of het pgb, of

    • e.

      de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het pgb niet of vooreen ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd.

  • 3.

    Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeftingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijkheeft plaatsgevonden, kan het college van degene die opzettelijk onjuiste ofonvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderenvan de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.

  • 4.

    Een beslissing tot verlening van een pgb kan worden ingetrokken als blijkt dathet pgb binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostigingvan de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

  • 5

    Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, aldan niet steekproefsgewijs, de bestedingen van pgb's.

Artikel 8. Verhouding prijs en kwaliteit aanbieders jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering

Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij devaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp ofuit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:

  • a.

    de aard en omvang van de te verrichten taken;

  • b.

    de voor de sector toepasselijke CAO-schalen in relatie tot de zwaarte van defunctie;

  • c.

    een redelijke toeslag voor overheadkosten;

  • d.

    een voor de sector reële mate van non-productiviteit van het personeel alsgevolg van verlof, ziekte, scholing en werkoverleg;

  • e.

    kosten voor bijscholing van het personeel.

Artikel 9. Inspraak en medezeggenschap

  • 1.

    Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente bij de voorbereiding vanhet beleid betreffende jeugdhulp overeenkomstig de krachtens artikel 150 van deGemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordtverleend.

  • 1.

    Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdigin de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, adviesuit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellenbetreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief tekunnen vervullen.

  • 3.

    Het college zorgt ervoor dat ingezetenen kunnen deelnemen aan periodiekoverleg, waarbij zij onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden, en dat zijworden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigdeinformatie en ondersteuning.

  • 4.

    Het college stelt nadere regels vast ter uitvoering van het tweede en derde lid.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 j anuari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Jeugdhulp 2015gemeente Franekeradeel.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare

raadsvergadering van 23-10-2014,