Overheidsorganisatie | Gemeente Naarden |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Tegenprestatie Naarden, Muiden, Bussum 2015 |
Citeertitel | Verordening Tegenprestatie Naarden, Muiden, Bussu, 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Nieuwe regeling | 15-12-2014 | SRV14.005 |
De raad van de gemeente Naarden
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Naarden d.d. 10 november 2014 SRV14.005
gelet op artikel 7, lid 1 sub c, artikel 8a, lid 1 sub b en artikel 9 van de Participatiewet;
gelet op artikel 35, lid e sub e en artikel 37 van Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW);
gelet op artikel 35 , lid 1 sub e en artikel 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);
Besluit:
vast te stellen:
Verordening Tegenprestatie Naarden, Muiden, Bussum 2015
In deze verordening wordt verstaan onder:
- tegenprestatie:het naar vermogen verrichten van door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.
- vrijwilligerswerk: werk dat in enig verband onverplicht en onbetaald wordt verricht, voor anderen of de samenleving.
- mantelzorg:hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
Het college kan een tegenprestatie opdragen voor zover die werkzaamheden:
niet zijn bedoeld als re-integratie-instrument, gericht op toeleiding tot de reguliere arbeidsmarkt;
worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid in de organisatie waarin ze worden verricht en niet leiden tot verdringing van reguliere arbeid;
bijdragen aan de ontwikkeling van het individu.
Het college stimuleert de uitkeringsgerechtigde die vooralsnog geen uitzicht heeft op arbeidsinschakeling en aan wie geen re-integratievoorziening wordt aangeboden, om onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten en kan dit aanmerken als tegenprestatie.
Het college kan de uitkeringsgerechtigde bedoeld in het eerste lid opdragen een tegenprestatie te verrichten.
Bij het opdragen van een tegenprestatie staat ‘meedoen naar vermogen’ en ‘maatwerk’ centraal. Het college houdt in ieder geval rekening met de volgende factoren:
de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden van de persoon;
de persoonlijke wensen en kwaliteiten van de persoon
maatschappelijke activiteiten, verplichte inburgeringsactiviteiten of vrijwilligerswerk, dat al wordt verricht
de mate waarin eerst andere instrumenten en/of voorzieningen zijn benut om de maatschappelijke participatie van de persoon te bevorderen.
De tegenprestatie is beperkt in omvang en duur en wordt afgestemd op de mogelijkheden van de persoon.
Een tegenprestatie wordt niet opgelegd indien:
de betrokkene in verband met arbeidsongeschiktheid volledig is vrijgesteld van de arbeids- en re-integratieverplichting;
alleenstaande ouder is en een ontheffing heeft als bedoeld in artikel 9a Participatiewet, of artikel 38, lid 1 van de IOAW of IOAZ;
uitsluitend bijstand wordt verleend op grond van de bijzondere bijstand;
maatschappelijke nuttige activiteiten in de vorm van vrijwilligerswerk of mantelzorg van een bepaalde omvang worden verricht.
Het college stelt in beleidsregels aanvullende bepalingen vast met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.
De met betrokkene gemaakte afspraken worden vastgelegd in een plan van aanpak;
Het weigeren of niet nakomen van de gemaakte afspraken kan bij een verwijtbare gedraging leiden tot een verlaging op grond van de bepalingen in de Verordening Afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ Naarden, Muiden, Bussum 2015.
Het college kan in bijzondere individuele gevallen ten gunste van de betrokkene afwijken van de bepalingen in deze verordening met als doel een ongewenste situatie te voorkomen.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Tegenprestatie Naarden, Muiden, Bussum, 2015.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeenten Naarden, Muiden en Bussum, gehouden op 15 december 2014.
de griffier, de voorzitter,