Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Naarden

Verordening Re-integratie Naarden, Muiden, Bussum 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Naarden
Officiële naam regelingVerordening Re-integratie Naarden, Muiden, Bussum 2015
CiteertitelVerordening Re-integratie Naarden, Muiden, Bussum 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde lid, van de Participatiewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015Nieuwe regeling

15-12-2014

Gemeenteblad, jaargang 2014, nr. 78443

SRV14.005

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Naarden

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Naarden d.d. 10 november 2014 SRV14.005

gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde lid, van de Participatiewet;

besluit: 

vast te stellen

Verordening Re-integratie Naarden, Muiden, Bussum 2015

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

- wet: Participatiewet;

- doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet;

- korte afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs mogelijk binnen één jaar;

- lange afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet mogelijk binnen één jaar;

- economische zelfredzaamheid: een persoon wordt als economisch zelfredzaam beschouwd als hij in staat is door inkomsten uit arbeid volledig in het eigen levensonderhoud te voorzien;

- sociale zelfredzaamheid: een persoon wordt als sociaal zelfredzaam beschouwd als hij in staat is om dagelijkse levensverrichtingen zelfstandig te doen en om zelfstandig te functioneren in dagelijkse leefsituaties;

- mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

- startkwalificatie: diploma op minimaal niveau 2 van het Middelbaar Beroepsonderwijs

Artikel 2 Evenwichtige verdeling en financiering

  • 1.

    Het college biedt aan een persoon uit de doelgroep een voorziening aan voor zover het college dat noodzakelijk acht.

  • 2.

    Het college kan de voorziening, bedoeld in de artikelen 5, 7 en 10, aanbieden aan personen die behoren tot de doelgroep waarbij het te bereiken resultaat economische zelfredzaamheid is.

  • 3.

    Het college biedt maatwerk bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen. Daarbij wordt door het college een afweging gemaakt of de voorziening, gelet op de mogelijkheden, capaciteiten en wensen van de belanghebbende, het meest doelmatig is gelet op het beoogde resultaat.

  • 4.

    Het college houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk. Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      de opvang van ten laste komende kinderen tot vijf jaar, en

    • b.

      de noodzakelijkheid van het verrichten van mantelzorg.

Artikel 3 Budgetplafonds

  • 1.

    Het college kan een of meer budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen. Een door het college ingesteld budgetplafond vormt een weigerings­grond bij de aanspraak op een specifieke voorziening.

  • 2.

    Het college kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat aan niet-uitkeringsgerechtigden zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, sub a 7º, van de Participatiewet een bijdrage in de kosten van de voorziening wordt gevraagd.

Artikel 4 Algemene bepalingen over voorzieningen re-integratie

  • 1.

    Een voorziening is gericht op het vergroten dan wel bereiken van economische zelfstandigheid van een persoon (‘het resultaat’).

  • 2.

    Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening een uitvoeringsplan vast waarin wordt vastgelegd welke voorzieningen, waaronder ondersteunende voorzieningen, het college in ieder geval kan aanbieden om het resultaat te bereiken en de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.

  • 3.

    Het college kan een voorziening beëindigen als:

    • a.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet, de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen niet nakomt;

    • b.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep;

    • c.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een in deze verordening genoemde voorzieningen, tenzij het betreft een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, onder 2º van de wet;

    • d.

      naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een duurzame en snelle arbeidsinschakeling;

    • e.

      de voorziening naar het oordeel van het college niet meer geschikt is voor de persoon die gebruik maakt van de voorziening;

    • f.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet naar behoren gebruik maakt van de aangeboden voorziening;

    • g.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer voldoet aan de voorwaarden die in deze verordening worden gesteld om in aanmerking te komen voor die voorziening.

Artikel 5 Maatwerkvoorziening gericht op economische zelfredzaamheid

  • 1.

    Het college kan een persoon uit de doelgroep een maatwerkvoorziening aanbieden gericht op economische zelfredzaamheid voor zover hij niet in staat is op eigen kracht algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen, maar daar met ondersteuning wel binnen afzienbare termijn toe in staat is. Deze maatwerkvoorziening kan ook worden aangeboden aan een persoon uit de doelgroep om zijn aanwezige arbeidsvermogen te vergroten.

  • 2.

    De duur van het traject is maximaal drie maanden en kan zo nodig verlengd worden met nogmaals maximaal drie maanden.

  • 3.

    Scholing kan onderdeel uitmaken van de ondersteuning voor zover de scholing naar het oordeel van het college bijdraagt aan het te bereiken resultaat.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing op personen jonger dan 27 jaar die uit ‘s Rijks kas bekostigd onderwijs kunnen volgen.

  • 5.

    Nazorg kan onderdeel uitmaken van de ondersteuning voor de duur van maximaal twaalf maanden na acceptatie van algemeen geaccepteerde arbeid.

Artikel 6 Maatwerkvoorziening gericht op sociale zelfredzaamheid

Het college kan een persoon een maatwerkvoorziening aanbieden gericht op sociale zelfredzaamheid (sociale activering) voor zover de mogelijkheid bestaat dat hij op enig moment algemeen geaccepteerde arbeid kan verkrijgen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een voorziening als bedoeld in deze verordening. 

Artikel 7 Maatwerkvoorziening beschut werk

  • 1.

    Het college kan de maatwerkvoorziening beschut werk aanbieden aan een persoon uit de doelgroep die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek nodig heeft dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt.

  • 2.

    Het college maakt uit de personen van de doelgroep een voorselectie en wint bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen advies in voor de beoordeling of zij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Het college selecteert voor deze beoordeling uitsluitend personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt

  • 3.

    Om de in artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet, bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken, zet het college de volgende ondersteunende voorzieningen in: fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving, uitsplitsing van taken of aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur.

  • 4.

    Het college bepaalt de omvang van het aanbod beschut werk en legt vast hoeveel plekken voor beschut werk de gemeente beschikbaar stelt. In verband hiermee overlegt het college met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, aan de gemeente gelieerde bedrijven en andere reguliere werkgevers.

Artikel 8 Maatwerkvoorziening ondersteuning bij leer-werktraject

Het college kan ondersteuning aanbieden aan een persoon uit de doelgroep ten aanzien van wie het college van oordeel is dat een leer-werktraject nodig is, voor zover deze ondersteuning nodig is voor het volgen van een leer-werktraject en het personen betreft:

  • a.

    van zestien of zeventien jaar van wie de leerplicht of de kwalificatieplicht, bedoeld in de Leerplichtwet 1969, nog niet is geëindigd, of

  • b.

    van achttien tot zevenentwintig jaar die nog geen startkwalificatie hebben behaald.

Artikel 9 Maatwerkvoorziening scholing

  • 1.

    Het college kan aan een persoon die behoort tot de doelgroep participatieplaats een scholingstraject aanbieden;

  • 2.

    Een scholingstraject voldoet in ieder geval aan de volgende eisen:

    • a.

      a. zonder inzet van scholing is het verwerven of behouden van arbeid naar het oordeel van het college niet haalbaar;

    • b.

      b. de scholing moet aansluiten bij de krachten en bekwaamheden van de persoon;

    • c.

      c. de scholing is gericht op het behalen van een certificaat of diploma tenminste op het niveau van een startkwalificatie;

    • d.

      d. de scholing beslaat een periode van maximaal twee jaar.

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing op personen die jonger zijn dan 27 jaar en uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs kunnen volgen, zoals bedoel in artikel 7, derde lid, onderdeel a, van de wet.

Artikel 10 Maatwerkvoorziening persoonlijke ondersteuning

  • 1.

    Het college kan aan een persoon van 27 jaar of ouder met recht op algemene bijstand en overeenkomstig artikel 10a van de wet onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten.

  • 2.

    De premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid, van de wet bedraagt € 125,- per zes maanden, mits in die zes maanden voldoende is meegewerkt aan het vergroten van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.

Artikel 11 Maatwerkvoorziening persoonlijke ondersteuning

  • 1.

    Aan een persoon die behoort tot de doelgroep, kan het college persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van de aan die persoon opgedragen taken aanbieden in de vorm van structurele begeleiding als hij zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is de aan hem opgedragen taken te verrichten.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere omstandigheden aan personen die met een loonkostensubsidie werkzaam zijn persoonlijke ondersteuning aanbieden ter voorkoming van uitval, voor zover de uitval niet is te relateren aan de aan hem opgedragen taken.

  • 3.

    Het college kan aan de persoonlijke ondersteuning een maximum tijdsduur verbinden.

Artikel 12 Loonkostensubsidie

Het college kan een loonkostensubsidie verstrekken aan werkgevers voor personen die behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e van de Participatiewet.

Artikel 13 No-riskpolis

Dit artikel wordt gereserveerd voor de no-riskpolis. In een aanvullende verordening zal dit op een later tijdstip worden aangeboden.

Artikel 14 Beleid en financiën

  • 1.

    Het college stelt in beleidsregels aanvullende bepalingen vast met betrekking tot de uitvoering van deze verordening;

  • 2.

    Het college zendt periodiek aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid van het beleid.

Artikel 15 Situaties waarin deze verordening niet voorziet

Het college kan in bijzondere individuele gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening als toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 16 Intrekken oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Re-integratieverordening WWB gemeente Naarden 2012’ wordt ingetrokken ingaande 1 januari 2015.

  • 2.

    Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening op grond van de Re-integratieverordening WWB gemeente Naarden 2012 die moet worden beëindigd op grond van deze verordening, behoudt deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Re-integratieverordening 2012 en bijbehorende nadere regelgeving voor de dr:uu

    • a.

      van 12 maanden, gerekend vanaf de inwerkingtreding van deze verordening, of

    • b.

      dat deze is verstrekt, als dat korter is dan de periode als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid kan het college de toegekende voorziening op grond van de Re-integratieverordening WWB gemeente Naarden 2012 beëindigen indien inzet van een voorziening op grond van deze verordening naar verwachting leidt tot het sneller bereiken van economische zelfredzaamheid.

  • 4.

    Het college kan na afloop van de in het tweede lid, onderdeel a, bedoelde periode, besluiten of een voorziening wordt voortgezet.

  • 5.

    De Re-integratieverordening WWB gemeente Naarden 2012 blijft van toepassing ten aanzien van een voortgezette voorziening als bedoeld in het tweede lid en vierde li.d

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Re-integratie Naarden, Muiden, Bussum 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeenten Naarden, Muiden en Bussum, gehouden op 15 december 2014

de griffier, de voorzitter,