Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Naarden

Verordening op de heffing en invordering van de hondenbelasting 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Naarden
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van de hondenbelasting 2015
CiteertitelVerordening hondenbelasting 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpVerordening hondenbelasting 2015

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Verordening hondenbelasting 2015

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 226 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-12-2014Nieuwe regeling

10-12-2014

Gemeenteblad, jaargang 2014, nr. 74838

RV14.045

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Naarden;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014, RV14.045;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de ‘Verordening op de heffing en de invordering van

hondenbelasting 2015’.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2.

    Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3.

    Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

1. In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatoe gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.

2. De belasting wordt niet geheven voor honden:

  • a.

    die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;

  • b.

    die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden;

  • c.

    die verblijven in een hondenasiel;

  • d.

    die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;

  • e.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij te zamen met de moederhond wor­den gehouden.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1.

    De belasting bedraagt per belastingjaar:

    • a.

      voor een eerste hond € 68,95;

    • b.

      voor iedere hond boven het aantal van één € 137,91.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de be­lasting voor hon­den, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kyno­logisch gebied in Nederland, € 548,50 per kennel.

  • 3.

    Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belasting­plicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belasting­jaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toe­genomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde be­lasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belasting­plicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalender­maanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar ver­mindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeel­ten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectieve­lijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100,00 doch minder dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. Eventuele afrondingsverschillen moeten in de laatste termijn worden betaald.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 12 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2014’, vastgesteld door de raad van de gemeente Naarden op 11 december 2013 wordt ingetrok­ken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voor­gedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de be­kendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening honden­belasting 2015’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering

der gemeente Naarden, gehouden op 10 december 2014.

de voorzitter,

de griffier,