Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bellingwedde

Veiligheidsplan 2015 - 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bellingwedde
Officiële naam regelingVeiligheidsplan 2015 - 2019
CiteertitelVeiligheidsplan 2015 - 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015Onbekend

18-12-2014

Gemeenteberichten Streekblad

Onbekend

Tekst van de regeling

1.0 Inleiding

Deze inleiding geeft een omschrijving van veiligheid, integrale veiligheid, de veiligheidsketen en het integrale veiligheidsbeleid van de gemeente Bellingwedde.

Wat is veiligheid?

Veiligheid is het aanwezig zijn van een zekere mate van orde en rust in het publieke domein en van bescherming van leven, gezondheid en goederen tegen acute en dreigende aantastingen. Onveiligheid is te omschrijven als alles wat hier inbreuk op maakt. Die inbreuken kunnen feitelijke aantastingen betreffen, maar ook gevoelens van onveiligheid.

Veiligheid is een breed begrip. Een manier om het hanteerbaar te maken en het tegelijk af te bakenen, is door te werken met veiligheidsvelden. De methode Kernbeleid Veiligheid onderscheidt vijf veiligheidsvelden: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. Dit integraal veiligheidsbeleid is opgezet op basis van de veiligheidsvelden uit Kernbeleid Veiligheid.

Wat is integrale veiligheid?

Integrale veiligheid probeert alle facetten van veiligheid bijeen te brengen in een beleid, waarbij alle betrokkenen gezamenlijk proberen te komen tot een veiligere samenleving. Het is zaak dat alle schakels van de veiligheidsketen goed op elkaar aansluiten en dat er een goede systematiek, samenhang en samenwerking is bij de ontwikkeling en uitvoering van het veiligheidsbeleid.

De veiligheidsketen

De vijf schakels van de veiligheidsketen zijn:

Pro-actie: het structureel voorkomen van onveiligheid, veelal in het kader van lange termijnplanning.

Preventie: het in een gegeven (potentieel onveilige) situatie treffen van maatregelen die effect hebben op de directe oorzaken van onveiligheid en /of op het verminderen van de gevolgen er van.

Preparatie: de daadwerkelijke voorbereiding op de bestrijding van mogelijke aantasting van de veiligheid: te denken valt aan het opstellen van rampenplannen en het organiseren van oefeningen. Deze fase is vooral voor brandweer- en rampenhulpverlening en in mindere mate voor criminaliteit en overlast van belang.

Repressie: de bestrijding van onveiligheid en de hulpverlening in acute noodsituaties door daadwerkelijk inzet van politie, brandweer en andere hulpverleningsdiensten.

Nazorg: alles wat nodig is om zo snel mogelijk terug te keren naar normale verhoudingen. Hierbij is zowel aandacht voor opvangen en begeleiding van slachtoffers, als voor opsporing, vervolging en/of begeleiding van daders.

Wat is het integrale veiligheidsbeleid van de gemeente Bellingwedde?

Het integrale veiligheidsbeleid richt zich op het systematisch en samenhangend werken aan behoud of verbeteren van alle facetten van veiligheid. Criminaliteit en veiligheid zoeken de weg van de minste weerstand. Hoe beter de gemeente haar veiligheidsbeleid inricht, hoe groter de kans dat de gemeente veiliger wordt en er minder criminaliteit plaatsvindt. Dit vergroot het veiligheidsgevoel van de inwoners en daardoor ook de leefbaarheid. Het lokale bestuur heeft de coördinatie, de regie en de sturende rol. Op een goede manier invulling geven aan dit beleid betekent dat de gemeente steeds opnieuw de veiligheid in de gemeente meet en waar nodig verbetert. Door het uitvoeringsprogramma van dit beleid jaarlijks bij te werken ontstaat er een up-to-date beleidsstuk.

Dit veiligheidsplan is tot stand gekomen in samenwerking met beleidsvelden en ketenpartners. Andere informatie is gehaald uit de gebiedsscan ‘Criminalitieit & Overlast – 2013’ van de gemeente Bellingwedde, samengesteld door het basisteam Winschoten van de eenheid Ommelanden Oost en het Regionaal Beleidsplan 2015-2018 Noord Nederland.

Enkele andere veel gebruikte veiligheidstermen, die onderdeel zijn van het integrale veiligheidsbeleid, zijn: Objectieve veiligheid: feitelijke, cijfermatige gegevens.

Subjectieve veiligheid: de beleving van de bewoners van veiligheid in hun leefomgeving

Sociale veiligheid: de veiligheid zover deze afhankelijk is van intermenselijke verhoudingen

2.0 Zorg en veiligheid

Veiligheid gaat vaak gepaard met zorg. Door bepaalde vormen van zorg worden de veiligheid en de veiligheidsgevoelens van de inwoners uit de gemeente Bellingwedde vergroot. Om dit verband duidelijk te maken wordt in dit hoofdstuk het Centrum voor Jeugd en Gezin(CJG), de dwarsverbanden met de wet maatschappelijke ondersteuning, de woonbegeleiding voor jongeren en het veiligheidshuis besproken.

2.1 Centrum voor Jeugd en Gezin

Vanuit het voormalige Ministerie voor Jeugd en Gezin waren gemeenten verplicht sinds eind 2011 een CJG te realiseren, dat ondersteuning biedt bij het opgroeien en de opvoeding van jongeren. Met ingang van 1 januari 2015 is dit niet langer meer een verplichting.

De gemeente Bellingwedde en de gemeente Oldambt werken samen binnen het CJG. Het CJG is er voor iedereen met vragen over opgroeien en opvoeden. Deskundige en betrokken medewerkers op het gebied van (jeugd)zorg en welzijn werken intensief samen om op iedere vraag een passend antwoord te geven. Voor informatie en advies kunnen (aanstaande) ouders, opvoeders, kinderen en jongeren zowel op internet als bij één van de partners terecht.

En het CJG is er óók voor jongeren. Juist omdat jongeren met vragen kunnen rondlopen die ze niet aan ouders of vrienden kunnen of durven te stellen. Denk bijvoorbeeld aan vragen over relaties, seksualiteit, drugs en verslaving, mishandeling, jaloezie of pesten.

Het CJG behandelt een breed scala aan onderwerpen, van opvoedingsproblematiek tot verwaarlozing. Waar mogelijk probeert het CJG zelf met de vragensteller een oplossing voor het probleem te vinden. Eenvoudige problemen worden ook zoveel mogelijk in het lokale netwerk besproken. Als het ingewikkelder problematiek betreft, worden zaken ingebracht in het CJG-team. Met een brede groep deskundigen wordt daar bekeken welke oplossingsstrategie ingezet wordt.

Kinderen en jongeren tot 23 jaar, die een risico lopen of die hulp krijgen van een hulpverleningsinstelling, krijgen sinds eind januari 2010 een vermelding in het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd Groningen. Het doel van Zorg voor Jeugd Groningen is dat de hulpverlening beter op elkaar wordt afgestemd. Door het op tijd signaleren, moet bovendien worden voorkomen dat problemen bij jongeren uitgroeien tot grote risico's voor hun ontwikkeling.

Er bestaat een overlap in de aard en werkzaamheden tussen het CJG en OGGZ. Groot verschil is dat in het OGGZ–netwerk naast de hulpverleners vanuit verschillende hulpverlenende instanties, ook de politie, de Geestelijke Gezondheidszorg en de wooncorporatie aansluiten bij het maandelijks casusoverleg.

Het Meldpunt Zorg en Overlast

Bij overlast door buren, jongeren, alcohol of drugs of bij zorgen over een kind of volwassene in de buurt kan ook het Meldpunt Zorg er Overlast worden gebeld. Het Meldpunt gaat de melding onderzoeken, geeft tips over wat te doen en kan instanties inschakelen om de zorg en/of overlast zo goed mogelijk te bestrijden. Hiervoor werk het Meldpunt nauw samen met het CJG en OGGz-netwerk. Het Meldpunt cordineert alle acties , houdt de voortgan in de gaten en zorgt, waar mogelijk, voor terugkoppeling naar de melder.

Discriminatie meldpunt

Op 28 juli 2009 is de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen in werking getreden. Door deze wettelijke regeling is de verplichting voor gemeenten ontstaan, om toegang te verlenen aan burgers tot een antidiscriminatievoorziening. De gemeente Bellingwedde heeft besloten om samen te werken met het Discriminatie Meldpunt Groningen. Zij dragen zorg voor de wettelijk verplichte behandeling- en registratie van discriminatie gerelateerde klachten.

Doelstelling:

CJG: Daar waar nodig, wordt er ten aanzien van één gezin of persoon, één plan van aanpak opgesteld onder de regie van het CJG met de deelnemende partijen om een duidelijk en doelgericht hulpverleningstraject te kunnen doorlopen.

OGGz: De zorg richten op mensen met meervoudige complexe problematiek die veelal hulpverlening

ontwijken of afwijzen, maar die wel zorgen en/of overlast veroorzaken in hun directe leefomgeving.

Meldpunt Zorg en Overlast: een laagdrempelig loket bieden waar inwoners hun zorgen en overlastsignalen over andere burgers kunnen melden

Activiteiten:

  • - Het CJG wordt voortgezet. Wel wordt het CJG in de komende jaren aangepast aan de hulpstructuur en de zorgroutes die de gemeente vanuit de decentralisaties in de jeugd, Wmo en participatie wil realiseren en waar nodig bijgesteld aan de wensen en behoeften.

    - Het Meldpunt Zorg en Overlast wordt voortgezet.

    - Discriminatie meldpunt voortzetten.

2.2 De Wet maatschappelijke ondersteuning

Om duidelijk te maken dat integraliteit in veiligheid belangrijk is en dat zorg daarbij een belangrijk onderdeel vormt, is dit hoofdstuk ter informatie in het veiligheidsplan opgenomen.

Met ingang van 1 januari 2015 gaat de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van kracht. De gemeente Groningen is dan verantwoordelijk voor ‘beschermd wonen’. Ook het onderdeel ‘begeleiding’, voor zover het instellingen voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang betreft, wordt een taak voor de gemeente. Beide taken gaat de gemeente Groningen, als centrumgemeente, voor alle Groningse gemeenten vervullen. Dit betekent dat de gemeente Groningen verantwoordelijk wordt voor de financiering en het indiceren en plaatsen van cliënten in beschermd wonen.

2.3 Het veiligheidshuis

In de provincie Groningen is al jarenlang sprake van een constructieve samenwerking tussen justitie-instellingen, gemeentelijke- en maatschappelijke organisaties om de veiligheid in de provincie te verbeteren.

Vanaf 7 november 2008 is het Veiligheidshuis Groningen opgericht om met de ketenpartners nauwer samen te werken vanuit één fysiek gebouw. Op deze manier komt alle informatie over zaken en personen en hun omstandigheden bij elkaar en worden zaken effectiever en efficiënter uitgevoerd. Er wordt onder andere samengewerkt om recidive (herhaling van strafbaar gedrag) terug te dringen door een persoonsgerichte aanpak rondom de (jeugdige) plegers en de slachtoffers van criminele activiteiten. Sommige situaties lenen zich goed voor een persoonsgerichte aanpak, andere zijn geschikter voor een gebiedsgerichte aanpak, zoals bij overlastgevende en criminele jeugdgroepen in buurten.

In veiligheidshuizen vindt overdracht plaats van persoonsgebonden informatie tussen de verschillende betrokken organisaties. In het casusoverleg wisselen de partners informatie uit over verdachten en andere personen die besproken worden. Afspraken over het uitwisselen van informatie worden vastgelegd in een protocol.

Voor een effectieve aanpak van problemen is het noodzakelijk dat de CJG’s en de Veiligheidshuizen verbinding hebben en informatie kunnen uitwisselen. Een belangrijk verschil is evenwel dat het CJG in tegenstelling tot het veiligheidshuis een ‘inloopfunctie’ vervult waar burgers terecht kunnen.

3.0 Veilige woon- en leefomgeving

Een veilige woonomgeving is erg belangrijk voor de inwoners van de gemeente Bellingwedde. Ook inzake het veiligheidsgevoel. Thuis moet men zich veilig voelen, maar ook in de wijk of onderweg naar het werk. Vele aspecten dragen eraan bij dat mensen zich onveilig voelen, denk bijvoorbeeld aan inbraken, auto’s die door de straat scheuren, lantaarnpalen die kapot zijn of overlast van andere buurtbewoners. In dit hoofdstuk wordt weergegeven wat de gemeente in samenwerking met andere partijen doet om gevoelens en belevingen van inwoners te verbeteren of te vergroten.

3.1 Schoon, heel en veilig

Leefbaarheid is te beschouwen als de basisbehoefte om veilig en prettig te wonen en om vanuit huis, straat en buurt verdere activiteiten te ontplooien. Basisprincipes die bij de leefbaarheid van een wijk horen zijn onder andere schoon, heel en veilig. Alle drie de onderwerpen hebben invloed op elkaar en zijn van grote invloed op de leefbaarheid in de wijk. Burgers hebben zelf een verantwoordelijkheid om hier aan bij te dragen. Vanuit de Wmo en het lokaal sociaal beleid wordt een zorgzame samenleving (civil society) beoogd. Dit wil zeggen dat inwoners niet alleen verantwoordelijk zijn voor zichzelf maar ook voor elkaar en de omgeving.

Per 1 april 2012 is de gemeente verantwoordelijk voor gevonden en verloren voorwerpen. Verloren en gevonden voorwerpen kunnen worden aangegeven bij de gemeente.

Doelstelling:

Buurten voldoen aan de basisprincipes van leefbaarheid.

Activiteiten:

  • - Er wordt uitvoering gegeven aan de prioriteiten van de politie.

    - Dreiging voor de leefbaarheid wordt tegengaan en integraal aangepakt.

    - Er is een meldpunt om gebreken te melden.

    - Het meldpunt zorg en overlast wordt voortgezet.

    - Zwerfvuil wordt tegengegaan.

    - Het beheer van gevonden en verloren voorwerpen verzorgen.

3.2 Veilige woonomgeving

Zoals genoemd draagt de leefbaarheid van de wijk bij aan de veiligheid en de veiligheidsgevoelens van de inwoners. De wijkagenten maken regelmatig wijkscans waarin wordt weergegeven welke structurele problematiek zich afspeelt, die door overleg met partners op het meest geschikte niveau wordt opgepakt.

Ook de bewoners van het opvangcentrum hebben recht op een veilige woonomgeving. Hiervoor is overleg met het COA.

Doelstelling:

Inwoners, ondernemers en bezoekers moeten met een veilig gevoel kunnen wonen, werken en recreëren.

Activiteiten:

  • - Er wordt uitvoering gegeven aan de prioriteiten van de politie. 

    - Er wordt geïnvesteerd in de jeugd.

    - De boa wordt ingezet.

    - De activiteiten voor verkeersveiligheid worden voortgezet.

    - Te verlenen omgevingsvergunningen, activiteit bouwen, voldoen aan het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit staan de technische eisen, met daarin ook inbraakwerendheid.

    - Structureel overleg met het COA.

3.3 Verkeersveiligheid

Verkeersveiligheid heeft betrekking op de veiligheid van verkeer voor verkeersdeelnemers in het algemeen, voor specifieke doelgroepen en in bepaalde gebieden (woongebied, scholen, winkelgebied e.d.). Deze veiligheid wordt beïnvloed door fysieke factoren (infrastructuur) en het rijgedrag van verkeersdeelnemers. Onderscheiden kunnen worden objectieve verkeersveiligheid, subjectieve verkeersveiligheid en verkeers- en parkeeroverlast.

De verkeersveiligheid kan op 4 manieren worden verbeterd:

1) Voorlichting

2) Veiligere voertuigen

3) Veiligere omgeving

4) Handhaving

1) Voorlichting

De gemeente Bellingwedde heeft een Verkeerseducatieplan. In dit plan zijn de maatregelen op gebied van voorlichting opgenomen welke jaarlijks in de gemeente plaatsvinden.

Het verkeerseducatieplan is een dynamisch plan dat steeds jaarlijks opnieuw wordt bezien en herijkt. Hierover vindt nauw overleg plaats met belangenverenigingen als VVN, provincie en scholen.

2) Veiligere voertuigen

De bewaking van de veiligheid van voertuigen is een taak van politie en de landelijke en Europese overheid. Ook vervullen (auto)fabrikanten bij dit aspect een voortrekkersrol. De rol van de gemeente is vrij beperkt. Wel heeft de gemeente een belangrijke rol bij het toelaten van bijzondere en brede/hoge voertuigen op haar wegen, waarvoor een ontheffing nodig is.

3)Veiligere omgeving

De gemeente Bellingwedde vindt een verkeersveilige omgeving belangrijk. Daarom zijn diverse reconstructies en herinrichtingen van wegen en/of kruispunten in voorbereiding of uitvoering. Hierbij worden opmerkingen van burgers, scholen e.d. over de verkeersveiligheid als input gebruikt.

4)Handhaving

Op provinciaal niveau worden de speerpunten voor de politie en de verkeersveiligheid bepaald, welke leidend zijn voor de inzet van de lokale politie. Het gaat hier om de volgende speerpunten:

  • · Verbeteren van de verkeersveiligheid op kruispunten en wegvakken (“black spots”)

    · De aanpak van gevaarlijke routes en wegvakken in de provincie: infrastructuur, educatie en handhaving

    · Het verminderen van betrokkenheid van 16,5 – 24 jarige beginnende (auto)bestuurders bij ongevallen

    · Het terugdringen van het aantal eenzijdige ongevallen

    · Het blijven inzetten op permanente verkeerseducatie

    · Het versterken van de verkeershandhaving

    · Veiligheid van vracht- en bestelverkeer

    · Duidelijkheid voor weggebruikers over wat er van hun wordt verwacht

Naast deze speerpunten zijn er voor 2011 – 2020 nog 4 extra speerpunten benoemd voor het maatregelenpakket verkeersveiligheid:

  • · Extra aandacht voor verkeersveiligheidsmaatregelen bij wegwerkzaamheden en omleidingsroutes

    · Extra aandacht voor verkeersveiligheid van de groeiende groep oudere verkeersdeelnemers

    · Subjectieve verkeersonveiligheid: landbouwverkeer, schoolomgevingen, woonwijken

    · Aanpak verkeersveiligheid (brom)fietsverkeer

Doelstellingen:

Het aantal ongevallen verminderen door in te zetten op infrastructuur, handhaving, educatie en voorlichting.

Activiteiten:

  • - Uitvoering geven aan het verkeerseducatieplan.

    - Geven van voorlichting.

    - Diverse reconstructies.

    - Inrichting veilige schoolomgevingen.

    - Bestuurders van landbouwvoertuigen er bewust van maken dat ze overlast kunnen verminderen, door het rustiger aan te doen.

3.4 Openbare verlichting

De vereisten voor de openbare verlichting zijn niet wettelijk vastgelegd en dus niet verplicht. De gemeente Bellingwedde heeft er voor gekozen de wegen wel te verlichten, dus moet er in principe worden voldaan aan de aanbevelingen voor openbare verlichting door de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde. Als de gemeente het beleidsmatig heeft vastgelegd, dan mag de wegbeheerder van deze aanbevelingen afwijken.

De gemeente Bellingwedde heeft de openbare verlichting vastgelegd in het beleidsplan voor de openbare verlichting. De openbare verlichting is er als aspect van verkeersveiligheid om de fysieke veiligheid te verbeteren, maar zeker ook om de sociale veiligheid te vergroten.

Doelstelling:

Bij nieuwe situaties of vervangingsprojecten wordt het minimale vereiste verlichtingsniveau volgens de actuele richtlijn als bovengrens aangehouden, tenzij dit om redenen ongewenst is.

Activiteiten:

  • - Defecte verlichting verhelpen.

    - Actualiseren beleidsplan voor de openbare verlichting.

    - In stand houden en verbeteren van meldpunten, zowel telefonisch als elektronisch.

    - Investeren in duurzame verlichting, met als doel betere verlichting en besparing op energie en onderhoud.

3.5 Geweld

Onder geweld wordt verstaan uitgaansgeweld, geweld tegen werknemers met een publieke taak (VPT), huiselijk geweld, eergerelateerd geweld, homofoob geweld, kindermishandeling, overvallen en straatroven. Geweld heeft een grote impact op slachtoffers en hun omgeving. Geweld is een groot maatschappelijk probleem en komt in Noord-Nederland nog steeds te veel voor in buurten en wijken, in uitgaansgelegenheden en in thuissituaties.

Huiselijk geweld

Op 1 januari 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod in werking getreden. De Wet tijdelijk huisverbod dient als bestuurlijke maatregel, als er sprake is van een noodsituatie waarin (gewelddadige) escalatie moet worden voorkomen door een afkoelingsperiode, maar er nog geen strafrechtelijke handhaving mogelijk is. De politie signaleert het mogelijke huiselijke geweld, waarna door de hulpofficier van Justitie een huisverbod kan worden opgelegd. Deze is hiertoe gemandateerd door de burgemeester. De gemeente is de regisseur maar in de provincie Groningen is er voor gekozen de coördinatie bij stichting Het Kopland onder te brengen. Door de Wet tijdelijk huisverbod kan de pleger van het huiselijke geweld in eerste instantie voor tien dagen de woning niet meer in en mag de pleger geen contact meer hebben met de partner en/of kinderen. De duur van het huisverbod kan verlengd worden tot maximaal 28 dagen. Ten tijde dat pleger uit huis is geplaatst, wordt er voor zowel pleger als slachtoffers een hulptraject opgezet in twee fasen, een crisisinterventie direct na het opleggen van het huisverbod door de (hulp)officier van justitie waarna een doorgeleiding plaatsvindt naar reguliere hulpverlening. Overtreedt de pleger het verbod dan kan de pleger maximaal twee jaar gevangenisstraf of een taakstraf opgelegd krijgen.

Doelstelling:

Geweld wordt niet geaccepteerd. De aanpak richt zich op het realiseren van een daling van het aantal geweldsmisdrijven en op het vergroten van de pakkans van daders.

Activiteiten:

  • - Bevorderen aangiftebereidheid bij alle vormen van geweld.

    - Op basis van vroegtijdige informatie-uitwisseling en een gemeenschappelijke analyse wordt vanuit diverse partners een gerichte aanpak van de geweldsproblematiek uitgevoerd.

    - Bij huiselijk en seksueel geweld richten interventies zich bij voorkeur niet enkel op de dader, maar ook op het systeem waarbinnen het delict wordt gepleegd (gezin, partner, afhankelijkheidsrelatie). Hiervoor is een integrale aanpak nodig, bestaande uit een combinatie van strafrechtelijke interventies met zorg, opvang en hulpverlening.

    - Het opleggen van een huisverbod met de daarbij behorende hulpverlening is een belangrijk instrument dat om blijvende aandacht vraagt.

    - Afspraken maken met het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.

    - Voor VPT wordt projectmatig ingezet op versterking bestuurlijke lokale aanpak, het ondersteunen van werkgevers bij de toepassing van VPT-maatregelen en de ketenaanpak van geweldsincidenten en agressie.

3.6 Overlast en vandalisme

Overlast en vandalisme staan vaak in relatie tot elkaar en hebben een grote invloed op de leefbaarheid en veiligheid in een wijk of dorp. Beiden worden veroorzaakt door diverse leeftijdscategorieën en beïnvloeden zowel de fysieke kwaliteit (als deze negatief is, ook wel verloedering genoemd) als de sociale kwaliteit en hebben daardoor invloed op de subjectieve en objectieve veiligheid van de inwoners in de gemeente Bellingwedde.

Om overlast en vandalisme tegen te gaan heeft de gemeente samen met de ketenpartners een aantal projecten/aanpakken opgezet om de veiligheid, het gevoel van veiligheid en de leefbaarheid in de gemeente te vergroten. Hieronder zullen de projecten worden benoemd.

Veel-/meerplegers

Een kleine groep personen komt zeer regelmatig in beeld bij de politie met betrekking tot strafbare feiten. We noemen deze personen: veelplegers. Een veelpleger is een persoon van 18 jaar of ouder die in zijn gehele criminele verleden meer dan tien processenverbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan minstens één in het afgelopen kalenderjaar, criteria OM. De definitie van een jeugdige veelpleger luidt: een jongere in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar tegen wie meer dan 5 processen-verbaal zijn opgemaakt waarvan de laatste in het peiljaar.

Iemand die nog niet voldoet aan de OM criteria voor veelpleger, kan wel hard op weg zijn dit te worden. Dit noemen we een meerpleger. Meerplegers zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de overlast en de criminaliteitscijfers (inbraken en diefstallen e.d.). Er wordt stevig ingezet om te voorkomen dat een meerpleger veelpleger wordt. Daarom is met de politie, het Veiligheidshuis en het CJG het project lokale aanpak meerplegers opgezet. Door deze aanpak wordt in plaats van een zaakgerichte aanpak een persoonsgerichte aanpak gehanteerd, waarbij ingezoomd wordt op de persoonlijke omstandigheden van de meerpleger.

Doelstelling:

Meerplegers zijn in beeld en krijgen een persoonsgerichte aanpak.

Activiteiten:

  • - Om de 6 weken vindt overleg plaats(Tactisch Veiligheidsoverleg), tenzij er ad hoc moet worden gehandeld.

    - Nieuwe meerplegers worden opgenomen in de meerplegerslijst.

Woonoverlast

Geregeld wordt er melding gemaakt van woonoverlast. De problematiek die het Meldpunt Veiligheid en Zorg heeft behandeld waren o.a. burenproblematiek, geluidsoverlast, psychiche/verslavingsproblematiek. Doorverwijzingen hebben plaatsgevonden naar Verslavingszorg Noord – Nederland(VNN), AMK, Lentis, ouderenwerk. Na behandeling door het Meldpunt wordt de casus gevolgd in het (OGGZ-)netwerk.

Vanuit het Meldpunt Veiligheid en Zorg hebben ook verscheidende bemiddelingsgesprekken tussen buren plaatsgevonden. Formeel gezien heeft de gemeente hierin geen rol omdat bij een burenruzie in de eerste plaats de ruziënde partijen zelf verantwoordelijk zijn voor het oplossen van het conflict en niet de gemeente of de politie. Soms kan een conflict echter zo hoog oplopen dat een burger de gemeente vraagt in te grijpen. De rol van de gemeente is dan in de eerste plaats om toe te zien op de naleving van gemeentelijke regels. De politie komt er aan te pas als er sprake is van strafbare feiten.

Van gemeenten en politie mag wel worden verwacht dat wordt geprobeerd om de verstandhouding tussen de buren te verbeteren. Daarom wordt bij een burenconflict die dreigt te escaleren of een uitstraling heeft naar de buurt bemiddeling aangeboden. Het deelnemen is op vrijwillige basis en voor het nakomen van eventueel gemaakte afspraken tijdens het bemiddelingsgesprek zijn de betrokkenen zelf verantwoordelijk. De afspraken zijn niet op grond van publiekrechtelijke regelgeving afdwingbaar.

Bij weigeren van één van de betrokkene om deel te nemen aan het bemiddelingsgesprek wordt geadviseerd om zelf een advocaat in te schakelen.

Doelstelling:

Inwoners, ondernemers en bezoekers moeten met een veilig gevoel kunnen wonen, werken en recreëren.

Activiteiten:

  • - Bij woonoverlast wordt toegezien op naleving van gemeentelijke regels.

    - Het meldpunt zorg en overlast wordt voortgezet.

    - Bij burenruzies die dreigen te escaleren of met een uitstraling naar de buurt wordt bemiddeling aangeboden.

Vandalisme

Vandalisme heeft invloed op de fysieke verloedering en dus de leefbaarheid in de wijk. Fysieke verloedering is één van de meest zichtbare problemen in wijken en buurten. Een verloederde leefomgeving vormt een grote bron van ergernis voor bewoners en brengt bovendien overlast met zich mee.

Doelstelling:

Fysieke verloedering wordt tegengegaan.

Activiteiten:

  • - Er wordt aangifte gedaan van vernielingen aan gemeentelijke eigendommen.

    - Vernielingen worden zo snel mogelijk verholpen.

    - Rommel op straat wordt opgeruimd.

    - De boa houdt toezicht en treedt handhavend op.

    - Bekladdingen worden zo snel mogelijk verwijderd.

    - Ter voorbereiding op de jaarwisseling wordt er met partners een overleg gepland om afspraken te maken.

3.7 Nazorg ex-gedetineerden

De gemeente heeft de wettelijke plicht zorg te dragen voor een sluitende aanpak nazorg ex-gedetineerden. Men dient te zorgen voor een soepele terugkeer naar de maatschappij door te zorgen voor huisvesting, inkomen en werk (eventueel schuldhulp), zorg en het identiteitsbewijs. Verwacht wordt dat daarmee het aantal recidive gevallen wordt teruggedrongen.

Het Ministerie van Veiligheid en Justitie helpt gemeenten om hun taak als coördinator nazorg zo goed mogelijk te kunnen vervullen. Het Ministerie werkt aan een betere overdracht van gedetineerden. Daarmee wordt een overdracht tussen personen bedoeld, in dit geval tussen medewerkers maatschappelijke dienstverlening in de Penitentiaire Inrichting(PI) en de gemeentelijke contactpersoon in de gemeente van herkomst.

De door de gemeente aangewezen contactpersoon fungeert als een spin in een web en kan diverse instanties waarschuwen, dan wel benaderen op het moment dat een ex-gedetineerde weer terugkomt in de maatschappij of op het moment dat iemand in hechtenis wordt genomen. Denk hierbij aan de woningbouwcorporatie, de politie, het OM, VNN e.d. Daarmee wordt beoogd recidive en nieuwe overlast te voorkomen.

De gemeente Groningen heeft als centrumgemeenten de opdracht gekregen een regionale infrastructuur te ontwikkelen. Wat eens het Coördinatiepunt Ex-gedetineerden voor de gemeente Groningen was, heeft zich ontwikkeld tot een Coördinatiepunt Ex-gedetineerden voor Stad en Ommeland. De aansturing van het coördinatiepunt is ondergebracht bij de ketenmanager van het Veiligheidshuis.

Bestuurlijke Informatie Justitiabelen (BIJ)

In 2009 is een pilot gehouden waarbij burgemeesters tijdig zijn geïnformeerd over de terugkeer van zware gewelds- en zedendelinquenten in hun gemeente. Betrokken burgemeesters spreken uit dat zij mede hierdoor beter hun verantwoordelijkheid kunnen nemen voor handhaving van openbare orde en veiligheid. Dit met inachtneming van de rechtspositie van degenen over wie de informatie wordt uitgewisseld. Op grond van de uitkomst is besloten de pilot uit te breiden en voort te zetten.

Het gaat bij de informatiestroom naar burgemeesters om het voorkomen van verstoringen op het terrein van openbare orde en veiligheid. De verstrekte informatie heeft betrekking op een aantal artikelen uit het Wetboek van Strafrecht en is van toepassing op verlofbewegingen, datum invrijheidsstelling en delict(en). Het gaat hierbij om uitstroom en verlof uit de PI, Terbeschikkingstelling(Tbs)- en Plaatsing In Jeugdinrichting(PIJ)-maatregel. De gemeente Bellingwedde neemt deel aan het project BIJ.

Doelstelling:

Aan de wettelijke plicht om zorg te dragen voor een sluitende aanpak nazorg ex-gedetineerden wordt voldaan.

Activiteiten:

  • - Aan verzoeken om informatie aan te leveren inzake detentiemeldingen wordt gehoor gegeven.

    - Detentiemeldingen en ontslagmeldingen uit detentie worden ter informatie doorgestuurd naar de wijkagenten.

    - Er wordt deelgenomen aan het project BIJ.

3.8 Drugs- en coffeeshopbeleid

De beleidsnota drugs- en coffeeshopbeleid gemeente Bellingwedde gaat over de aanpak van drugscriminaliteit in en vanuit woningen of lokalen en over het beleid inzake het aantal coffeeshops.

Drugsbeleid

In toenemende mate worden gemeenten geconfronteerd met drugscriminaliteit in en vanuit woningen of lokalen. Te denken valt hierbij aan het opzetten en exploiteren van illegale wietkwekerijen op zolderruimten in woningen, het verkopen van (hard) drugs in cafés of het verkopen van (hard) drugs vanuit woningen of lokalen. Deze vormen van drugscriminaliteit zorgen in veel gevallen voor een ernstige aantasting van het woon- en leefklimaat, onveilige situaties op straat en ook onveilige situaties voor het bouwwerk zelf (brandgevaar, waterschade). Maar ook indien er geen sprake is van direct ervaren overlast is er in ieder geval sprake van ondermijning van de rechtsorde en gezondheidsschade.

Om de handel in drugs in of vanuit woningen en lokalen tegen te gaan is daarom strikte handhaving gewenst en noodzakelijk. De volksgezondheid is in het geding omdat sprake is van ongecontroleerde verkoop van drugs. Daarnaast kan worden gewezen op nadelige economische gevolgen, zoals het dalen van de verkoop- en verhuurwaarde van omliggende panden.

In het algemeen belang wordt daarom met de uitvoering van het sluitingsbeleid beoogd om de handel in drugs in of vanuit woningen en lokalen te beëindigen en hierdoor tevens de veroorzaakte negatieve effecten terug te dringen. Erkend wordt dat het sluiten van een woning/lokaal ingrijpende (financiële) gevolgen heeft of kan hebben voor zowel de gebruikers als de eigenaren van het pand.

Sluiting van panden voor een bepaalde structurele periode is noodzakelijk om te bewerkstelligen dat de illegale drugshandel vanuit deze panden daadwerkelijk en structureel eindigt. De bekendheid van de locatie als verkooppunt van drugs blijft immers enige tijd bestaan. Ook strekt de sluiting ertoe anderen er van af te houden over te gaan tot vestiging van een illegaal verkooppunt in een pand.

Coffeeshopbeleid

Voor de gemeente Bellingwedde is een nul-beleid voor coffeeshops vastgesteld.

Doelstelling:

Drugscriminaliteit in en vanuit woningen of lokalen wordt met voorrang opgepakt.

Activiteiten:

  • - Tegen drugscriminaliteit wordt handhavend opgetreden.

    - Er wordt voorlichting gegeven over middelengebruik.

    - VNN is aanwezig in het OGGZ overleg.

3.9 Burgernet

Burgernet is een samenwerkingsverband tussen deelnemers, de politie en gemeente om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te vergroten. Iedereen die woont of werkt in de gemeente Bellingwedde kan zich aanmelden.

De politie start een Burgernetactie bij een heterdaad misdrijf of vermissing. Om een actie te starten is een goed signalement van groot belang. Burgernetdeelnemers in de buurt ontvangen telefonisch een spraak- of sms-bericht met het verzoek uit te kijken naar een persoon of voertuig. Deelnemers kunnen informatie rechtstreeks doorgeven aan de politie. Na afloop ontvangen alle deelnemers bericht over het resultaat van de Burgernetactie. Daarnaast wordt Burgernet ook per e-mail preventief ingezet om te waarschuwen, bijvoorbeeld bij een toename van het aantal auto-inbraken of als getuigenoproep naar aanleiding van een woninginbraak die in uw buurt heeft plaatsgevonden.

Door de extra ogen en oren, kunnen deelnemers direct helpen de leef- of werkomgeving veiliger te maken, bijvoorbeeld bij het traceren van een gestolen auto of een overvaller of het opsporen van een vermist kind. Hoe meer mensen aan Burgernetacties deelnemen, hoe groter de kans dat de politie snel een verdachte of vermist persoon kan opsporen. Op dit moment wordt al één op de tien Burgernetacties opgelost dankzij tips van deelnemers.

Doelstelling:

Het aantal deelnemers vergroten.

Activiteiten:

  • -Iedere aanleiding of actie aangrijpen om Burgernet onder de aandacht te brengen.

4.0 Jeugd en veiligheid

De veiligheid in de toekomst ligt bij de jeugd van nu. Zowel het Rijk als de gemeenten zetten fors in op het jeugdbeleid. Door jeugdigen makkelijker en met minder problemen op te laten groeien, zullen ze later minder snel overlast veroorzaken, het criminele circuit in gaan of op een andere manier voor onveiligheid zorgen. In dit hoofdstuk zullen de onderwerpen met betrekking tot de jeugd worden besproken. Er zal blijken hoe de gemeente haar regierol oppakt en hoe ze haar jeugdigen wil helpen. Hierbij is voor zover mogelijk rekening gehouden met de transitie jeugdzorg.

4.1 Veilige school

De aandacht op (on)veiligheid in het onderwijs neemt de laatste jaren toe. Incidenten worden steeds vaker ervaren als een structureel probleem. De focus op onveiligheid heeft inmiddels geleid tot tal van maatregelen binnen de verschillende scholen. Scholen zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de veiligheid op school. Sinds 2008 zijn scholen verplicht een schoolveiligheidsplan te maken. Andere partners kunnen de school bij de uitvoering van het plan helpen.

Alle kinderen en jongeren hebben recht op onderwijs en de plicht tot onderwijs. De leerplichtwet voorziet er in om deze rechten en plichten te kunnen borgen. Het toezicht en naleving van de wet is overgedragen van de minister naar burgemeester en wethouders. Vervolgens hebben zij dit weer toegewezen aan de leerplichtambtenaar. De eerste zorg van de leerplichtambtenaar is om jongeren binnen het onderwijs te houden, omdat dit een positieve bijdrage levert aan hun ontwikkeling en om een goede startpositie op de arbeidsmarkt te verwerven. De leerplichtambtenaar is ook Buitengewoon Opsporingsambtenaar. Dit betekent dat ouders en leerlingen ouder dan 12 jaar een proces-verbaal voor ongeoorloofd schoolverzuim kunnen krijgen. Om de werkzaamheden goed te kunnen uitvoeren werkt de leerplichtambtenaar samen met scholen, onderwijsinstellingen, hulpverleningsinstanties, politie en justitie. Het tegengaan van schoolverzuim is natuurlijk in eerste instantie de verantwoordelijkheid van scholen en onderwijsinstellingen. Onder het motto ‘Voorkomen is beter dan genezen’, richt de leerplichtambtenaar zich – in samenwerking met scholen en onderwijsinstellingen – steeds meer op preventie van schoolverzuim. Daarnaast is er ook regionale afstemming tussen de scholen over (zorg)leerlingen in het Zorg Advies Team(ZAT)-overleg.

Doelstelling:

Indien gewenst wordt er hulp geboden bij de uitvoering van het sociaal veiligheidsplan van de scholen.

Activiteiten:

  • - Toezicht op de naleving van de leerplichtwet.

    - Gegevens over jeugd worden opgenomen in de Jeugdmonitor Groningen en in de databank van het Sociaal Planbureau Groningen.

4.2 Jeugd en Alcohol

Uit onderzoek van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst(GGD) blijkt dat de maatregelen die vanuit de politie, de gemeente, de horeca en de supermarkten al worden genomen effect hebben. Door alle activiteiten die tot nu toe zijn gerealiseerd, stijgt de lijn van het aantal drinkende jongeren niet meer. De gemeente en haar partners blijven inzetten om het alcoholgebruik onder jongeren tegen te gaan en zetten vooral in op twee doelstellingen, namelijk: onder de wettelijk gestelde leeftijd waarop alcoholgebruik is toegestaan geen alcohol en boven de wettelijk gestelde leeftijd verantwoord alcohol gebruik. Dit moet gerealiseerd worden door zowel preventief op te treden met advies en voorlichting, maar waar nodig ook repressief door regels te (laten) handhaven. De handhaving van de drank- en horecawet is een verantwoordelijkheid van de gemeente.

Een aandachtspunt is het gebruik van alcohol in de niet–controleerbare omgeving. Juist hier kunnen overheid en samenwerkingspartners maar beperkte of indirecte sturing uitoefenen op het gedrag van de jongeren en/of hun ouders.

Convenant alcohol en jongeren

Op 8 februari 2012 is het convenant Alcohol en Jongeren ondertekend door de heer Smit, burgemeester van Oldambt. Hij heeft namens de 23 gemeentes in de provincie Groningen, waaronder Bellingwedde, getekend, samen met het Openbaar Ministerie(OM) , de regiopolitie en de GGD Groningen. Met het ondertekenen van het convenant verplichten gemeenten zich een anti-alcohol beleid voor jongeren te gaan voeren. De aanleiding zijn de verstrekkende gevolgen van het gebruik van alcohol voor jongeren.

Doelstelling:

Onder de wettelijk gestelde leeftijd waarop alcoholgebruik is toegestaan geen alcohol en boven de wettelijk gestelde leeftijd verantwoord alcohol gebruik.

Activiteiten:

  • - Uitvoering geven aan het preventie- en handhavingsplan alcohol.

    - Voorlichting geven over middelengebruik.

    - Deelnemen aan het convenant alcohol en jongeren.

4.3 Sluitende aanpak jongeren

Jongeren kunnen in wisselende samenstellingen strafbare feiten plegen en kunnen actief zijn in een breed spectrum van criminele activiteiten. Een groepsgerichte aanpak alleen is hierop niet effectief, maar er is een combinatie met probleem- en dadergerichte benadering nodig.

Verder nemen ook de ontwikkelingen op internet een hoge vlucht. Jongeren groeien op in een tijd waarin het ‘world wide web’ vast onderdeel is van hun ontwikkeling. Internet is een mooi medium met ongekende mogelijkheden, maar brengt ook risico’s met zich mee. Grooming, identiteitscriminaliteit en pesten via social media zijn daarvan slechts enkele voorbeelden.

De gemeente wordt primair verantwoordelijk voor de jeugdhulp. Dat biedt kansen doordat de gemeente meer instrumenten in handen krijgt die kunnen bijdragen aan het oplossen van problemen met jongeren. Het veiligheidshuis ondersteunt bij een integrale aanpak van probleemjongeren met dwang, drang en zorg.

Vanuit de RMC-regelgeving (Wet houdende regels inzake de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten 1994) is de gemeente verantwoordelijk voor de voortijdige schoolverlaters tot 23 jaar en daarmee verantwoordelijk voor het realiseren van een sluitende aanpak voor jongeren. Binnen de sluitende aanpak zijn twee groepen jongeren te onderscheiden. Een groep betreft de jongeren die via school, het UWV- werkbedrijf en de sociale dienst werk of een uitkering proberen te krijgen. De andere groep betreft jongeren die niet op deze wijze gemeld zijn.. De preventiemedewerker voortijdig schoolverlaten (VSV) gaat zowel bij de door de school gemelde als ook bij de niet-gemelde jongeren op bezoek of regelt een afspraak. Streven is dat deze jongeren alsnog naar school te krijgen met als doel een startkwalificatie te halen. Daarmee worden de jongeren weer in de sluitende aanpak opgenomen.

De groep jongeren die zich bij de Sociale Dienst meldt, wordt dankzij de 1-2-3-methode direct opgepakt indien deze in aanmerking wensen te komen voor een uitkering op grond van de wet werk en bijstand (Wwb). De 1-2-3-methode legt het primaat bij het halen van een startkwalificatie als het gaat om een duurzame aanpak om jeugdwerkloosheid te voorkomen. De ketenaanpak die hiervoor nodig is, is integraal ingevuld door overleggen tussen de leerplichtambtenaar, sociale dienst, het onderwijs, het UWV – werkbedrijf en het bedrijfsleven. De landelijke ontwikkelingen, hierboven beschreven, onderbouwen en bevestigen onze aanpak van de sluitende aanpak jongeren.

In de provinciale Jeugdmonitor worden alle jongeren tot 23 jaar gemonitord op de terreinen van leerplicht en schoolloopbaan. Ook is de monitor het registratiesysteem voor de sluitende aanpak jongeren. De gemeente heeft de taak om iedere jongere tot 23 jaar (100%) die afhaakt, te helpen en te stimuleren om alsnog een startkwalificatie te behalen of terug te gaan naar het reguliere onderwijs. Voor iedere jongere wordt het traject dat hiertoe moet leiden, aangepast naar zijn/haar wensen en mogelijkheden.

Doelstelling:

Kinderen moeten veilig op kunnen groeien. Iedere betrokkene (van ouder tot professional) neemt daarvoor verantwoordelijkheid vanuit zijn/haar rol.

Iedere jongere tot 23 jaar die afhaakt wordt geholpen of gestimuleerd om alsnog een startkwalificatie te behalen.

Door een gezamenlijke preventieve aanpak wordt voorkomen dat jongeren ernstige overlast veroorzaken en doorgroeien naar een criminele carrière. Daar waar al sprake is van ernstige overlast en/of criminaliteit, wordt dit door een sluitende ketenaanpak effectief aangepakt.

Door een preventieve aanpak op het gebied van veilig internetgebruik zijn jongeren en hun ouders zich bewust van de risico’s van internetgebruik en daardoor weerbaar.

Activiteiten:

  • - De Jeugdmonitor Groningen en de databank van het Sociaal Planbureau Groningen worden bijgehouden.

    - Gemeenten nemen het initiatief in de versterking van het jeugdveiligheidsbeleid. Om dit binnen de transities van het sociale domein stevig te borgen, wordt hier op zowel regionaal als lokaal niveau aan gewerkt. Lokaal worden gemeentelijke structuren voor uitvoering van nieuwe zorgtaken opgezet en vraagstukken op (jeugd)veiligheid voldoende geborgd. Veiligheidshuizen zorgen voor het agenderen van de (jeugd)veiligheidsvraagstukken voor de transities op regionaal niveau. Zij adviseren waar nodig gemeenten over het borgen van de zorgstructuren (en opschalingstructuren).

    - Met betrekking tot ontwikkelingen op internet en bewustwording van de risico’s van internetgebruikwordt de komende periode gebruikt om de betrokkenheid en mogelijke invulling van gemeenten, politie en OM bij veilig internetgebruik te onderzoeken.

    - Hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen worden aangepakt vanuit het uitgangspunt: één groep, één plan.

    - Een persoonsgerichte (keten)aanpak (PGA) voor individuele problematische/criminele jongeren wordt opgesteld met eventuele ondersteuning van het Veiligheidshuis.

    - In zowel de groeps- als persoonsgerichte aanpak geldt dat de samenwerkingspartners op het gebied van zorg, drang en dwang een sluitende keten vormen en wordt nauw samengewerkt met ouders, bewoners, scholen, welzijnsinstellingen, ondernemers, etc.

    - Er wordt door gemeenten optimaal gebruik gemaakt van bestuursrechtelijk instrumentarium, zoals de Wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast, gebiedsaanwijzingen/-ontzeggingen op basis van de APV en de nieuwe Drank- en Horecawet (DHW). Met specifieke aandacht op lokaal en regionaal niveau voor het drank- en drugsgebruik onder jongeren.

    - Korte doorlooptijden dragen bij aan de vermindering van recidive, omdat de interventie snel volgt op het delict. Politie en OM voldoen aan de landelijk vastgestelde normen in de jeugdstrafrechtketen voor minderjarige verdachten en Halt-verwijzingen. ZSM zorgt voor verkorten van doorlooptijden bij de afhandeling van strafzaken en bovendien wordt het strafrecht waar nodig selectief ingezet; als er andere, betere oplossingen zijn kunnen ketenpartners daar in een vroeg stadium voor kiezen.

4.4 Weerbaarheidstrainingen

Als kinderen en jongeren opgroeien, ontwikkelen zij zich tot zelfstandige burgers die zich ook in lastige situaties weten te redden. De ouders en het onderwijs vervullen in deze ontwikkeling een belangrijke ondersteunde functie. De gemeente heeft hierin ook een rol vanuit het lokale onderwijs- en gezondheidsbeleid.

De gemeente Bellingwedde maakt met verschillende instellingen afspraken om de weerbaarheid en zelfstandigheid van de jeugd te versterken. Partners hierbij zijn afwisselend het Huis voor de Sport Groningen, Lentis, VNN (Verslavingszorg Noord Nederland) en HALT. De gemeente stemt deze inzet af met het CJG.

Weerbare jongeren voelen zich sterker/veiliger en kunnen makkelijker nee zeggen in situaties waar sociale druk een rol speelt. Denk hierbij aan vandalisme, alcohol en drugsgebruik, diefstal, vernielingen, schoolverzuim, social media etc.

Doelstelling:

Trainen van kinderen zodat zij machtsmisbruik leren herkennen en hun handelingsmogelijkheden in onveilige en ongewenste situaties leren vergroten.

Activiteiten:

  • - De gemeente organiseert samen met partners en CJG met enige regelmaat weerbaarheidstrainingen.

    - VNN geeft preventielessen in het voortgezet onderwijs over middelengebruik.

4.5 Bureau Halt

Bureau Halt levert kortlopende interventies ter voorkoming, bestrijding en bestraffing van jeugdcriminaliteit. Doel is het terugdringen van jeugdcriminaliteit en zo een bijdrage leveren aan een veilige en leefbare samenleving. Als verbindende partner tussen het lokaal bestuur, de jeugdstrafrechtketen, de zorgketen en het onderwijs realiseert Bureau Halt normbesef en gedragsbewustzijn bij jongeren en hun ouders.

Door bij jongeren vroegtijdig hun verantwoordelijkheidsgevoel te versterken, leren zij van jongs af aan hun bijdrage te leveren aan een veilige samenleving. Halt maakt jongeren die een lichte misstap (kunnen) begaan bewust van de gevolgen van hun gedrag en stimuleert hen om die keuzes te maken die nodig zijn voor deelname aan de samenleving. Dit doet Bureau Halt samen met ouders, docenten en andere professionals die een grote invloed hebben op de ontwikkeling van normbesef en gedragsbewustzijn bij jongeren.

Ook verzorgt Bureau Halt voorlichting op scholen. Naast vuurwerk kunnen scholen zelf bepalen welke modules gewenst zijn, bijvoorbeeld pesten, jeugdcriminaliteit of groepsdruk.

Doelstelling:

Een persoonsgerichte aanpak wordt toepast op jongeren die voor een licht vergrijp zijn aangehouden door de politie.

Activiteiten:

  • - Jongeren die dreigen te ontsporen worden via de zorgnetwerken zo vroeg mogelijk gesignaleerd en vervolgens begeleid.

    - Voor jongeren worden preventieactiviteiten georganiseerd.

4.6 Jeugdgroepen

Als er binnen de gemeente sprake is van een problematische jeugdgroep, dan wordt deze groep in kaart gebracht met de landelijk gehanteerde methode van Beke/Ferwerde. Met behulp van een vragenlijst worden gegevens met betrekking tot type groep, locatie, kenmerken, en karakter van bestaande jeugdgroepen in beeld gebracht. Op basis van deze gegevens komt de jeugdgroep onder een categorie te vallen en vervolgens wordt er een aanpak ontwikkeld:

Hinderlijke jeugdgroepen

Deze groep hangt wat rond in de buurt, is af en toe luidruchtig aanwezig en trekt zich niet zoveel aan van de omgeving. Soms loopt het wel eens uit de hand en zijn er kleine schermutselingen, maar dat is doorgaans snel in de kiem gesmoord en vaak ook meer toeval dan gepland. Ook maakt de groep zich incidenteel schuldig aan kleine vernielingen. Een beperkt aantal jongeren maakt zich soms schuldig aan (veelal lichte) gewelds- en (in mindere mate) vermogensdelicten. Over het algemeen is het een groep die nog voldoende ‘autoriteitsgevoelig’ is en aangesproken kan worden op zijn gedrag.

Overlastgevende jeugdgroepen

Deze groep is wat nadrukkelijker aanwezig, kan af en toe provocerend optreden, valt omstander wel eens lastig (uitschelden of zelfs intimideren), vernielt regelmatig allerlei zaken en laat zich veel minder gelegen liggen aan andere mensen. Geweldsgebruik wordt niet geschuwd en de groepsleden zijn ook minder goed te corrigeren. Ook de lichtere vormen van criminaliteit waar de groep zich schuldig aan maakt, worden doelbewuster gepleegd en de groep is ook meer bezig om te zorgen dat ze niet gepakt wordt.

Criminele jeugdgroepen

Deze groep bestaat (in ieder geval voor een deel) uit jongeren die behoorlijk op het criminele pad zijn geraakt. Ze zijn al vaker met de politie in aanraking gekomen. Kenmerkend voor dergelijke groepen is dat ze meer en meer criminaliteit plegen voor het financiële gewin in plaats van voor de kick of het aanzien. Deze jongeren scoren ook hoog op de delicten waar de andere twee typen groepen ook hoog mee scoren. De feiten zijn echter ook ernstiger en ze schrikken ook niet terug voor het gebruik van geweld.

Doelstelling:

Voorkomen en beperken dat jeugdigen ontsporen en afglijden naar criminele activiteiten.

Activiteiten:

  • - Problematische jeugdgroepen worden in beeld gebracht en vervolgens wordt er een aanpak met o.a. leerplicht, politie, CJG, jongerenwerk en veiligheidshuis ontwikkeld.

    - Hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen worden aangepakt vanuit het uitgangspunt: één groep, één plan. De volgende werkwijze wordt gehanteerd:

    • · De politie brengt de problematische jeugdgroepen en jongerenproblematiek in beeld met de landelijk overeengekomen methode (groepsscan) in de gebiedsscans. Op basis van de scan wordt een rapportage Problematische Jeugdgroepen opgesteld.

      · De gemeente bundelt en analyseert interne en externe informatie om tot een integraal gedragen probleemstelling op deze groep te komen, die wordt besproken in de driehoek. Op basis hiervan kan gekozen worden voor het aanpakken van de jeugdgroep. Er kan gekozen worden voor een persoons-, groeps- of domeingerichte aanpak of een combinatie hiervan.

  • - Een persoonsgerichte (keten)aanpak (PGA) voor individuele problematische/criminele jongeren wordt opgesteld met eventuele ondersteuning van het Veiligheidshuis.

    - In zowel de groeps- als persoonsgerichte aanpak geldt dat de samenwerkingspartners op het gebied van zorg, drang en dwang een sluitende keten vormen en wordt nauw samengewerkt met ouders, bewoners, scholen, leerplicht, preventiemedewerker VSV, de welzijnsinstelling, ondernemers, etc.

    - Er wordt door gemeenten optimaal gebruik gemaakt van bestuursrechtelijk instrumentarium, zoals de Wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast, gebiedsaanwijzingen/-ontzeggingen op basis van de APV en de nieuwe Drank- en Horecawet (DHW). Met specifieke aandacht op lokaal en regionaal niveau voor het drank- en drugsgebruik onder jongeren.

    - Korte doorlooptijden dragen bij aan de vermindering van recidive, omdat de interventie snel volgt op het delict. Politie en OM voldoen aan de landelijk vastgestelde normen in de jeugdstrafrechtketen voor minderjarige verdachten en Halt-verwijzingen. ZSM zorgt voor verkorten van doorlooptijden bij de afhandeling van strafzaken en bovendien wordt het strafrecht waar nodig selectief ingezet; als er andere, betere oplossingen zijn kunnen ketenpartners daar in een vroeg stadium voor kiezen.

5.0 Fysieke veiligheid

Bewoners, ondernemers, werknemers en toeristen lopen fysieke risico’s bij het betreden van het publieke domein en gebouwen. Thema’s als brandveiligheid en milieurisico’s zijn sterk onder de aandacht gebracht, mede naar aanleiding van tragische gebeurtenissen in Enschede en Volendam. Door goede en nauwkeurige handhaving wordt de kans op bijvoorbeeld een milieuramp of brand kleiner. In dit hoofdstuk wordt weergegeven hoe de gemeente haar beleid inzake fysieke veiligheid heeft geregeld.

5.1 Integraal handhavingsbeleid

Vergunningverlening en toezicht en handhaving richten zich op het realiseren, verbeteren en handhaven van een veilige, vitale en leefbare werk- en woonomgeving voor bezoekers, inwoners en ondernemers. Deze taken worden uitgevoerd op het gebied van milieu, bouw- en woningtoezicht, ruimtelijke ordening en de Algemene Plaatselijke Verordening( APV). Zo wordt overlast voorkomen en beperkt in de openbare ruimte en realiseert en verbetert integraliteit in de vergunningverlening en handhaving.

In de APV staat de gemeentelijke regelgeving op het gebied van openbare orde en veiligheid. APV bepalingen zijn voorschriften die voor iedereen binnen de gemeente gelden en hebben betrekking op verschillende situaties zoals betogingen, exploitatie openbare inrichtingen, verontreiniging door honden of evenementen.

Naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede heeft de overheid de gemeenten verplicht om aan een bepaald kwaliteitsniveau te voldoen inzake vergunningverlening, handhaving en toezicht voor bouw en milieu. Hiertoe is medio 2013 de Omgevingsdienst Groningen opgericht. Deze dienst verricht voor de gemeente Bellingwedde nagenoeg alle taken die verband houden met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Op deze wijze is een goede kwaliteit gewaarborgd.

Om deze kwaliteit te bewaken is voor de gemeente Bellingwedde in 2013 een probleem-/risicoanalyse uitgevoerd. Op basis van deze analyse is beleid opgesteld in de vorm van een Beleidsplan Visie op vergunningverlening, toezicht en handhaving(VTH) 2013-2015. Dit beleid is vastgesteld door het college op 8 oktober 2013.  

In het beleidsplan zijn doelen en prioriteiten beschreven en is in lijn met de capaciteit welke wordt verkregen door samenwerking in de Omgevingsdienst. Het beleidsplan besteedt aandacht aan alle onderkende Wabo-risico’s evenals de specifieke risico’s voor de gemeente Bellingwedde. Daarnaast wordt aandacht besteedt aan veiligheid, gezondheid, landschap en natuur- en cultuurhistorie.

Doelstelling:

Binnen de gemeentegrenzen worden de zeer grote of grote risico’s beheerst.

De kwaliteit van het openbaar gebied blijft (op zijn minst) op het niveau van de dorpsschouw van 2012

Bedrijven en bewoners van hebben eenvoudig toegang tot de juiste informatie over duurzaamheid.

Bedrijven en inwoners ondervinden geen overmatige hinder, in overeenstemming met de wettelijke normen.

Bedrijven zijn tevreden over het bedrijfsklimaat in de gemeente.

Activiteiten:

  • - Er wordt uitvoering gegeven aan het beleidsplan VTH 2013-2015.

    - Jaarlijks wordt er een evaluatie van de uitvoering van de VTH taken aangeboden aan de gemeenteraad.

Buitengewoon opsporingsambtenaar(boa)

Ter ondersteuning van de wijkagenten en om het veiligheidsgevoel van de inwoners, ondernemers en bezoekers van de gemeente Bellingwedde te vergroten wordt er een boa ingezet. De BOA werkt in nauwe samenwerking met de politie en is herkenbaar aan zijn uniform. Naast het handhaven is de BOA op straat ook een aanspreekpunt voor inwoners, ondernemers en bezoekers op het gebied van veiligheid en leefbaarheid.

Doelstelling:

Kleine ergernissen in de openbare ruimte worden aangepakt.

Activiteiten:

  • - De boa Openbare ruimte is bevoegd om te handhaven op artikelen en wetten zoals omschreven in de Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar.

    - In afstemming met de politie wordt de boa efficiënt ingezet.

5.2 Brandweerzorg

Naar aanleiding van de Wet op de veiligheidsregio’s is de gemeentelijke brandweer geregionaliseerd en is deze ondergebracht per 1 januari 2014 bij de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio.

De brandweer moet bij spoedeisende meldingen zo snel mogelijk na alarmering uitrukken, met minimaal een bevelvoerder, een chauffeur en 4 brandwachten. De opkomsttijd moet van de alarmering tot de inzet binnen de 10 minuten blijven. Gezien het landelijke gebied, komt het voor dat er niet aan deze voorschriften kan worden voldaan. Om deze reden wordt als er sprake is van een gebouwbrand, daar waar bekend is dat de opkomsttijd meer dan 12 minuten bedraagt en/of de waterwinning onvoldoende is, met twee tankautospuiten uitgerukt.

De brandweer moet om aan bovenstaande vereisten van uitrukken en opkomsttijd te voldoen, door de gemeente betrokken worden bij het (tijdelijk) wijzigen van de infrastructuur en bestemmingsplannen. Op deze wijze is de lokale brandweer op de hoogte van de obstakels en worden rijroutes (tijdelijk) aangepast. Ook om te weten of er voldoende watervoorzieningen aanwezig zijn, is de betrokkenheid erg belangrijk.

De brandweer heeft ook de taak middels preventie brand en andere gevaarlijke situaties tegen te gaan. Verder dient de brandweer te worden betrokken bij de aanvraag van een milieuvergunning en geeft de brandweer voorlichting over brandveiligheid.

Doelstelling:

De brandweer biedt een kwalitatief goede basis brandweerzorg en is als onderdeel van de geregionaliseerde brandweer een goede partner voor de andere korpsen uit de veiligheidsregio’s Groningen en Drenthe.

Activiteiten:

  • - Voldoen aan de wettelijke voorschriften van de Wet veiligheidsregio’s.

    - Geven van voorlichting over brandveiligheid.

5.3 Crisisbeheersing

Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Groningen heeft besloten dat de Gemeentelijke Kolom per 1 januari 2016 onderdeel is van de Veiligheidsregio Groningen. De Gemeentelijke Kolom Groningen is tot die datum ondergebracht bij de gastgemeente Hoogezand. Het netwerkteam van de Gemeentelijke Kolom Groningen is per 1 januari 2014 gevormd en heeft zich ten doel gesteld een regionaal Team Bevolkingszorg te vormen, dat kwantitatief en kwalitatief op orde is (werving, plaatsing, vakbekwaam –mono- en multidisciplinair opgeleid, getraind en geoefend volgens het landelijk systeem GROOTER).

De planvorming wordt op orde gebracht (eigen draaiboeken Bevolkingszorgtaken –crisiscommunicatie, publieke zorg en omgevingszorg, informatie en ondersteuning, borging van de prestatie-eisen van Bevolkingszorg Op Orde, mono- en multidisciplinaire plannen, handboeken en protocollen, piketroosters, website, informatiemanagementsysteem, legitimaties etc., dit alles naast de algemene adviestaken.

Het is voor de Gemeentelijke Kolom Groningen van groot belang dat ze binnen de Veiligheidsregio Groningen een eigenstandige, herkenbare en aanspreekbare positie blijft innemen, met name richting de gemeenten. De verantwoordelijkheid voor de gemeentelijke crisisprocessen (bevolkingszorg) wordt immers niet overgedragen aan de Veiligheidsregio maar blijft een verantwoordelijkheid van de individuele gemeenten.

Doelstelling:

Een regionaal Team Bevolkingszorg, dat kwantitatief en kwalitatief op orde is (werving, plaatsing, vakbekwaam –mono- en multidisciplinair opgeleid, getraind en geoefend volgens het landelijk systeem GROOTER).

Activiteiten:

  • - Werving en plaatsing van leden.

    - Vakbekwaam –mono- en multidisciplinair opgeleid, getraind en geoefend volgens het landelijk systeem GROOTER.

    - Op orde brengen van planvorming.

5.4 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. Denk hierbij aan vuurwerk, lpg en munitie over de weg, het water en het spoor en door buisleidingen. Ook de risico's van het gebruik van luchthavens vallen onder externe veiligheid.

Productie, vervoer en opslag van gevaarlijke stoffen leveren risico's op voor mens en milieu. Die veiligheidsrisico's zijn nooit helemaal weg te nemen. Daarom maakt de overheid steeds een afweging tussen veiligheid, haalbaarheid en kosten. Belangrijk hierbij is de risico's zoveel mogelijk te beperken.

Waar gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen, mogen geen huizen worden gebouwd. Daarom worden veiligheidsafstanden gehanteerd tussen opslag van gevaarlijke stoffen (zoals munitie) en huizen. Tegelijkertijd wil de overheid de schaarse ruimte om te bouwen zo goed mogelijk benutten. Het ruimtelijk beleid (de plannen om te bouwen en het gebied in te richten) en het externe veiligheidsbeleid moeten dus goed op elkaar worden afgestemd.

De plekken waar gevaarlijke stoffen worden gebruikt, opgeslagen en vervoerd staan op de digitale Risicokaart van de provincie Groningen. Met deze kaart kunnen inwoners zelf informatie opzoeken over de risico's van gevaarlijke stoffen in hun omgeving. Naast de plaatsen met gevaarlijke stoffen zijn op de risicokaart ook andere soorten risico’s weergegeven. De provincie maakt en beheert de risicokaart. Dat is een wettelijke taak. De gegevens zijn afkomstig van gemeenten, Rijk en provincie zelf. Om de risicokaart verder te ontwikkelen, werkt de provincie samen met gemeenten, het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het ministerie van Veiligheid en Justitie

Doelstelling:

Beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen.

Activiteiten:

  • - Aanleveren van gegevens m.b.t. de risicokaart.

    - Continueren van structureel toezicht met betrekking tot externe veiligheid.

6.0 Bedrijvigheid en veiligheid

Het veiligheidsveld ‘Bedrijvigheid en Veiligheid’ richt zich op een samenleving waarin ondernemers hun bedrijfsvoering onbelemmerd kunnen uitvoeren, zonder dat ze daarbij gehinderd worden door criminaliteit en onveiligheid. Het onderwerp kent diverse disciplines. Van fysieke beveiliging tot maatschappelijke aanpakken en van aanbieders van veiligheid tot de afnemers daarvan. Binnen dit veiligheidsveld vallen recreatieve en economische voorzieningen zoals winkelcentra, bedrijventerreinen en uitgaansmogelijkheden. Het gaat hierbij om de aanpak van sociale veiligheid, zoals als winkeldiefstal, bedrijfsinbraak en uitgaansgeweld en niet om de fysieke veiligheid rond inrichtingen met gevaarlijke stoffen op bedrijventerreinen.

6.1 Toerisme

Recreatie en toerisme zijn speerpunten van het gemeentelijke beleid. De drie "Westerwoldse" gemeenten Bellingwedde, Stadskanaal en Vlagtwedde werken volop samen aan beleid en uitvoering. Gezamenlijk is de visie ‘Compleet Westerwolde’ tot stand gekomen. Ingezet wordt op vijf ontwikkelingsrichtingen, namelijk: natuur en cultuurhistorie, vaartoerisme, verblijftoerisme, welbevinden, en de toeristische recreatieve infrastructuur.

Met de Tourist Info Westerwolde en de ondernemers is een plan gemaakt om het relatief onbekende Westerwolde als Nationaal Cultuurhistorisch landschap op de kaart te zetten.

Bij het realiseren van toeristische activiteiten moet voldaan worden aan de hiervoor wettelijk gestelde eisen. Denk hierbij aan bouwvergunningen, milieuvergunningen, afstandseisen in bijvoorbeeld bestemmingsplannen e.d. 

Doelstelling:

Voor toeristen en recreanten is de gemeente Bellingwedde een veilige gemeente.

Activiteiten:

  • -Het voortzetten van de huidige werkwijze ten aanzien van toerisme en veiligheid.

6.2 Vermogensdelicten

Hieronder valt een breed scala aan vermogensdelicten. Uit de gebiedsscan 2013 blijkt dat er een kleine verhoging in 2013 is ten opzichte van de voorgaande jaren. De meeste voorkomende en die vallen onder bedrijvigheid en veiligheid zijn:

  • - Dietstal van diesel uit langbouwvoertuigen en/of installaties.

    - Diefstal van visgerei.

    - Diefstal uit vakantiewoningen, caravans en bouwketen.

De delicten worden vaak gepleegd omdat de goederen (vaak) zonder toezicht en voor iedereen toegankelijk zijn. Er is een locatie dat kan worden aangemerkt als hotspot.

Diefstal van diesel is een landelijke trend. Mede door de hoge dieselprijs neemt dit delict de laatste tijd. Vaak zijn het landbouwmachines, graafmachines of beregeningsinstallaties die onbeheerd in het veld staan.

Doelstelling:

Het verminderen van vermogensdelicten.

Activiteiten:

  • - De aanpak van vermogensdelicten wordt geprioriteerd.

    - Te verlenen omgevingsvergunningen, activiteit bouwen, voldoen aan het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit staan de technische eisen, met daarin ook inbraakwerendheid.

6.3 Speelautomatenbeleid

Op grond van de Wet op de kansspelen heeft de gemeente Bellingwedde een bepaling in de APV opgenomen. In hoogdrempelige inrichtingen zijn maximaal twee kansspelautomaten toegestaan. In laagdrempelige inrichtingen zijn kansspelautomaten niet toegestaan. Verder heeft de gemeente geen verordening vastgesteld waarin het vestigen van een speelautomatenhal mogelijk wordt gemaakt.

Doelstelling:

In de gemeente Bellingwedde zijn geen speelautomatenhallen of casino’s.

Activiteiten:

  • -Het speelautomatenbeleid ongewijzigd voortzetten.

6.4 Prostitutiebeleid

De gemeente Bellingwedde heeft het prostitutiebeleid opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening( APV). Hierin staat dat zich, onder een aantal voorwaarden, één prostitutiebedrijf mag vestigen.

Doelstelling:

In de gemeente Bellingwedde zijn geen illegale seksinrichtingen of escortbedrijven.

Activiteiten:

  • -Het prostitutiebeleid ongewijzigd voortzetten.

6.5 Evenementen

Voor alle evenementen (denk aan buurtbarbecues en kermissen) volstaat de regeling in de APV. Bij de risicovolle evenementen wordt van te voren overleg gepleegd tussen de betrokken partijen, zoals de organisatie, de politie, de brandweer en de GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen).

Bij ieder aandacht of risicovol evenement wordt gewerkt met een uitgebreid draaiboek, waarin duidelijk is terug te vinden hoe alle zaken met betrekking tot het evenement zijn geregeld.

Als er tijdens een evenement verkeer moet worden geregeld wordt er gebruik gemaakt van opgeleide verkeersregelaars.

Doelstelling:

Een gezamenlijke inzet gericht op een goede voorbereiding van risicovolle en grootschalige evenementen, het verminderen van politie-inzet en een adequate reactie op onveiligheid en calamiteiten. Dit betekent alertheid en paraatheid op momenten die er toe doen.

Activiteiten:

  • - Gezamenlijk werken aan een goede informatiepositie en een gezamenlijke strategie (preventief, bestuurlijk, strafrechtelijk) om problemen te voorkomen of op te lossen.

    - Inzet van de gemeenten op alcoholgebruik rondom evenementen; de Drank en Horecawet geeft een extra instrument in handen. Inzet van gemeentelijke Boa’s Openbare Ruimte onder operationele regie van de politie.

    - Het implementeren van het in de veiligheidsregio’s vastgestelde evenementenbeleid dat past binnen de kaders van de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid.

    - Aandacht voor aantallen en planning van evenementen bovenlokaal; evenementen goed op elkaar afstemmen, zodat een problematische samenloop wordt vermeden en capaciteit goed kan worden gemanaged.

    - Een gezamenlijke voorbereiding om de veiligheid rondom evenementen te waarborgen.

    - De inzet van de politie is gericht op professioneel grootschalig optreden, paraatheid en een effectieve social media strategie.

Westerwolderit

De IJsfederatie Bellingwedde organiseert indien mogelijk de schaatstocht. De Westerwolderit vindt voor een klein deel plaats in de gemeente Oldambt en voor het grootste deel in Bellingwedde. Om het evenement in goede banden te leiden is er ieder jaar een vooroverleg. Omdat een schaatstocht niet valt te plannen is ieder jaar een vooroverleg gewenst.

Doelstelling:

Het evenement veilig en geordend laten verlopen.

Activiteiten:

  • -Jaarlijks overleg in oktober/november.

Jaarwisseling

Een jaarlijks terugkerend evenement is de jaarwisseling. Een evenement in de gehele gemeente met veel risico’s. Om dit evenement geordend en veilig te laten verlopen en om de schade te beperken vindt er een aantal maanden voor de jaarwisseling een overleg plaats waar de jaarwisseling van het afgelopen jaar wordt geëvalueerd en waar afspraken worden gemaakt over de aankomende jaarwisseling. Bij dit overleg zijn aanwezig: politie, brandweer en gemeente.

Doelstelling:

De jaarwisseling veilig en geordend laten verlopen en de schade beperken.

Activiteiten:

  • -Jaarlijks vooroverleg in oktober/november.

    - Scholen aanschrijven om rekening te houden met de jaarwisseling en met tips om schade te beperken.

    - Voor de jaarwisseling een ronde maken door de gemeente langs locaties die bekend staan als overlastlocaties van vreugdevuren om materialen voor vreugdevuren af te voeren.

    - Wanneer gewenst contact opnemen met andere partners of de betreffende partners uitnodigen voor het overleg, bijvoorbeeld jongerenwerk of woningcorporatie Acantus.

7.0 Integriteit en veiligheid

Dit veiligheidsveld omvat verschijnselen die een inbreuk vormen op onze maatschappelijke integriteit c.q. op belangrijke regels en andere afspraken in het kader van de veiligheid en stabiliteit van onze samenleving. Deze verschijnselen hebben potentieel dan ook een omvangrijk veiligheidseffect, ze kunnen in meest extreme vorm fundamenteel ontwrichtend werken. Thema’s binnen dit veiligheidsveld zijn radicalisering en polarisatie, georganiseerde criminaliteit en ambtelijke en integriteit.

7.1 Integriteit

Om de integriteit binnen de gemeente te waarborgen heeft de gemeente Bellingwedde de gedragscode integriteit opgesteld. Hierin wordt onder andere weergegeven hoe om te gaan met belangenverstrengeling, nevenfuncties, het aannemen van geschenken en declaraties.

Doelstelling:

De bestuurders en ambtenaren gedragen zich zoals de gedragscode voorschrijft om de integriteit te waarborgen.

Activiteiten:

  • -Het beleid inzake integriteit wordt ongewijzigd voortgezet.

7.2 Polarisatie en Radicalisering

In de afgelopen jaren is er een trend van polarisatie en radicalisering onder bepaalde bevolkingsgroepen zichtbaar. Polarisatie is de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving, die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen en in toename van afscheidingen langs ethische en religieuze lijnen. Radicalisering is de bereidheid om diep ingrijpende veranderingen in de samenleving (eventueel op ondemocratische wijze) na te streven, te ondersteunen of anderen daartoe aan te zetten. Ingrijpende veranderingen zijn ontwikkelingen die een gevaar kunnen opleveren voor de democratische rechtorde (doel), vaak met ondemocratische methoden (middelen), die afbreuk doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde (effect).

Doelstelling:

Signalen inzake polarisatie en radicalisering worden gemonitord en waar nodig wordt er intensieve begeleiding ingezet.

Activiteiten:

  • - Bij het meldpunt Zorg en Overlast Meldpunt kunnen meldingen gedaan worden over signalen aangaande polarisatie en radicalisering.

    - Waar nodig acties ondernemen met partners.

    - Jongeren die extra zorg of aandacht nodig hebben kunnen worden gemeld in de verwijsindex.

    - Signalen inzake radicalisering en polarisatie worden besproken in het overleg met de politie.

    - De werkers in het veld weten de signalen te herkennen.

7.3 Georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit

Georganiseerde of ondermijnende criminaliteit is een maatschappelijk probleem. Het zorgt niet alleen voor veel onveiligheid en overlast bij de bevolking, maar ook voor minder zichtbare, sluipende ontwrichting en ondermijning van de samenleving door de verwevenheid van de onder- met de bovenwereld. Deze criminaliteit is vaak onzichtbaar, maar kan zich ook manifesteren in de publieke ruimte door intimidatie, geweld en de verwerving van machtsposities. Waar daders vaak bovenregionaal en/of internationaal opereren, heeft ondermijnende criminaliteit tegelijkertijd op lokaal niveau veel uitingsvormen en verbindingen. Er is sprake van beroepscriminelen en facilitators die een (sleutel)rol spelen in samenwerkingsverbanden en netwerken die in toenemende mate fluïde van karakter zijn. Zij zijn niet zelden actief op verschillende criminele markten. Strikt onderscheid tussen criminele thema’s is daarom niet te maken. Binnen de geïntegreerde aanpak van ondermijnende criminaliteit ligt het accent op de regionaal bepaalde prioriteiten en op de in het Nationaal Dreigingsbeeld gesignaleerde dreigingen.

Wet Bibob

Op 1 juni 2003 is de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) in werking getreden. Deze wet moet voorkomen dat de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert bij aanbestedingen of door het verlenen van vergunningen of subsidies. Dit betekent dat bestuursorganen bij de beoordeling van een te verlenen vergunning, subsidie of een te gunnen aanbesteding de integriteit van de aanvrager of gegadigde kunnen onderzoeken.

De vastgestelde beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bibob geeft structuur en duidelijkheid in de werkwijze aan zowel medewerkers als belanghebbenden. In de beleidslijn staat aangegeven op welke beschikkingen, subsidies en aanbestedingen de Wet Bibob wordt toegepast en in welke gevallen de toetsing zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob zal plaatsvinden.

Voor belanghebbenden wordt door de beleidslijn voorkomen, dat er sprake is van willekeur in de toepassing van beleid. Voor de gemeentelijke overheid wordt door de beleidslijn een nadrukkelijk signaal voor de bescherming van haar integriteit afgegeven en kan een preventieve werking het gevolg zijn.

Doelstelling:

De gemeente past de wet BIBOB toe om een bijdrage te leveren in de strijd tegen de georganiseerde misdaad, dan wel criminele activiteiten (en de infiltratie daarvan van de onderwereld in de bovenwereld) op de beleidsterreinen zoals vastgesteld in de beleidslijn.

Activiteiten:

  • -Het toepassen van wet Bibob.

RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum)

Naast de werking van de wet BIBOB om georganiseerde criminaliteit tegen te gaan, is het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) in het leven geroepen. Het RIEC is een informatieknooppunt dat de gemeente ondersteunt bij het faciliteren van een betere bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit en werkt samen met de politie, het Openbaar Ministerie, de provincie, de belastingdienst, de fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst(FIOD), het sociale inlichtingen- en opsporingsdienst(SIOD) en eventuele andere overheden.

Het RIEC beoogt een geïntegreerde aanpak van georganiseerde misdaad, door naast strafrechtelijke vervolging van individuele daders en het ontmantelen van samenwerkingsverbanden, ook bestuursrechtelijke interventies en fiscale handhaving te gebruiken om factoren of gelegenheidsstructuren van georganiseerde misdaad op te sporen en aan te pakken. Daarnaast moet er voorkomen worden dat georganiseerde misdaad, bewust of onbewust, worden gefaciliteerd door de overheid en dat het zwartverdiende geld niet in de lokale economie wordt witgewassen.

Door het verzamelen van alle mogelijke informatie kunnen er onder andere reguliere weigeringsgronden voor een vergunning voordoen, waardoor er eventueel geen BIBOB onderzoek hoeft worden ingesteld.

Doelstelling:

De gemeente zet samen met partners in op een geïntegreerde aanpak van georganiseerde misdaad door handhaving op bestuurlijk, strafrechtelijk en fiscaal niveau. Daarbij wordt getracht om criminelen of criminele organisaties bewust of onbewust niet worden gefaciliteerd door de overheid en kunnen investeren in de reguliere economie.

Activiteiten:

  • - Bij verdenking van deelname aan georganiseerde criminaliteit wordt een RIEC onderzoek ingesteld.

    - Als er medewerking wordt gevraagd van een andere convenantpartner geeft de gemeente gehoor aan dit verzoek.

    - De focus ligt op het afpakken van crimineel of illegaal verworven vermogen (misdaad mag niet lonen).

    - Een effectieve aanpak van georganiseerde criminaliteit vraagt om een georganiseerde overheid, die alle middelen en instrumenten inzet die tot haar beschikking staan.

    - Aanpak van georganiseerde criminaliteit vereist een keuze voor de meest effectieve (combinatie van) strafrechtelijke, bestuurlijke, fiscale en alternatieve interventies.

    - De al ingezette weg van versterking van de integrale aanpak ondermijnende criminaliteit in RIEC-verband met gezamenlijke informatiepositie en probleemanalyse wordt voortgezet. Bij die aanpak is steeds aandacht voor preventie en het stimuleren van weerbaarheid, bijvoorbeeld middels bestuurlijke rapportages of dossiers.

    - Ook burgers, bedrijven, branches en publieke partijen moeten zich bewust worden van hun vermogen om op te treden tegen ondermijnende criminaliteit met oog voor het achterliggende maatschappelijke probleem.

    - De gezamenlijke informatiepositie moet, binnen de bestaande kaders, worden versterkt door alle ogen en oren van de overheid in te zetten: dit betekent dat bewustwording gecreëerd dient te worden bij zoveel mogelijk spelers in het publieke én private domein, dus ook bij wijkagenten, BOA's, bouw- en woningtoezicht, burgers etc.

7.4 Regionaal ketenaanpak mensenhandel

Mensenhandel doet zich in verschillende vormen voor. Ook in de provincie Groningen. Het gaat daarbij niet alleen om uitbuiting van personen in de seksindustrie, maar ook in o.a. de land- en tuinbouwsector en de horecabranche.

Bestrijding van mensenhandel vergt meer dan strafrechtelijke opsporing en vervolging. Integrale samenwerking tussen betrokken overheidspartijen en private partners is onontbeerlijk. Er is een gecombineerde inzet nodig van preventieve, bestuurlijke, fiscale, arbeidsrechtelijke en strafrechtelijke maatregelen. De informatievoorziening vanuit gemeenten en de bestuurlijke aanpak (indien bijvoorbeeld misbruik gemaakt wordt van reguliere structuren zoals exploitatievergunningen en uitkeringsvoorzieningen) zijn daarbij belangrijke onderdelen. Omdat criminele organisaties zich niet aan gemeentegrenzen houden, moeten gemeenten daarbij gezamenlijk optrekken. Om de informatie-uitwisseling tussen alle bij de ketenaanpak betrokken partijen mogelijk te maken is het convenant mensenhandel ondertekend.

Doelstelling:

De verbetering van de bestrijding van mensenhandel door invoering van het Regionaal Convenant mensenhandel.

 Activiteiten:

  • - Signalen betreffende mensenhandel worden gemeld bij de ketenregisseur mensenhandel.

    - Structureel overleg met het COA.

8.0 Uitvoeringsprogramma

Naast de landelijke en regionale prioriteiten heeft de gemeenteraad de mogelijkheid om lokale politie prioriteiten vast te stellen. Tijdens de gezamenlijke raadsbijeenkomst van de gemeenten Oldambt, Stadskanaal, Vlagtwedde en Bellingwedde zijn de volgende lokale prioriteiten voor 2015, met uitzondering van verkeer, aangedragen:

Geweld:

Geweld valt niet te accepteren. Niet in de openbare ruimte, niet tegen werknemers met een publieke taak maar ook zeker niet achter de voordeur, bijvoorbeeld huiselijk geweld. Extra aandacht aan het voorkomen van geweldszaken is dan ook zeker gewenst.

 

Woninginbraken:

Woninginbraken hebben doorgaans een enorme impact op slachtoffers en hierdoor wordt het veiligheidsgevoel van burgers fundamenteel aangetast. De inzet is er op gericht om via zowel preventieve als repressieve acties een vermindering van woninginbraken te realiseren.

 

Vermogensdelicten:

Hieronder valt een breed scala aan delicten. De meest voorkomende zijn:

  • -Diefstal van aanhangwagens;

    -Diefstal van diesel uit landbouwvoertuigen en/of installaties;

    -Diefstal van visgerei, waaronder hengels;

    -Diefstal uit vakantiewoningen, caravans en bouwketen.

 

De delicten worden vaak gepleegd omdat de goederen (vaak) zonder toezicht en voor iedereen toegankelijk zijn. Er is een locatie dat kan worden aangemerkt als hotspot.

 

Diefstal van diesel is een landelijke trend. Mede door de hoge dieselprijs neemt dit delict de laatste tijd. Vaak zijn het landbouwmachines, graafmachines of beregeningsinstallaties die onbeheerd in het veld staan.

 

Jeugd:

De jongeren zijn de bouwstenen van de toekomst. Daarom is het gewenst om aan de voorkant te investeren in de jongeren die dreigen te ontsporen.

 

Verkeer:

Tijdens de gezamenlijke raadsbijeenkomst is verkeer als prioriteit ingebracht. Een veilig verkeer is van groot belang voor het veiligheidsgevoel in een wijk. Daarbij dient wel opgemerkt te worden dat verkeersveiligheid niet alleen kan worden gerealiseerd door te handhaven.

 

Met uitzondering van vermogensdelicten en verkeer komen bovenstaande prioriteiten overeen met de regionale prioriteiten. Uitgangspunt is wat lokaal kan, doen we lokaal en wat regionaal beter kan, wordt regionaal gezamenlijk opgepakt.

 

Hieronder volgt een opsomming van de doelstellingen en activiteiten zoals weergegeven in de hoofdstukken.

Hoofdstuk 2: Zorg en veiligheid

2.1 CJG.

Doelstelling:

CJG: Daar waar nodig, wordt er ten aanzien van één gezin of persoon, één plan van aanpak opgesteld onder de regie van het CJG met de deelnemende partijen om een duidelijk en doelgericht hulpverleningstraject te kunnen doorlopen.

OGGz: De zorg richten op mensen met meervoudige complexe problematiek die veelal hulpverlening

ontwijken of afwijzen, maar die wel zorgen en/of overlast veroorzaken in hun directe leefomgeving.

 

Meldpunt Zorg en Overlast: een laagdrempelig loket bieden waar inwoners hun zorgen en overlastsignalen over andere burgers kunnen melden

 

 

Activiteiten:

- Het CJG wordt voortgezet. Wel wordt het CJG in de komende jaren aangepast aan de hulpstructuur en de zorgroutes die de gemeente vanuit de decentralisaties in de jeugd, Wmo en participatie wil realiseren en waar nodig bijgesteld aan de wensen en behoeften.

- Het Meldpunt Zorg en Overlast wordt voortgezet.

- Discriminatie meldpunt voortzetten.

 

Hoofdstuk 3: Veilige woonomgeving

3.1 Schoon, heel en veilig

Doelstelling:

Buurten voldoen aan de basisprincipes van leefbaarheid.

 

Activiteiten:

  • - Er wordt uitvoering gegeven aan de prioriteiten van de politie.

    - Dreiging voor de leefbaarheid wordt tegengaan en integraal aangepakt.

    - Er is een meldpunt woon- en leefomgeving om gebreken te melden.

    - Het meldpunt zorg en overlast wordt voortgezet.

    - Zwerfvuil wordt tegengegaan.

    - Het beheer van gevonden en verloren voorwerpen verzorgen.

 

3.2 Veilige woonomgeving

Doelstelling:

Inwoners, ondernemers en bezoekers moeten met een veilig gevoel kunnen wonen, werken en recreëren.

Activiteiten:

  • - Er wordt uitvoering gegeven aan de prioriteiten van de politie.

    - Er wordt geïnvesteerd in de jeugd.

    - De boa wordt ingezet.- De activiteiten voor verkeersveiligheid worden voortgezet.

    - Te verlenen omgevingsvergunningen, activiteit bouwen, voldoen aan het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit staan de technische eisen, met daarin ook inbraakwerendheid.

    - Structureel overleg met het COA.

 

3.3 Verkeersveiligheid

Doelstellingen:

Het aantal ongevallen verminderen door in te zetten op infrastructuur, handhaving, educatie en voorlichting.

 

Activiteiten:

  • Uitvoering geven aan het verkeerseducatieplan.

    - Geven van voorlichting.

    - Diverse reconstructies.

    - Inrichting veilige schoolomgevingen.

    - Bestuurders van landbouwvoertuigen er bewust van maken dat ze overlast kunnen verminderen, door het rustiger aan te doen.

 

3.4 Openbare verlichting

Doelstelling:

Bij nieuwe situaties of vervangingsprojecten wordt het minimale vereiste verlichtingsniveau volgens de actuele richtlijn als bovengrens aangehouden, tenzij dit om andere redenen ongewenst is of leidt tot een te hoog energieverbruik.

 

Activiteiten:

  • - Defecte verlichting verhelpen.

    - Actualiseren beleidsplan voor de openbare verlichting.

    - In stand houden en verbeteren van meldpunten, zowel telefonisch als elektronisch.

    - Investeren in duurzame verlichting, met als doel betere verlichting en besparing op energie en onderhoud.

 

3.5 Geweld

Doelstelling:

Geweld wordt niet geaccepteerd. De aanpak richt zich op het realiseren van een daling van het aantal geweldsmisdrijven en op het vergroten van de pakkans van daders.

Activiteiten:

  • - Bevorderen aangiftebereidheid bij alle vormen van geweld.

    - Op basis van vroegtijdige informatie-uitwisseling en een gemeenschappelijke analyse wordt vanuit diverse partners een gerichte aanpak van de geweldsproblematiek uitgevoerd.

    - Bij huiselijk en seksueel geweld richten interventies zich bij voorkeur niet enkel op de dader, maar ook op het systeem waarbinnen het delict wordt gepleegd (gezin, partner, afhankelijkheidsrelatie). Hiervoor is een integrale aanpak nodig, bestaande uit een combinatie van strafrechtelijke interventies met zorg, opvang en hulpverlening.

    - Het opleggen van een huisverbod met de daarbij behorende hulpverlening is een belangrijk instrument dat om blijvende aandacht vraagt.

    - Afspraken maken met het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.

    - Voor VPT wordt projectmatig ingezet op versterking bestuurlijke lokale aanpak, het ondersteunen van werkgevers bij de toepassing van VPT-maatregelen en de ketenaanpak van geweldsincidenten en agressie.

 

3.6 Overlast en vandalisme

Doelstelling:

Meerplegers zijn in beeld en krijgen een persoonsgerichte aanpak.

 

Activiteiten:

  • - Om de 6 weken vindt overleg plaats(Tactisch Veiligheidsoverleg), tenzij er ad hoc moet worden gehandeld.

    - Nieuwe meerplegers worden opgenomen in de meerplegerslijst.

 

Doelstelling:

Inwoners, ondernemers en bezoekers moeten met een veilig gevoel kunnen wonen, werken en recreëren.

 

Activiteiten:

  • - Bij woonoverlast wordt toegezien op naleving van gemeentelijke regels.

    - Het meldpunt zorg en overlast wordt voortgezet.

    - Bij burenruzies die dreigen te escaleren of met een uitstraling naar de buurt wordt bemiddeling aangeboden.

 

Doelstelling:

Fysieke verloedering wordt tegengegaan.

 

Activiteiten:

  • - Er wordt aangifte gedaan van vernielingen aan gemeentelijke eigendommen.

    - Vernielingen worden zo snel mogelijk verholpen.

    - Rommel op straat wordt tegengegaan.

    - De boa houdt toezicht en treedt handhavend op.

    - Bekladdingen worden zo snel mogelijk verwijderd.

    - Ter voorbereiding op de jaarwisseling wordt er met partners een overleg gepland om afspraken te maken.

 

3.7 Nazorg ex-gedetineerden

Doelstelling:

Aan de wettelijke plicht om zorg te dragen voor een sluitende aanpak nazorg ex-gedetineerden wordt voldaan.

 

Activiteiten:

  • - Aan verzoeken om informatie aan te leveren inzake detentiemeldingen wordt gehoor gegeven.

    - Detentiemeldingen en ontslagmeldingen uit detentie worden ter informatie doorgestuurd naar de wijkagenten.

    - Er wordt deelgenomen aan het project BIJ.

 

3.8 Drugs- en coffeeshopbeleid

Doelstelling:

Drugscriminaliteit in en vanuit woningen of lokalen wordt met voorrang opgepakt.

Activiteiten:

  • - Tegen drugscriminaliteit wordt handhavend opgetreden.

    - Er wordt voorlichting gegeven over middelengebruik.

    - VNN is aanwezig in het OGGZ overleg.

 

3.9 Burgernet

Doelstelling:

Het aantal deelnemers vergroten.

 

Activiteiten:

Iedere aanleiding of actie aangrijpen om Burgernet onder de aandacht te brengen.

 

Hoofdstuk 4: Jeugd en veiligheid

4.1 Veilige scholen

Doelstelling:

Indien gewenst wordt er hulp geboden bij de uitvoering van het sociaal veiligheidsplan van de scholen.

 

Activiteiten:

  • - Toezicht op de naleving van de leerplichtwet.

    - Gegevens over jeugd worden opgenomen in de Jeugdmonitor Groningen en in de databank van het Sociaal Planbureau Groningen.

 

4.2 Jeugd en alcohol

Doelstelling:

Onder de wettelijk gestelde leeftijd waarop alcoholgebruik is toegestaan geen alcohol en boven de wettelijk gestelde leeftijd verantwoord alcohol gebruik.

 

Activiteiten:

  • - Uitvoering geven aan het prevantie- en handhavingsplan alcohol.

    - Voorlichting geven over middelengebruik.

    - Deelnemen aan het convenant alcohol en jongeren.

 

4.3 Sluiten aanpak jongeren

Doelstelling:

Kinderen moeten veilig op kunnen groeien. Iedere betrokkene (van ouder tot professional) neemt daarvoor verantwoordelijkheid vanuit zijn/haar rol.

Iedere jongere tot 23 jaar die afhaakt wordt geholpen of gestimuleerd om alsnog een startkwalificatie te behalen.

Door een gezamenlijke preventieve aanpak wordt voorkomen dat jongeren ernstige overlast veroorzaken en doorgroeien naar een criminele carrière. Daar waar al sprake is van ernstige overlast en/of criminaliteit, wordt dit door een sluitende ketenaanpak effectief aangepakt.

Door een preventieve aanpak op het gebied van veilig internetgebruik zijn jongeren en hun ouders zich bewust van de risico’s van internetgebruik en daardoor weerbaar.

 

Activiteiten:

  • - De Jeugdmonitor Groningen en de databank van het Sociaal Planbureau Groningen worden bijgehouden.

    - Gemeenten nemen het initiatief in de versterking van het jeugdveiligheidsbeleid. Om dit binnen de transities van het sociale domein stevig te borgen, wordt hier op zowel regionaal als lokaal niveau aan gewerkt. Lokaal worden gemeentelijke structuren voor uitvoering van nieuwe zorgtaken opgezet en vraagstukken op (jeugd)veiligheid voldoende geborgd. Veiligheidshuizen zorgen voor het agenderen van de (jeugd)veiligheidsvraagstukken voor de transities op regionaal niveau. Zij adviseren waar nodig gemeenten over het borgen van de zorgstructuren (en opschalingstructuren).

    - Met betrekking tot ontwikkelingen op internet en bewustwording van de risico’s van internetgebruik.

    - Wordt de komende periode gebruikt om de betrokkenheid en mogelijke invulling van gemeenten, politie en OM bij veilig internetgebruik te onderzoeken.

    - Hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen worden aangepakt vanuit het uitgangspunt: één groep, één plan.

    - Een persoonsgerichte (keten)aanpak (PGA) voor individuele problematische/criminele jongeren wordt opgesteld met eventuele ondersteuning van het Veiligheidshuis.

    - In zowel de groeps- als persoonsgerichte aanpak geldt dat de samenwerkingspartners op het gebied van zorg, drang en dwang een sluitende keten vormen en wordt nauw samengewerkt met ouders, bewoners, scholen, welzijnsinstellingen, ondernemers, etc.

    - Er wordt door gemeenten optimaal gebruik gemaakt van bestuursrechtelijk instrumentarium, zoals de Wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast, gebiedsaanwijzingen/-ontzeggingen op basis van de APV en de nieuwe Drank- en Horecawet (DHW). Met specifieke aandacht op lokaal en regionaal niveau voor het drank- en drugsgebruik onder jongeren.

    - Korte doorlooptijden dragen bij aan de vermindering van recidive, omdat de interventie snel volgt op het delict. Politie en OM voldoen aan de landelijk vastgestelde normen in de jeugdstrafrechtketen voor minderjarige verdachten en Halt-verwijzingen. ZSM zorgt voor verkorten van doorlooptijden bij de afhandeling van strafzaken en bovendien wordt het strafrecht waar nodig selectief ingezet; als er andere, betere oplossingen zijn kunnen ketenpartners daar in een vroeg stadium voor kiezen.

 

4.4 Weerbaarheidsproject

Doelstelling:

Trainen van kinderen zodat zij machtsmisbruik leren herkennen en hun handelingsmogelijkheden in onveilige en ongewenste situaties leren vergroten.

 

Activiteiten:

  • - De gemeente organiseert samen met partners en CJG met enige regelmaat weerbaarheidstrainingen.

    - VNN geeft preventielessen in het voortgezet onderwijs over middelengebruik.

 

4.5 Bureau Halt

Doelstelling:

Een persoonsgerichte aanpak wordt toepast op jongeren die voor een licht vergrijp zijn aangehouden door de politie.

 

Activiteiten:

  • - Jongeren die dreigen te ontsporen worden via de zorgnetwerken zo vroeg mogelijk gesignaleerd en vervolgens begeleid.

    - Voor jongeren worden preventieactiviteiten georganiseerd.

 

4.6 Jeugdgroepen

Doelstelling:

Voorkomen en beperken dat jeugdigen ontsporen en afglijden naar criminele activiteiten.

 

Activiteiten:

  • - Problematische jeugdgroepen worden in beeld gebracht en vervolgens wordt er een aanpak met o.a. leerplicht, politie, CJG en veiligheidshuis ontwikkeld.

    - Hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen worden aangepakt vanuit het uitgangspunt: één groep, één plan. De volgende werkwijze wordt gehanteerd:

    • ∙ De politie brengt de problematische jeugdgroepen en jongerenproblematiek in beeld met de landelijk overeengekomen methode (groepsscan ) in de gebiedsscans. Op basis van de scan wordt een rapportage Problematische Jeugdgroepen opgesteld.

      ∙ De gemeente bundelt en analyseert interne en externe informatie om tot een integraal gedragen probleemstelling op deze groep te komen, die wordt besproken in de driehoek. Op basis hiervan kan gekozen worden voor het aanpakken van de jeugdgroep. Er kan gekozen worden voor een persoons-, groeps- of domeingerichte aanpak of een combinatie hiervan.

  • - Een persoonsgerichte (keten)aanpak (PGA) voor individuele problematische/criminele jongeren wordt opgesteld met eventuele ondersteuning van het Veiligheidshuis.

    - In zowel de groeps- als persoonsgerichte aanpak geldt dat de samenwerkingspartners op het gebied van zorg, drang en dwang een sluitende keten vormen en wordt nauw samengewerkt met ouders, bewoners, scholen, welzijnsinstellingen, ondernemers, etc.

    - Er wordt door gemeenten optimaal gebruik gemaakt van bestuursrechtelijk instrumentarium, zoals de Wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast, gebiedsaanwijzingen/-ontzeggingen op basis van de APV en de nieuwe Drank- en Horecawet (DHW). Met specifieke aandacht op lokaal en regionaal niveau voor het drank- en drugsgebruik onder jongeren (zie 4.5).

    - Korte doorlooptijden dragen bij aan de vermindering van recidive, omdat de interventie snel volgt op het delict. Politie en OM voldoen aan de landelijk vastgestelde normen in de jeugdstrafrechtketen voor minderjarige verdachten en Halt-verwijzingen. ZSM zorgt voor verkorten van doorlooptijden bij de afhandeling van strafzaken en bovendien wordt het strafrecht waar nodig selectief ingezet; als er andere, betere oplossingen zijn kunnen ketenpartners daar in een vroeg stadium voor kiezen.

 

Hoofdstuk 5: Fysieke veiligheid

5.1 Integraal handhavingsbeleid

Doelstelling:

Binnen de gemeentegrenzen worden de zeer grote of grote risico’s beheerst.

De kwaliteit van het openbaar gebied blijft (op zijn minst) op het niveau van de dorpsschouw van 2012

Bedrijven en bewoners van hebben eenvoudig toegang tot de juiste informatie over duurzaamheid.

Bedrijven en inwoners ondervinden geen overmatige hinder, in overeenstemming met de wettelijke normen.

Bedrijven zijn tevreden over het bedrijfsklimaat in de gemeente.

 

Activiteiten:

  • - Er wordt uitvoering gegeven aan het beleidsplan VTH 2013-2015.

    - Jaarlijks wordt er een evaluatie van de uitvoering van de VTH taken aangeboden aan de gemeenteraad.

 

Doelstelling:

Kleine ergernissen worden door de boa aangepakt.

 

Activiteiten:

  • - De boa Openbare ruimte is bevoegd om te handhaven op artikelen en wetten zoals omschreven in de Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar.

 

5.2 Brandweerzorg

Doelstelling:

De brandweer biedt een kwalitatief goede basis brandweerzorg en is als onderdeel van de geregionaliseerde brandweer een goede partner voor de andere korpsen uit de veiligheidsregio’s Groningen en Drenthe.

 

Activiteiten:

  • - Voldoen aan de wettelijke voorschriften van de Wet veiligheidsregio’s.

    - Geven van voorlichting over brandveiligheid.

 

5.3 Crisisbeheersing

Doelstelling:

Een regionaal Team Bevolkingszorg, dat kwantitatief en kwalitatief op orde is (werving, plaatsing, vakbekwaam –mono- en multidisciplinair opgeleid, getraind en geoefend volgens het landelijk systeem GROOTER).

 

Activiteiten:

  • - Werving en plaatsing van leden.

    - Vakbekwaam –mono- en multidisciplinair opgeleid, getraind en geoefend volgens het landelijk systeem GROOTER.

    - Op orde brengen van planvorming.

 

5.4 Externe veiligheid

Doelstelling:

Beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen.

 

Activiteiten:

  • - Aanleveren van gegevens m.b.t. de risicokaart.

    - Continueren van structureel toezicht met betrekking tot externe veiligheid.

 

Hoofdstuk 6: Bedrijvigheid en veiligheid

6.1 Toerisme

Doelstelling:

Voor toeristen en recreanten is de gemeente Bellingwedde een veilige gemeente.

 

Activiteiten:

  • - Het voortzetten van de huidige werkwijze ten aanzien van toerisme en veiligheid.

 

6.2 Vermogensdelicten

Doelstelling:

Het verminderen van vermogensdelicten.

 

Activiteiten:

  • - De aanpak van vermogensdelicten wordt geprioriteerd.

    - Te verlenen omgevingsvergunningen, activiteit bouwen, voldoen aan het Bouwbesluit. In het Bouwbesluit staan de technische eisen, met daarin ook inbraakwerendheid.

 

6.3 Speelautomatenbeleid

Doelstelling:

In de gemeente Bellingwedde zijn geen illegale speelautomatenhallen of casino’s.

 

Activiteiten:

  • - Het speelautomatenbeleid ongewijzigd voortzetten.

 

6.4 Prostitutiebeleid

Doelstelling:

In de gemeente Bellingwedde zijn geen illegale seksinrichtingen of escortbedrijven.

 

Activiteiten:

  • - Het prostitutiebeleid ongewijzigd voortzetten.

 

6.5 Evenementen

Doelstelling:

Een gezamenlijke inzet gericht op een goede voorbereiding van risicovolle en grootschalige evenementen, het verminderen van politie-inzet en een adequate reactie op onveiligheid en calamiteiten. Dit betekent alertheid en paraatheid op momenten die er toe doen.

 

Activiteiten:

  • - Gezamenlijk werken aan een goede informatiepositie en een gezamenlijke strategie (preventief, bestuurlijk, strafrechtelijk) om problemen te voorkomen of op te lossen.

    - Inzet van de gemeenten op alcoholgebruik rondom evenementen; de Drank en Horecawet geeft een extra instrument in handen. Inzet van gemeentelijke Boa’s Openbare Ruimte onder operationele regie van de politie.

    - Het implementeren van het in de veiligheidsregio’s vastgestelde evenementenbeleid dat past binnen de kaders van de Landelijke Handreiking Evenementenveiligheid.

    - Aandacht voor aantallen en planning van evenementen bovenlokaal; evenementen goed op elkaar afstemmen, zodat een problematische samenloop wordt vermeden en capaciteit goed kan worden gemanaged.

    - Een gezamenlijke voorbereiding om de veiligheid rondom evenementen te waarborgen.

    - De inzet van de politie is gericht op professioneel grootschalig optreden, paraatheid en een effectieve social media strategie.

 

Doelstelling:

De Westerwolderit veilig en geordend laten verlopen.

 

Activiteiten:

  • - Jaarlijks overleg in oktober/november.

 

Doelstelling:

De jaarwisseling veilig en geordend laten verlopen en de schade beperken.

 

Activiteiten:

  • - Jaarlijks vooroverleg in oktober/november.

    - Scholen aanschrijven om rekening te houden met de jaarwisseling en met tips om schade te beperken.

    - Voor de jaarwisseling een ronde maken door de gemeente langs locaties die bekend staan als overlastlocaties van vreugdevuren om materialen voor vreugdevuren af te voeren.

    - Wanneer gewenst contact opnemen met andere partners of de betreffende partners uitnodigen voor het overleg, bijvoorbeeld jongerenwerk of woningcorporatie Acantus.

 

Hoofdstuk 7: Integriteit en veiligheid

7.1 Bestuurlijke integriteit

Doelstelling:

De bestuurders en ambtenaren zijn beëdigd en gedragen zich zoals de gedragscode voorschrijft om de integriteit te waarborgen.

 

Activiteiten:

  • - Het beleid inzake integriteit wordt ongewijzigd voortgezet.

 

7.2 Polarisatie en radicalisering

Doelstelling:

Signalen inzake polarisatie en radicalisering worden gemonitord en waar nodig wordt er intensieve begeleiding ingezet.

 

Activiteiten:

  • - Bij het Meldpunt (zie CJG) kunnen meldingen gedaan worden over signalen aangaande polarisatie en radicalisering.

    - Waar nodig acties ondernemen met jongerenwerker en politie.

    - Jongeren die extra zorg of aandacht nodig hebben kunnen worden gemeld in de verwijsindex.

    - Signalen inzake radicalisering en polarisatie worden besproken in het overleg met de politie.

    - De werkers in het veld weten de signalen te herkennen.

    - Structureel overleg met de ketenbrede werkgroep inzake het COA.

 

7.3 Georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit

Doelstelling:

De gemeente past de wet BIBOB toe om een bijdrage te leveren in de strijd tegen de georganiseerde misdaad, dan wel criminele activiteiten (en de infiltratie daarvan van de onderwereld in de bovenwereld) op de beleidsterreinen zoals vastgesteld in de beleidslijn.

 

Activiteiten:

  • - Het toepassen van wet Bibob.

 

Doelstelling:

De gemeente zet samen met partners in op een geïntegreerde aanpak van georganiseerde misdaad door handhaving op bestuurlijk, strafrechtelijk en fiscaal niveau. Daarbij wordt getracht om criminelen of criminele organisaties bewust of onbewust niet worden gefaciliteerd door de overheid en kunnen investeren in de reguliere economie.

 

Activiteiten:

  • - Bij verdenking van deelname aan georganiseerde criminaliteit wordt een RIEC onderzoek ingesteld.

    - Als er medewerking wordt gevraagd van een andere convenantpartner geeft de gemeente gehoor aan dit verzoek.

    - De focus ligt op het afpakken van crimineel of illegaal verworven vermogen (misdaad mag niet lonen).

    - Een effectieve aanpak van georganiseerde criminaliteit vraagt om een georganiseerde overheid, die alle middelen en instrumenten inzet die tot haar beschikking staan.

    - Aanpak van georganiseerde criminaliteit vereist een keuze voor de meest effectieve (combinatie van) strafrechtelijke, bestuurlijke, fiscale en alternatieve interventies.

    - De al ingezette weg van versterking van de integrale aanpak ondermijnende criminaliteit in RIEC-verband met gezamenlijke informatiepositie en probleemanalyse wordt voortgezet. Bij die aanpak is steeds aandacht voor preventie en het stimuleren van weerbaarheid, bijvoorbeeld middels bestuurlijke rapportages of dossiers.

    - Ook burgers, bedrijven, branches en publieke partijen moeten zich bewust worden van hun vermogen om op te treden tegen ondermijnende criminaliteit met oog voor het achterliggende maatschappelijke probleem.

    - De gezamenlijke informatiepositie moet, binnen de bestaande kaders, worden versterkt door alle ogen en oren van de overheid in te zetten: dit betekent dat bewustwording gecreëerd dient te worden bij zoveel mogelijk spelers in het publieke én private domein, dus ook bij wijkagenten, BOA's, bouw- en woningtoezicht, burgers etc.

 

7.4 Regionaal ketenaanpak mensenhandel

Doelstelling:

De verbetering van de bestrijding van mensenhandel door invoering van het Regionaal Convenant mensenhandel.

 

Activiteiten:

Signalen betreffende mensenhandel worden gemeld bij de ketenregisseur mensenhandel.

Structureel overleg met het COA.

 

9.0 Financiële paragraaf

De kosten die worden gemaakt voor de onderwerpen uit het integraal veiligheidsbeleid zijn structureel opgenomen in de begroting via het bestaande beleid. Deze kosten zijn verspreid over verschillende posten.

Wordt er specifiek gekeken naar het deelprogramma Veiligheid  dan worden de volgende kosten weergegeven:

(afkomstig uit de programma begroting 2015)

 

Lasten * € 1.000

 

Deelprogramma

 

Begroting 2015

Begroting 2016

Begroting 2017

Begroting 2018

2.2 Veiligheid en brandweer

642

654

665

679

 

Baten * € 1.000

 

Deelprogramma

 

Begroting 2015

Begroting 2016

Begroting 2017

Begroting 2018

2.2 Veiligheid en brandweer

0

0

0

0

 

Deelprogramma 2.2 Veiligheid en brandweer

Portefeuillehouder

J. Snijder-Hazelhoff

 

Beleidsstukken

  • - Nul-beleid coffeeschops (2014)

    - Preventie- en handhavingsplan 2014-2016 (2014)

    - Algemene Plaatselijke Verordening (APV 2010; gewijzigd per 7 juni 2012)

 

Wat willen we bereiken?

Een veilige gemeente Bellingwedde voor mens en dier, nu en in de toekomst. De inwoners, ondernemers en bezoekers moeten met een veilig gevoel kunnen wonen, werken en recreëren. Tussen de behoefte aan veiligheid en de onmogelijkheid om veiligheid te garanderen bestaat een zeker spanningsveld. In samenwerking met politie, brandweer en andere partners in de veiligheidsketen wordt ingezet op preventie en handhaving. Maar ook wordt ingezet op stimulering van de eigen verantwoordelijkheid door aandacht te vragen voor maatschappelijke waarden en normen.

 

Wat gaan we daarvoor doen?

Een veilige gemeente Bellingwedde:

  • - Veranderingen door komst nationale politie. Dit betekent dat er gewerkt gaat worden met een andere sterkteverdeling en een andere invulling van het aantal wijkagenten. Afgesproken is dat er voor de lokale problematiek binnen de gemeente Bellingwedde voldoende capaciteit beschikbaar blijft.

    - BOA. Voor diverse toezicht- en handhavingstaken met betrekking tot de Drank- en Horecawet en de APV (voor zover niet Wabo-gerelateerd) is een BOA aangesteld. Deze kan bestuursrechtelijk handhaven bij overtreding van genoemde regelgeving.

    - Veiligheidshuis. Aan de samenwerking met het Veiligheidshuis en de daarin vertegenwoordigde ketenpartners wordt grote waarde gehecht; kennisdeling is hierin een belangrijke factor.

    - Integraal veiligheidsbeleid. De gemeente heeft de regie over het lokale integrale veiligheidsbeleid. Om de regie te kunnen voeren, is een integraal veiligheidsbeleid onmisbaar. Daarom is het van belang om een integraal veiligheidsbeleid vast te stellen.

 

Indicatoren

Rapportages Nationale Politie

 

 

 

Bijlage 1: Lijst met afkortingen

 

AMK - Advies- en Meldpunt Kindermishandeling

APV - Algemene Plaatselijke Verordening

Bibob - Bevordering Integriteits Beoordeling door het Openbaar Bestuur

Boa - Buitengewoon opsporingsambtenaar

CJG - Centrum voor Jeugd en Gezin

COA - Centraal Orgaan opvang asielzoekers

FIOD - Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst

GGD - Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst

GGz -Geestelijke Gezondheidszorg

GHOR - Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen

JONG - Jeugd en Onderwijsmonitor Groningen

KVO - Keurmerk Veilig Ondernemen

OGGZ - Openbare Geestelijke Gezondheidszorg

OM - Openbaar Ministerie

PI - Penitentiaire Inrichting

PIJ - Plaatsing In Jeugdinrichting

RIEC - Regionaal Informatie en Expertise Centrum

SIOD - Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst

TBS - Terbeschikkingstelling

VNN - Verslavingszorg Noord – Nederland

VPT - Veilige Publieke Taak

VSV - Voortijdig schoolverlaten

VTH - Visie op vergunningverlening, toezicht en handhaving

Wabo - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht