Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarderadeel

Verordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften gemeente Leeuwarderadeel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarderadeel
Officiële naam regelingVerordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften gemeente Leeuwarderadeel
CiteertitelVerordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften gemeente Leeuwarderadeel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De verordening vastgesteld bij raadsbesluit van 27 januari 1995 wordt met ingang van deze verordening ingetrokken.

Datum ondertekening inwerkingtredingbesluit 25-06-1998

Bron ondertekening inwerkingtredingbesluit Stienser Omroeper,13-7-1998,1998/28

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Awb, art. 7:13
  2. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-199801-05-2010nieuwe regeling

25-06-1998

Stienser Omroeper,13-7-1998,1998/28

1998/77

Tekst van de regeling

GEMEENTE LEEUWARDERADEEL

Nr. 98/77

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Leeuwarderadeel, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 juni 1998, nr. 98/77;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

BESLUITEN:

vast te stellen de volgende

VERORDENING OP DE BEHANDELING VAN BEZWAAR- EN BEROEPSCHRIFTEN LEEUWARDERADEEL

HOOFDSTUK 1 - Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beroepsorgaan: gemeentelijke bestuursorgaan dat dient te beslissen op een beroep-schrift;

  • b.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaar- en beroepschriften;

  • d.

    wet: wet van 4 juni 1992 (Stb. 1992, 315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

HOOFDSTUK 2 - Behandeling van de bezwaar- en beroepschriften

Paragraaf 1 - De commissie

Artikel 2 - Commissie

Er is een gezamenlijke commissie met de gemeente Het Bildt ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren en ingestelde administratieve beroepen als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

Uitgezonderd zijn de bezwaren betreffende de uitvoering van beschikkingen vastgestelde waarde afgegeven in het kader van de wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3 - Samenstelling van de commissie
  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door de gemeenteraden van Het Bildt en Leeuwarderadeel op gezamenlijk voorstel van beide colleges van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De gemeenteraden benoemen overeenkomstig het eerste lid een plaatsvervangend lid.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

  • 4.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 - Zittingsduur
  • 1.

    De zittingsduur van de voorzitter en de leden van de commissie bedraagt vier jaar.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 5 - Secretariaat

De in deze verordening genoemde secretariële werkzaamheden worden verricht door een ambtenaar door burgemeester en wethouders aan te wijzen.

Paragraaf 2 - Procedure

Artikel 6 - Ingediend bezwaar- en beroepschrift
  • 1.

    Op het ingediend bezwaar- of beroepschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaar- of beroepschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3.

    Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar of beroep zal adviseren. Zo mogelijk wordt de datum van de hoorzitting aan de bezwaarde of appellant meegedeeld.

Artikel 7 - Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • 2:1, tweede lid;

  • 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

  • 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • 7:4, tweede lid;

  • 7:6, vierde lid;

  • 7:18, tweede en zesde lid; en

  • 7:20, vierde lid;

  • van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 8 - Vooronderzoek
  • 1.

    De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaar- of beroepschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 9 - Hoorzitting
  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van de artikelen 7:3 en 7:17 van de wet.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbenden;

    • b.

      het verwerend orgaan;

    • c.

      en in geval van behandeling van een beroepschrift, het beroepsorgaan.

Artikel 10 - Uitnodiging zitting
  • a.

    De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • b.

    Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • c.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval één week voor het tijdstip van de zitting, aan de belanghebbenden, het verwerend orgaan en in het geval van behandeling van een beroepschrift, aan het beroepsorgaan meegedeeld.

  • d.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 - Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 12 - Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 - Besloten zitting

De zitting van de commissie vindt alleen plaats achter gesloten deuren, indien de commissie aldus beslist.

Artikel 14 - Schriftelijke verslaglegging
  • 1.

    Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7 en 7:21 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 - Nader onderzoek
  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 - Raadkamer en advies
  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- of beroepschrift.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter van de commissie en de secretaris ondertekend.

Artikel 17 - Uitbrengen advies
  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaar- of beroepschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, of artikel 7:24, tweede lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie, de belanghebbenden en in het geval van behandeling van een beroepschrift het verwerend orgaan, een afschrift.

HOOFDSTUK III - Slotbepalingen

Artikel 18 - Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 september 1998.

  • 2.

    Met ingang van de datum als bedoeld in het eerste lid:

    • a.

      wordt de Verordening-behandeling van bezwaar- en beroepschriften gemeente Leeuwarderadeel, vastgesteld bij raadsbesluit van 27 januari 1994, ingetrokken;

    • b.

      wordt van de Verordening betreffende de behandeling van aanvragen om bijstand en de behandeling van de in dat kader ingediende bezwaarschriften, vastgesteld bij raadsbesluit van 29-05-1967, hoofdstuk II (artikelen 15 t/m 27) ingetrokken;

Artikel 19 - Citeertitel

Deze Verordening kan worden aangehaald als Verordening op de behandeling van bezwaar- en beroepschriften Leeuwarderadeel.

Aldus vastgesteld door de raad voornoemd,

in zijn openbare vergadering van 25 juni 1998,

de secretaris,de voorzitter,
   
(J.J. Kingma)(mw. W. Chr. Vroegindeweij)