Overheidsorganisatie | Gemeente Littenseradiel |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2015 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Dit betreft een gewijzigde vaststelling (middels de Verordening tot eerste wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2015)
- Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige
- Regeling gemeentelijke belastingen 2002
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-02-2015 | 01-01-2015 | 01-01-2016 | Tarieventabel, onder 1 en 2 | 16-02-2015 | Collegevoorstel, 13-01-2015, nr. 6.1 |
01-01-2015 | 20-02-2015 | Nieuwe regeling | 15-12-2014 | Collegevoorstel, 04-11-2014, nr. 5.8 |
De raad van de gemeente Littenseradiel;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2015
Krachtens deze verordening wordt geheven: een afvalstoffenheffing.
1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;
ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
5. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.
De aanslagen moeten worden betaald in vijf gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Bij de invordering van afvalstoffenheffing wordt geen kwijtschelding verleend van extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt) grijze en/of groene containers.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
1. De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2014, d.d. 16 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing 2015’.
Wommels, 15 december 2014
De raad voornoemd,
, voorzitter
, griffier
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
1. | De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar | € 166,20 |
2. | Indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon bedraagt de belasting | € 131,16 |
3. | De belasting als bedoeld in onderdeel 1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (= boven hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan het perceel is verstrekt): | |
grijze container | € 163,20 | |
groene container | € 98,40 |
Wommels, 15 december 2014
, de griffier