Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Slochteren

Verordening stimuleringsfonds gemeente Slochteren 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Slochteren
Officiële naam regelingVerordening stimuleringsfonds gemeente Slochteren 2015
CiteertitelVerordening stimuleringsfonds gemeente Slochteren 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt Verordening stimuleringsfonds 2012 gemeente Slochteren, vastgesteld op 22 december 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 108 en 147
  2. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2017nieuwe regeling

18-12-2014

Gemeenteblad, Jaargang 2014, Nr. 82228

2014/17079

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening stimuleringsfonds gemeente Slochteren 2015

De raad van de gemeente Slochteren;

op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen van 19 mei 2014;

gelet op artikel 108 en artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het noodzakelijk is het bieden van ondersteuning aan burgers met geringe financiële draagkracht ten behoeve van het doorbreken van sociaal isolement en ter bevordering van maatschappelijke participatie bij verordening te regelen;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening stimuleringsfonds gemeente Slochteren 2015

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

1.In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Slochteren;

  • b.

    sociaal-culturele activiteiten: activiteiten die gericht zijn op recreatie, educatie, creativiteit, belangenbehartiging en activering;

  • c.

    sportvereniging: een vereniging die is aangesloten bij een landelijke door het NOC*NSF erkende sportbond en statutair is gevestigd;

  • d.

    sportattributen: attributen die volgens de reglementen van de betreffende sportbond noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de betreffende sport;

  • e.

    ouder: een persoon die een huishouden voert waartoe een kind behoort en welke persoon op hetzelfde adres als het kind staat ingeschreven in de Basisregistratie personen;

  • f.

    zelfstandige: de zelfstandige, zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.

Hoofdstuk 2. Voorwaarden

Artikel 2. Doelgroep

  • 1. Alle inwoners van de gemeente Slochteren met een uitkering, pensioen of inkomen uit arbeid dat niet hoger is dan 110% van de voor hun van toepassing zijnde bijstandsnorm ingevolgde de Participatiewet per 1 januari van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft. De kostendelersnorm als bedoeld in artikel 22a van de Participatiewet laten we buiten beschouwing.

  • 2. Studenten die studiefinanciering ontvangen, komen niet in aanmerking voor een vergoeding, met uitzondering van studenten die alleenstaande ouder zijn.

Hoofdstuk 3. Vergoedingen

Artikel 3. Aard van de vergoedingen

Voor de kosten gemaakt in verband met de in dit hoofdstuk genoemde voorzieningen wordt – met het oogmerk armoede te bestrijden en/of sociale uitsluiting te voorkomen – een vergoeding verleend in de vorm van een verstrekking om niet.

Artikel 4. Maximale vergoedingen en indexering

  • 1. De maximale vergoeding per gezinslid per jaar bedraagt € 232,00 voor de in artikel 5 genoemde onderdelen (prijspeil 2014).

  • 2. De maximale vergoeding zoals bedoeld in het eerste lid wordt jaarlijks op 1 januari aangepast overeenkomstig het consumentenprijsindexcijfer zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek en zoals gehanteerd door Kluwer Schulinck.

  • 3. De aanpassing van de vergoeding zoals bedoeld in het eerste lid wordt afgerond op hele euro’s naar boven.

  • 4. Voor de indexering zal, overeenkomstig het tweede en derde lid, het bedrag € 215,28 (prijspeil 2011) als uitgangspunt worden genomen.

Artikel 5. Te vergoeden kosten

  • 1. De volgende kosten worden volledig vergoed:

    • a.

      eigen bijdrage tussenschoolse opvang;

    • b.

      lidmaatschap openbare bibliotheek;

    • c.

      lidmaatschap Artotheek, inclusief de kosten van het lenen van vijf kunstwerken per kalenderjaar;

    • d.

      zwemabonnement en kosten recreatief zwemmen;

    • e.

      zwemonderwijs;

    • f.

      muziekonderwijs;

    • g.

      Klussendienst Slochteren.

  • 2. De volgende kosten worden tot 50% vergoed:

    • a.

      contributie sportvereniging voor belanghebbenden vanaf 18 jaar;

    • b.

      sportattributen voor belanghebbenden vanaf 18 jaar;

    • c.

      sportkleding voor belanghebbenden vanaf 18 jaar;

    • d.

      contributie zangvereniging;

    • e.

      sociaal-culturele activiteiten en/of cursussen;

    • f.

      reiskosten voor sociaal-culturele activiteiten en/of cursussen;

    • g.

      abonnementskosten krant;

    • h.

      huiswerkbegeleiding;

    • i.

      amateuristische kunstbeoefening in de ruimste zin.

  • 3. Abonnementskosten voor internet en/of telefonie worden vergoed ter hoogte van:

    • a.

      € 10,00 per maand voor een abonnement telefonie, ongeacht de vorm van het abonnement;

    • b.

      € 10,00 per maand voor een abonnement internet, ongeacht de vorm van het abonnement;

    • c.

      € 15,00 per maand voor een gecombineerd abonnement telefonie en internet, ongeacht de vorm van het abonnement of de abonnementen.

    Het is niet mogelijk gelijktijdig een vergoeding te ontvangen voor onderdelen a, b en c.

  • 4. De kosten van de ouderbijdrage peuterspeelzaal worden volledig vergoed. In afwijking van artikel 4, eerste lid, laat dit de maximale vergoeding per gezinslid onverlet.

Artikel 6. Stimuleringspakket voortgezet onderwijs

  • 1. De ouder(s) waarvan een of meerdere kinderen het voortgezet onderwijs bezoeken, kunnen per kind eenmalig een tegemoetkoming ontvangen voor de aanschaf van leermiddelen, sportkleding, een fiets, een bureau en/of een computer.

  • 2. De eenmalige tegemoetkoming, zoals bedoeld in het eerste lid, bedraagt ten hoogste € 600,00 en laat de maximale vergoeding per gezinslid, zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, onverlet.

Hoofdstuk 4. Het geldend maken van het recht op een vergoeding

Artikel 7. De aanvraag

  • 1. De aanvraag voor een vergoeding op grond van deze verordening dient te geschieden middels een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Alleen aanvragen met een totaalbedrag van minimaal € 50,00 worden in behandeling genomen.

  • 3. Indien er sprake is van een gezamenlijke huishouding, geregistreerd partnerschap of in het geval van gehuwden kan de aanvraag door één van hen worden ingediend.

  • 4. Aanvragen voor het lopende kalenderjaar kunnen worden ingediend tot uiterlijk 1 februari van het daarop volgende kalenderjaar.

  • 5. Een aanvraag kan op zijn vroegst vier weken voor het maken van de kosten worden ingediend.

  • 6. In afwijking van het vierde lid kan een zelfstandige een aanvraag voor het lopende kalenderjaar indienen tot uiterlijk 1 juli van het daarop volgende kalenderjaar.

Artikel 8. Inlichtingenverplichting

  • 1. Belanghebbende voorziet de aanvraag van (een) bewijsstuk(ken) waaruit zijn identiteit vastgesteld kan worden als het college hierom verzoekt.

  • 2. Belanghebbende overlegt het college desgevraagd bewijsstukken waaruit zijn (gezins)inkomen blijkt, alsmede het (gezins)vermogen en (een) bewijsstuk(ken) van de in hoofdstuk 3 genoemde en gemaakte kosten waarvoor hij een vergoeding heeft ontvangen.

  • 3. Het college kan de in het tweede lid genoemde bewijsstukken op zijn vroegst vier weken en uiterlijk een jaar na dagtekening van het besluit tot toekenning van een vergoeding opvragen.

  • 4. In afwijking van het derde lid kan het college de in het tweede lid genoemde bewijsstukken van zelfstandigen op zijn vroegst opvragen vanaf 1 juli volgend op het jaar waarop de toekenning van een vergoeding betrekking heeft, tot uiterlijk 1 juli van het tweede jaar volgend op het jaar waarop de toekenning van een vergoeding betrekking heeft.

  • 5. Belanghebbende is verplicht de bewijsstukken, zoals genoemd in het tweede lid, binnen twee weken na dagtekening van het verzoek van het college aan te leveren.

  • 6. Het niet, onvolledig of valselijk verstrekken van bewijsstukken, zoals bedoeld in het vijfde lid, leidt tot toepassing van artikel 10.

Artikel 9. Betaling

  • 1. De betaling kan geschieden anders dan op rekening van de schuldeiser.

  • 2. De betaling kan geschieden aan anderen dan de schuldeiser.

Artikel 10. Terugvordering

  • 1. Het college kan een onverschuldigd betaalde premie of voorziening terugvorderen.

  • 2. Het college kan het terug te vorderen bedrag bij dwangbevel invorderen.

  • 3. Het college kan het terug te vorderen bedrag verrekenen met een aan dezelfde premie/voorziening-ontvanger voor dezelfde activiteiten verstrekte subsidie voor een ander tijdvak.

  • 4. Terugvordering van een onverschuldigd betaalde premie, voorziening of een voorschot vindt niet plaats voor zover na de dag waarop de voorziening is vastgesteld, dan wel de handeling heeft plaatsgevonden, vijf jaren zijn verstreken.

  • 5. Van terugvordering, zoals bedoeld in het eerste lid, is in ieder geval sprake indien de belanghebbende geen, onvolledige en/of onjuiste bewijsstukken heeft verstrekt.

Artikel 11. Beslistermijn

Het college neemt binnen maximaal vier weken een beslissing op de aanvraag welke is ingediend middels een correct en volledig ingevuld formulier, zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, van deze verordening.

Hoofdstuk 5. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 12. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 13. Slot- en overgangsbepalingen

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening stimuleringsfonds gemeente Slochteren 2015.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2015 en per die datum wordt ingetrokken de Verordening stimuleringsfonds 2012 gemeente Slochteren, vastgesteld op 22 december 2011.

  • 3.

    Voor aanvragen die betrekking hebben op het jaar 2014 blijft de Verordening stimuleringsfonds 2012 gemeente Slochteren van kracht.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2015.

De raad van de gemeente Slochteren,

, voorzitter.

, griffier.