Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Littenseradiel

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Littenseradiel
Officiële naam regelingVerordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015
CiteertitelVerordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze verordening per 1 januari 2020 vervallen, tenzij de hierna genoemde bestuursorganen de betreffende verordening al eerder vervallen hebben verklaard.

- De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân heeft op 2 januari 2018 besloten deze verordening vervallen te verklaren voor zover deze van kracht is voor het gebied binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Súdwest-Fryslân zoals dat per 1 januari 2018, op grond van de Wet van 8 maart 2017 tot herindeling van de gemeenten Franekeradeel, het Bildt, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel en Súdwest-Fryslân, is ontstaan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Participatiewet, art. 8, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2020Nieuwe regeling

15-12-2014

Gemeenteblad, 22-12-2014, nr. 78076

Collegevoorstel, 04-11-2014, nr. 5.9

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015

De Raad van de gemeente Littenseradiel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Participatiewet;

besluit:

vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Littenseradiel;

    • b.

      individuele studietoeslag: toeslag als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet.

Artikel 2 Indienen verzoek

Een verzoek als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet wordt ingediend middels een daartoe door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3 Periodieke verlening individuele studietoeslag

Een persoon kan slechts eenmaal binnen een periode van twaalf maanden in aanmerking komen voor een individuele studietoeslag.

Artikel 4 Hoogte individuele studietoeslag

  • 1. De individuele studietoeslag bedraagt € 500,00 per jaar.

  • 2. Het in het eerste lid genoemde bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de ontwikkelingen van de consumentenprijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek, waarbij de bedragen naar boven worden afgerond op hele euro's.

Artikel 5 Betaling individuele studietoeslag

De individuele studietoeslag wordt in één keer uitbetaald.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijking indien en voor zover toepassing daarvan leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015.

Ondertekening

Wommels, 15 december 2014

De raad voornoemd,

, voorzitter

, griffier

Toelichting

Algemene toelichting

Bij de behandeling van het wetsvoorstel Participatiewet werd een amendement aangenomen dat gemeenten verplicht om een verordening vast te stellen waarbij studenten met een arbeidshandicap in aanmerking kunnen komen voor een financiële toelage. De gedachte hierachter is dat deze studenten, die vanwege hun arbeidshandicap de studie moeilijk kunnen combineren met een bijbaan, een gedeeltelijke compensatie toekomt.

Recht op studiefinanciering of WTOS

Als voorwaarde om in aanmerking te komen voor een toeslag geldt in de eerste plaats dat de student minimaal 18 jaar oud is en geen vermogen heeft (meer dan het vrij te laten vermogen).

Student is degene die recht heeft op studiefinanciering op grond van de Wsf 2000 of een tegemoetkoming op grond van de WTOS (H4). ‘Recht hebben’ betekent niet dat de student ook daadwerkelijk studiefinanciering of een WTOS-tegemoetkoming moet ontvangen.

Studenten zijn uitgesloten van algemene bijstand, maar niet van bijzondere bijstand. Er wordt geen bijzondere bijstand verleend voor studiekosten of woonkosten, omdat voor die kosten de Wsf 2000 of de WTOS als voorliggende voorziening wordt aangemerkt die passend en toereikend is.

Niet in staat tot het verdienen van het wettelijk minimumloon

De student moet met voltijds arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het minimumloon, maar wel mogelijkheden hebben tot arbeidsparticipatie. Gemeenten kunnen voor de vaststelling hiervan gebruik maken van hetzelfde instrumentarium als bij de doelgroepbepaling voor de loonkostensubsidie. In de praktijk kunnen de gemeenten hierover advies inwinnen bij het UWV.

Toeslag

De gemeente heeft beleidsvrijheid bij het vaststellen van de hoogte van de toeslag en of deze toeslag éénmalig of maandelijks wordt uitbetaald.

Het toekennen van een maandelijkse toeslag brengt het risico met zich mee dat, wanneer de studie wordt onderbroken of afgebroken, nog enige maanden een toeslag wordt doorbetaald terwijl daar geen recht meer op bestaat. Dan moet achteraf de te veel verstrekte toeslag worden teruggevorderd en eventueel een boete worden opgelegd. Daarmee nemen de uitvoeringskosten toe.

De artikelen 12, 43, 49 en 52 van de Participatiewet zijn niet van toepassing. Dit betekent onder andere dat de studietoeslag niet kan worden vertrekt als geldlening of als voorschot.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht of de Gemeentewet zijn vanzelfsprekend ook van toepassing op deze verordening. Hiervan zijn in deze verordening daarom geen begripsomschrijvingen opgenomen. Voor de duidelijkheid is een wettelijke definitie weergegeven, namelijk de individuele studietoeslag.

Artikel 2 Indienen verzoek

Een individuele studietoeslag wordt alleen op verzoek toegekend en middels een daarvoor bestemd formulier.

Artikel 3 Periodieke verlening individuele studietoeslag

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 4 Hoogte individuele studietoeslag

De hoogte van de individuele studietoeslag bedraagt € 500,00. De gemeente is vrij in het bepalen van de hoogte van de toeslag en hiervoor is aangesloten bij de individuele inkomenstoeslag en is rekening gehouden met eventuele fiscale aspecten die kunnen optreden bij toekennen van deze toeslag.

 

Tevens is opgenomen dat de individuele toeslag jaarlijks zal worden geïndexeerd.

 

Artikel 5 Betaling individuele studietoeslag

Er vindt slechts een eenmalige jaarlijkse betaling plaats. Na toekenning vindt er geen controle plaats op het eventueel onderbreken dan wel beëindigen van de studie. Er is dus geen sprake van handhaving.

 

Artikel 6 Hardheidsclausule

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.