Overheidsorganisatie | Gemeente Nederlek |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Verrekening bestuurlijke boete bij recidiveGemeente Nederlek |
Citeertitel | Verordening Verrekening bestuurlijke boete bij recidive |
Vastgesteld door | Gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | regels over de bevoegdheid om de beslagvrije voet tijdelijk buiten werking te stellen bij verrekening van de boete bij recidive |
Wettelijke verplichting tot opnieuw vaststellen van deze verordening.
Grondslagen
Onbekend
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2017 | Onbekend | 25-11-2014 www.overheid.nl | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Boete bij recidive: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de Participatiewet;
Beslagvrije voet: als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
Bezit: waarde van de bezittingen waarover belanghebbende of diens gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, met uitzondering van het in de woning met bijbehorend erf gebonden vermogen, bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Participatiewet;
Verrekening: als bedoeld in artikel 60a en 60b van de Participatiewet;
College: burgemeester en wethouders van de gemeente.
1. Indien het bezit van een belanghebbende ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het College de boete bij recidive zonder inachtneming van de beslagvrije voet.
2. De verrekening, bedoeld in het eerste lid, geschiedt gedurende een tijdvak van drie maanden vanaf de dag waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.
1. Indien het bezit van een belanghebbende niet ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekent het College de boete bij recidive gedurende één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. De verrekening geschiedt vanaf de dag waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.
2. Aansluitend op de verrekening als bedoeld in het eerste lid, verrekent het College de boete bij recidive in de daarop volgende twee maanden op een dusdanige wijze dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm.
3. Tot het inkomen, bedoeld in het tweede lid, worden ook de middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n en r, van de Participatiewet.
In afwijking van de artikelen 2 en 3 kan het College de boete bij recidive verrekenen met inachtneming van de beslagvrije voet, indien:
Aannemelijk is dat verrekening op de wijze, bedoeld in artikelen 2 of 3, zou leiden tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin; of
Anderszins sprake is van dringende redenen.
De artikelen 2,3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van een bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Participatiewet, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de Participatiewet.
Op de dag van inwerkingtreding van deze verordening, wordt de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Nederlek 2013 ingetrokken.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nederlek, gehouden op 25 november 2014
de griffier, mr. O. Vliegenthart | de voorzitter, B.F.A. van der Kluit-de Groot |