Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bussum

Verordening Cliëntenparticipatie Participatiewet Naarden, Muiden en Bussum 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bussum
Officiële naam regelingVerordening Cliëntenparticipatie Participatiewet Naarden, Muiden en Bussum 2015
CiteertitelVerordening Cliëntenparticipatie Participatiewet Naarden, Muiden en Bussum 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Art. 147 en artikel 150 van de Gemeentewet
  2. artikel 47 van de Participatiewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015Nieuwe regeling. 1 januari 2015 intrekken ‘Cliëntenparticipatieverordening 2010 Wet werk en bijstand en wet investeren in jongeren’

15-12-2014

Bussums Nieuws, Overheid.nl

SRV14.005 (RV2014.080)

Tekst van de regeling

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

De raad van de gemeente Bussum

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bussum d.d. 11 november 2014, SRV 14.005 (RV2014.080)

Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet, artikel 150 van de Gemeentewet en artikel 47 van de Participatiewet

Besluiten:

  • 1.

    in te stellen een commissie van advies, als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet voor het adviseren van de colleges over het beleid inzake op het gebied van Sociale Zaken, genaamd Cliëntenraad Participatie, verder te noemen Cliëntenraad

  • 2.

    vast te stellen de Verordening Cliëntenparticipatie Participatiewet Naarden, Muiden en Bussum 2015.

    Artikel 1. Begripsbepalingen

    In het kader van deze verordening wordt verstaan onder:

    • 1.

      Cliëntenraad: Een onafhankelijk adviesorgaan bestaand uit vertegenwoordigers van o.a. cliënten van de uitvoeringsdienst Sociaal Domein, zoals omschreven in lid 3 van dit artikel.

    • 2.

      Uitkeringsgerechtigden: Inwoners van de gemeente Naarden, Muiden en Bussum die een periodieke of incidentele uitkering ontvangen of die qua inkomen een beroep zouden kunnen doen op één van de sociale voorzieningen waarvan de uitvoering aan burgemeester en wethouders is opgedragen.

    • 3.

      Cliënten: de doelgroep omschreven in artikel 7, eerste lid van de Participatiewet

    • 4.

      College: de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Naarden, Muiden en Bussum tenzij specifiek staat vermeld dat het om het college van een van deze gemeenten gaat.

    Artikel 2. Taken en bevoegdheden

    • 1.

      De cliëntenraad behartigt de belangen van uitkeringsgerechtigden in de gemeente Naarden, Muiden en Bussum.

    • 2.

      De cliëntenraad heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het college van burgemeester en wethouders, over alle onderwerpen die de vorming, de uitvoering, de controle en evaluatie betreffen van sociale voorzieningen waarvan de uitvoering aan het college is opgedragen.

    • 3.

      Tot de onderwerpen behoren echter geen klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben, maar wel de hiervoor gehanteerde procedures, regelingen en richtlijnen. Evenmin kan worden geadviseerd inzake het personeels- en organisatiebeleid van de afdeling sociale zaken.

    • 4.

      De adviezen van de cliëntenraad worden gememoreerd in de desbetreffende (raads- en / of beleids-) stukken.

    • 5.

      Jaarlijks voor 1 april brengt de cliëntenraad aan het college verslag uit van de activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. Daarbij wordt een financiële verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbaar gestelde budget.

    Artikel 3. Samenstelling cliëntenraad

    • 1.

      De cliëntenraad bestaat uit minimaal drie en maximaal elf leden. Er wordt naar gestreefd dat de samenstelling een afspiegeling is van de verschillende categorieën cliënten zowel in persoonlijke achtergrond als in woonplaats.

    • 2.

      Nieuwe leden van de cliëntenraad worden benoemd door het college op voordracht van de cliëntenraad. Beoordeling vindt plaats aan de hand van de punten genoemd in artikel 3 lid 3 van deze verordening.

    • 3.

      De leden van de cliëntenraad dienen: a. woonachtig te zijn in de gemeente Naarden, Muiden of Bussum;

    • b.

      uitkeringsgerechtigd te zijn, zoals omschreven in artikel 1 lid 2 van deze verordening; c. ervaringskennis te hebben dan wel kennis te kunnen verwerven over het stelsel van sociale voorzieningen in Nederland; d. geen lid te zijn van de gemeenteraad van gemeente Naarden, Muiden of Bussum; e. geen ambtenaar te zijn werkzaam bij gemeente Naarden, Muiden of Bussum;

    • f.

      van onbesproken gedrag te zijn en blijven;

    • g.

      een Verklaring Omtrent Gedrag over te leggen.

    Artikel 4. Zittingstermijn cliëntenraad

    • 1.

      De leden worden benoemd voor een periode van 4 jaren.

    • 2.

      De eerste zittingsperiode is aangevangen per 1 januari 2000.

    • 3.

      Leden die aftreden na een zittingsperiode zijn in beginsel direct herbenoembaar voor een nieuwe zittingsperiode.

    • 4.

      Indien een lidmaatschap tussentijds wordt beëindigd, zoekt de cliëntenraad een nieuw lid en draagt deze voor aan het college voor benoeming.

    Artikel 5. Einde lidmaatschap

    • 1.

      Het lidmaatschap van de cliëntenraad eindigt met onmiddellijke ingang, naast periodiek aftreden, op het moment dat: a. een lid daar zelf om verzoekt; b. een lid overlijdt; c. niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden gesteld in artikel 3 lid 3 van deze verordening. d. een meerderheid van de cliëntenraad gemotiveerd een lid uitsluit van verdere deelname aan de cliëntenraad;

    • e.

      de gemeente constateert dat een lid niet of onvoldoende de arbeids- en of

    inlichtingenverplichtingen op grond van artikel 9 en artikel 17 van de Participatiewet nakomt of niet van onbesproken gedrag (meer) is.

    • 2.

      Het einde van het lidmaatschap, als bedoeld in artikel 5 lid 1 sub d van deze verordening kan door de cliëntenraad worden voorgesteld aan het college als het betreffende lid de werkzaamheden en het overleg van de cliëntenraad ernstig belemmert. Een voorstel tot uitsluiten wordt gemotiveerd ingediend bij het college. Het college beslist nadat het betreffende lid is gehoord.

    • 3.

      Het einde van het lidmaatschap, als bedoeld in artikel 5 lid 1 van deze verordening wordt door het college besloten. Het college neemt het besluit nadat het betreffende lid is gehoord.

    • 4.

      De cliëntenraad kan verzoeken om bemiddeling door het college van Bussum bij onderlinge geschillen, als bedoeld in artikel 5 lid 1 sub d van deze verordening. De procedure hiervoor is als volgt: a. De cliëntenraad stelt binnen 14 dagen het betreffende lid schriftelijk op de hoogte van het verzoek om bemiddeling, zoals bedoeld in artikel 5 lid 1, sub d van deze verordening; b. Het college van Bussum stelt het betrokken lid in de gelegenheid binnen vier weken zich schriftelijk of mondeling te verweren, waarbij het college van Bussum alle op het verzoek betrekking hebbende stukken ter beschikking stelt; c. Het college van Bussum kan bepalen dat het betrokken lid van deelname aan alle of bepaalde werkzaamheden van de cliëntenraad moet onthouden, in afwachting van de beslissing zoals bedoeld in artikel 5 lid 2 sub b van deze verordening.

    Artikel 6. Faciliteiten cliëntenraad

    • 1.

      De gemeente Bussum zorgt ervoor dat de cliëntenraad kan beschikken over de middelen die noodzakelijk zijn om de in deze verordening geformuleerde taken te kunnen uitvoeren.

    • 2.

      Hieronder worden tenminste de volgende faciliteiten verstaan;

    • a.

      professionele externe ondersteuning en begeleiding.

    • b.

      een onkostenvergoeding op basis van artikel 31 lid 2 sub k van de Participatiewet, gebaseerd op de fiscale forfaitaire vrijwilligersregeling. Deze wordt door het college vastgesteld.

    • c.

      Inhoudelijke en administratieve ondersteuning door ambtenaren van de gemeente Bussum.

    Artikel 7. Periodiek overleg / cliëntenoverleg

    • 1.

      Tussen de cliëntenraad en de gemeenten vindt periodiek overleg plaats, te noemen cliëntenoverleg, over onderwerpen beschreven in artikel 2 van deze verordening.

    • 2.

      Vanuit de gemeenten participeren de portefeuillehouder(s) belast met de Participatiewet en het hoofd Uitvoeringsdienst Sociaal Domein van de gemeente Bussum of een door deze aangewezen vervanger. Zij kunnen zich hierbij laten bijstaan door ambtenaren van de gemeente Naarden, Muiden of Bussum.

    • 3.

      Het cliëntenoverleg vindt plaats op verzoek van een van de gemeenten of van de cliëntenraad, maar tenminste 6 maal per jaar.

    • 4.

      Als het cliëntenoverleg door omstandigheden, tijdgebrek of overmacht niet mogelijk is, stellen partijen elkaar daarvan onmiddellijk in kennis.

    • 5.

      Het ambtelijk secretariaat wordt gevoerd door een medewerker van de gemeente Bussum. Deze verzorgt mede de verslaglegging van het overleg tussen de cliëntenraad en de gemeenten.

    • 6.

      Per kalenderjaar wordt een tijdschema vastgesteld waarin de overlegdata zijn opgenomen en de data waarop de vergaderstukken en de adviezen van de cliëntenraad moeten worden verzonden. Het schema sluit aan bij het vergaderschema van de gemeenteraden.

    Artikel 8. Budget

    • 1.

      Op basis van een door de cliëntenraad ingediende begroting bij het hoofd Uitvoeringsdienst Sociaal Domein, wordt jaarlijks een budget voor de cliëntenraad beschikbaar gesteld.

    • 2.

      Ten laste hiervan kunnen, ter beoordeling van het hoofd Uitvoeringsdienst Sociaal Domein, kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, inwinnen advies, reiskosten en kantoorartikelen.

    • 3.

      Jaarlijks moet, op grond van artikel 2, lid 5 van deze verordening een financiële verantwoording worden toegevoegd aan het jaarverslag.

    Artikel 9. Intrekking oude verordening

    De ‘Cliëntenparticipatieverordening 2010 Wet werk en bijstand en wet investeren in jongeren’ wordt ingetrokken bij inwerkingtreding van de ‘Verordening cliëntenparticipatie Naarden, Muiden en Bussum 2015’.

    Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

    • 1.

      Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015

    • 2.

      De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet Naarden, Muiden, Bussum 2015’.

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeenten Naarden, Muiden en Bussum, gehouden op 15 december 2014.

    de griffier, de voorzitter,

    ALGEMENE TOELICHTING

    Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:

    • -

      die algemene bijstand ontvangen;

    • -

      als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;

    • -

      personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

    • -

      personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

    • -

      personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • -

      personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • -

      personen zonder uitkering;

    en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

    Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.

    Omdat er in deze gemeente al een cliëntenparticipatieverordening bestond, is deze gebruikt als basis voor de onderhavige verordening.

    ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

    Alleen die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.

    Artikel 1. Begripsbepalingen

    Dit artikel blijft ongewijzigd en behoeft geen nadere toelichting.

    Artikel 2. Taken en bevoegdheden

    Artikel 2 lid 5 van deze verordening is toegevoegd. Het betreft het maken en overleggen van een jaarverslag inclusief financiële verantwoording.

    Artikel 3. Samenstelling cliëntenraad

    In het eerste lid van deze verordening is het maximale aantal leden teruggebracht naar elf.

    Het tweede lid van deze verordening is gewijzigd in benoeming van de leden door het college. De zittende leden kunnen een persoon voordragen om te worden benoemd.

    In het derde lid is onderdeel f aan deze verordening toegevoegd. Hier is opgenomen dat een lid van de cliëntenraad van onbesproken gedrag moet zijn en blijven. Een Verklaring Omtrent Gedrag moet bij aanvang van deelname worden overgelegd. De kosten komen voor rekening van de gemeenten.

    Artikel 4. Zittingstermijn cliëntenraad

    Dit artikel blijft ongewijzigd en behoeft geen nadere toelichting.

    Artikel 5. Einde lidmaatschap

    In dit artikel is opgenomen dat het college besluit het lidmaatschap te beëindigen. Dat kan op een gemotiveerde voordracht van de cliëntenraad maar ook als het college zelf vaststelt dat beëindiging op grond van zwaarwegende redenen noodzakelijk is omdat het lid zich niet aan zijn verplichtingen houdt of niet (meer) van onbesproken gedrag is. Het betreffende lid zal altijd worden gehoord voorafgaand aan de beslissing. Op verzoek van het betreffende lid kan ook de cliëntenraad door het college worden gehoord.

    Artikel 6. Faciliteiten cliëntenraad

    Artikel 6 lid 2 sub c is komen te vervallen. Het betreft hier een artikel over het budget van de cliëntenraad. Dit is opgenomen onder het nieuwe artikel 8 van deze verordening . Artikel 6 lid 2 sub d is nu artikel 6 lid 2 sub c van deze verordening.

    Artikel 7. Periodiek overleg / cliëntenoverleg

    Artikel 7 lid 6 van deze verordening is gewijzigd. De verslaglegging van het overleg tussen de cliëntenraad en de gemeenten zal door een medewerker van de gemeente worden verzorgd..

    Artikel 8. Budget

    Dit artikel betrof in de voorgaande verordening de slotbepalingen. Dit artikel betreft nu het budget van de cliëntenraad, welke kosten hiervan ten laste kunnen worden gebracht en de financiële verantwoording.

    Artikel 9. Intrekken oude verordening

    Dit artikel behoeft geen nadere toelichting

    Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

    Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.