Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Sint-Oedenrode

Subsidieverordening welzijn 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Sint-Oedenrode
Officiële naam regelingSubsidieverordening welzijn 2015
CiteertitelSubsidieverordening welzijn 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2019nieuwe regeling

30-10-2014

Gemeenteblad 2014, 68616

56/2014

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening welzijn 2015

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet:

    Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Activiteit:

    De activiteit die door de vereniging/instelling wordt uitgevoerd en door het gemeentebestuur wordt gesubsidieerd;

  • c.

    Activiteitenplan:

    Een overzicht van de activiteiten overeenkomstig artikel 4:62 van de wet.

  • d.

    College:

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Oedenrode;

  • e.

    Gemeente:

    Gemeente Sint-Oedenrode;

  • f.

    Vereniging/instelling:

    Een rechtspersoon naar burgerlijk recht en ingeschreven in het Handelsregister, die zonder winstoogmerk activiteiten op het terrein van het welzijn ten uitvoer brengt;

  • g.

    Subsidie:

    Een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de wet, met dien verstande dat onderscheid gemaakt wordt in:

    • -

      budgetsubsidie: een vooraf bepaald en vaststaande subsidie die beschikbaar wordt gesteld ten behoeve van de realisering van vooraf bepaalde activiteiten en/of prestaties waarvoor subsidieovereenkomsten worden afgesloten;

    • -

      doelgroepensubsidie: een subsidie die beschikbaar wordt gesteld ten behoeve van de activiteiten specifiek gericht op één van de, door de gemeenteraad, benoemde doelgroepen of op basis van het aantal leden van een vereniging/instelling dat tot de doelgroep behoort, of een combinatie van beiden. De activiteiten worden door het college ondersteund zonder deze naar aard, inhoud en omvang te willen beïnvloeden;

    • -

      waarderingssubsidie: een subsidie waarmee de gemeente aangeeft bepaalde activiteiten van belang te vinden, zonder dat daarvoor specifieke eisen aan de vereniging/instelling worden gesteld en zonder dat de vereniging/instelling gebonden is aan een aantal leden of uit te voeren activiteiten;

    • -

      projectsubsidie: een, in principe, eenmalige subsidie voor een bijzondere activiteit;

    • -

      Accommodatiesubsidie: een subsidie in de huursom voor een sociaal-culturele vereniging/instelling.

  • h.

    Subsidieverantwoording:

    De door een vereniging/instelling voorafgaand aan de subsidievaststelling, in te dienen jaarlijkse afrekening en/of jaarlijks activiteitenverslag.

  • i.

    Subsidieverlening:

    De door de gemeenteraad of het college genomen jaarlijkse beschikking voorafgaande aan de activiteit of periode waarvoor subsidie wordt verleend;

  • j.

    Subsidievaststelling:

    De door de raad of het college na afloop van een of meer bepaalde activiteiten of een bepaalde periode genomen beschikking, waarbij het exacte subsidiebedrag wordt vastgesteld;

  • k.

    Welzijnsjaarprogramma:

    Het programma dat jaarlijks door het college, na vaststelling van de begroting door de gemeenteraad, wordt vastgesteld en dat de subsidieverlening per instelling vermeldt;

  • l.

    Plaatselijke gemeenschap:

    De ingezetenen van de gemeente Sint-Oedenrode.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. De verordening ondersteunt gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en zorg, jeugd en jongeren, kunst, cultuur en erfgoed, recreatie, toerisme en sport en overige vrijetijdsbesteding.

  • 2. Deze verordening is van toepassing op welzijnsactiviteiten voor de plaatselijke gemeenschap op grond van de door de gemeenteraad vastgestelde begroting.

  • 3. De gemeenteraad kan bepalen dat deze verordening tevens in andere gevallen dan wel op andere beleidsterreinen als bedoeld in de door de gemeenteraad vastgestelde begroting van toepassing is.

  • 4. Deze verordening is niet van toepassing op:

    • a.

      verstrekkingen aan gemeenten, organen van publiekrechtelijke rechtspersonen;

    • b.

      provincies en aan zelfstandige bestuursorganen met een eigen rechtspersoonlijkheid; verstrekkingen aan door de gemeente ingestelde en door of namens haar beheerde fondsen;

    • c.

      verstrekkingen op grond van lidmaatschappen van de gemeente.

Artikel 3 Welzijnsjaarprogramma

  • 1. De verdeling van de beschikbare subsidies voor verenigingen/instellingen wordt opgenomen in de begroting van de gemeente.

  • 2. Het college stelt jaarlijks, na vaststelling van de begroting door de gemeenteraad, een welzijnsjaarprogramma vast waarin de voor subsidie beschikbare bedragen voor dat jaar worden vermeld.

  • 3. Het welzijnsjaarprogramma wordt uiterlijk vastgesteld op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop het welzijnsjaarprogramma betrekking heeft.

  • 4. De subsidiemethodiek is uitgangspunt bij de vaststelling daarvan.

Artikel 4 Algemene subsidievoorwaarden

Een subsidie wordt slechts verstrekt aan een vereniging/instelling die een rechtspersoonlijkheid bezit, tenzij het college van dit voorschrift ontheffing verleent. Het college kan aan de ontheffing voorschriften verbinden.

  • 1.

    Een vereniging/instelling komt voor een budget-, doelgroepen- of waarderingssubsidie in aanmerking indien de vereniging/instelling in het welzijnsjaarprogramma, bedoeld in artikel 4, is vermeld.

  • 2.

    Het college kan naast de bepalingen van deze verordening bijzondere voorwaarden verbinden aan de subsidieverlening.

Artikel 5 Algemene weigeringsgronden

Een subsidie kan, naast de in artikel 4:25, tweede lid, en artikel 4:35 van de wet genoemde gevallen, geweigerd worden indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

  • a.

    De activiteiten van de aanvrager niet gericht zijn op of niet ten goede zullen komen aan de plaatselijke gemeenschap;

  • b.

    De aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • c.

    De aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • d.

    De met subsidiëring beoogde doeleinden niet zullen worden bereikt;

  • e.

    de financiële middelen, met inbegrip van de subsidie onvoldoende zijn om de voorgenomen activiteiten uit te voeren.

Artikel 5a Aanvullende weigeringsgronden

Een accommodatiesubsidie wordt geweigerd als een vereniging/instelling besluit, zonder goedkeuring van het college vooraf, een niet-gemeentelijke accommodatie te huren.

Hoofdstuk II: De subsidieaanvraag

Artikel 6 Tijdstip indienen aanvraag

  • 1. De aanvraag voor subsidie wordt vóór 1 juni voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd schriftelijk bij het college ingediend. Het college kan verlangen dat daarvoor gebruik wordt gemaakt van hiervoor bestemde formulieren.

  • 2. Van de termijn is uitgezonderd de aanvraag voor projectsubsidie. Deze dient tenminste 2 maanden vóór het plaatsvinden van de activiteiten bij het college te worden ingediend.

  • 3. Indien een aanvraag niet tijdig is ingediend, wordt 80% van het recht op de subsidie uitgekeerd en 20% geweigerd.

Artikel 7 Vereisten aanvraag

Een aanvraag om subsidie bevat:

  • 1.

    In ieder geval als bedoeld in artikel 4:2 van de wet:

    • a.

      naam en adres van de aanvrager;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

  • 2.

    Daarnaast gaat de aanvraag vergezeld van:

    • a.

      wijzigingen in de samenstelling van het bestuur ten opzichte van de vorige subsidieaanvraag;

    • b.

      wijziging van de statuten ten opzichte van de vorige subsidieaanvraag.

    • c.

      budgetsubsidie: instellingen dienen een begroting in van de inkomsten en de uitgaven voor het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, voorzien van een duidelijke toelichting, die onder meer aangeeft de eigen inkomsten, de reserves van de instelling, de hoogte van de te heffen contributies en bijdragen en een activiteitenplan;

    • d.

      doelgroepensubsidie: verenigingen/instellingen dienen een ledenlijst (indien op de instelling van toepassing) in, met als peildatum 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • e.

      waarderingssubsidie: verenigingen/instellingen dienen een activiteitenplan in.

Artikel 8 Nadere eisen ten aanzien van een eerste aanvraag

Bij een eerste subsidieaanvraag overlegt de vereniging/instelling tevens:

  • a.

    een afschrift van de notariële akte waarin de statuten zijn opgenomen;

  • b.

    een opgave van de bestuurssamenstelling;

Artikel 9 Overige richtlijnen en hersteltermijn

Het college kan:

  • a.

    modellen vaststellen voor de bescheiden in artikel 7;

  • b.

    binnen een door hen te bepalen termijn overlegging van andere stukken of anderszins nadere informatie verlangen indien zij dat voor de beoordeling van de subsidieaanvraag nodig achten.

Artikel 10 Ontheffing

Het college kan ontheffing verlenen van een of meer in artikel 7 en 8 genoemde eisen, indien naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of geen aanwijsbaar belang daarmee is gediend.

Hoofdstuk III: Subsidieverlening

Artikel 11 Overzicht beleidsregels

De gemeenteraad stelt beleidsregels vast, waarin wordt aangegeven welke activiteiten subsidiabel zijn.

Artikel 12 Beschikking

  • 1. Het college beschikt op de aanvraag als bedoeld in artikel 7 voor aanvang van het betreffende kalenderjaar dan wel de start van de activiteiten, met in achtneming van de door de gemeenteraad vastgestelde beleidsregels.

  • 2. De subsidie wordt verleend voor een kalenderjaar.

  • 3. De subsidiebeschikking vermeldt:

    • o

      het subsidiebedrag; en

    • o

      voor welke activiteiten de subsidie is toegekend.

  • 4. De beschikking tot het verlenen van een subsidie kan vermelden dat voorschotten worden verstrekt.

  • 5. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat de nodige gelden op de door de gemeenteraad vastgestelde gemeentebegroting beschikbaar zijn gesteld.

Artikel 13 Subsidieovereenkomsten

  • 1. Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan een overeenkomst worden gesloten.

  • 2. Voor de verenigingen/instellingen die vallen onder budgetsubsidie kunnen subsidieovereenkomsten worden opgesteld.

Hoofdstuk IV: Subsidievaststelling

Artikel 14 Aanvraag tot vaststelling

  • 1. Vóór 1 juni volgend op de periode waarop de subsidie betrekking heeft dient door de subsidieontvanger van doelgroepen- en waarderingssubsidie een aanvraag tot vaststelling van de subsidie te worden ingediend, waarbij wordt aangetoond dat de activiteiten hebben plaatsgevonden conform de aan de subsidie verbonden verplichtingen:

    • a.

      doelgroepensubsidie: de verenigingen/instellingen die een doelgroepensubsidie ontvangen op basis van het aantal leden kunnen volstaan met het jaarlijks indienen van een actuele ledenlijst. De verenigingen/instellingen die op een andere wijze een doelgroepensubsidie ontvangen kunnen volstaan met het jaarlijks indienen van een beknopte jaarrekening;

    • b.

      waarderingssubsidie: de verenigingen/instellingen die een waarderingssubsidie ontvangen kunnen volstaan met het jaarlijks insturen van een activiteitenverslag.

  • 2. Van de termijn in het eerste lid is uitgezonderd de ontvanger van de budgetsubsidies. Deze dient vóór 1 juli volgend op de periode waarop de subsidie betrekking hebben, aan te tonen dat de activiteiten hebben plaatsgevonden conform de aan de subsidie verbonden verplichtingen:

    Budgetsubsidie: de door een vereniging/instelling voorafgaand aan de subsidievaststelling in te dienen jaarlijkse rekening en verantwoording van de subsidie. Hiervoor kan een verklaring van een registeraccountant dan wel een accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid worden gevraagd, waarbij als richtlijn zal worden gehanteerd dat dit dient te gebeuren door instellingen die € 45.000,- of meer ontvangen. Voor de accountantsverklaring geldt de voorwaarde dat deze moet voldoen aan richtlijn 640 voor “organisaties-zonder-winststreven”.

  • 3. Voor de verenigingen/instellingen die een projectsubsidie ontvangen geldt subsidieverlening als subsidievaststelling. De verenigingen/instellingen die een subsidiebedrag ontvangen hoger dan € 1.000,-, moeten ter vaststelling van het definitieve subsidiebedrag binnen drie maanden na de activiteit, waarop de subsidie betrekking heeft, een financieel overzicht toesturen betreffende de besteding van de subsidie.

Artikel 15 Subsidievaststelling

  • 1. Na ontvangst van de in artikel 14 genoemde gegevens wordt de subsidie door het college binnen 6 maanden vastgesteld.

  • 2. Het college kan, in afwijking van artikel 14, de subsidie vaststellen voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie wordt verleend. Verlening komt dan overeen met vaststelling. Dit wordt in de beschikking vermeld.

  • 3. Het college kan bepalen dat nadere gegevens moeten worden verstrekt binnen een nader te bepalen termijn. Het college kan bepalen dat voor een bepaalde periode met minder dan de in artikel 14 genoemde bescheiden kan worden volstaan;

  • 4. Indien de aanvraag niet wordt ingediend, dan stelt het college in ieder geval voor 1 juli voor de doelgroepen- en waarderingssubsidies en voor 1 oktober voor de budgetsubsidies, na afloop van de periode de subsidie ambtshalve vast.

Artikel 16 Wijziging, beëindiging en intrekking van subsidie

  • 1. Het college kan de subsidie wijzigen, beëindigen dan wel terugvorderen op grond van artikel 4:48 van de wet en bovendien indien:

    • a.

      de vereniging/instelling kennelijk een financieel wanbeleid voert;

    • b.

      gebleken is dat de subsidie in hoofdzaak voor andere doeleinden is c.q. wordt besteed dan waarvoor het is toegekend;

    • c.

      er sprake is van opheffing, faillissement of surséance van betaling van de vereniging/instelling.

Hoofdstuk V: Slotbepalingen

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan in individuele gevallen besluiten één of meer bepalingen uit deze verordening buiten toepassing te laten, voor zover toepassingen tot onbillijkheden van overwegende aard leiden. De besluiten worden ter kennisname gebracht aan de gemeenteraad.

Artikel 18 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1. Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend blijven de bepalingen van toepassing zoals die zijn opgenomen in de Subsidieverordening welzijn 2012.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015 onder gelijktijdige intrekking van de Subsidieverordening welzijn 2012.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als “Subsidieverordening welzijn 2015”.

Ondertekening

Aldus besloten door de gemeenteraad van Sint-Oedenrode in zijn openbare vergadering van 30 oktober 2014,

De griffierM.H.J.van Els
De voorzitterP.M.Maas