Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Reeuwijk

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Reeuwijk
Officiële naam regelingVerordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand
CiteertitelVerordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg/ welzijn/ sport

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 47
  2. Gemeentewet, art. 149
  3. Gemeentewet, art. 150
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200501-01-2011Nieuwe regeling

20-12-2004

Kijk op Reeuwijk, 05-01-2005

Agendapunt 12, raadsvergadering 20-12-2004

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand

De raad van de gemeente Reeuwijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13-10-2004

overwegende dat

  • -

    de gemeente verantwoordelijk is voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB);

  • -

    een verordening die het vorenstaande regelt daarbij noodzakelijk is;

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand en met inachtneming van artikel 149 en 150 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende:

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand.

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      cliënten:

  • 1. uitkeringsgerechtigden: personen met een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand, de IOAW , IOAZ of de Bbz;.

  • 2. Anw-ers: personen met een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet die ingeschreven zijn bij het CWI;

  • 3. Nug-ers: de persoon, jonger dan 65 jaar, die als werkloze werkzoekende staat geregistreerd bij de Centrale organisatie werk en inkomen en die geen recht heeft op een uitkering op grond van deze wet of de Werkloosheidswet, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Toeslagenwet, de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria, de Algemene nabestaandenwet dan wel op grond van een regeling, die met deze wetten naar aard en strekking overeenstemt.

  • 4. jongeren: uitkeringsgerechtigden, Anw-ers en Nug-ers niet ouder dan 23 jaar;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      cliëntenraad: onafhankelijk orgaan met een adviserende taak ten aanzien van het beleid van de afdeling Sociale Zaken.

  • 2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Doel cliëntenparticipatie

Het doel van cliëntenparticipatie is het bevorderen van de betrokkenheid van de cliënt bij de vorming, uitvoering en evaluatie van het beleid met betrekking tot in ieder geval de Wet werk en bijstand en eventuele andere sociale zekerheidsregelingen die door de afdeling Sociale Zaken worden uitgevoerd, zodat de kwaliteit van de dienstverlening ten opzichte van cliënten bewaakt wordt en zo optimaal mogelijk wordt.

Artikel 3 Opdracht aan het college

  • 1. Het college draagt zorg voor het instellen van een orgaan, bestaande uit cliënten en vertegenwoordigers van organisaties die blijkens hun statuten gericht zijn op behartiging van de belangen van cliënten, hierna te noemen: cliëntenraad.

  • 2. In afwijking op het gestelde onder lid 1 wordt de huidige situatie waarin de cliëntenparticipatie is ondergebracht bij Stichting Platform Uitkeringsgerechtigden Reeuwijk bestendigd en wordt deze stichting aangemerkt als een raad als bedoeld in lid 1.

Artikel 4 Doelstelling cliëntenraad

De cliëntenraad functioneert ten behoeve van alle cliënten genoemd in de begripsomschrijving en heeft tot doel:

  • 1.

    Behartiging van de collectieve belangen van cliënten. Deze belangen dienen verband te houden met de diensten van de afdeling Sociale Zaken en omvatten in het bijzonder alle ondersteunende en financiële activiteiten van de afdeling Sociale Zaken.

  • 2.

    Het stimuleren van de betrokkenheid van de cliënten bij het beleid op het terrein van de door de gemeente uit te voeren wettelijke regelingen met betrekking tot sociale zaken.

  • 3.

    De cliëntenraad fungeert als contactpunt in de Gemeente Reeuwijk voor groepen en/of individuele uitkeringsgerechtigden.

  • 4.

    Het kritisch volgen van het beleid van de gemeente, met name waar dit het collectieve belang van de cliënten van de afdeling Sociale Zaken raakt, het signaleren van knelpunten in dat beleid en het doen van aanbevelingen.

  • 5.

    Het erop toezien dat cliënten voldoende informatie en voorlichting krijgen van de afdeling Sociale Zaken.

  • 6.

    Het bevorderen van een goede verstandhouding tussen cliënten en medewerkers van de afdeling Sociale Zaken.

Artikel 5 Samenstelling van de cliëntenraad

  • 1. De cliëntenraad wordt gevormd door cliënten van de afdeling Sociale Zaken en door vertegenwoordigers van belangenorganisaties.

  • 2. De cliëntenraad wijst een voorzitter en een secretaris aan.

Artikel 6 Taken en bevoegdheden van de cliëntenraad

  • 1. De cliëntenraad heeft de bevoegdheid gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan het college over alle onderwerpen die de vorming, de uitvoering, de controle en evaluatie van het gemeentelijk beleid betreffen ten aanzien van de bij cliënten (zie begripsomschrijving) genoemde doelgroepen.

  • 2. De cliëntenraad stelt een agenda op ten behoeve van de vergaderingen, waarbij agendapunten kunnen worden aangedragen die een relatie hebben met de in artikel 4 van deze verordening genoemde onderwerpen worden in ieder geval verstaan verordeningen en beleidsplannen.

  • 3. Wanneer het college belangrijke wijzigingen wil doorvoeren in zijn beleid op het terrein van de door de gemeente uit te voeren wettelijke regelingen met betrekking tot sociale zaken, treedt het vooraf en tijdig in overleg met de cliëntenraad om gezamenlijk te bepalen in hoeverre de voorgenomen wijziging collectieve belangen van de cliënten van de afdeling Sociale Zaken raakt.

  • 4. Het college verschaft de cliëntenraad tijdig alle inlichtingen en gegevens die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft, te weten: informatie over en inzicht in het algemene beleid van de gemeente ten aanzien van cliënten van de afdeling Sociale Zaken; beleidsstukken die betrekking hebben op de doelstellingen of het functioneren van de cliëntenraad.

  • 5. In uitzonderlijke gevallen, wanneer advisering vooraf zal leiden tot een ongewenste vertraging in de informatieverstrekking aan de cliënt, kan het college hiervan afwijken. In dat geval vindt bespreking achteraf plaats.

  • 6. De cliëntenraad zal binnen een termijn van drie weken reageren op de adviesaanvragen die door de Gemeente Reeuwijk aan haar worden voorgelegd.

  • 7. Indien het college een beslissing neemt, die afwijkt van het uitgebrachte advies van de cliëntenraad, dan stelt zij de cliëntenraad daarvan gemotiveerd schriftelijk in kennis.

  • 8. Ten minste één maal per jaar zal de verantwoordelijke wethouder een vergadering bijwonen en overleg voeren met de cliëntenraad. In die bijeenkomst wordt in ieder geval aandacht besteed aan de evaluatie van deze verordening.

Artikel 7 garantstelling

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat cliënten die lid zijn of waren van de cliëntenraad uit hoofde van hun lidmaatschap op geen enkele wijze worden benadeeld ten aanzien van:

    • -

      uitkering, voorziening of subsidie die zij ontvangen van de dienst;

    • -

      bejegening door medewerkers van de gemeente.

  • 2. De leden van de cliëntenraad dragen zorg voor de bescherming van de privacy van cliënten die zich op enigerlei wijze tot de cliëntenraad wenden.

  • 3. Aan de leden van de cliëntenraad kan vertrouwelijkheid worden opgelegd ten aanzien van door de gemeente verstrekte informatie tot het tijdstip dat deze informatie officieel openbaar wordt gemaakt.

  • 4. De betrokken ambtelijk functionaris betracht geheimhouding over hetgeen hem ter kennis komt bij de uitvoering van zijn taak voor de cliëntenadviesraad.

Artikel 8 Budget

  • 1. De gemeenteraad stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar voor de cliëntenraad op basis van een begroting. De cliëntenraad geeft uiterlijk drie maanden na afloop van het kalenderjaar aan het college een volledig overzicht van alle kosten en bestedingen van de cliëntenraad.

  • 2. Het in lid a bedoelde bedrag wordt jaarlijks per 1 januari verhoogd of verlaagd conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1. De cliëntenraad vergadert zo vaak als voor de realisering van de doelstellingen nodig is.

  • 2. De cliëntenraad en de verantwoordelijke wethouder en/of ambtenaar zullen, wanneer één van beide partijen daar om verzoekt, met elkaar in overleg treden.

Artikel 10 Externe instanties en adviseurs

De Cliëntenraad kan het advies van extern adviseurs inwinnen en/of extern adviseurs betrekken

in hun vergadering.

Artikel 11 Nadere regels

  • 1. Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

  • 2. Voordat het college nadere regels stelt wordt de cliëntenraad hierover gehoord.

Artikel 12 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 13 Verantwoording

  • 1. Binnen drie maanden na afloop van het jaar waarvoor subsidie is verstrekt, levert het de cliëntenraad een definitieve verantwoording in. De verantwoording bestaat uit de jaarrekening en een inhoudelijk verslag van de uitgevoerde activiteiten en de uitgebrachte adviezen. Daarnaast wordt ook een begroting voor het lopende jaar ingediend. De jaarrekening dient te zijn voorzien van een verklaring van een kascommissie.

  • 2. Over de uitvoering van deze verordening legt het college jaarlijks verantwoording af aan de raad.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand, gemeente Reeuwijk.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 20 december 2004.

Algemene toelichting

Artikel 47 van de Wet werk en bijstand luidt als volgt:

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

  • -

    periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

  • -

    deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • -

    zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Met deze verordening komt de gemeenteraad tot een invulling van deze uit de wet voortvloeiende plicht.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijving

Er is voor gekozen om een aantal begrippen die al zijn omschreven in de WWB of Awb afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit is gedaan om te specificeren om welke doelgroepen het gaat in het kader van cliëntenparticipatie.

Artikel 2 Doel cliëntenparticipatie

Dit artikel behelst een globale omschrijving van het doel van cliëntenparticipatie en omarmt de gedachte dat cliëntenparticipatie onmisbaar is bij de uitvoering van een beleidsgebied waarin de cliënt centraal staat.

Artikel 3 Opdracht aan het college

In dit artikel wordt de verantwoordelijkheid van het college geregeld. Het college draagt zorg voor het instellen van de cliëntenraad. Daarbij wordt erop gelet dat de cliëntenraad bestaat uit zowel cliënten als vertegenwoordigers van organisaties die blijkens hun statuten gericht zijn op behartiging van de belangen van de cliënten. Op het moment van de totstandkoming van deze verordening voldoet de cliëntenparticipatie door Stichting Platform Uitkeringsgerechtigden strikt genomen niet aan de doelstellingen omtrent cliëntenparticipatie die hierover gesteld worden vanuit het ministerie van SZW.

Het tweede lid geeft het college de mogelijkheid om de situatie zoals die bestond bij de totstandkoming van deze verordening bij gelijkblijvende omstandigheden te handhaven.

Artikel 4 Doelstelling cliëntenraad

Dit artikel behelst een omschrijving van het doel van de werkzaamheden van de cliëntenraad. Hierbij wordt aangegeven dat het gaat om het behartigen van de collectieve belangen van de cliënten van de afdeling Sociale Zaken. Ook het creëren van betrokkenheid bij cliënten met betrekking tot het beleid van de afdeling Sociale Zaken en een goede verstandhouding tussen cliënten en medewerkers van de afdeling zijn belangrijke elementen.

Artikel 5 Samenstelling van de cliëntenraad

Dit artikel regelt de samenstelling van de cliëntenraad. De cliëntenraad bestaat uit cliënten van de afdeling Sociale Zaken en uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Het streven is om een zo evenwichtig mogelijke cliëntenraad samen te stellen. Zie wat hierover is geschreven bij artikel 3.

De cliëntenraad wijst een voorzitter en een secretaris aan. Deze hoeven niet vanuit de cliëntenraad gekozen te worden. Ze kunnen ook van buitenaf aangetrokken worden.

Artikel 6 Taken en bevoegdheden van de cliëntenraad

Dit artikel bepaalt de reikwijdte van de taken en bevoegdheden die aan de cliëntenraad zijn toebedeeld.

Artikel 7 Garantstelling

Aan de leden van de CAR kan geen geheimhouding worden opgelegd. Ten aanzien van door de gemeente verstrekte vertrouwelijke informatie kan aan de leden worden gevraagd zich aan een tijdelijke geheimhouding te houden, die ook geldt voor concept stukken. Uiteraard vervalt de geheimhoudingsplicht op het moment van officiële openbaarmaking.

Artikel 8 Budget

De cliëntenraad kan niet functioneren als zij niet beschikt over de benodigde faciliteiten. Daarom zal een bedrag beschikbaar gesteld worden opdat de cliëntenraad de haar toebedeelde taken kan uitvoeren. Het bedrag van € 1815 (was fl 4000,-) is gebaseerd op het bedrag dat de gemeente Reeuwijk ten behoeve van de al bestaande cliëntenraad (Stichting Platform Uitkeringsgerechtigden) beschikbaar stelt. Het bedrag zal (onder voorbehoud van goedkeuring door het college) na inwerkingtreding van deze verordening elk jaar worden geïndexeerd. De cliëntenraad geeft uiterlijk drie maanden na afloop van het kalenderjaar een overzicht van de uitgaven van de cliëntenraad. De cliëntenraad wordt geacht om van het beschikbaar gestelde budget rond te komen.

Artikel 9 Vergaderfrequentie

Dit artikel biedt een waarborg voor een minimale vergaderfrequentie, zoveel als nodig om de doelstellingen te realiseren. Uiteraard is het mogelijk om extra vergaderingen uit te schrijven. Dit kan zowel op verzoek van de cliëntenraad als op verzoek van de gemeente.

Artikel 10 Externe instanties en adviseurs

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 11 Nadere regels

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

In het tweede lid wordt geregeld dat de cliëntenraad hier vooraf over gehoord wordt.

Artikel 12 Uitvoering

Evenals de uitvoering van de WWB ligt de uitvoering van deze verordening bij het college.

Artikel 13 Verantwoording

De gemeenteraad kan zijn controlerende functie alleen op een goede wijze vormgeven indien beschikt wordt over de van belang zijnde gegevens. Om deze reden is in dit artikel bepaald dat het college jaarlijks verslag moet doen over de uitvoering van deze verordening.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening is op grond van artikel 8 van de Tijdelijke referendumwet referendabel. De datum van de inwerkingtreding van de verordening moet daarom, met het in acht nemen van artikel 22 Tijdelijke referendumwet, op tenminste 6 weken na datum publicatie gesteld worden.

Artikel 15 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.