Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bussum

De verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bussum
Officiële naam regelingDe verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2015
CiteertitelVerordening reclamebelasting 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De ingangsdatum van de heffing is 1 januari 2015. Deze verordening is goedgekeurd door het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland op 3 december 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 227

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015nieuwe regeling. De Verordening reclamebelasting 2014 van 19 december 2014 is ingetrokken.

13-11-2014

GVOP en BussumsNieuws: 17-12-2014

RV2014-057

Tekst van de regeling

VERORDENING RECLAMEBELASTING 2015

De raad van de gemeente Bussum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Bussum

nummer RV2014.057;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invorderingvan reclamebelasting 2015.

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt verstaan onder:

  • a.

    reclameobject: een openbare aankondiging in letters, symbolen, logo’s of kleuren of een combinatie daarvan, of een reclamevoorwerp, zichtbaar vanaf de openbare weg;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • c.

    voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen;

  • d.

    vestiging: een gebouw, of een deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt;

  • e.

    exploitant: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van reclameobjecten op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten;

  • f.

    aanloopstraten centrum: het gebied van de gemeente Bussum, zoals aangegeven in de bij deze verordening behorende stratenlijst;

  • g.

    centrumwinkelgebied: het gebied van de gemeente Bussum, zoals aangegeven in de bij deze verordening behorende stratenlijst;

  • h.

    week: de periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • i.

    maand: een kalendermaand;

  • j.

    jaar: een kalenderjaar.

Gebiedsomschrijving

Artikel 2

De verordening is van toepassing op het gehele grondgebied van de gemeente Bussum.

Belastbaar feit

Artikel 3

Onder de naam reclamebelasting wordt een belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

Belastingplicht

Artikel 4

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van degene die de openbare aankondiging heeft, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging is aangebracht.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van reclameobjecten die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Vrijstellingen

Artikel 5

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    die uitsluitend het openbaar belang dienen;

  • b.

    die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;

  • c.

    van politieke partijen;

  • d.

    die korter aanwezig zijn dan 13 weken; tenzij deze openbare aankondigingen zijn geplaatst in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden geplaatst, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;

  • e.

    die door het kerk- of schoolbestuur zonder commercieel oogmerk zijn aangebracht op of rond gebedshuizen en scholen;

  • f.

    die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen of verenigingen zijn aangebracht en die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen, zoals instellingen die zich in hoofdzaak bezig houden met jeugdzorg, gehandicaptenzorg, dak- en thuislozenopvang, slachtofferhulp, stervensbegeleiding, het verstrekken van voedsel aan minderbedeelden, de verzorging en/of verpleging van bejaarden en met muziek, toneel, dans en kunst;

  • g.

    die zich bevinden binnen in een woning of bedrijf op een grotere afstand dan 1½ meter van een raam of een deur, met uitzondering van openbare aankondigingen die zich bevinden in een etalage of een vitrine(kast);

  • h.

    op bouwterreinen voor zover deze rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • i.

    aangebracht op een voertuig of (lucht)vaartuig, tenzij deze kennelijk in hoofdzaak zijn bestemd voor openbare aankondigingen met een verkoop- of verhuur bevorderend karakter;

  • j.

    die zijn gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van roerende woonruimten, roerende bedrijfsruimten of onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren ruimte of zaak;

  • k.

    op sportvelden, met uitzondering van openbare aankondigingen die naar omstandigheden beoordeeld in hoofdzaak gericht zijn op de openbare weg;

  • l.

    aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij de openbare aankondiging uitsluitend bevat een aanduiding van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;

  • m.

    aangebracht op terrasafscheidingen welke zijn geplaatst op een terras bij een horecaonderneming;

  • n.

    aangebracht op parasols welke zijn geplaatst op een terras bij een horecaonderneming;

  • o.

    alleen bestaande uit de Europese-, Nederlandse-, provinciale- of gemeentelijke vlag.

Maatstaf van heffing en belastingtarief

Artikel 6

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven per vestiging naar de oppervlakte van een reclameobject, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel worden de op basis van artikel 7, tweede lid bepaalde oppervlakten van reclameobjecten, die bij één vestiging, bouwwerk of deel daarvan behoren, bij elkaar opgeteld. Indien meerdere bouwwerken of delen daarvan direct naast elkaar gelegen zijn en tezamen worden gebruikt door één belastingplichtige voor één vestiging worden de oppervlakten van reclameobjecten die bij deze bouwwerken of delen daarvan behoren voor de toepassing van dit artikel bij elkaar geteld.

  • 3.

    Reclameobjecten behoren in elk geval tot één bouwwerk indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee tezamen worden gebruikt.

  • 4.

    Het tarief van de reclamebelasting is opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Berekening van de reclamebelasting

Artikel 7

  • 1.

    Voor de berekening van de reclamebelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als volle eenheid aangemerkt.

  • 2.

    De oppervlakte van een reclameobject wordt vastgesteld als volgt:

    • a.

      Indien de openbare aankondiging wordt gedaan op een zuil, bord, vlag, (span)doek, poster of soortgelijk aankondigingsvoorwerp, wordt de oppervlakte van de openbare aankondiging bepaald op de oppervlakte van het voorwerp waarop de openbare aankondiging wordt gedaan. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte van het aankondigingsvoorwerp bepaald door de lengte of de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit;

    • b.

      indien de openbare aankondiging wordt gedaan op een zuil, bord, vlag, (span)doek, poster of soortgelijk aankondigingsvoorwerp, waarop door verschillende belastingplichtigen een aankondiging wordt gedaan, wordt de oppervlakte van de aankondiging van de belastingplichtige bepaald op de aan hem voor het doen van de aankondiging ter beschikking staande oppervlakte van het aankondigingsvoorwerp;

    • c.

      Indien de openbare aankondiging bestaat uit het aankondigings-voorwerp zelf, wordt de oppervlakte van de openbare aankondiging bepaald op de oppervlakte van het voorwerp. Indien het voorwerp niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte van het aankondigingsvoorwerp bepaald door de lengte of de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die het voorwerp omsluit;

    • d.

      Indien de openbare aankondiging wordt gedaan door middel van een combinatie van verschillende losse voorwerpen of een opschrift van losse letters of symbolen, wordt de oppervlakte van het reclameobject bepaald door de lengte of de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die de voorwerpen of het opschrift omsluit;

    • e.

      indien sprake is van een voorziening voor het doen van de aankondiging, wordt de oppervlakte van de aankondiging bepaald op de oppervlakte van de voorziening. Indien de voorziening niet rechthoekig is, wordt de oppervlakte bepaald door de lengte of de hoogte en de breedte van de denkbeeldige rechthoek die de voorziening omsluit.

  • 3.

    Indien het reclameobject slechts voor een deel zichtbaar is vanaf de openbare weg wordt de oppervlakte van het reclameobject bepaald op het van de openbare weg zichtbare gedeelte van het reclameobject.

Belastingtijdvak

Artikel 8

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

Artikel 9

  • 1.

    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, dan wel vermindert, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde reclamebelasting als er in dat tijdvak, na beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Wijze van heffing

Artikel 10

De reclamebelasting wordt geheven door middel van een aanslag.

Termijnen van betaling

Artikel 11

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 80,-- doch minder is dan € 5.000,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. Eventuele afrondingsverschillen moeten in de laatste termijn worden betaald.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden genoemde termijnen.

Kwijtschelding

Artikel 12

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Artikel 13

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Overgangsrecht

Artikel 14

De ‘Verordening reclamebelasting 2014’ van 19 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Inwerkingtreding

Artikel 15

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Citeertitel

Artikel 16

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening reclamebelasting 2015’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bussum, gehouden op 13 november 2014.

de griffier, de voorzitter,

TARIEVENTABEL, BEHORENDE BIJ DE VERORDENING RECLAMEBELASTING 2015

I Gehele grondgebied van de gemeente Bussum

Het tarief voor het belastingtijdvak binnen het gehele grondgebied van de gemeente Bussum, met uitzondering van het Centrumwinkelgebied en de Aanloopstraten Centrum, bedraagt per vestiging voor een reclameobject met een oppervlakte:

  • 1.

    tot 0,1 m2 € nihil;

  • 2.

    vanaf 0,1 m2 of meer € 96,--.

II Aanloopstraten Centrum

Het tarief voor het belastingtijdvak binnen de aanloopstraten centrum bedraagt per vestiging voor een reclameobject met een oppervlakte:

  • 1.

    tot 0,1 m2 € nihil;

  • 2.

    vanaf 0,1 m2 tot 1 m2 € 129,--;

  • 3.

    vanaf 1 m2 tot 10 m2 € 405,--;

  • 4.

    vanaf 10 m2 of meer € 582,--.

III Centrumwinkelgebied

Het tarief voor het belastingtijdvak van kalenderjaar 2015 binnen het centrumwinkelgebied bedraagt per vestiging voor een reclameobject met een oppervlakte:

  • 1.

    tot 0,1 m2 € nihil;

  • 2.

    vanaf 0,1 m2 tot 1 m2 € 150,--;

  • 3.

    vanaf 1 m2 tot 10 m2 € 471,--;

  • 4.

    vanaf 10 m2 of meer € 684,--.

Met ingang van 1 januari 2016 bedraagt het tarief per belastingtijdvak binnen het centrumwinkelgebied per vestiging voor een reclameobject met een oppervlakte:

  • 1.

    tot 0,1 m2 € nihil;

  • 2.

    vanaf 0,1 m2 tot 1 m2 € 171,--;

  • 3.

    vanaf 1 m2 tot 10 m2 € 540,--;

  • 4.

    vanaf 10 m2 of meer € 789,--.

    Behoort bij raadsbesluit van 13 november 2014.

    De griffier,

    mr. L.A. Wieringa

STRATENLIJSTCENTRUMWINKELGEBIED EN AANLOOPSTRATEN CENTRUM,

BEHORENDE BIJ DE VERORDENING RECLAMEBELASTING 2015

Als Centrumwinkelgebied gelden de vestigingen op de volgende straten c.q. gedeelten van straten:

Centrumwinkelgebied

     

Achterom

   

geheel

 

Brinklaan

66

t/m

Brinklaan

94

Brinklaan

77

t/m

Brinklaan

113

Havenstraat

1

t/m

Havenstraat

37A

Havenstraat

102

t/m

Havenstraat

174

Julianaplein

   

geheel

 

Kapelstraat

1

t/m

Kapelstraat

33

Kapelstraat

4

t/m

Kapelstraat

36E

Kerkstraat

2

     

Nassaulaan

   

geheel

 

Nassaustraat

   

geheel

 

Nieuwe brink

   

geheel

 

Veerplein

   

geheel

 

Veerstraat

   

geheel

 

Vlietlaan

1

     

Vlietlaan

2B

     

Wilhelminaplantsoen

1

t/m

Wilhelminaplantsoen

17

Wilhelminaplantsoen

2

t/m

Wilhelminaplantsoen

16

Als Aanloopstraten Centrum gelden de vestigingen op de volgende straten c.q. gedeelten van straten:

Aanloopstraten Centrum

       

Bisonstraat

1

     

Boekweitplein

   

geheel

 

Boerhaavelaan

1B

     

Brinklaan

18

t/m

Brinklaan

64B

Brinklaan

96

t/m

Brinklaan

148

Brinklaan

27

t/m

Brinklaan

75

Brinklaan

115

t/m

Brinklaan

147

de Clinge

   

geheel

 

Eslaan

1

en

Eslaan

19

Eslaan

2

     

Generaal de la Reijlaan

49

     

Herenstraat

1

t/m

Herenstraat

53

Herenstraat

2

t/m

Herenstraat

24

Huizerweg

3A

t/m

Huizerweg

49K

Huizerweg

2

t/m

Huizerweg

140B

Kerkstraat

1

t/m

Kerkstraat

19

Kerkstraat

6

t/m

Kerkstraat

34

Kapelstraat

35

t/m

Kapelstraat

67

Kapelstraat

38

t/m

Kapelstraat

50

Laarderweg

1

t/m

Laarderweg

45

Laarderweg

2

t/m

Laarderweg

62

Landstraat

1

t/m

Landstraat

139

Landstraat

2

t/m

Landstraat

150

Nieuwe Englaan

1

     

Nieuwe Raadhuisstraat

   

geheel

 

Nieuwstraat

   

geheel

 

Oosteinde

2

     

Poststraat

   

geheel

 

Prinses Beatrixplantsoen

42

t/m

Prinses Beatrixplantsoen

44

Schoolstraat

   

geheel

 

Singel

17

en

Singel

123

Sint Vitusstraat

   

geheel

 

Studio Ireneplein

   

geheel

 

Spiegelstraat

   

geheel

 

Thierensstraat

   

geheel

 

Veldweg

   

geheel

 

Vlietlaan

5

     

Vlietlaan

4

t/m

Vlietlaan

78

Wilhelminaplantsoen

18

     

Genoemde gebieden worden nader visueel ondersteund door de bij dit besluit behorende kaart.

Behoort bij raadsbesluit van 13 november 2014.

De griffier.

Mr. L.A. Wieringa

Kaart Centrumwinkelgebied en Aanloopstraten Centrum, behorende bij de Verordening reclamebelasting 2015.

Behoort bij raadsbesluit van 13 november 2014.

De griffier.

Mr. L.A. Wieringa