Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Graft-De Rijp

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Graft-De Rijp
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Verordening Lijkbezorgingsrechten 2017.

De Verordening lijkbezorgingsrechten 2014 wordt ingetrokken per 1 januari 2015.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-11-201401-01-2017nieuwe regeling

06-11-2014

Elektronisch Gemeenteblad, 19-11-2014

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015

De raad van de gemeente Graft-De Rijp;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2014, nr. 2014-058;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT

Onder gelijktijdige intrekking van de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2014;

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015

(Verordening lijkbezorgingsrechten 2015)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening en verstaat onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de algemene begraafplaatsen in de gemeente Graft-De Rijp;

  • b.

    graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • c.

    particuliergraf: een graf/kindergraf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • d.

    algemeengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • e.

    particulierurnengraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    particuliereurnennis: een is, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen;

  • g.

    particuliereurnenhouder: een houder waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • i.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • j.

    verstrooiingsplaats: een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaats waar as wordt verstrooid;

  • k.

    asbezorging: het bijzetten van een asbus met of zonder urn;

  • l.

    asverstrooiing: het verstrooien van as;

  • m.

    grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

  • n.

    gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • o.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met het dagelijks beheer van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

  • p.

    rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in Hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in Hoofdstuk 4.1.1 tot en met 4.1.5 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De overige rechten van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde onderhoudsrechten

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in Hoofdstuk 4.1.1 tot en met 4.1.5 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in Hoofdstuk 4.1.1 tot en met 4.1.5 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in Hoofdstuk 4.1.1 tot en met 4.1.5 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in Hoofdstuk 4.1.1 tot en met 4.1.5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 1 maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening lijkbezorgingsrechten 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, vierde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 5. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van

de gemeente Graft-De Rijp, gehouden op 6 november 2014.

de griffier, de voorzitter

B.A.F.M. Meijland, H.R. Oosterop-van Leussen

Bijlage 1 Tarieventabel

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten  
1.1Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf voor een periode van 20 jaar wordt geheven€ 1.221,30.
1.2Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar wordt geheven € 610,80
1.3Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf voor een periode van 20 jaar, waarin 1 diep wordt begraven op de algemene begraafplaats te Markenbinnen, wordt geheven€ 610,80
1.4Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3 met 10 jaar wordt geheven € 305,25
1.5Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf voor een periode van 20 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het in 1.1 genoemde bedrag, zijnde € 610,80
1.6Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een kindergraf met 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het in 1.2 genoemde bedrag, zijnde € 305,25
1.7Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf voor een periode van 20 jaar wordt geheven € 610,80
1.8Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.7 met 10 jaar wordt geheven € 305,25
1.9Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnenhouder voor een periode van 20 jaar wordt geheven € 1.221,30
1.10Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.9 met 10 jaar wordt geheven € 610,80
1.11Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnen-nis voor een periode van 20 jaar wordt geheven € 1.221,30
1.12Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.11 met 10 jaar wordt geheven € 610,80

Hoofdstuk 2 Begraven  
2.1Voor het begraven van een lijk van een persoon van 2 jaar of ouder wordt geheven€ 831,30
2.2Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 2 jaar wordt 1/4 van het in 2.1 genoemde recht geheven, zijnde € 207,80
2.3Voor het begraven van een lijk in een algemeen graf wordt geheven € 1.549,65
2.4Voor het gelijktijdig begraven van een lijk en een asbus wordt geheven€ 989,60
2.5Geen rechten worden geheven voor het begraven van een stoffelijk overschot van een kind dat kort na de geboorte is overleden en tezamen met de overleden moeder in een grafruimte wordt begraven  
2.6De gewone uren voor het begraven zijn van 9.00 uur tot 15.30 uur op maandag tot en met vrijdag. Voor zover het begraven plaatsheeft buiten de gewone uren en op feestdagen wordt het bedoelde recht verhoogd met 50 %, tenzij het begraven geschiedt op last van het bevoegd gezag.  

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen  
3.1Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:  
3.1.1in een eigen-, algemeen- of urnengraf€ 317,95
3.1.2op een eigen-, algemeen- of urnengraf€ 158,35
3.1.3in een urnenhouder€ 158,35
3.1.4in een urnen-nis€ 158,35
3.2De gewone uren voor het bijzetten van een asbus of urn zijn van 9.00 uur tot 15.30 uur op maandag tot en met vrijdag. Voor zover het bijzetten plaatsheeft buiten de gewone uren en op feestdagen wordt het bedoelde recht verhoogd met 50 %, tenzij het begraven geschiedt op last van het bevoegd gezag  

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud  
4.1Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 17 van de Beheersverordening begraafplaatsen wordt geheven € 59,90
4.1.1Voor het onderhoud van een eigen graf en het schoonhouden van het daarop geplaatste gedenkteken, wordt jaarlijks geheven € 102,00
4.1.2Voor het onderhoud van een kindergraf en het schoonhouden van het daarop geplaatste gedenkteken, wordt jaarlijks geheven€ 51,00
4.1.3Voor het onderhoud van een urnengraf en het schoonhouden van het daarop geplaatste gedenkteken, wordt jaarlijks geheven € 51,00
4.1.4Voor het schoonhouden van de urnenhouder wordt jaarlijks geheven € 51,00
4.1.5Voor het schoonhouden van de urnen-nis wordt jaarlijks geheven € 51,00
4.2De rechten als bedoeld in 4.1.1 t/m 4.1.5 kunnen worden afgekocht voor het aantal jaren, dat het uitsluitend recht van hoofdstuk 1 is verleend, vermenigvuldigd met de op dat moment geldende rechten  

Hoofdstuk 5 Opgraven, ruimen, verstrooien  
5.1Voor het opgraven van een lijk wordt geheven € 1.120,55
5.2Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven € 412,10
5.3Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven € 813,30
5.4Voor het opgraven of verwijderen van een asbus of urn wordt geheven € 160,90
5.5Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven € 513,60
5.6Voor het verstrooien van as op een verstrooiingsplaats wordt per asbus of urn geheven € 306,55

Hoofdstuk 6 Lijkbeschouwing   
6.1Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijk lijkschouwer wordt geheven € 102,00 

Hoofdstuk 7 Inschrijven en overboeken van eigen graven   
7.1Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven in een daartoe bestemd register wordt geheven € 3,05 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van

de gemeente Graft-De Rijp, gehouden op 06 november 2014