Overheidsorganisatie | Gemeente Schermer |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2015 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2017.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 01-01-2017 | intrekking | 14-04-2016 Elektronisch Gemeenteblad, 13-06-2016 | Onbekend. | |
20-11-2014 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 11-11-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 19-11-2014 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Schermer;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2014
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
B E S L U I T :
Onder gelijktijdige intrekking van de Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2014 vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2015
(Verordening toeristenbelasting 2015)
Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Per overnachting bedraagt het tarief € 0,90 per persoon.
1. Voor belastingplichtigen die gelegenheid tot het houden van nachtverblijf bieden genoemd in artikel 1 vindt berekening van toeristenbelasting plaats op basis van een verplicht bij te houden nachtverblijfregister.
2. Burgemeester en wethouders stellen genoemd nachtverblijfregister kosteloos beschikbaar.
3. Burgemeester en wethouders geven nadere voorschriften omtrent de inrichting en gebruik van de nachtverblijfregisters.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen vier weken na de dagtekening van het aanslagbiljet.
2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 232, vierde lid, sub a, van de Gemeentewet.
1. De ‘Verordening toeristenbelasting 2014’ van 10 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
4. Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening toeristenbelasting 2015’.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op dinsdag 11 november 2014.
De voorzitter, F. Vletter
De griffier, L. Blaauw