| Overheidsorganisatie | Gemeente Spijkenisse |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Huishoudelijk reglement parkeergarages Spijkenisse van november 2014 |
| Citeertitel | Huishoudelijk reglement parkeergarages Spijkenisse van november 2014 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
| Eigen onderwerp |
1. Dit reglement vervangt het Huishoudelijk reglement parkeergarages gemeente Spijkenisse en de Tarieventabel parkeren Spijkenisse 2014.
2. Dit reglement wordt ingetrokken door art. 4.3 van de Algemene voorwaarden parkeergarages Spijkenisse 2017
N.v.t.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 07-07-2016 | 01-07-2016 | 01-01-2017 | art. 4.4 | 17-05-2016 | 16.B.00210 |
| 01-05-2015 | 01-07-2016 | art. 4.4 | 31-03-2015 | 15.B.00168 | |
| 17-11-2014 | 01-05-2015 | nieuwe regeling | 11-11-2014 | Casenr. 14.B.00470 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Spijkenisse;
gelet op artikel 160, eerste lid, aanhef en onder a en e, van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen het Huishoudelijk reglement parkeergarages Spijkenisse van november 2014.
In dit reglement wordt verstaan onder:
abonnement: stallingsovereenkomst strekkende tot gebruik van een parkeergarage anders dan eenmalig gebruik, welke overeenkomst schriftelijk wordt aangegaan;
gemeente: gemeente Spijkenisse en haar vertegenwoordiger(s);
parkeerbewijs: parkeerkaart, uitrijdkaart, abonnement;
parkeerder: de eigenaar, houder of gebruiker van een voertuig, die dat voertuig in de parkeergarage brengt of heeft gebracht;
parkeergeld: bedrag dat parkeerder verschuldigd is voor het gebruik van de parkeergarage, anders dan door het gebruik met een abonnement;
voertuig: een motorvoertuig, een brommobiel, of een van een gesloten carrosserie voorzien gehandicaptenvoertuig, zoals bedoeld in artikel 1 van het Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990.
Dit reglement is van toepassing op de volgende parkeergarages:
de Boekenberggarage, gelegen aan de Karel Doormanstraat,
de City Plazagarage, gelegen aan de Dr. J.M. den Uyllaan,
de Kolkpleingarage, gelegen aan het Kolkplein,
de Kopspijkergarage, gelegen aan de Oostkade,
de Stadhuisgarage, gelegen aan de Raadhuislaan, en
de Theatergarage, gelegen aan de Gorsstraat.
Toegang tot de parkeergarage met bijbehorende terreinen en ruimten, wordt uitsluitend verleend onder toepassing van de navolgende voorwaarden welke deel uitmaken van iedere parkeerovereenkomst gesloten tussen de gemeente en de parkeerder.
1. Een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 2.1 wordt geacht tot stand te zijn gekomen door het enkele feit van het houderschap van een parkeerbewijs c.q. door het enkele feit van het gebruik van de parkeergarage met bijbehorende terreinen en ruimten.
2. De prestatie waartoe de gemeente zich verplicht is het ter beschikking stellen van een willekeurige parkeerplaats in de parkeergarage aan de parkeerder. Tot de verplichting van de gemeente behoort niet de bewaking van het voertuig of het voortdurende toezicht op een ieder die, en op al hetgeen dat zich in de parkeergarage bevindt, noch omvat de verplichting van de gemeente enige aansprakelijkheid in dat opzicht. Het parkeren geschiedt voor eigen rekening en risico van de parkeerder. De parkeerder vrijwaart de gemeente voor alle schade (welke dan ook) die door de bestuurder, een inzittende of voertuig worden veroorzaakt aan derden of aan eigendommen van derden.
1. In de garage mogen uitsluitend voertuigen worden geparkeerd.
2. De Kopspijkergarage is uitsluitend toegankelijk voor houders van abonnementen. De overige in artikel 1.2 genoemde garages zijn toegankelijk voor elke parkeerder.
3. De toegang is verboden voor een voertuig:
met een aanhangwagen, zoals bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
dat langer is dan vijf meter of hoger dan de maximum aangegeven hoogte bij de ingang van de parkeergarage;
waarin zich een gevaarlijke stof bevindt, anders dan de motorbrandstof in het normale brandstoffenreservoir;
dat in strijd met de wettelijke voorschriften is beladen.
4. De gemeente is te allen tijde gerechtigd om de toegang tot de parkeergarage te weigeren aan een parkeerder, een voertuig of een andere gebruiker van de garage.
5. Een voertuig dat in strijd met dit reglement is geparkeerd of anderszins aanwezig is, kan te allen tijde door de gemeente worden verwijderd en zo nodig buiten de parkeergarage worden gebracht. De kosten van verwijdering, bestaande uit takel- of sleepkosten en andere daarmee verband houdende kosten, worden bij de houder van het voertuig in rekening gebracht.
1. Een voertuig wordt slechts toegelaten tot de parkeergarage met een geldig parkeerbewijs.
2. Het parkeerbewijs blijft eigendom van de gemeente, het is niet overdraagbaar en dient bij het beëindigen van het gebruik aan de gemeente te worden teruggegeven.
1. Elke parkeerder kan de City Plazagarage, de Kolkpleingarage en de Stadhuisgarage inrijden:
op zondag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en beide Kerstdagen van 11.00 uur tot 17.30 uur;
van maandag tot en met zaterdag van 7.00 uur tot 22.00 uur.
2. Elke parkeerder kan de Boekenberggarage en de Theatergarage te allen tijde inrijden.
3. In afwijking van het eerste en tweede lid kan een houder van een abonnement te allen tijde inrijden in die parkeergarage waarvoor het abonnement is overeengekomen.
4. Elke parkeergarage is te allen tijde uit te rijden.
5. De gemeente kan de openingstijden van een parkeergarage zonder voorafgaande aankondiging wijzigen. Wijzigingen worden bij de ingang aangegeven en zijn bindend voor de parkeerder.
1. In de parkeergarages met bijbehorende terreinen en ruimten zijn de bepalingen van de Wegenverkeerswet 1994 en de daarop gebaseerde voorschriften van toepassing.
2. De parkeerder is verplicht de aangegeven rijrichting te volgen, het voertuig te plaatsen op de aangegeven plaats en zich zodanig te gedragen dat het verkeer niet wordt gehinderd en de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht.
3. De aanwijzingen van het personeel van de gemeente, en de aanwijzingen die in voorkomend geval staan vermeld in de parkeergarages en op de daar opgestelde apparatuur, moeten stipt en onverwijld worden opgevolgd.
4. De maximum toegestane snelheid in de parkeergarage is 5 kilometer per uur.
5. Het is verboden de motor van een voertuig onnodig (stationair) te laten draaien.
6. De parkeerder dient zijn geparkeerde voertuig steeds afdoende gesloten te hebben en de lichten dienen te zijn gedoofd.
7. Het is de inzittende van een voertuig niet toegestaan om langer in de parkeergarage te verblijven dan gedurende de tijd die nodig is om het voertuig te parkeren en de garage te verlaten, dan wel om het geparkeerde voertuig te bereiken en de garage uit te rijden.
8. Samenscholing of onnodig ophouden in elke ruimte van de parkeergarage is verboden.
9. Voetgangers mogen bij het betreden of verlaten van de parkeergarage geen gebruik maken van de in- en uitgang voor voertuigen.
10. Het gebruik van trappen, roltrappen, nooduitgangen en liften geschiedt op eigen risico.
11. Het is verboden om in de parkeergarage andere voertuigen te gebruiken dan bedoeld in dit reglement, of om sport- en spelactiviteiten te verrichten, zoals het gebruik van een bal, van rolschaatsen, een skateboard, en dergelijke meer.
12. Het is verboden in de parkeergarage te roken, vuur te ontsteken of een open vuur aan te leggen.
13. Het is verboden in de parkeergarage alcoholhoudende dranken te nuttigen, verdovende middelen te gebruiken of te verhandelen.
14. Het is verboden folders te verspreiden en reclame te maken zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente.
15. Het is verboden in, aan of op de parkeergarage aan te plakken, goederen te verkopen, te koop aan te bieden, te promoten te verhuren of ter verhuur aan te bieden.
16. Het is verboden in de parkeergarage reparaties of andere werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren, of het voertuig te reinigen.
17. Het is verboden de parkeergarage anders te gebruiken dan voor het parkeren van een voertuig.
18. Bij het oneigenlijk gebruik van de alarmsystemen en blussystemen worden de daardoor veroorzaakte kosten in rekening gebracht bij de veroorzaker.
1. De gemeente is niet aansprakelijk voor enige aan personen of voertuigen toegebrachte schade, waaronder overlijden, personenletsel, zaakschade of diefstal.
2. De gemeente is niet aansprakelijk jegens parkeerder of een andere gebruiker van de garage indien zij tekortschiet in de nakoming van de overeenkomst door een omstandigheid die niet aan haar te wijten is, waaronder begrepen maar niet daartoe beperkt werkstaking, brand, bedrijfsstoringen of overheidsmaatregelen.
3. In het bijzonder aanvaardt de gemeente geen enkele aansprakelijkheid voor diefstal of het verloren gaan van eigendommen van de parkeerder of andere gebruiker van de garage, noch aanvaardt de gemeente enige aansprakelijkheid voor welke schade dan ook, aan de eigendommen van de parkeerder of andere gebruiker van de garage, ter zake van lichamelijk letsel of enige andere schade, direct of indirect veroorzaakt door of tengevolge van het gebruik van de parkeergarage.
4. De parkeerder of andere gebruiker van de garage is aansprakelijk voor alle schade, hinder en overlast die hij aan de gemeente of aan (objecten van) andere parkeerders of gebruikers in de parkeergarage aanbrengt.
5. Schade door de parkeerder of andere gebruiker van de garage veroorzaakt aan de parkeergarage of de daarbij behorende apparatuur dient ter plaatse te worden vergoed, tenzij hij voldoende zekerheid kan stellen, zulks ten genoegen van de gemeente, dat de schade op hem kan worden verhaald.
6. Voor de vaststelling van het bedrag van de schade zal een door of namens de gemeente opgestelde expertise beslissend zijn. De kosten van deze expertise zijn voor rekening van de veroorzaker van de schade.
7. Alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten die de gemeente maakt als gevolg van door de parkeerder of andere gebruiker van de garage veroorzaakte schade, of als gevolg van het niet nakomen door parkeerder van diens (betalings)verplichtingen, komen voor rekening van de parkeerder.
1. Een bewonersabonnement kan alleen worden overeengekomen met een bewoner die in de basisregistratie persoonsgegevens is ingeschreven op een woonadres als bedoeld in de leden 5 tot en met 15, en die kentekenhouder is van het voertuig waarvoor hij een abonnement aanvraagt.
2. In afwijking van het eerste lid kan een bewonersabonnement worden overeengekomen als de bewoner verhuist naar één van de in de leden 5 tot en met 15 genoemde adressen, maar nog niet op dat nieuwe adres in de basisregistratie persoonsgegevens staat ingeschreven, mits hij door overlegging van een getekend huur- of koopcontract het nieuwe woonadres aantoont.
3. In afwijking van het eerste lid kan een bewonersabonnement worden overeengekomen als de bewoner geen kentekenhouder is, mits hij door overlegging van een huur- of leaseovereenkomst of een verklaring van een werkgever aantoont dat hij het voertuig voor een periode van ten minste drie maanden gebruikt.
4. Het derde lid is niet van toepassing indien op het woonadres een bedrijf is gevestigd en het voertuig op naam staat van dat bedrijf.
5. Bewoners van de panden 'Achterstaat, Eerste Heulbrugstraat', aan welke panden de adressen Achterstraat 2 tot en met 52, Torenstraat 6 tot en met 12 en Eerste Heulbrugstraat 9 tot en met 33 zijn toegekend, kunnen een abonnement overeenkomen voor het parkeren van hun voertuig in de Boekenberggarage.
6. Bewoners van het 'ABC Complex', aan welk pand de adressen Nieuwstraat 92 tot en met 234 (even nummers, inclusief de nummers 174A en 180A) en Uitstraat 121 tot en met 161 zijn toegekend, kunnen een abonnement overeenkomen voor het parkeren van hun voertuig in de Kopspijkergarage.
7. Bewoners van het pand 'Breestoep, Marrewijklaan, Uitstraat', aan welk pand de adressen Breestoep 1 tot en met 14, Marrewijklaan 61 tot en met 107 en Uitstraat 1 tot en met 117 (oneven nummers) zijn toegekend, kunnen een abonnement overeenkomen voor het parkeren van hun voertuig in de Boekenberg- of de Stadhuisgarage.
8. Bewoners van de 'Boekenberggarage', aan welk pand de adressen Eerste Heulbrugstraat 40 en 42, Karel Doormanstraat 1 tot en met 1D, Kees de Groenplein 1 tot en met 71 en Markt 40 zijn toegekend, kunnen een abonnement overeenkomen voor het parkeren van hun voertuig in de Boekenberggarage.
9. Bewoners van de 'City Plazagarage', aan welk pand de adressen Dr. J.M. den Uyllaan 1 tot en met 217 (oneven nummers), D. Losstraat 17 tot en met 67 (oneven nummers) en Nieuwstraat 356 tot en met 434 zijn toegekend, kunnen een abonnement overeenkomen voor het parkeren van hun voertuig in de City Plazagarage.
10. Bewoners van de 'Kolkpleingarage', aan welk pand de adressen Damstraat 21 tot en met 27 en Sluisstraat 20 en 22 zijn toegekend, kunnen een abonnement overeenkomen voor het parkeren van hun voertuig in de Kolkpleingarage.
11. Bewoners van de 'Kopspijkergarage', aan welk pand de adressen Nieuwstraat 105A tot en met 211 (oneven nummers), Noordkade 2 tot en met 110 (even nummers) en Oostkade 22 tot en met 70 zijn toegekend, kunnen een abonnement overeenkomen voor het parkeren van hun voertuig in de Kopspijkergarage.
12. Bewoners van de 'Stadhuisgarage', aan welk pand de adressen Raadhuislaan 104 en 106, Stadhuispassage 1 tot en met 17 en Uitstraat 2 tot en met 20A zijn toegekend, kunnen een abonnement overeenkomen voor het parkeren van hun voertuig in de Stadhuisgarage.
13. Bewoners van de 'Theatergarage', aan welk pand de adressen Gorsstraat 22 tot en met 54 (even nummers), Noordkade 21 tot en met 175 (oneven nummers), Noordpassage 1 tot en met 55 en Zuidpassage 1 tot en met 122 zijn toegekend, kunnen een abonnement overeenkomen voor het parkeren van hun voertuig in de Theatergarage.
14. Bewoners van het pand 'Westkade', aan welk pand de adressen Westkade 51 tot en met 105 zijn toegekend, kunnen een abonnement overeenkomen voor het parkeren van hun voertuig in de Kopspijkergarage.
15. Bewoners van de 'Vierambachten', aan welk pand de adressen Markt 4 tot en met 34 zijn toegekend, kunnen een abonnement overeenkomen voor het parkeren van hun voertuig in de Boekenberggarage.
16. In bijzondere gevallen kan een abonnement worden overeengekomen voor een andere parkeergarage als genoemd in de leden 5 tot en met 15.
17. Een bewonersabonnement wordt uitsluitend overeengekomen voor het parkeren op alle dagen van de week.
1. Een omwonendenabonnement kan alleen worden overeengekomen met een bewoner die woont in een parkeerzone als bedoeld in de Parkeer- en parkeerbelastingverordening Spijkenisse, en die kentekenhouder is van het voertuig waarvoor hij een abonnement aanvraagt.
2. In afwijking van het eerste lid kan een abonnement worden overeengekomen als de bewoner verhuist naar een parkeerzone als bedoeld in het eerste lid, maar nog niet op dat nieuwe adres in de basisregistratie persoonsgegevens staat ingeschreven, mits hij door overlegging van een getekende huur- of koopcontract het nieuwe woonadres aantoont.
3. In afwijking van het eerste lid kan een abonnement worden overeengekomen als de bewoner geen kentekenhouder is, mits hij door overlegging van een huur- of leaseovereenkomst of een verklaring van een werkgever aantoont dat hij het voertuig voor een periode van ten minste drie maanden gebruikt.
4. Het derde lid is niet van toepassing indien op het woonadres een bedrijf is gevestigd en het voertuig op naam staat van dat bedrijf.
5. Een omwonendenabonnement kan slechts voor één parkeergarage naar keuze worden overeengekomen.
6. Een omwonendenabonnement wordt uitsluitend overeengekomen voor het parkeren op alle dagen van de week.
1. Een particulierenabonnement kan worden overeengekomen met een ieder voor het parkeren van zijn voertuig in één parkeergarage naar keuze of in twee of meer parkeergarages.
2. Een particulierenabonnement kan worden overeengekomen:
voor zes dagen van de week, met welk abonnement ook zeven dagen per week kan worden geparkeerd;
voor het wekelijks parkeren op dezelfde dagen van de week. Dit betreft twee, drie, vier of vijf dagen per week, waarbij de aanduiding van de dagen iedere week dezelfde moet zijn.
1. Een abonnement kan worden aangevraagd bij de afdeling Stadswinkel van de gemeente.
2. Bij de aanvraag van een abonnement vraagt de gemeente toestemming om de gegevens over het woonadres en het kenteken van het voertuig te controleren in de basisregistratie persoonsgegevens en het kentekenregister. Indien de aanvrager geen toestemming geeft kan de aanvraag worden geweigerd.
3. Een abonnement wordt op persoon en op kenteken overeengekomen.
4. Een abonnement kan niet eerder ingaan dan op de dag na die waarop het is overeengekomen.
5. Een abonnement wordt overeengekomen voor onbepaalde tijd.
6. Een abonnement geeft geen recht op een parkeerplaats.
7. Het is de houder van een abonnement niet toegestaan zijn recht te verhuren of weder te verhuren, dan wel in welke vorm dan ook aan een ander af te staan.
1. De houder van een abonnement kan alleen met behulp van een zenderset een parkeergarage in- en uitrijden. Bij het overeenkomen van een abonnement wordt een zenderset, bestaande uit één tag en één toegangskey, in bruikleen gegeven.
2. Als, een deel van, de zenderset is verloren, gestolen of dusdanig beschadigd dat deze niet meer kan worden gebruikt, moet de houder van het abonnement dit onmiddellijk melden aan de afdeling Stadswinkel van de gemeente. Tegen betaling kan een nieuwe zenderset worden verstrekt. Een verloren, gestolen of beschadigd onderdeel van een zenderset wordt direct na de melding geblokkeerd, zodat hiervan geen onbevoegd gebruik kan worden gemaakt.
3. Bij beëindiging van het abonnement moet de zenderset onmiddellijk en in ongeschonden staat worden ingeleverd bij de afdeling Stadswinkel van de gemeente. De gemeente beoordeelt de staat van de zenderset met het oog op de vraag of de waarborgsom overeenkomstig artikel 4.8 kan worden gerestitueerd.
1. De houder van een abonnement is verplicht elke wijziging in omstandigheden die van belang is voor de geldigheid van het abonnement, zoals de wijziging van een kenteken of van zijn woonadres, onmiddellijk en schriftelijk aan de afdeling Stadswinkel van de gemeente kenbaar te maken.
2. Een abonnement kan tussentijds worden gewijzigd, onverminderd het bepaalde in dit reglement.
3. Een abonnement kan alleen schriftelijk worden opgezegd met ingang van de eerste dag van de maand na die waarin de opzegging plaatsvindt.
4. Een abonnement kan worden ontbonden:
wanneer zich een wijziging voordoet in één van de omstandigheden die van belang waren voor het overeenkomen van het abonnement;
wanneer parkeerplaatsen in een parkeergarage voor houders van abonnementen komen te vervallen;
wanneer de houder in strijd handelt met de aan het abonnement verbonden voorwaarden;
wanneer bij het overeenkomen van het abonnement onjuiste gegevens zijn verstrekt of verwerkt;
indien het voor het abonnement verschuldigde tarief niet of niet tijdig is voldaan.
Indien dit naar het oordeel van de gemeente nodig is, kan zij het aantal houders van abonnementen per abonnementsoort en per parkeergarage nader bepalen, of een wachtlijst instellen voor het overeenkomen van een omwonenden- of particulierenabonnement.
1. Bij parkeerders die geen abonnementhouders zijn, wordt parkeergeld in rekening gebracht, volgens de dagtarieftijden:
op zondag tussen 12.00 uur en 17.00 uur;
op maandag, dinsdag, woensdag, vrijdag en zaterdag tussen 7.00 uur en 18.30 uur;
op donderdag tussen 7.00 uur en 21.00 uur.
2. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder b, zijn de dagtarieftijden van 1 tot en met 4 december en van 21 tot en met 24 december, voor zover deze data vallen op maandag, dinsdag, woensdag of vrijdag, tussen 7.00 uur en 21.00 uur.
3. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder b en c, zijn de dagtarieftijden op Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en beide Kerstdagen tussen 12.00 uur en 17.00 uur.
4. In de tijdvakken tussen de in het eerste, tweede en derde lid bedoelde dagtarieftijden wordt parkeergeld voor ten hoogste één uur in rekening gebracht. Dit nachttarief begint direct na het einde van de dagtarieftijden, of op het tijdstip dat met behulp van een parkeerkaart toegang tot de parkeergarage wordt verkregen. Dit nachttarief eindigt na één uur, of op het moment dat de dagtarieftijd begint.
5. De gemeente is te allen tijde gerechtigd van de tijden uit dit artikel af te wijken dan wel deze te wijzigen.
1. De betaling van het parkeergeld vindt plaats door de bij de inrit verkregen parkeerkaart in te voeren in de daarvoor bestemde betaalautomaat. De betaalautomaat stelt het einde van de parkeertijd vast en berekent de parkeerduur en het daarvoor verschuldigde parkeergeld. De door de automaat bepaalde gegevens zijn bindend voor alle partijen.
2. Indien gebruik wordt gemaakt van een in artikel 4.5 bedoelde uitrijdkaart, anders dan een dagkaart, dan dient deze kaart in de betaalautomaat te worden ingevoerd nadat de bij de inrit verkregen parkeerkaart is ingevoerd, om de berekende parkeerduur en het verschuldigde parkeergeld te verminderen met de waarde van de uitrijdkaart.
3. Bij de betaalautomaat in een parkeergarage wordt achteraf betaald met muntgeld, bankbiljetten en PIN.
4. Na ontvangst van de betaling heeft de parkeerder gedurende een periode van vijftien minuten, te rekenen vanaf het moment van betaling, het recht en de gelegenheid om zijn voertuig buiten de parkeergarage te brengen. De slagboom bij de uitgang wordt bediend door de na betaling uit de betaalautomaat verkregen parkeerkaart in te voeren in de daarvoor bestemde automaat.
5. Indien de in het vierde lid genoemde periode verstrijkt zonder dat de parkeerder zijn voertuig buiten de parkeergarage heeft gebracht, dan vangt een nieuwe parkeertermijn aan waarvoor opnieuw parkeergeld verschuldigd is.
1. Het voor een abonnement verschuldigde bedrag wordt berekend per kalenderkwartaal of per kalenderjaar. Wordt een abonnement overeengekomen na de eerste dag van een kalenderkwartaal of -jaar, dan wordt het bedrag voor dat eerste kwartaal of jaar naar rato berekend tot en met de laatste dag van dat kwartaal of jaar.
2. De houder van een abonnement dient het verschuldigde bedrag te betalen aan het begin van de abonnementsperiode, en vervolgens voor de aanvang van een kalenderkwartaal of kalenderjaar. Voor de betaling wordt een factuur toegezonden. Het niet ontvangen van een factuur ontslaat de houder van een abonnement niet van zijn betalingsverplichting.
1. Tijdens de in artikel 4.1, eerste tot en met derde lid, bedoelde dagtarieftijden bedraagt het parkeergeld € 1,00 per uur.
2. Tijdens de in artikel 4.1, vierde lid, bedoelde nachttarieftijden bedraagt het parkeergeld € 1,00 per uur.
3. Het parkeergeld wordt berekend aan de hand van de werkelijke parkeertijd. Het te betalen bedrag wordt naar boven afgerond op eenheden van € 0,10.
4. Het parkeergeld bedraagt per kalenderdag ten hoogste het bedrag dat verschuldigd is voor een dagkaart van negen parkeeruren, zijnde een bedrag ad € 9,00.
5. De voor een abonnement verschuldigde bedragen zijn per jaar:
voor een bewonersabonnement € 612,90;
voor een omwonendenabonnement € 612,90;
voor een particulierenabonnement voor de Kopspijkergarage € 735,50;
voor een particulierenabonnement voor één parkeergarage naar keuze, anders dan de Kopspijkergarage, € 1.034,25;
voor een particulierenabonnement voor twee of meer parkeergarages € 1.241,15.
6. In afwijking van het vijfde lid, aanhef en onder a, is de in artikel 3.1 bedoelde bewoner die voor 1 juni 2012 een bewonersabonnement had, voor een bewonersabonnement € 612,90 verschuldigd. Als hij destijds een tweede bewonersabonnement had, dan is hij nu voor een tweede bewonersabonnement € 612,90 verschuldigd.
7. Indien een particulierenabonnement wordt overeengekomen voor een aantal dagen per week, zoals bedoeld in artikel 3.3, tweede lid, aanhef onder b, dan worden de in het vijfde lid, aanhef en onder c, d en e, genoemde bedragen vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller gelijk is aan het aantal dagen waarvoor het abonnement is afgesloten en de noemer gelijk is aan zes.
8. Bij de vaststelling van de parkeertarieven is rekening gehouden met de verschuldigde BTW.
9. De gemeente is te allen tijde gerechtigd om tariefwijzigingen door te voeren. Aan de houder van een abonnement wordt een tariefwijziging een maand van tevoren kenbaar gemaakt, waarbij hij in de gelegenheid wordt gesteld het abonnement op te zeggen.
1. Een uitrijdkaart is een parkeerkaart met een waarde van twee tot ten hoogste acht parkeeruren. De uitrijdkaart wordt gebruikt volgens de omschrijving in artikel 4.2, tweede lid.
2. Een dagkaart is een uitrijdkaart met negen parkeeruren. De parkeerder kan met behulp van een dagkaart direct uit de parkeergarage rijden. De slagboom bij de uitgang wordt bediend door de dagkaart in te voeren in de daarvoor bestemde automaat.
3. Uitrijdkaarten of dagkaarten kunnen voorafgaande aan het parkeren worden aangeschaft bij de afdeling Stadswinkel van de gemeente. Hierbij geldt een minimale afname van tien kaarten, met een gelijk aantal parkeeruren.
4. Uitrijdkaarten en dagkaarten hebben een geldigheidsduur van ten hoogste een half jaar na de datum van verstrekking. Deze kaarten kunnen ook voor een specifieke datum worden verstrekt binnen een half jaar na de datum van verstrekking.
5. Uitrijdkaarten of dagkaarten kunnen worden gebruikt voor alle parkeergarages.
6. Voor uitrijdkaarten worden de uurtarieven op het moment van afgifte in rekening gebracht. Tevens worden per afname van een pakket uitrijdkaarten administratiekosten ad € 10,00 (inclusief BTW) in rekening gebracht.
7. Voor ongebruikte uitrijdkaarten wordt geen restitutie verleend.
1. Een bedrijf kan een stempelautomaat huren van de gemeente, waarmee het te betalen parkeergeld op een parkeerkaart geheel of gedeeltelijk kan worden verminderd. Voor de huur wordt een afzonderlijke huurovereenkomst gesloten.
2. Voor een stempelautomaat wordt per maand minimaal 70 uur tegen het geldende uurtarief in rekening gebracht, evenals een maandelijkse huurprijs ad € 11,40.
1. Bij het tussentijds wijzigen van een parkeerabonnement worden administratiekosten ad € 10,00 in rekening gebracht.
2. Bij verlies, vermissing of diefstal van de parkeerkaart worden de kosten van een dagkaart (€ 9,00) in rekening gebracht, tenzij is geconstateerd dat betreffende voertuig langer geparkeerd heeft gestaan dan 24 uur. In het laatste geval wordt het aantal parkeeruren in rekening gebracht naar het inzicht van de gemeente.
3. Wanneer na sluitingstijd hulp of assistentie geboden moet worden om de parkeergarage te kunnen verlaten worden kosten ad € 55,00 in rekening gebracht.
1. Bij aanvang van een abonnement is de abonnementhouder voor elk te verstrekken zenderset een waarborgsom ad € 100,00 verschuldigd.
2. Bij aanvang van de huur van een stempelautomaat is een waarborgsom ad € 100,00 verschuldigd.
3. Restitutie van de waarborgsom vindt plaats wanneer de zenderset of stempelautomaat in ongeschonden staat wordt ingeleverd bij de afdeling Stadswinkel van de gemeente. De gemeente beoordeelt de staat van de zenderset of stempelautomaat.
4. Voor zover de abonnementhouder of huurder nog iets verschuldigd is aan de gemeente wordt het verschuldigde, indien mogelijk, verrekend met de te restitueren waarborgsom.
5. Bij verlies, vermissing of diefstal vindt geen restitutie van de waarborgsom plaats.
6. Over de waarborgsommen wordt geen rente vergoed.
Bij beëindiging van het abonnement vindt slechts restitutie plaats van het aantal reeds betaalde, maar niet gebruikte hele maanden.
Het Huishoudelijk reglement parkeergarages gemeente Spijkenisse en de Tarieventabel parkeren Spijkenisse 2014 worden ingetrokken.
Dit reglement wordt in het gemeenteblad geplaatst, en het treedt in werking met ingang van 17 november 2014.
Dit besluit wordt aangehaald als: Huishoudelijk reglement parkeergarages Spijkenisse van november 2014.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Spijkenisse van 11 november 2014.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Spijkenisse,