Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

Eigen Regeling van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Veghel (Eigen regeling Bezoldigingsregeling)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingEigen Regeling van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Veghel (Eigen regeling Bezoldigingsregeling)
CiteertitelEigen regeling Bezoldigingsregeling
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 160; Ambtenarenwet, art. 125

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-11-201401-03-201412-01-2016Nieuwe regeling

26-08-2014

GVOP, 5 november 2014

57435

Tekst van de regeling

Intitulé

Eigen Regeling van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Veghel (Eigen regeling Bezoldigingsregeling)

Het college van burgemeester en wethouders en de raadsvoorzitter van de gemeente Veghel, ieder voor zover bevoegd;

  • -

    Gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 125, van de Ambtenarenwet;

  • -

    Gezien de instemming van de commissie voor Georganiseerd Overleg; d.d. 18-08-2014;

  • -

    Gelet op het besluit van de raad d.d. 26 juni 2014, waarbij de bevoegdheid tot het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden ten aanzien van het griffie personeel is opgedragen aan de raadsvoorzitter;

     

b e s l u i t e n :

Vast te stellen de navolgende “Eigen Regeling van de arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Veghel (Eigen regeling Bezoldigingsregeling)”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanloopschaal: de salarisschaal die één schaal lager is dan de functionele schaal.

  • b.

    Ambtenaar: de ambtenaar in de zin artikel 1:1 van de Car-Uwo.

  • c.

    Betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de Car-Uwo.

  • d.

    Bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de Car-Uwo.

  • e.

    Beoordeling: de beoordeling zoals is bedoeld in de Regeling jaargesprekken gemeente Veghel.

  • f.

    Bijlage: de bij deze regeling behorende bijlagen.

  • g.

    Buitendagvenster: de uren niet vallende binnen de uren van het dagvenster.

  • h.

    Buitendagvenstervergoeding: de vergoeding als bedoeld in artikel 3:8 van de Car-Uwo (van toepassing voor de ambtenaar die valt onder de standaardregeling en die arbeid dient te verrichten buiten het dagvenster)

  • i.

    Car-Uwo: Car staat voor Centrale Arbeidsvoorwaardenregeling en Uwo staat voor Uitwerkingsovereenkomst. De gemeente Veghel is een Car-Uwo gemeente.

  • j.

    College: het college van burgemeester en wethouders of waar het het personeel van de griffie betreft, de raadsvoorzitter.

  • k.

    Consignatiedienst: het op last van de organisatie gedurende een bepaalde periode bereikbaar en beschikbaar zijn, buiten het normale werkrooster, voor het verrichten van werkzaamheden in het kader van onder andere gladheidbestrijding/ storingsdiensten.

  • l.

    Conversie: de vertaling van de functiewaarde (totaalscore) van een functie vastgesteld via functiewaardering naar een salarisschaal.

  • m.

    Dagvenster: de uren van maandag tot en met vrijdag van 07.00 uur tot 22.00 uur.

  • n.

    Functie: het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten zoals aan hem/ haar is opgedragen door de werkgever.

  • o.

    Functionele schaal: salarisschaal behorende bij de generieke functie en als gevolg van functiewaardering vastgesteld.

  • p.

    Functiewaardering: het bepalen van de functiewaarde (totaalscore) van de aangewezen functie via het daartoe vastgestelde functiewaarderingssysteem.

  • q.

    Jaargesprek: minimaal jaarlijks te houden gesprek tussen medewerker en leidinggevende met beoordelingsdeel over resultaten van afgelopen periode en een functioneringsdeel over toekomstige afspraken en persoonlijke ontwikkeling.

  • r.

    Maximum salaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal.

  • s.

    Overwerk: het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l, van de Car-Uwo (van toepassing voor de ambtenaar voor wie de bijzondere regeling van de werktijden geldt).

  • t.

    Periodieke verhoging: het verschil tussen twee opeenvolgende bedragen in één salarisschaal.

  • u.

    Salaris: het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de Car-Uwo.

  • v.

    Salarisschaal: de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de Car-Uwo, opgenomen in bijlage IIa van die regeling.

  • w.

    Salarisancienniteit: de tijd die in aanmerking komt voor de vaststelling van het salaris van een ambtenaar op een hoger bedrag dan het minimum van de salarisschaal, welke op hem betrekking heeft.

  • x.

    Standaardregeling: onder de Standaardregeling vallen alle ambtenaren die zelf regelruimte hebben over hun werktijden. Met regelruimte wordt bedoeld dat de ambtenaar die (enige) vrijheid heeft bij het bepalen van zijn werktijden.

  • y.

    Toelagen: alle toelagen waarop ingevolge of krachtens deze regeling aanspraak bestaat.

  • z.

    Uurloon: het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o, van de Car-Uwo.

  • aa.

    Volledige functie: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de Car-Uwo.

Artikel 2 Recht op salaris

  • 1. Het recht op salaris vangt aan met de dag, waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2. Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Onvolledige betrekking

Het salaris van de ambtenaar met een niet-volledige werktijd wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige werktijd.

Artikel 5 Salarisbedragen

De salarissen van de ambtenaren, wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIa van de CAR UWO.

Artikel 6

  • 1.

    In bijzondere gevallen en slechts met instemming van betrokken ambtenaar kan het college hetzij bij aanstelling, hetzij nadien een lager salaris vaststellen dan ingevolge de overige bepalingen van deze regeling voor de ambtenaar zou gelden.

  • 2.

    De toepassing van bijlage IIa van de CAR UWO vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde t/m vijfde lid, van de CAR UWO.

  • 3.

    Het college bepaalt met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

  • 4.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 5.

    Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR UWO, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Artikel 7 Inschaling bij indiensttreding

  • 1.

    Het van toepassing zijnde functieniveau wordt, met toepassing van de Procedureregeling Functiebeschrijving en Functiewaardering vastgesteld op basis van een generieke functie-beschrijving.

  • 2.

    Indien voor een vacante functie geen generieke functiebeschrijving beschikbaar is, wordt overeenkomstig het bepaalde in de Procedureregeling Functiebeschrijving en Functiewaardering, een voorlopige functiebeschrijving opgemaakt. Op basis daarvan wordt een indicatief functieniveau vastgesteld.

  • 3.

    Voorzover, in de situatie als bedoeld onder 2, op basis van functiewaardering een hoger functieniveau wordt vastgesteld dan het eerder vastgestelde indicatieve functieniveau, wordt aan de ambtenaar met ingang van de datum waarop hij in bedoelde functie is benoemd, bedoeld hoger functieniveau toegekend met inachtneming van het bepaalde in de leden 4 en 5 van dit artikel.

  • 4.

    In de regel is er bij de toepassing van het gestelde onder lid 3 van de Algemene Bepalingen, sprake van twee direct opeenvolgende niveaus:

  • a.

    salaris overeenkomstig de aanloopschaal;

  • b.

    salaris overeenkomstig de functieschaal.

  • 5.

    Aanstelling vindt in de regel plaats in de aanloopschaal. Opleiding, vaardigheden en ervaring en ook leeftijd, zijn primair bepalend voor de inpassing op een bepaald salarisnummer van de van toepassing zijnde aanloopschaal. Indien opleiding, vaardigheden en ervaring aansluiten bij de functie, kan inschaling ook in de functieschaal plaatsvinden.

Artikel 8 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1.

    Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert (vastgesteld in het beoordelingsdeel van het jaargesprek met een beoordeling A), wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal ingevolge bijlage IIa periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag.

  • 2.

    De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal ingevolge bijlage IIa nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van het kalenderjaar volgende op dat, waarin hij is aangesteld en nadien telkens na één jaar.

  • 3.

    In afwijking van het in het vorige lid bepaalde, geldt vanaf 1 april 1997 voor een nieuw indiensttredende ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal ingevolge bijlage II a nog niet heeft bereikt en een tijdelijke aanstelling heeft, dat het salaris voor de eerste maal wordt verhoogd, op basis van voldoende functioneren op basis van volgende uitgangspunten:

    - Indiensttredingsdatum in eerste drie kwartalen van het jaar: op basis van jaargesprek 4e kwartaal en bij beoordeling A eerstvolgende jaarlijkse periodiek per 01-01 van het aansluitende jaar. Daarna jaarlijks verhoging periodiek (op basis van beoordeling A) per 1 januari van elk volgend jaar tot bereiken van maximumsalaris

  • - Indiensttredingsdatum in vierde kwartaal van het jaar: op basis van jaargesrpek 4e kwartaal en bij beoordeling A eerstvolgende jaarlijkse periodiek per 01-01 van het jaar volgend op het aansluitende jaar. Daarna jaarlijks verhoging periodiek (op basis van beoordeling A) per 1 januari van elk volgend jaar tot het bereiken van het maximumsalaris.

  • 4.

    Het tijdstip waarop ingevolge het bepaalde in lid 2 en 3 voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van het college aanleiding bestaat.

Artikel 9 Extra periodieke verhoging

  • 1.

    Aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag (tot maximaal 2 periodieken), niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking. Vastgesteld in het beoordelingsdeel jaargesprek met een beoordeling A waaruit de motivatie de zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking blijkt.

  • 2.

    Binnen eenzelfde salarisschaal kan meerdere malen gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid tot toekenning van een extra periodiek, voor zover daarmee het maximumsalaris in de desbetreffende schaal niet wordt overschreden.

  • 3.

    Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 8 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Artikel 10 Geen periodieke verhoging

  • 1.

    Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert (vastgesteld in jaargesprek met een beoordeling B), kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 8 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 2.

    Er kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht, alsnog worden toegekend. De afspraken hierover worden schriftelijk vastgelegd (afspraken m.b.t. resultaatverbetering en datum beoordeling alsnog toekenning salarisverhoging).

  • 3.

    Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 11 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

  • 1.

    Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de CAR UWO, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

  • 2.

    Bij bevordering naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, anders dan tengevolge van functiewaardering, wordt het salaris in de nieuwe schaal voor de eerste maal verhoogd met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die, waarop de ambtenaar één jaar in de nieuwe schaal is ingepast en nadien telkens na één jaar.

  • 3.

    De ambtenaar die ingeschaald is een aanloopschaal wordt ingeschaald in de voor zijn functie geldende functieschaal na formele beoordeling waaruit blijkt dat:

  • a.

    de functie volledig vervult en

  • b.

    voldoet aan de eisen die aan een goede en normale functievervulling (score A bij de beoordeling) worden gesteld.

  • 4.

    Voorzover uit de formele beoordeling (deel A van het jaargesprek) blijkt dat aan het gestelde onder 1a en 1b (nog) niet wordt voldaan, wordt de toekenning van de functieschaal opgeschort tot het moment dat uit een volgende formele beoordeling blijkt dat door de ambtenaar wordt voldaan aan het gestelde onder lid 1 a en lid 1 b.

Artikel 12 Gratificatie en attentie

  • 1.

    Gedurende het hele jaar kunnen attenties of gratificaties aan medewerkers toegekend worden. Met het uitgangspunt “boter bij de vis doen” genieten attenties de voorkeur boven gratificaties.

  • 2.

    Een gratificatie kan als een eenmalige beloning worden toegekend in geval van een bijzondere prestatie.

  • 3.

    Het toe te kennen gratificatiebedrag wordt netto uitbetaald en bedraagt maximaal € 750,- waarbij voor de hoogte van het bedrag de volgende richtlijnen gelden:

    - € 250,00 voor een stimuleringsgratificatie

    - € 500,00 op goede wijze afronden van een project of klus, het verrichten van extra werkzaamheden of het vervangen van een collega zonder dat er recht bestaat op een vervangingstoelage

    - € 750,00 het verrichten van een bijzonder project of klus die met grote tijdsinzet gepaard gaat of functieniveau van medewerker overstijgt

  • 4.

    De gratificatie wordt toegekend door de directie, op voordracht van de afdelingsmanager. Dit na inspraak en vastlegging door P&O. Alle gratificaties worden besproken in het DMO en jaarlijks rapporteert P&O aan de directie.

  • 5.

    Een groepsgratificatie kan worden toegekend, op voordracht van afdelingsmanager na inspraak en vastlegging door P&O, indien een groep medewerkers gezamenlijk en eenmalig een bijzondere prestatie heeft verricht binnen of buiten de afzonderlijke functies. De hoogte van de groepsgratificatie wordt door de directie bepaald.

  • 6.

    Bij het toekennen van een attentie is er sprake van een eenmalige, extra en tussentijdse prestatie door een medewerker. Attenties worden niet uitbetaald via het salaris, de verdere vorm van de attentie is vrij,

  • 7.

    De waarde van de attentie bedraagt maximaal € 200,00.

  • 8.

    Een attentie wordt toegekend door de direct leidinggevende, na inspraak en vastlegging door P&O. In de maandelijkse managementinformatie aan directie en DMO rapporteert P&O over de verstrekte attenties.

Artikel 13 Persoonlijke toelage na bereiken maximum functieschaal

  • 1.

    Aan de ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende salarisschaal heeft bereikt, en die naar het oordeel van de directie (het college indien het gaat om de algemeen directeur) blijk heeft gegeven van langdurige uitzonderlijk goede uitoefening van de functie, kan een persoonlijke toelage worden toegekend. Dit wordt vastgesteld in het beoordelingsdeel van het jaargesprek met beoordeling A en motivatie waaruit uitzonderlijk goede uitoefening van de functie blijkt.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde toelage is niet hoger dan 10 procent van het salaris van de betrokken ambtenaar, met dien verstande dat de som van dat salaris en die toeslag het hoogste bedrag van de naasthogere salarisschaal niet overschrijdt.

  • 3.

    De hiervoor bedoelde toelage bedraagt, afhankelijk van de mate waarin sprake is van een situatie als bedoeld onder lid 2, 5% danwel 10% van het salaris van de betrokken ambtenaar, met dien verstande dat de som van bedoeld salaris en de bedoelde toelage het hoogste bedrag van de naast hogere salarisschaal niet overschrijdt.

  • 4.

    Bedoelde vaste toelage kan slechts éénmaal binnen een bepaalde salarisschaal worden toegekend.

  • 5.

    Met inachtneming van het bepaalde in lid 2 kan een vaste toelage uitsluitend worden toegekend voorzover de resultaten van het beoordelingsdeel van het jaargesprek daartoe aanleiding geven.

  • 6.

    De vaste toelage wordt maandelijks uitbetaald.

  • 7.

    Indien de ambtenaar in een functie wordt geplaatst met een hoger functieniveau, vervalt de in de oude functie toegekende toelage met ingang van de datum waarop het salaris in de nieuwe functie feitelijk gelijk is aan of hoger is dan het salaris plus de toelage in de oude functie.

Artikel 14 Tijdelijke persoonlijke toelage

  • 1.

    Aan de ambtenaar die op tijdelijke basis een andere functie gaat vervullen met een hogere functiewaardering of een tijdelijk project gaat vervullen waarvan de aard van de werkzaamheden zwaarder zijn dan de functie waarin hij is aangesteld, kan een tijdelijke toelage worden toegekend. Hierbij is geen sprake van waarneming, maar sprake van tijdelijke volledige invulling van een andere functie / project.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde toelage bedraagt maximaal 3 periodieken van de naasthogere salarisschaal.

  • 3.

    De tijdelijke toelage wordt toegekend voor de duur van de tijdelijk functievervulling / uitvoering van het project, dit met een maximum van 1 jaar. Na deze periode in ieder geval beoordeeld of er nog grondslag is voor toekenning tijdelijke toelage.

  • 4.

    De tijdelijke toelage wordt maandelijks uitbetaald.

Artikel Arbeidsmarkttoelage (oud)

Komt te vervallen na vaststelling wijziging bezoldigingsregeling. Deze toelage is niet meer passend binnen huidige arbeidsmarkt.  

Artikel 15 Geen afbouwregeling

Bij het beëindigen van de volgende instrumenten van flexibele beloning:

  • -

    gratificatie

  • -

    persoonlijke toelage

  • -

    tijdelijke persoonlijke toelage

wordt geen afbouwregeling getroffen.

Artikel 16 Waarnemingstoelage

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de CAR UWO.

Artikel 17 Overwerkvergoeding

  • 1.

    De ambtenaar die valt onder de bijzondere regeling werktijden als bedoeld in artikel 4:3 van de Car-Uwo heeft recht op een vergoeding voor overwerk op basis van artikel 3:2:1, vijfde lid van de Car-Uwo. Het overwerk wordt per maand of per kwartaal gedeclareerd. De uren van overwerk worden in tijd uitgekeerd en de overwerktoeslag wordt uitbetaald, tenzij anders wordt overeengekomen.

  • 2.

    Werkzaamheden buiten de normale werktijd in het kader van de gladheidbestrijding en rampenbestrijding, inclusief oefeningen, vallen onder de overwerkvergoeding.

 

Artikel 18 Buitendagvenstervergoeding

  • 1.

    De ambtenaar die valt onder de standaardregeling werktijden en die aangewezen is voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten als bedoeld eigen regeling Bereikbaarheids- beschikbaarheidsdienst heeft over de uren buiten het dagvenster (maandag tot en met vrijdag van 07.00 tot 22.00 uur) dat hij daadwerkelijk arbeid verricht recht op een buitendagvenstervergoeding.

  • 2.

    De ambtenaar die valt onder de standaardregeling voor de werktijden en die door het college aangewezen is om arbeid te verrichten buiten het dagvenster (maandag tot en met vrijdag van 07.00 tot 22.00 uur) als bedoeld in artikel 4:2, tweede lid, heeft recht op een buitendagvenstervergoeding.

  • 3.

    De hoogte van de buitendagvenstervergoeding is bepaald in artikel 3:8 van de Car-Uwo.

  • 4.

    De ambtenaar die een functie bekleedt waaraan een functieschaal niveau 11 of hoger verbonden is, heeft geen recht op een buitendagvenstervergoeding.

Artikel 19 Toelage onregelmatige dienst

  • 1.

    Aan de ambtenaar die valt onder de bijzonder regeling werktijden als bedoeld in artikel 4:3 van de CAR UWO wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de CAR UWO.

  • 2.

    De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur. Dit percentage bedraagt:

    - 20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

    - 40% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur; 40% voor de uren op zaterdag;

    - 65% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid van de CAR UWO gemeente Veghel, met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris behorende bij salarisschaal 6, salarisanciënniteit 11, van bijlage IIa.

  • 3.

    Om pragmatische redenen kan het college in afwijking van het bepaalde in lid 2, aan bepaalde ambtenaren, die een functie vervullen waarvoor middels rooster werktijden zijn vastgesteld als bedoeld in artikel 3:3 van de CAR UWO, een vaste maandelijkse toelage onregelmatige dienst toekennen tot een nader door het college vast te stellen percentage van het maandsalaris.

  • 4.

    In bijzondere gevallen kan het college een regeling treffen, die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

 

  • 5.

    Bij arbeidsongeschiktheid langer dan 30 dagen komt deze toelage bij voortduring van de arbeidsongeschiktheid te vervallen.

Artikel 20 Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst

  • 1.

    Indien het college zulks in het belang van de dienst nodig acht, is de ambtenaar verplicht om zich buiten de voor zijn betrekking vastgestelde werktijden ter beschikking te houden. Voor het gedurende onbepaalde tijd periodiek verrichten van deze beschikbaarheidsdiensten wordt de ambtenaar schriftelijk aangewezen.

  • 2.

    In het kader van deze regeling wordt verstaan onder beschikbaarheidsdienst:

  • a.

    de tijd waarin de ambtenaar niet thuis behoeft te blijven, maar wel beschikbaar behoort te zijn en opgeroepen kan worden en daartoe de beschikking heeft over een technisch hulpmiddel, zijnde een zogenaamde pieper of een mobiele telefoon en

  • b.

    het doen van die dienst gedurende alle uren, die bij een volledige werktijd op maandag tot en met vrijdag niet gewerkt behoeven te worden, en alle uren op zaterdag, zondag en feestdagen.

  • 3.

    De vergoeding voor het beschikbaar zijn bedraagt per week:

  • a.

    voor de ambtenaar die is aangewezen ingevolge de storingsdienst/fase 0 –regeling en de regeling gladheidsbestrijding (coördinatoren / opzichters), een standaardbedrag gebaseerd op 5% van het maximumbedrag behorende bij schaal 8 van bijlage IIA van de AR gemeente Veghel;

  • b.

    voor de ambtenaar die is aangewezen ingevolge de storingsdienst/fase 0 – regeling, het rampenplan/calamiteitenregeling en de regeling gladheidbestrijding (medewerkers), een standaardbedrag gebaseerd op 3% van het maximumbedrag behorende bij schaal 5 van bijlage IIA van de AR gemeente Veghel.

  • 4.

    De beschikbaarheidsvergoeding wordt slechts verstrekt over de periode(n) dat volgens rooster daadwerkelijk beschikbaarheidsdiensten zijn verricht.

  • a.

    De aangewezen ambtenaar komt slechts voor één beschikbaarheidsvergoeding tegelijk in aanmerking.

  • b.

    Als wekelijks minder beschikbaarheidsdienst wordt verricht dan een volledige week, wordt de vergoeding per week naar verhouding vastgesteld.

  • 5.

    Voor medewerkers waarvoor de bijzondere regeling conform artikel (artikel 4.2 CAR UWO) van toepassing geldt dat arbeid verricht tijdens de beschikbaarheidsdienst als overwerk wordt beschouwd en vergoed conform de geldende overwerkregeling Voor medewerkers waarvoor de standaardregeling van toepassing is, geldt dat arbeid verricht tijdens de beschikbaarheidsdienst wordt vergoed volgens de buitendagvenstervergoeding artikel 3:3A  lid 2 CAR UWO.

  • 6.

    Overwerk als bedoeld in lid 5 begint op het moment dat van huis wordt vertrokken en eindigt op het moment van terugkeer in de woning.

  • 7.

    Deze regeling is onverkort van toepassing op alle ambtenaren die ingevolge lid 1van deze regeling door het college schriftelijk zijn aangewezen voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten. Lid 5 en lid 6 zijn niet van toepassing op alle functies vanaf schaal 11.

Artikel 21 EHBO-toelage

Aan de ambtenaar, die in het kader van de bedrijfshulpverlening over een geldig E.H.B.O. diploma beschikt, wordt voor het behoud van de geldigheid van het betreffende diploma middels het onder diensttijd volgen van een verplicht aantal herhalingslessen, een toelage toegekend van € 15,00 per maand.

Artikel 22 Afbouwtoelage

  • 1.

    Aan de ambtenaar wiens bezoldiging, als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in artikel 19 en 20 blijvende verlaging ondergaat, wordt door het college een aflopende toelage toegekend, indien:

  • a.

    die blijvende verlaging tenminste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage als bedoeld in artikel 13 en

  • b.

    de ambtenaar de toelage als bedoeld in artikel 19 en 20 direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende tenminste 2 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • c.

    De afbouw van de toelage wordt als volgt uitgevoerd:

  • -

    0-6 maanden doorbetaling 100% toelage

  • -

    6-12 maanden doorbetaling 75% van toelage

  • -

    12-18 maanden doorbetaling 50% van toelage

  • -

    18-24 maanden doorbetaling 25% van toelage

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, wordt aan de ambtenaar van 60 jaar of ouder, wiens bezoldiging, als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in artikel 19 en 20 een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend indien de ambtenaar de toelage als bedoeld in artikel 19 en 20 direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij, onmiddellijk voor de aanvang van die toelage, gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage als bedoeld in artikel 19 en 20 heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.

  • 4.

    Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

  • 5.

    Het college neemt voor de toepassing van dit artikel de nadere regels in acht, die in het LOGA worden overeengekomen.

  • 6.

    Het college kan, in geval van een betreffende beëindiging of vermindering van een andere toelage of vergoeding, als hiervoor bedoeld, ten aanzien van de belanghebbende ambtenaar een dienovereenkomstige regeling treffen als bedoeld in lid 1 tot en met 5.

Artikel 23 Garantiebepalingen

  • 1. De ambtenaar die als gevolg van een interne organisatiewijziging wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt (op basis van het bepaalde in het Sociaal Statuut) recht op het salaris en het salarisperspectief, zoals die voor hem/ haar/ haar golden in de oude functie.

  • 2. De ambtenaar aan wie een bepaald salaris, bezoldiging of toelagen is gegarandeerd op basis van de voorgaande regelingen omtrent salaris, bezoldiging of toelagen, behoudt deze tenzij daarover afspraken voor afbouw worden overeengekomen.

  • 3. De garantietoelage komt geheel te vervallen bij bevordering naar een hogere salarisschaal of als gevolg van een inschaling in een hogere salarisschaal als gevolg van functiewaardering. Indien mogelijk wordt de garantietoelage volledig opgenomen (gecompenseerd) in de inschaling in de hogere salarisschaal. Mocht de garantietoelage niet geheel kunnen worden opgenomen (gecompenseerd), dan behoudt de ambtenaar het verschil aan salaris als garantietoelag.

Artikel 24 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het college een bijzondere regeling. Voor de griffie geldt dat de werkgeverscommissie in onvoorziene gevallen een bijzondere regeling kan treffen.

Artikel 25 Inwerkingtreding/slotbepalingen

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als "Bezoldigingsregeling"

  • 2. Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 maart 2014. Alsdan vervallen de volgende regelingen: de bezoldigingsregeling vastgesteld in november 2011, de eigen regeling overwerk, eigen regeling toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst, de interne richtlijn gratificaties en attenties en de interne richtlijn beloningsbeleid.

Ondertekening

Vastgesteld op 26 augustus 2014

Burgemeester en wethouders van de gemeente Veghel,

De secretaris,

Drs. M.G.C. Wilms-Wils RA.

De burgemeester,

Mr. I.R. Adema

De raadsvoorzitter,

Mr. I.R. Adema

Overeengekomen met het GO op 18 augustus 2014,

namens ABVAKBO / FNV