Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Littenseradiel

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Littenseradiel 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Littenseradiel
Officiële naam regelingReglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Littenseradiel 2014
CiteertitelReglement van orde gemeenteraad Littenseradiel 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is dit reglement per 1 januari 2020 vervallen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 16

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-11-201401-01-2020Nieuwe regeling

26-05-2014

Op 'e Skille, 20-11-2014

Foarstel foarsittersoerlis, 23-04-2014, nr. 12

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Littenseradiel 2014

De raad van de gemeente Littenseradiel;

gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het foarsittersoerlis van 23 april 2014;

besluit:

vast te stellen het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Littenseradiel 2014

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing;

  • b.

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • c.

    initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of ander voorstel;

  • d.

    motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • e.

    subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement;

  • f.

    voorzitter: voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger;

  • g.

    raadsvergadering(en): meningsvormende en besluitvormende raadsvergadering;

  • h.

    rûntepetear: vergadering om informatie over een onderwerp te verzamelen, en;

  • i.

    griffiebrief: tweewekelijkse nieuwsbrief van de griffie, waarin ingekomen stukken, informatiestukken, moties/amendementen en uitnodigingen worden opgenomen.

Artikel 2 Het foarsittersoerlis

  • 1. Het foarsittersoerlis bestaat uit de voorzitter en de fractievoorzitters. De griffier is in elke vergadering van het foarsittersoerlis aanwezig.

  • 2. De voorzitter kan voorstellen de secretaris uit te nodigen voor het foarsittersoerlis.

  • 3. Elke fractievoorzitter wijst een lid van de raad aan, dat hem bij zijn afwezigheid in het foarsittersoerlis vervangt.

  • 4. Elke fractievoorzitter of diens vervanger heeft één stem in het foarsittersoerlis.

  • 5. Het foarsittersoerlis stelt de voorlopige agenda van het rûntepetear en de raadsvergaderingen vast.

  • 6. Het foarsittersoerlis doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie van de werkzaamheden van de raad.

  • 7. De vergaderingen van het foarsittersoerlis zijn niet openbaar.

Artikel 3 De griffier

  • 1. De griffier is aanwezig in de raadsvergaderingen en de vergaderingen van het rûntepetear en het foarsittersoerlis.

  • 2. De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in raadsvergaderingen deelnemen.

Artikel 4 Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

  • 1. Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2. Deze commissie onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

  • 3. Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

  • 4. Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

Artikel 5 Benoeming wethouders

Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

Artikel 6 Fracties

  • 1. Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd.

  • 2. Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3. De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4. Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of als één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • 5. Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3 van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

Hoofdstuk 2 Rûntepetear

Artikel 7 Doel van het rûntepetear

  • 1. Doel van het rûntepetear is het verzamelen van alle informatie over een onderwerp, zodat de raad daarover een gewogen uitspraak kan doen of besluit kan nemen.

  • 2. In het rûntepetear kunnen inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven hun meningen en ideeën geven over op de agenda van het rûntepetear vermelde onderwerpen.

  • 3. In het rûntepetear is geen gelegenheid om leden van het college politiek ter verantwoording te roepen.

  • 4. Het rûntepetear is openbaar.

  • 5. Het rûntepetear vindt in de regel veertien dagen voor de meningsvormende raadsvergadering plaats. Het foarsittersoerlis kan een afwijkende dag aanwijzen.

Artikel 8 Het foarsittersoerlis

  • 1. Het foarsittersoerlis stelt de agenda voor het rûntepetear vast.

  • 2. Het foarsittersoerlis stelt de agenda inclusief de te behandelen stukken tien dagen vóór het rûntepetear beschikbaar. Alle relevante stukken liggen vanaf dat moment in het gemeentehuis ter inzage. De agenda wordt op de gemeentelijke website en - zo mogelijk - in Op ’e Skille openbaar bekend gemaakt.

  • 3. Het foarsittersoerlis draagt zorg voor de uitnodigingen voor het rûntepetear.

Artikel 9 Deelnemers aan het rûntepetear

  • 1. Aan het rûntepetear kunnen deelnemen de in de raad vertegenwoordigde fracties, een vertegenwoordiging van het college, inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven.

  • 2. Belanghebbenden kunnen zich tot aanvang van het rûntepetear bij de voorzitter van het rûntepetear of de griffier melden.

  • 3. Iedere raadsfractie is vertegenwoordigd door één raadslid of een daarvoor door de raad aangewezen fractievertegenwoordiger.

  • 4. Het college kan zich laten bijstaan door ambtelijk deskundigen.

  • 5. De deelnemers aan het rûntepetear spreken vanaf een vooraf aangewezen zitplaats.

Artikel 10 Fractievertegenwoordigers

  • 1. Iedere fractie kan bij de raad maximaal twee personen voordragen, die als fractievertegenwoordiger namens de fractie kunnen deelnemen aan de rûntepetearen.

  • 2. De fractievertegenwoordiger dient voor te komen op een geldig verklaarde lijst van kandidaten van de desbetreffende politieke partij voor de laatst gehouden gemeenteraadsverkiezingen.

  • 3. De fractievertegenwoordigers krijgen toegang tot alle beschikbare informatie over de geagendeerde onderwerpen, tenzij daarover geheimhouding is opgelegd.

  • 4. De gedragscode voor de leden van de raad is voor zover relevant van overeenkomstige toepassing op de fractievertegenwoordigers.

Artikel 11 De procedure

  • 1. Inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven hebben de gelegenheid in het rûntepetear relevante informatie, ideeën en meningen naar voren te brengen.

  • 2. Het college heeft de gelegenheid in het rûntepetear een beknopte toelichting op aan de orde zijnde stukken te geven en te reageren op de inbreng van andere deelnemers aan het rûntepetear.

  • 3. De raadsleden of fractievertegenwoordigers hebben de gelegenheid beknopt aan de andere deelnemers een (nadere) toelichting te vragen op ingebrachte stukken of de in het rûntepetear naar voren gebrachte zaken.

  • 4. De raadsleden of fractievertegenwoordigers formuleren bij meerderheid een aanbeveling aan de raad inzake de agendering, welke kan inhouden dat het onderwerp rijp is voor behandeling in de raadsvergadering, het wordt aangehouden of niet op de agenda van de raad wordt geplaatst.

Artikel 12 De voorzitter

  • 1. De raad benoemt uit zijn midden en ontslaat de voorzitters van het rûntepetear en diens plaatsvervangers.

  • 2. Het foarsittersoerlis kan competentie-eisen voor de voorzitter van het rûntepetear vaststellen.

  • 3. De voorzitter van het rûntepetear is belast met het leiden van het rûntepetear, het handhaven van de orde en het doen naleven van het reglement van orde.

  • 4. De voorzitter van het rûntepetear nodigt belanghebbenden, deskundigen en het college uit aan tafel.

  • 5. De voorzitter van het rûntepetear verleent het woord. Daarvoor hanteert hij zoveel mogelijk de vooraf bepaalde volgorde van sprekers.

  • 6. De voorzitter van het rûntepetear sluit het rûntepetear met het verwoorden van de aanbeveling, zoals vastgesteld conform artikel 11, vierde lid.

Artikel 13 De griffier

  • 1. In ieder rûntepetear is de griffier aanwezig.

  • 2. De griffier kan aan het rûntepetear deelnemen.

Artikel 14 Verslag

  • 1. De griffier draagt zorg voor een beknopt verslag van het rûntepetear.

  • 2. Het verslag bevat tenminste:

    • a.

      de namen van de voorzitter van het rûntepetear, de griffier en alle deelnemers aan het rûntepetear;

    • b.

      een vermelding van alle nieuwe informatie die naar voren is gebracht;

    • c.

      de nog openstaande vragen en de toezeggingen van het college;

    • d.

      de aanbeveling van het rûntepetear.

  • 3. Het verslag wordt zoveel mogelijk vastgesteld in de eerstvolgende raadsvergadering.

Artikel 15 Toehoorders en pers

De artikelen 40 en 41 zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 3 Raadsvergaderingen

Paragraaf 1 Voorbereiding

Artikel 16 Vergaderfrequentie
  • 1. De raadsvergaderingen vinden in de regel plaats op maandag en beginnen om 19.30 uur en worden gehouden in het gemeentehuis, tenzij de raad anders beslist.

  • 2. De raad vergadert zo vaak als hij daartoe heeft besloten. Voorts vergadert de raad indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste een vijfde van het aantal leden waaruit de raad bestaat schriftelijk, met opgave van redenen, daarom verzoekt.

  • 3. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover, tenzij er sprake is van een spoedeisende situatie, overleg in het foarsittersoerlis.

Artikel 17 Oproep en voorlopige agenda
  • 1. De voorzitter zendt ten minste tien dagen voor een raadsvergadering de raadsleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 2. Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering aan de raadsleden gezonden.

Artikel 18 Aanvullende agenda; vaststellen agenda
  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

  • 2. Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

  • 3. De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.

Artikel 19 Ter inzage leggen van stukken
  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de raadsleden en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2. Stukken die digitaal beschikbaar zijn, worden op de website van de gemeente geplaatst.

  • 3. Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

Artikel 20 Openbare kennisgeving
  • 1. De vergadering wordt door aankondiging in Op ’e Skille en op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de voorlopige agenda en de daarbij behorende voorstellen kan inzien.

Paragraaf 2 Ter vergadering

Artikel 21 Presentielijst
  • 1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 22 Zitplaatsen
  • 1. De voorzitter, de raadsleden en de griffier hebben een vaste zitplaats, door de voorzitter na overleg in het foarsittersoerlis bij aanvang van iedere nieuwe zittingsperiode van de raad aangewezen.

  • 2. Indien daartoe aanleiding bestaat, kan de voorzitter de indeling herzien na overleg in het foarsittersoerlis.

  • 3. De voorzitter draagt zorg voor een zitplaats voor de wethouders, secretaris en overige personen, die voor de vergadering zijn uitgenodigd.

Artikel 23 Spreekregels
  • 1. De raadsleden en overige aanwezigen spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2. Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de raadsleden en de overige aanwezigen vanaf een andere plaats spreken.

Artikel 24 Volgorde sprekers
  • 1. Een raadslid voert het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 2. De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer een raadslid het woord vraagt over de orde van de vergadering.

Artikel 25 Aantal spreektermijnen
  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de beraadslaging over het door dat raadslid ingediende.

  • 5. Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 26 Spreekrecht burgers
  • 1. Voorafgaand aan de raadsvergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal vijftien minuten het woord voeren over niet geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden:

    • a.

      over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter open staat of heeft opengestaan;

    • b.

      over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      indien een klacht op grond van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam en adres en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan drie sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. Het foarsittersoerlis doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 27 Rondvraag
  • 1. Na de behandeling van de op de agenda geplaatste onderwerpen kunnen de raadsleden het woord voeren over niet op de agenda vermelde onderwerpen dan wel vragen stellen aan het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester.

  • 2. De raadsleden die van de rondvraag gebruik willen maken, melden dit voor de vergadering bij de griffier.

Artikel 28 Deelname aan de beraadslaging door anderen

Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 29 Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.

Paragraaf 3 Stemmingen

Artikel 30 Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.

Artikel 31 Beslissing
  • 1. De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

  • 2. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

Artikel 32 Stemming; procedure hoofdelijke stemming
  • 1. De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2. Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen, kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 3. Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.

  • 4. Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde.

  • 5. Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 6. Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 7. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. Deze doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 33 Volgorde stemming over amendementen en moties
  • 1. Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2. Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3. Als meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.

  • 4. Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

Artikel 34 Stemming over personen
  • 1. Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.

  • 2. Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen.

  • 3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.

Paragraaf 4 Besluitenlijst; ingekomen stukken

Artikel 35 Besluitenlijst
  • 1. De griffier draagt zorg voor de besluitenlijsten van de raadsvergaderingen.

  • 2. Een besluitenlijst bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders en de raadsleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene;

    • e.

      een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

    • f.

      de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;

    • g.

      bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 28 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 3. Een conceptbesluitenlijst wordt gelijktijdig met de verzending aan de raadsleden verzonden aan de overige personen die het woord hebben gevoerd in de raadsvergadering waarop het betrekking heeft.

  • 4. Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de voorzitter en griffier.

  • 5. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

  • 6. Als de besluitenlijsten elektronisch beschikbaar zijn, worden ze op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 36 Ingekomen stukken; mededelingen
  • 1. Bij de raad ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het college aan de raad, worden met een voorstel voor afhandeling in de griffiebrief opgenomen. Deze griffiebrief wordt aan de raadsleden toegezonden.

  • 2. Alle ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het college en de burgemeester aan de raad, worden ter inzage gelegd voor de raadsleden.

  • 3. Op de agenda van de besluitvormende raadsvergadering wordt het punt “Mededeling van de voorzitter over de ingekomen stukken zoals gepubliceerd in de griffiebrieven” opgenomen. Dit is de formele melding van de ingekomen stukken.

  • 4. De raadsleden kunnen via het foarsittersoerlis verzoeken ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het college aan de raad, op de agenda van een rûntepetear of een raadsvergadering te plaatsen.

Paragraaf 5 Besloten raadsvergaderingen

Artikel 37 Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 38 Verslag besloten vergadering
  • 1. Conceptbesluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de raadsleden ter inzage gelegd bij de griffier.

  • 2. Deze besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van de vastgestelde besluitenlijst.

  • 3. De vastgestelde besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 39 Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Paragraaf 6 Toehoorders en pers

Artikel 40 Toehoorders en pers
  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

Artikel 41 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 4 Bevoegdheden, instrumenten raadsleden

Artikel 42 Amendementen en subamendementen

  • 1. Raadsleden dienen amendementen en subamendementen voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben in bij de voorzitter. Dit gebeurt schriftelijk, tenzij de voorzitter oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.

  • 2. Er wordt alleen beraadslaagd over amendementen en subamendementen die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben en die bij de beraadslaging in de vergadering aanwezig zijn.

  • 3. Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 43 Moties

  • 1. Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter.

  • 2. De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • 3. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

  • 4. Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 44 Initiatiefvoorstel

  • 1. Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk in bij de voorzitter.

  • 2. Een initiatiefvoorstel wordt door tussenkomst van het foarsittersoerlis geplaatst op de agenda van het eerstvolgende rûntepetear, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van het daaropvolgende rûntepetear geplaatst.

  • 3. De voorzitter plaatst het voorstel, na behandeling in het rûntepetear, door tussenkomst van het foarsittersoerlis op de agenda van de eerstvolgende vergadering, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende vergadering geplaatst.

Artikel 45 Collegevoorstel

  • 1. Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2. Als de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college dient te worden gezonden, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 46 Interpellatie

  • 1. Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • 2. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.

  • 3. Als het verzoek ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering is ingediend of in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt over het verzoek tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.

  • 4. De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.

Artikel 47 Schriftelijke vragen

  • 1. Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier. Daarbij wordt aangegeven of er een voorkeur voor schriftelijke of mondelinge beantwoording bestaat.

  • 2. De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen nadat de vragen zijn ingediend.

  • 4. Als de vragen ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering zijn ingediend, vindt mondelinge beantwoording plaats in de eerstvolgende raadsvergadering, tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaatsvinden.

  • 5. Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door tussenkomst van de griffier aan de raadsleden toegezonden.

  • 6. De vragensteller kan bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 48 Inlichtingen

  • 1. Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in artikel 169, derde lid, en artikel 180, derde lid, van de Gemeentewet schriftelijk in bij de griffier.

  • 2. De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3. De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad verschaft, in ieder geval binnen tien dagen nadat het verzoek is ingediend.

Artikel 49 Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 50 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit reglement treedt in werking op de dag na die waarop het is bekendgemaakt.

  • 2. Het Reglement van orde gemeenteraad Littenseradiel 2012 van 23 januari 2012 wordt ingetrokken.

  • 3. Dit reglement wordt aangehaald als Reglement van orde gemeenteraad Littenseradiel 2014.

Ondertekening

Wommels, 26 mei 2014

De raad voornoemd,

, voorzitter

, griffier