Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bussum

Vaststellen raadsvoorstel tot vaststelling verordening Gedragscode raadsleden 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bussum
Officiële naam regelingVaststellen raadsvoorstel tot vaststelling verordening Gedragscode raadsleden 2014
CiteertitelVaststellen raadsvoorstel tot vaststelling verordening Gedragscode raadsleden 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 15 lid 3 Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-05-201412-05-201414-10-2014nieuwe regeling

24-04-2014

www.overheid.nl, www.officielebekendmakingen.nl

RV2014-018

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Bussum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van

Bussum, nummer RV2014.018.;

overwegende, dat

  • ·

    het verplicht is een gedragscode vast te stellen voor de gemeenteraad.

  • ·

    dat naast regels die betrekking hebben op de zuiverheid van de besluitvorming, het gebruikelijk is dat gedragscodes voor raadsleden ook artikelen bevatten die betrekking hebben op de omgang met vergoedingen en middelen, de omgang met informatie, de onderlinge omgang.

gelet op de artikel 15 derde lid Gemeentewet

tot het vaststellen van de GEDRAGSCODE VOOR RAADSLEDEN VAN DE GEMEENTE BUSSUM.

Artikel 1 De zuiverheid van de besluitvorming

Ieder raadslid bewaakt de zuiverheid van de besluitvorming.

Artikel 2 De regels rondom belangenverstrengeling

  • 1.

    Een raadslid mag zijn invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander (de organisatie) bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft. Indien hiervan sprake is, neemt het raadslid niet deel aan de beraadslagingen in de commissievergadering en de raad.

  • 2.

    Een raadslid actief en uit zichzelf de schijn van belangenverstrengeling tegengaan.

  • 3.

    Een raadslid onthoudt zich van deelname aan de beraadslaging als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling dreigt; het gaat dan om kwesties waar hij zelf een persoonlijk belang bij heeft, of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisatie waarbij zij een persoonlijke betrokkenheid hebben.

  • 4.

    Een raadslid onthoudt zich bij beslissingen waarbij belangenverstrengeling dreigt, niet alleen van stemming maar ook van de beïnvloeding van de besluitvorming in de andere fases van het besluitvormingsproces.

  • 5.

    Een raadslid mag bepaalde in de Gemeentewet opgesomde functies niet uitoefenen in combinatie met zijn politieke functie.

  • 6.

    Een raadslid mag bepaalde in de Gemeentewet genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan in combinatie met zijn politieke functie.

  • 7.

    Een raadslid maakt openbaar welke betaalde en onbetaalde functies hij vervult.

  • 8.

    Door de griffier wordt zorg gedragen voor een geactualiseerde openbare lijst met functies van raadsleden. Op deze lijst wordt tevens vermeld of de werkzaamheden al dan niet bezoldigd zijn.

  • 9.

    Een raadslid doet opgaaf van al zijn substantiëlefinanciële belangen - waaronder aandelen, opties en derivaten – in ondernemingen waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft. Deze financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan substantieel financieel belang dient opgegeven te worden.

  • 10.

    Door de griffier wordt zorg gedragen voor een geactualiseerde openbare lijst met gemelde financiële belangen van raadsleden.

  • 11.

    Oud-raadsleden worden gedurende een jaar na het eind van de zittingstermijn uitgesloten van het buiten dienstbetrekking

tegen beloning verrichten van werkzaamheden bij de gemeente.

Artikel 3 De regels rondom het voorkomen van corruptie.

  • 1.

    Een raadslid mag zijn invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem zijn gegeven of hem in het vooruitzicht zijn gesteld.

  • 2.

    Een raadslid actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.

  • 3.

    Een raadslid neemt geen geschenken aan die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden.

  • 4.

    Indien een raadslid een geschenk of een gift ontvangt die een waarde van minder dan vijftig euro vertegenwoordigt, kan deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden en wordt dit gemeld aan de griffier

  • 5.

    Het raadslid accepteert geen faciliteiten en diensten van derden die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden.

  • 6..

    Het raadslid accepteert bij uitzondering faciliteiten of diensten van derden als het weigeren ervan het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar zou maken en de schijn van corruptie minimaal is.

  • 7.

    Het raadslid gebruikt faciliteiten of diensten van derden die uit hoofde of vanwege de bestuursfunctie worden aangeboden, niet voor privédoeleinden.

  • 8.

    Het raadslid accepteert lunches, diners en recepties die door derden betaald of georganiseerd worden, alleen als

    • a.

      dat behoort tot de uitoefening van het raadswerk,

    • b.

      de aanwezigheid beschouwd kan worden als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente, uitnodiging met beschreven doel omtrent de gewenstheid van de aanwezigheid)

    • c.

      tegelijkertijd de schijn van corruptie minimaal is.

  • 9.

    Het raadslid accepteert werkbezoeken waarbij reis- en verblijfkosten door derden betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd te worden besproken in een door de raad aan te wijzen commissie. De invitatie mag alleen geaccepteerd worden als het bezoek aantoonbaar van groot belang is voor

de gemeente en de schijn van corruptie minimaal is.

Artikel 4 De regels rondom het gebruik van gemeentelijke faciliteiten en middelen.

  • 1. Het raadslid houdt zich aan de regelgeving en aan het beleid dat is vastgesteld voor het gebruik van interne voorzieningen van algemene aard, zoals fractiekamers, computerapparatuur met toebehoren, telefoon, fax en dergelijke.

  • 2. Het raadslid houdt zich aan de regelgeving en het beleid dat is vastgesteld met betrekking tot onkostenvergoedingen en declaraties.

Artikel 5 De regels rondom informatie.

  • 1.

    De raad ziet erop toe dat het college van burgemeester en wethouders alle raadsleden in gelijke mate informeert en dat zij alle informatie verstrekt die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. Wanneer het verstrekken van informatie in strijd is met het openbaar belang, mag het college de informatie geheim verklaren.

  • 2.

    Een raadslid betracht maximale openheid als het gaat om beleid en

beslissingen en om de beweegredenen daarvoor. Hij handelt in overeenstemming met (de geest van) de Wet Openbaarheid

van Bestuur.

  • 3.

    Een raadslid dat de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het geheime of vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behalve als de wet hem tot mededeling verplicht.

  • 4.

    Een raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

Artikel 6 De regels rondom de onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens de commissie- en raadsvergadering.

  • 1.

    Raadsleden gaan respectvol met elkaar, college en ambtenaren om.

  • 2.

    a. Raadsleden bejegenen elkaar correct in woord, gebaar

eschrift.

  • b.

    Raadsleden bejegenen het college correct in woord, gebaar

    geschrift.

  • c.

    Raadsleden bejegenen de griffie en andere ambtenaren correct in woord, gebaar geschrift.

    • 3.

      Raadsleden houden zich tijdens de vergaderingen aan het reglement van orde en volgen de aanwijzingen van de voorzitter op.

    • 4.

      Raadsleden onthouden zich in woord, gebaar en geschrift, inclusief elektronische berichten opindividuele ambtenaren in raads- en commissievergaderingen en in het openbaar.

Artikel 7 De gedragscode en naleving van de gedragscode.

  • 1.

    De raad stelt de Gedragscode vast voor de raad en het college van Burgemeester en Wethouders.

  • 2.

    De raad ziet erop toe dat de raad, de fracties en de individuele raadsleden de gedragscode van de raad respectievelijk dat het college van burgemeester en wethouders hun gedragscode naleven.

  • 3.

    De burgemeester is als voorzitter van de raad in het bijzonder belast met de toezichthoudende rol op het naleven van de gedragscode van de raad respectievelijk de gedragscode voor burgemeester en wethouders.

  • 4.

    De burgemeester legt jaarlijks een verklaring af over zijn toezichthoudende rol ten aanzien van de twee gedragscodes.

Een raadslid dat twijfelt of een handeling die hij wil verrichten of nalaten een overtreding van de code zou kunnen zijn wint, hierover advies in bij de griffier.

. Als een raadslid vermoedt dat een regel van de gedragscode wordt overtreden door een ander raadslid of een wethouder, dan rust op hem de verplichting om hiervan melding te maken bij de burgemeester.

. In het geval dat wordt vermoed dat een regel van de gedragscode wordt overtreden door de burgemeester, wordt hiervan melding gemaakt bij de griffier.

. In het geval er een concreet vermoeden is dat een raadslid, de burgemeester of een wethouder een regel van de gedragscode heeft overtreden, kan er opdracht gegeven worden een onderzoek hiernaar te verrichten.

. Als is komen vast te staan dat er sprake is van overtreding van een regel van de gedragscode dan kan dit leiden tot een sanctie.

Artikel 8 Hardheidsclausule

De gemeenteraad kan besluiten om af te afwijken van de bepalingen van

deze gedragscode, indien strikte toepassing gevolgen zou hebben die

wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de

met de gedragscode te dienen doeleinden.

Artikel 9 Inwerkingtreding en intrekking

Deze gedragscode kan worden aangehaald als “Gedragscode voor raadsleden van de gemeente Bussum” en treedt in werking een dag na publicatie van de regeling.

De gedragscode voor raadsleden van de gemeente Bussum, vastgesteld op 11 september 2003 wordt per datum inwerkingtreding van deze nieuwe gedragscode ingetrokken.

Bussum, .

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bussum, gehouden op 24 april 2014.

de griffier, de voorzitter,